donderdag 31 maart 2016

The World's Fastest Indian, Roger Donaldson, 2005.

Hoes
Ik wijd maar een paar woorden aan deze film. Ik heb hem ook maar voor een stukje gezien. Maar ik vond hem zo vreselijk charmant. Anthony Hopkins, Doctor Lector, eens in een hele vriendelijke feel-good movie.
De film is een biografie, min of meer helemaal kloppend, van Burt Munro, die leefde van 1899-1978. 
De echte Burt Munro, geboren en altijd woonachtig gebleven in Invercargill, New Zealand.
Deze Herbert  kan goed motor racen, al is zijn Indian Scout Motorcycle hartstikke oud, en heeft hij er van alles en nog wat aan geprutst. Maar hij heeft, na al zijn records, nog één droom: te mogen rijden op de Bonneville Speedway. een zoutvlakte in Utah.
Hier bij de zoutvlakte 
Hij heeft mijlen ver afgelegd met de Indian achter zich aan. Op een zeker moment was er een wiel af, toen sleepte hij het spul voort met een houten boomstam. 
Wij vielen ergens in vlak vóór hij bij de zoutvlakte aankwam. Hij werd aanvankelijk geweigerd, alleen maar omdat hij een dag te laat met inschrijven was. Maar de aardige man wist de hulpt van vrijwel iedereen in te roepen, en zo mocht hij toch meedoen. Een hoop fans juichten hem toe! Als niet-ingelichte kijker verwachtten wij dat hij het loodje zou leggen, zo'n snelheid haalde hij met zijn oude barrel.... Maar hij won, zijn droom kwam uit.
Trailer
In de aftiteling lazen we dat hem dat nog een paar keer gelukt was het record te behouden.
Roger Donaldson; was al 20 jaar bezig met de voorbereiding van deze sport-biografie.

The Tailor of Panama, John Boorman, 2001.

Hoes
Gewoon een ontspannende film, met een leuk verhaal. Trouwens ook een erg goede cast, vooral Geoffrey Rush en Jamie Lee Curtis vond ik goed, een aardig en trouw koppel. Als de zoon van het echtpaar zien we een jonge Daniel Radcliffe, de latere Harry Potter.
Links 'Harry Potter'. 
Pa heeft geld nodig, en bovendien heeft hij een geheim: hij is nooit in dienst geweest bij een beroemde voorganger-kleermaker, maar heeft het vak in de bajes geleerd. Zijn vrouw weet dat niet, en zo kan de spion Pierce Brosnan hem onder druk zetten voor hem te spioneren in Panama.
Pierce Brosnan is trouwens ook leuk in zijn nog erger dan James Bond spionnen-rol. 
Onze kleermaker fantaseert er maar wat op los, met al zijn doorgegeven informatie.. 
Zijn vriend raakt erdoor in gevaar (gespeeld door Brendan Gleeson). 
En dan probeert de spion ook nog zijn vrouw te versieren. 


Zij trapt er niet in. Gelukkig maar. Harry Pendel...... 
.... (de kleermaker) biecht haar zijn  verleden en het hele spionageverhaal op. 
Pierce ontkomt met de money, maar wat kan dat schelen. Eind goed al goed, voor deze fantastisch geklede heer en zijn mooie vrouw. :-)
Trailer
Regisseur John Boorman, geboren 1933.

De 'Soft Power' van Erasmus, Paul Scheffer. Trouw 26 maart 2016.


Paul Scheffer, geboren 1954; hoogleraar Europese studies Universiteit Tilburg, prominent PVDA-lid en publicist.

Erasmus merkte ooit (in Vrede's Weeklacht (1517)) op dat de futielste aanleidingen worden gebruikt om tweedracht te zaaien. Duitsers haten Fransen omdat het Fransen zijn, en zo meer.
Erasmus zelf acht nationale, religieuze of etnische verschillen van ondergeschikt belang, hij is kosmopoliet. Maar bij nadere beschouwing blijkt dat zijn kosmopolitisme beperkt is tot de christelijke wereld. Het allerafschuwelijkst is het als een christen de wapens opneemt tegen een andere christen.
Erasmus' pleit er dus voor, nationale grenzen te overwinnen: dat raakt ook het hedendaags Europa.

Achter de controverses over de toekomst van Europa gaan politiek-filosofische vragen schuil, stelt Scheffer: Willen de burgers van lidstaten elkaar als medeburgers gaan zien? Een grens beoogt van een bevolking uiteindelijk één volk te maken. Terwijl ons continent nu verdeeld is door taal, traditie, belangen en beginselen.
Hoe ruim kan de groep zijn met wie we ons verwant voelen? Hoe maken we lotsverbondenheid tot een keuze, niet als iets wat ons wordt opgedrongen?
Abram de Swaan, socioloog, spreekt van 'identificatie in een uitdijende kring'. Dat lijkt te duiden op een zekere vooruitgang. Aanvankelijk waren het alleen bloedverwantschap en nabuurschap die ons verbonden. Misschien is er nu meer identificatie in de nationale staten. Een sprekend voorbeeld is: het Griekse begrotingstekort, dat voelen we immers ook als ons tekort, de Italiaanse grens is ook onze grens.
Wel zijn we er nog ver van verwijderd andere volken (Duitsers, Zweden) als medeburgers te ervaren. Het ontbreken van een lingua franca is daar één oorzaak van.
Intussen gaat het niet alleen om vrijheid (vrij je bewegen door Europa, AdW), maar ook om veiligheid: Europa kan alleen een waardengemeenschap zijn als het ook een veiligheidsgemeenschap wil worden.

Van donker naar lichtblauw: Europese Unie, Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.
Erasmus' pacifisme is net als zijn kosmopolitisme complexer dan op het eerste gezicht lijkt. Hij schrijft hartstochtelijk tegen de oorlog. Die haalt het slechtste in de mens naar boven, en heeft helemaal niets met heldendom te maken. Zijn appèl richt zich tot de christelijke vorsten en kerkleiders van zijn tijd. Hij wil het evengelisch geloof stevig ingeburgerd zien en wijd verbreid - in plaats van andere landen binnen te vallen en te plunderen. Met andere woorden, hij wil 'iedereen' tot het christendom bekeerd zien, en vijanden van het christendom terugdringen door het goede voorbeeld te geven. Dit is de 'soft power' van Erasmus uit de titel.
Vlaggen van Europa
Deze opvattingen van Erasmus raken een van de grote kwesties in die tijd, de verhouding tot het Ottomaanse rijk, ook wel de Turkenkrijg genoemd. 'Wil je de Turken tot Christus brengen? Laat ons dan niet pronken met onze rijkdom, onze troepenmacht, onze sterkte. Ze moeten in ons niet alleen het etiket 'christen' zien, maar ook de onbetwiste sporen van de christenmens: een onberispelijke levenswijze, het verlangen om goed te doen, ook aan onze vijanden,, een eindeloos verdragen van alle onrecht, afkeer van geld, afwijzing van roem, minachting voor het wereldse.'

Hij ziet gerust wel de 'kiem van barbarij' in de brengers van de beschaving (i.c. het christendom) zelf. Maar ook zelf is hij halfhartig, want hoe mooi hij hier ook klinkt, elders noemt hij zich absoluut geen pleitbezorger tégen de oorlog met de Turken (brief van 1530).
Deze tegenstrijdigheden zijn ook thans weer actueel. Niet alleen speelt de Turkse kwestie nog steeds, de vraag is ook: hoe verhouden de ideeën 'waardengemeenschap' en 'veiligheidsgmeenschap' zich tot elkaar, als we beide willen?

Voor een veiligheidsgemeenschap vindt Scheffer het onontbeerlijk dat er buitengrenzen voor Europa komen. Dat is niet praktisch onmogelijk, wel is er een 'morele verlegenheid' : die maakt dat onmogelijk. Want technische middelen zijn er genoeg om grenzen te bewaken, veel meer dan vroeger. Maar er zullen altijd mensen zijn die zonder toestemming de grens oversteken (illegaliteit). Het probleem is dat we onvoldoende onderscheid maken tussen wie we wel en wie we niet toe willen laten. Het gaat niet om tegenhouden, maar om reguleren.
Anders geformuleerd: het succes van Europa als vrijheidsgemeenschap (waardoor de binnengrenzen overbodig zijn geworden) maakt de stap naar een veiligheidsgemeenschap, die waakt over de buitengrenzen, noodzakelijk.
Schengenlanden
Dit is een samenvatting van het Trouw-essay met de titel De 'Soft Power' van Erasmus van Paul Scheffer.
Het artikel is op zijn beurt weer een bewerking van de Paul Scheffer-lezing in Gouda, en van 'De vrijheid van de grens', het Essay van de Maand van de Filosofie, dat morgen, 1 april, verschijnt. Ik heb de indruk dat de tekst erg gecomprimeerd is, waardoor het lezen bemoeilijkt werd. 
Desalniettemin: een poging. Bij deze.
Dit is het boek dat morgen verschijnt van de hand van Paul Scheffer, het essay van de Maand van de Filosofie in 2016.
Samenvatting van de uitgever:
Wat is de vrijheid van de grens? Het overschrijden van grenzen wordt vaak gezien als de enige weg naar vooruitgang. We leven het leven als een immer wijkende horizon, als een vrijheid die zich steeds verder heeft losgezongen van een vorm – met een wereld zonder grenzen als het hoogste ideaal. Want wie zijn wij, wereldburgers, om anderen toegang tot ons grondgebied te ontzeggen?

In het essay van de Maand van de Filosofie en tijdens deze lezing onderzoekt Paul Scheffer dan ook niet de grenzen van de vrijheid, maar de vrijheid van de grens. Met de nodige filosofische distantie stelt hij de vraag of een open samenleving niet pas ontstaat door een ruimtelijke afbakening. Anders gezegd: om hoeveel begrenzing vraagt de beschaving? En wat is tegen die achtergrond een eigentijds vooruitgangsideaal?
Erasmus, ca 1469-1536; humanist.
Dit boek Turkenkrijg blijkt ook alweer actueel; voor € 13,50 te koop bij de boekhandel.
Samenvatting Uitgever:
De Turkenkrijg van Desiderius Erasmus behandelt de vraag of het Westen haar krachten moet bundelen om de opmars van de Turken definitief een halt toe te roepen. Constantinopel was sinds de verovering door Mehmed II in 1453 het centrum van het Osmaanse Rijk. In 1526 werd Hongarije onder de voet gelopen en drie jaar later sloeg een Turkse legermacht het beleg rond Wenen. Het Westen kon de dreiging die uitging van een expansionistische moslimstaat niet langer negeren. Stilaan rijpte het idee van een kruistocht.

Van toonaangevens intellectueel werd van Erasmus verwacht dat hij een standpunt verwoordde. De kerngedachte die hij in De Turkenkrijg formuleert, is dat de macht van de Turken het gevolg is van politieke verdeeldheid in West-Europa, maar ook van een decadent en futloos geworden christendom dat de kracht mist de islam in spiritueel opzicht het hoofd te bieden.

Voor wie dat wil, is op DEZE SITE de lezing van Paul Scheffer in zijn geheel te volgen. Het is de HUMAN-site, thema van dit Erasmusjaar is: Ik wijk voor niemand.
Expositie Gouda in Erasmusjaar

woensdag 30 maart 2016

De Straat en het Struikgewas, Armando, 1988.

Na het lezen van Een jongen uit Plan Zuid van Heere Heeresma werd ik gewezen op dit boekje van Armando (pseudoniem van Herman Dirk van Dodeweerd). 
Armando doet veel meer dan alleen schrijven: hij schildert, beeldhouwt, maakt tv-programma's, schrijft gedichten, bokst en speelt viool (bij Tata Mirando). Ik vergeet vast nog wel het een en ander. Voor hem maakt al zijn werk deel uit van een  'Gesamtkunstwerk'. Armando woont en werkt het grootste deel van zijn tijd in Potsdam.
Een paar van zijn kunstwerken zijn al te zien op de diverse omslagen van dit boekje:
 
Ik las deze editie van een Rainbowpocket; ik weet niet wat er op de foto staat afgebeeld. 
Het boekje is een chronologische opsomming van allerlei notities, korter of langer, naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog. Chronologisch, maar ook thematisch. Armando maakte die mee als jongen, hij was 11 toen de oorlog uitbrak.
In het begin merkt hij nog niets van de ernst van de oorlog. Maar er veranderen dingen onder zijn ogen: Zo kan hij niet meer in een boom klimmen, omdat de boom verdwijnt en daar een kamp gebouwd wordt. Dat is Kamp Amersfoort (de naam noemt hij nergens). 
De dreiging daarvan is er van het begin af aan, maar wordt steeds voelbaarder. Het zijn deze stukjes die de meeste indruk maken; waar het ook om draait, want er zijn verschrikkelijke dingen gebeurd. 
Het zijn deze ervaringen ook die bij hem de notie oproepen van 'schuldig landschap': de vogels blijven fluiten onder de ergste dingen, een zandweggetje heeft plaats gemaakt voor een verharde weg omdat dat beter toeleidt naar het kamp, bomen worden omgehakt. Maar intussen bespiedt hij vanuit het struikgewas hoe iemand met zijn voeten in een kuil met lijken zakt. En dat is maar één van de vele gruwelen. (Wel de ergste.)
Hoe ouder hij wordt, hoe meer hij doordrongen is van de ellende van de oorlog. Als jongetje wordt hij vooral geconfronteerd met nieuwe woorden van dingen en mensen: soldaten, gevechtshandelingen, de schietbaan (waar later mensen gefusilleerd worden.) 
Deel uit 'Schuldige Landschaft'. 
Armando-expositie in het Van Abbemuseum. 
Armando, geboren 1929. 
Als violist. 
Hier heeft een zekere Lillekahlos een gat gebrand in een foto van kinderen bij het kamp Amersfoort. De foto met het brandgat verbeeldt het verdwijnen van de bekende wereld; wachttorens en prikkeldraad komen in de plaats.  
Hek bij kamp Amersfoort.
Armando kreeg voor dit boek de Multatuliprijs in 1989; het geldt als een klassieker. 
Vragen over schuld en vijandschap komen aan de orde. Hij gaat aan het eind van het boek naar het land van de vijand om te zien wat hen tot vijanden maakte. HIj vindt er vooral 'complexiteit'; het is niet eenvoudig wij goed - zij slecht.
Van Armando is de term schuldig landschap; het wordt een paar keer gebruikt in dit boek.

Ik heb het boek twee keer gelezen, omdat ik me na Heeresma niet direct om kon schakelen naar Armando. 
De tweede keer kwam het verhaal pas echt binnen; juist omdat Armando het als kind beleefde. (Een ander kind dan Heeresma.)
Van zijn ervaringen in Duitsland houd ik een wat verward gevoel over. Hij wordt steeds poëtischer en filosofischer naar het einde toe.
Ik geef een voorbeeld (over het verdwijnen van het kruispunt der beide lanen):

Het is er niet eens meer. Geen spoor. Er loopt een snelweg. De lanen zelf zijn verkommerd. Onduidelijk. Is het 'm nou of is het 'm niet. Dat stemt triest.
't Is een min of meer willekeurig gekozen plek, toch zegt dat het een en ander over het verleden.
Maar moet dan werkelijk alles bewaard blijven? Zijn dat niet wensen en gevoelens die men slechts in weelderige omstandigheden kan koesteren?
De tijd slokt alles op, het gevecht tegen de tijd is een onzinnig gevecht, dat nooit en te nimmer goed afloopt. Misschien is het daarom zo'n fraai gevecht. Men raakt eraan verslaafd.

De straat en het struikgewas: de titel komt denk ik van zijn belevenissen als kind. Die speelden zich voornamelijk buiten af, 
Er is iets gebeurd. Er is iets gebeurd, wat was het ook weer. O ja, de vijand is er. Ik ga vandaag weer naar 'm kijken. 

Ik vond dit zeer verhelderende stukje op internet op de site DE CONTRABAS. Aldaar is nog meer interessants te vinden over dit boekje van Armando. Ik citeer nu De Contrabas:

Een belangrijke rol binnen die thematiek wordt ingenomen door het schuldig landschap, een begrip dat Armando gemunt heeft, en dat inmiddels vrij bekend is, mede doordat iedereen zich er wel iets bij kan voorstellen. Wie 'Armando' zegt, zegt 'schuldig landschap'. Maar waarin bestaat nu precies die schuld van het landschap?

In veel gevallen is het landschap (of de Natuur, met hoofdletter, zoals Armando het zelf vaak schrijft) de plek des onheils, een plaats delict: frontlinies tekenden zich af en er hebben veldslagen gewoed op open vlaktes, langs rivieren, aan de rand van of in bossen, in heuvelland; er zijn partizanen of hun sympathisanten, verzetslieden of juist collaborateurs, of zelfs willekeurige dorpelingen opgehangen aan bomen; er hebben liquidaties plaatsgevonden in de duinen. Bergen en bossen zijn de uitvalsbasis voor partizanen en guerrillero's, ze bieden beschutting en gelegenheid om hinderlagen te leggen. En ook gevangen- en strafkampen, concentratie- en vernietigingskampen bevonden zich veelal buiten stadjes en dorpen, aan de rand van bossen – zo waren ze onttrokken aan het oog van de buitenwereld.

Er is dus kwaad geschied in het landschap, de Natuur (bijvoorbeeld de bosrand, de woudzoom) is niet pluis.

Daarbij ziet de Natuur enkel zwijgend toe, het landschap is onverschillig en onverstoorbaar, zelfgeabsorbeerd, alleen met zichzelve bezig. Het slaat de moorden en misdaden slechts gade. Alles bloeit en groeit gewoon door, alsof er niets gebeurd is. Alles wordt weer overwoekerd met gras en mos.Desondanks (of: tevens) is de Natuur vaak van grote schoonheid. En vredig, stil. Met het schuldig landschap is dus onlosmakelijk verbonden:verraderlijke schoonheid. De schoonheid van het landschap moet met wantrouwen en argwaan worden bezien
.

Senia-bijeenkomst Een vrij en gelukkig Indonesië, Tom van den Berge, 2014.

Vandaag de Senia-bijeenkomst gehad over dit boek. Toch maar niet bij Corien, want zij had kijkers voor haar huis dat te koop staat. Corien wil naar Olst - of in elk geval ergens in de omgeving van de IJssel.
Kasteel Olst
Terwijl Henk en Gea verblijf hielden in of in de omgeving van Antarctica, waren wij bollebozen bezig met Huib van Mook.
Antarctica. Er zitten nu ook een paar geleerden vast. 
De meningen over dit boek liepen nogal uiteen: voor de een was dit een zeer slecht boek, voor een volgende was het  te uitgebreid, voor een ander te moeilijk. Toch - hoe vreemd het ook klinkt - was het voor iedereen een interessant boek. Zowel door de persoon van Van Mook, als door Indonesië.
Niemand van ons wist iets van Indonesíë, in die zin was het een eye-opener. We zijn wel allemaal opgevoed door mensen die heel dicht zaten op de ontwikkelingen van vlak na de Tweede Wereldoorlog. De vader van Hetty heeft vier jaar lang dwangarbeid in Drenthe moeten verrichten, omdat hij het vertikte om te gaan vechten in Indonesië. Hij moest spitten voor de ruilverkaveling.
Zo mooi was het vóór de ruilverkaveling. Nu ligt het land er kaal en strak bij. Daarom willen ze het nu weer, zo veel jaar na dato, na al dat spitten en graven opnieuw terugbrengen in deze mooie, oude staat...
Kamp Schoonhoven
In Schoonhoven (ZH) zaten zelfs militairen gevangen omdat ze dienst weigerden. Zij moesten hier opgevoed worden; leren dat ze in Indië een schone taak te vervullen hadden voor het vaderland....
Demonstratie tegen koloniale oorlog.
Maar bij ons, de anderen thuis, werd er gezwegen, en was 'wat de regering deed, wel gedaan'.
Zo ook bij ons thuis. Ik ben niet opgevoed met de gedachten die Van Mook erop na hield, die in elk geval streefde naar een onafhankelijk Indonesië. Nee: net als de meesten van ons vonden wij thuis, en ook op school, dat wij beter waren dan de inwoners zelf van het land. Zij (Indiërs) waren 'laag',  wij 'hoog' , onontwikkeld tegenover ontwikkeld. Er was geen enkele reden waarom wij niet zouden geloven in ons recht op het bezit, en het ongebreideld genieten van de mogelijkheden van dat verre land.
Zoals ouders soms hun kind niet los kunnen laten, zo konden 'wij' dat ook niet ten opzichte van Indië. 'Wij': de regering, het parlement, en mijn/onze ouders. Op die ene na dan, die een ander politiek besef had.
'Indië verloren, rampspoed geboren.'
We herinnerden ons allemaal Poncke Princen, die óók een ander standpunt innam dan de militairen (of de toenmalige regering). Toen Prinsen vele jaren later Nederland in wilde mocht dat niet, omdat oudstrijders nog altijd vonden dat zij, niet Princen, een gerechtvaardigde strijd gestreden hadden. Feitelijk waren Prinsens standpunten veel ethischer  - maar ook dat is met de ogen van nu gezegd. Want hij was tegen de minachtende behandeling van de Indonesiërs door de Nederlandse soldaten, en streefde hij met de Indonesiërs zelfbeschikking na.
Poncke Prinsen, met heel zijn ethiek verguisd.
Wij zijn allemaal in dezelfde tijd opgegroeid, en hebben ook in de loop der tijd geleerd dat onze opvattingen over superioriteit tegenover 'de inlanders' niet deugde. Het is nu gemakkelijk dat te zien, tóen was het anders.
Secretaresse van Van Mook.
Gelukkig hebben we ons ook geamuseerd over de secretaresses in Van Mookst leven. Die zocht 'de aai over zijn bol'  en 'de schouder om op uit te huilen'  niet bij zijn vrouw, maar bij de dames.
Een aai over de bol....
Een schouder om op uit te huilen: je kunt er net zo goed voor op voetbal gaan....
Maar Van Mook had best veel dames, die meer dan alleen maar secretaresses werden. Bij de laatste had hij nog een zoon ook.
Maar dat neemt niet weg dat hij in een aantal opzichten een tragisch leven heeft geleid, waarin hij veel verlies heeft geleden. Niet alleen zijn baan raakte hij kwijt, hij werd ook totaal niet gewaardeerd om zijn ethisch belangrijke, en afwijkende mening. En ook in persoonlijke zin was hij erg geïsoleerd. 

Nog een inhoudelijke opmerking tot besluit:
Tom van den Berge had een heel nieuw archief tot zijn beschikking, en het lijkt erop dat hij daar 'alles' in heeft willen stoppen. 'Het is ook de kunst van het weglaten',  merkte iemand op; daarin bleef Van den Berge dus in gebreke. Van mij mág hij uitgebreid schrijven, het is immers een wetenschappelijk werk, en dus ook een goed naslagwerk. Maar iets anders is, dat hij de feiten niet altijd in een duidelijk kader plaatst. Zo wordt de eerste politionele actie tamelijk terloops genoemd. 'Operatie Product' heette het. Voor een niet-ingewijde maakte dat het lezen lastig. 
Datzelfde geldt voor het bekend veronderstellen van een fiks aantal (Indonesische) woorden, en ook gebeurtenissen. 
Politioneel legt in het taalgebruik meer de nadruk op het oorlogsaspect.... 
Operatie Product daarentegen meer op het economische belang dat nagestreefd werd.
Voor deze eerste politionele actie was Van Mook verantwoordelijk; hij komt ook op deze filmbeelden voor. 
Bij de tweede actie had hij al ontslag genomen.

Bij het afscheid  bespraken we nog een vakantie-ervaring van Hetty en Anky; beiden hadden iets leuks meegemaakt met zeeschildpadden, Anky in Suriname, Hetty in Indonesië. Ik vond een soortgelijk verhaal van deze diertjes op Bali:

Samen in een bakje naar zee brengen.
Toen was de tulbandcake echt wel helemaal op, het boek flink besproken. Het was gezellig en zeer leerzaam. 
Tot een volgende keer!