donderdag 31 maart 2016

De 'Soft Power' van Erasmus, Paul Scheffer. Trouw 26 maart 2016.


Paul Scheffer, geboren 1954; hoogleraar Europese studies Universiteit Tilburg, prominent PVDA-lid en publicist.

Erasmus merkte ooit (in Vrede's Weeklacht (1517)) op dat de futielste aanleidingen worden gebruikt om tweedracht te zaaien. Duitsers haten Fransen omdat het Fransen zijn, en zo meer.
Erasmus zelf acht nationale, religieuze of etnische verschillen van ondergeschikt belang, hij is kosmopoliet. Maar bij nadere beschouwing blijkt dat zijn kosmopolitisme beperkt is tot de christelijke wereld. Het allerafschuwelijkst is het als een christen de wapens opneemt tegen een andere christen.
Erasmus' pleit er dus voor, nationale grenzen te overwinnen: dat raakt ook het hedendaags Europa.

Achter de controverses over de toekomst van Europa gaan politiek-filosofische vragen schuil, stelt Scheffer: Willen de burgers van lidstaten elkaar als medeburgers gaan zien? Een grens beoogt van een bevolking uiteindelijk één volk te maken. Terwijl ons continent nu verdeeld is door taal, traditie, belangen en beginselen.
Hoe ruim kan de groep zijn met wie we ons verwant voelen? Hoe maken we lotsverbondenheid tot een keuze, niet als iets wat ons wordt opgedrongen?
Abram de Swaan, socioloog, spreekt van 'identificatie in een uitdijende kring'. Dat lijkt te duiden op een zekere vooruitgang. Aanvankelijk waren het alleen bloedverwantschap en nabuurschap die ons verbonden. Misschien is er nu meer identificatie in de nationale staten. Een sprekend voorbeeld is: het Griekse begrotingstekort, dat voelen we immers ook als ons tekort, de Italiaanse grens is ook onze grens.
Wel zijn we er nog ver van verwijderd andere volken (Duitsers, Zweden) als medeburgers te ervaren. Het ontbreken van een lingua franca is daar één oorzaak van.
Intussen gaat het niet alleen om vrijheid (vrij je bewegen door Europa, AdW), maar ook om veiligheid: Europa kan alleen een waardengemeenschap zijn als het ook een veiligheidsgemeenschap wil worden.

Van donker naar lichtblauw: Europese Unie, Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.
Erasmus' pacifisme is net als zijn kosmopolitisme complexer dan op het eerste gezicht lijkt. Hij schrijft hartstochtelijk tegen de oorlog. Die haalt het slechtste in de mens naar boven, en heeft helemaal niets met heldendom te maken. Zijn appèl richt zich tot de christelijke vorsten en kerkleiders van zijn tijd. Hij wil het evengelisch geloof stevig ingeburgerd zien en wijd verbreid - in plaats van andere landen binnen te vallen en te plunderen. Met andere woorden, hij wil 'iedereen' tot het christendom bekeerd zien, en vijanden van het christendom terugdringen door het goede voorbeeld te geven. Dit is de 'soft power' van Erasmus uit de titel.
Vlaggen van Europa
Deze opvattingen van Erasmus raken een van de grote kwesties in die tijd, de verhouding tot het Ottomaanse rijk, ook wel de Turkenkrijg genoemd. 'Wil je de Turken tot Christus brengen? Laat ons dan niet pronken met onze rijkdom, onze troepenmacht, onze sterkte. Ze moeten in ons niet alleen het etiket 'christen' zien, maar ook de onbetwiste sporen van de christenmens: een onberispelijke levenswijze, het verlangen om goed te doen, ook aan onze vijanden,, een eindeloos verdragen van alle onrecht, afkeer van geld, afwijzing van roem, minachting voor het wereldse.'

Hij ziet gerust wel de 'kiem van barbarij' in de brengers van de beschaving (i.c. het christendom) zelf. Maar ook zelf is hij halfhartig, want hoe mooi hij hier ook klinkt, elders noemt hij zich absoluut geen pleitbezorger tégen de oorlog met de Turken (brief van 1530).
Deze tegenstrijdigheden zijn ook thans weer actueel. Niet alleen speelt de Turkse kwestie nog steeds, de vraag is ook: hoe verhouden de ideeën 'waardengemeenschap' en 'veiligheidsgmeenschap' zich tot elkaar, als we beide willen?

Voor een veiligheidsgemeenschap vindt Scheffer het onontbeerlijk dat er buitengrenzen voor Europa komen. Dat is niet praktisch onmogelijk, wel is er een 'morele verlegenheid' : die maakt dat onmogelijk. Want technische middelen zijn er genoeg om grenzen te bewaken, veel meer dan vroeger. Maar er zullen altijd mensen zijn die zonder toestemming de grens oversteken (illegaliteit). Het probleem is dat we onvoldoende onderscheid maken tussen wie we wel en wie we niet toe willen laten. Het gaat niet om tegenhouden, maar om reguleren.
Anders geformuleerd: het succes van Europa als vrijheidsgemeenschap (waardoor de binnengrenzen overbodig zijn geworden) maakt de stap naar een veiligheidsgemeenschap, die waakt over de buitengrenzen, noodzakelijk.
Schengenlanden
Dit is een samenvatting van het Trouw-essay met de titel De 'Soft Power' van Erasmus van Paul Scheffer.
Het artikel is op zijn beurt weer een bewerking van de Paul Scheffer-lezing in Gouda, en van 'De vrijheid van de grens', het Essay van de Maand van de Filosofie, dat morgen, 1 april, verschijnt. Ik heb de indruk dat de tekst erg gecomprimeerd is, waardoor het lezen bemoeilijkt werd. 
Desalniettemin: een poging. Bij deze.
Dit is het boek dat morgen verschijnt van de hand van Paul Scheffer, het essay van de Maand van de Filosofie in 2016.
Samenvatting van de uitgever:
Wat is de vrijheid van de grens? Het overschrijden van grenzen wordt vaak gezien als de enige weg naar vooruitgang. We leven het leven als een immer wijkende horizon, als een vrijheid die zich steeds verder heeft losgezongen van een vorm – met een wereld zonder grenzen als het hoogste ideaal. Want wie zijn wij, wereldburgers, om anderen toegang tot ons grondgebied te ontzeggen?

In het essay van de Maand van de Filosofie en tijdens deze lezing onderzoekt Paul Scheffer dan ook niet de grenzen van de vrijheid, maar de vrijheid van de grens. Met de nodige filosofische distantie stelt hij de vraag of een open samenleving niet pas ontstaat door een ruimtelijke afbakening. Anders gezegd: om hoeveel begrenzing vraagt de beschaving? En wat is tegen die achtergrond een eigentijds vooruitgangsideaal?
Erasmus, ca 1469-1536; humanist.
Dit boek Turkenkrijg blijkt ook alweer actueel; voor € 13,50 te koop bij de boekhandel.
Samenvatting Uitgever:
De Turkenkrijg van Desiderius Erasmus behandelt de vraag of het Westen haar krachten moet bundelen om de opmars van de Turken definitief een halt toe te roepen. Constantinopel was sinds de verovering door Mehmed II in 1453 het centrum van het Osmaanse Rijk. In 1526 werd Hongarije onder de voet gelopen en drie jaar later sloeg een Turkse legermacht het beleg rond Wenen. Het Westen kon de dreiging die uitging van een expansionistische moslimstaat niet langer negeren. Stilaan rijpte het idee van een kruistocht.

Van toonaangevens intellectueel werd van Erasmus verwacht dat hij een standpunt verwoordde. De kerngedachte die hij in De Turkenkrijg formuleert, is dat de macht van de Turken het gevolg is van politieke verdeeldheid in West-Europa, maar ook van een decadent en futloos geworden christendom dat de kracht mist de islam in spiritueel opzicht het hoofd te bieden.

Voor wie dat wil, is op DEZE SITE de lezing van Paul Scheffer in zijn geheel te volgen. Het is de HUMAN-site, thema van dit Erasmusjaar is: Ik wijk voor niemand.
Expositie Gouda in Erasmusjaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten