donderdag 25 april 2019

Eva slaapt, Francesca Melandri, 2009 (2011)

Boekomslag
Eva slaapt is een historische roman, die zich afspeelt in Zuid-Tirol, Alto Adige in het Italiaans geheten.
Het boek is erg goed, zowel als roman, alsook qua historisch gegeven. De fictieve personages bewegen zich in de werkelijke geschiedenis. Daar ik die helemaal niet kende, geef ik die hieronder weer, zoals deels overgenomen uit Wikipedia. De stukken die ik gecursiveerd heb, komen terug in de roman. 
Plaats van handeling.
Zuid-Tirol behoorde sinds 1363 bij Oostenrijk. Bij de volkstelling van 1910 sprak nog geen 3% van de bevolking van Zuid-Tirol Italiaans, terwijl Trentino daarentegen zeer overwegend Italiaanstalig was.
 
Zuid-Tirol vormt samen met Trentino een autonome regio tegenwoordig.
Als beloning voor de steun aan de Entente in de Eerste Wereldoorlog werden beide gebieden aan Italië toegewezen, waarmee een lang gekoesterde nationalistische droom werd verwezenlijkt. Na de Oostenrijks-Hongaarse nederlaag werden de provincie Trentino en het zuiden van de provincie Tirol in 1919 geannexeerd tot aan de 'natuurlijke geografische grens'. Die grens was de waterscheiding van de Alpen. Het stroomgebied van de Etsch (Adige) met al zijn zijrivieren zou bij Italië gevoegd worden.
Rivier de Etsch in het Italiaans: Adige. Radweg Etschtal: Bozen - Meran
Alto Adige betekent Hoog Aldige: het is gezien van de kant van Italië af 'hoog', van de andere kant af 'laag'. 
Het stroomgebied van de Inn met haar zijrivieren zou bij Oostenrijk blijven. Volgens de bepalingen in het Verdrag van Saint-Germain in 1919 werd dit plan doorgevoerd en kwam, na het trekken van bovengenoemde grens, een grote Duitstalige bevolking ineens in Italië te wonen.
Onder het fascistische bewind van Mussolini voerde Italië een onderdrukkende italianiseringspolitiek om het gebied volledig te assimileren. Vanaf 1923 werd het Duits uit het openbare leven verbannen en Duitse plaatsnamen werden vervangen door Italiaanse. De naam Tirol werd verboden en vervangen door Alto Adige. Ook werd een begin gemaakt met het italianiseren van de Duitse achternamen, waarbij zelfs op grafstenen de inschriften veranderd werden. Tevens kwam er een grootschalige immigratie op gang van Italianen uit andere gebieden naar met name de steden, om de oorspronkelijke bevolking in aantal te overtreffen.
Tiroler klederdracht, tentoonstelling 2014 - Zuid-Tirol
Het was de hoop van de Zuid-Tirolers dat Adolf Hitler met de annexatie van Oostenrijk ook Zuid-Tirol zou terugeisen onder het motto Heim ins Reich, zoals ook met het Sudetenland zou gebeuren. Machtspolitiek woog in dit geval echter zwaarder dan nationale idealen, want als dank voor de Italiaanse steun bij de annexatie van Oostenrijk (maart 1938, "Duce, das werde ich Ihnen nie vergessen"), sloten Hitler en Mussolini een akkoord waarbij de Zuid-Tirolers voor de keuze werden geplaatst om de Duitse nationaliteit te bevestigen en als consequentie te emigreren naar het Duitse Rijk (Option), of zich volledig als Italianen te assimileren en afstand te doen van alle culturele rechten. Onder deze druk koos 86% voor vertrek. Uiteindelijk vertrokken ca. 75.000 mensen naar gebieden in Duitsland en Oostenrijk. Verdere emigratie werd door het oorlogsverloop opgehouden. Degenen die vertrokken waren, mochten na 1945 niet terugkeren, totdat internationale druk Italië dwong onder bepaalde omstandigheden remigratie toe te staan. Ongeveer een derde van hen maakte daarvan gebruik.
Arrondisementen Zuid-Tirol
Italië probeerde ook na de Tweede Wereldoorlog het gebied onder controle te houden. Een massaal petitionnement van de Zuid-Tirolers om zich bij Oostenrijk te mogen aansluiten, werd door de geallieerden genegeerd. In de in 1947 gesloten Vrede van Parijs werden de rechten van de Duitstaligen in Zuid-Tirol weliswaar verbeterd — tenminste op papier — door het bezegelen van de één jaar eerder gesloten overeenkomst tussen de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken Karl Gruber en de Italiaanse premier Alcide De Gasperi. Maar de afgesproken autonomie ging gelden voor de provincies Trentino en Zuid-Tirol gezamenlijk, in de regio Trentino-Zuid-Tirol, waar de Italiaanstaligen in de meerderheid waren, en waar de Duitstaligen op bestuursniveau een minderheid bleven. De afspraken overeengekomen in het autonomiestatuut werden niet omgezet in wetgeving en door de bestuurders tegengewerkt. Tienduizenden arbeiders uit de zuidelijke provincies van Italië emigreerden naar Zuid-Tirol om in, door de overheid gesubsidieerde, nieuwe industrievestigingen werk te vinden. De provinciale hoofdstad Bozen (Bolzano) kreeg daardoor een in meerderheid Italiaanse bevolking. In de andere steden gingen de Italiaanse immigranten grote minderheden vormen.

De spanningen tussen de Zuid-Tirolers en de Italianen liepen hierdoor steeds verder op. In 1961 resulteerde dit onder andere in aanslagen van de radicale Befreiungsausschuss Südtirol op een standbeeld van Mussolini en in de Feuernacht (12 juni van dat jaar) door het opblazen van een groot aantal elektriciteitsmasten.
'Einer der in der Feuernacht gesprengten Strommasten.'
De Italiaanse politie en justitie traden vervolgens hard op: vele activisten kregen lange gevangenisstraffen of werden gemarteld. Twee activisten stierven aan de gevolgen van de martelingen.
Onder druk van Oostenrijk en de internationale opinie werd Italië uiteindelijk gedwongen de autonomie te verschuiven van de regio Trentino-Zuid-Tirol naar de provincie Zuid-Tirol, waar de Duitstaligen de meerderheid vormden en hun eigen beleid konden voeren. In 2001 is deze autonomie nog verder uitgebreid, waardoor haar zwaartepunt vandaag de dag volledig bij de provincie ligt. Ook de provincie Trente profiteert hiervan. De Italiaanstalige minderheid in Zuid-Tirol zag echter haar bevoorrechte positie verdwijnen en sinds de jaren zestig kozen velen er dan ook voor weer te vertrekken uit het gebied, waardoor het aandeel Italiaanstaligen geleidelijk afneemt. De Ladinische bevolking profiteert in hun dorpen van de autonomie, doordat nu ook de Ladinische taal en cultuur als bestuurs- en onderwijstaal erkend worden. (Ladinisch: een van de reto-Romaanse talen, dit zijn Alpenromaanse talen, AdW.)
Walther von der Vogelweide, miniatuur uit de beroemde Codex Manesse.
Een terzijde van mijn hand: deze middeleeuwse minnezanger, zou afkomstig zijn uit Zuid-Tirol. 
‘Nemt, frouwe, disen kranz!’
Ondanks de autonomie pleit een grote groep Duits- en Ladinisch-taligen nog steeds voor afscheiding van Italië. Ook het gebruik van de verzonnen en na annexatie opgelegde Italiaanse plaatsnamen en de aanwezigheid van symbolen en namen die aan de annexatie herinneren liggen bij velen nog steeds gevoelig. Het veranderen van deze namen is een competentie van de provincie, die in overeenstemming met het autonomiestatuut echter verplicht blijft tot tweetaligheid.
Premier Aldo Moro, 1916- 1978;  gruwelijk gedood door de Rode Brigade. Aldo Moro sloot in 1969 een verdrag met Bruno Waldheim van Oostenrijk, waardoor de spanningen tussen Zuid-Tirol en Italië wat werden opgeheven. Moro speelt ook een rol in deze geschiedkundige roman.
Tot zover het historisch overzicht. Nu wat meer over de roman:
Hoofdpersoon in de roman is Gerda, dochter van de nazi Hermann. Gerda raakt ongehuwd zwanger, en wordt verstoten door haar vader. Ze houdt haar kind Eva, en gaat werken in een restaurant, waar ze uitgroeit tot chef-kok. Ze heeft maar twee dagen in de week tijd voor haar dochter Eva, die in een ander, groot gezin liefdevol wordt grootgebracht. . 
Gerda heeft een broer Peter, die in het verzet zit tegen de Italianen, de Befreiungsausschuss Südtirol. Hij legt bommen bij het standbeeld van Mussolini en bij de elektriciteitsmasten. Bumser werden ze genoemd, of Schützen. Door dit werk vervreemdt hij geheel en al van zijn gezin, zijn vrouw Leni en de zoontjes Ulli en Siggi. Hij is er eenvoudigweg nooit, is altijd met zijn kameraden om verzet te plegen. 
Ulli is een vriend van Eva; hij blijkt homoseksueel en zal zelfmoord plegen; Siggi is een kleine fascist-in-de-dop. 
We zien in het boek ook de opkomst van de wintersport, het geheel ten dienste stellen van de natuur aan de toeristenindustrie, de aanleg van ski-hellingen, liften en dergelijke. De vader van Eva is een zoon van de man die van deze projektontwikkeling rijk is geworden; te rijk om met Gerda te willen trouwen.
Zicht op Bosen (Bolzano), tegenwoordige tijd.
Van alle mannen die Gerda heeft, is Vito de belangrijkste. Hij is een kleine Zuid-Italiaan, een carabinieri. Zie hoe die Italianen in Zuid-Tirol terecht komen. Vito is pas als een echte vader voor Eva. Maar door de politieke omstandigheden loopt de relatie met Gerda stuk. 
Een belangrijke component in het verhaal is de geschiedenis van Eva in het heden: haar reis van Noord- naar Zuid-Italië. Zij gaat op bezoek bij Vito, die op sterven ligt. 
Een prachtige, duidelijke recensie is te vinden in het NRC van 2012.
'Regionalisme is universeel.'
'Regionalisme is universeel,' kopt dit artikel, en dat vind ik mooi verwoord voor dit boek: het boek gaat 'maar' over een regio, maar het is juist die geschiedenis die diep ingrijpt in het leven van mensen.  Dat wordt zeer mooi aangetoond. 
Daarbij heeft Melandri een goede pen van schrijven; neem bijvoorbeeld deze zin: 'Of misschien, als hij erover nagedacht zou hebben (over de vraag of hij wist wat liefde was, AdW) had hij zich de hand van zijn moeder herinnerd, die jong maar ruw als oud hout rond zijn kinderwang lag in een liefdevol gebaar.'
Een ontdekking voor mij was wat er stond in een recensie van TROUW, van mei 2018. Ik citeer: 
'Met ‘De lange weg naar Rome’ voltooit Francesca Melandri haar trilogie over blinde vlekken en taboes uit Italië’s moderne geschiedenis: meeslepende en urgente romans waarin het verdeelde collectieve geheugen van Italië, verdringing en geschiedvervalsing, steeds worden aangeklaagd via de lotgevallen van een familie; hun onderlinge betrekkingen, hun geheimen en leugens.

Zo belichtte Melandri (1964) in haar debuut ‘Eva slaapt’ het verzet van het kleine Zuid-Tirol tegen de onderdrukking van de Italiaanse Staat met het verhaal van Eva, dochter van een onmogelijke liefde. ‘Hoger dan de zee’ vertelde indringend de gevolgen van Italië’s bloedige ‘loden jaren’ vanuit het perspectief van de familieleden van veroordeelde terroristen.
‘De lange weg naar Rome’ gaat nu in op een ander pijnlijk hoofdstuk uit de Italiaanse geschiedenis, de koloniale verovering van Ethiopië, halverwege de jaren dertig van de vorige eeuw. Hoewel de fascistische kolonisatie gepaard ging met gruwelijkheden waaronder het grootschalig gebruik van illegaal mosterdgas, werden deze oorlogsmisdaden bedolven onder oorlogspropaganda en rassenmythen.'
Over Italiaanse terroristen; deel II van de "Italië-trilogie";
Over Italiaans kolonialisme; deel III.
Onder en boven: schrijfster Francesca Melandri, geboren 1964. In Italië is zij een bestseller-auteur.

Paar korte beelden uit Langse Romeinse Wegen, over Zuid-Tirol; onder en boven.
Het is interessant de uitzending van Rick Nieman terug te kijken, Langs Romeinse wegen, de aflevering over Milaan, van 15 februari 2015. Hierin komt ook Zuid-Tirol aan bod, en het streven van sommigen daar naar autonomie. Ze vinden dat de ongelijkheid voortduurt in de naamgeving. Een Duits-sprekende man plakt een poster met het woord Kulturverbrechen over het plaatsnaambord Sarentino. Sarentino heeft nooit als zodanig bestaan, het is een woord verzonnen door de Italiaanse regering om het gebied te annexeren. Hij wordt aangevallen door een vrouw, ook Duits sprekend, maar een geassimileerde Zuid-Tiroolse. Zij noemt de actievoerder een 'rattenvanger'. Ruzie voor het oog van de camera. 
Het gewraakte Sarentino; eigenlijk: Sarntal (bij Bosen)
Zuid-Tirol is niet Italië!
Een honderd jaar oud Europees grensgeval
Auteur(s): Thomas H. von der Dunk
Vormgever: Mijke Wondergem.
Boek voor wie méér wil weten. 

vrijdag 19 april 2019

De porseleinkast, Nicolien Mizee, 2018

Boekomslag
Zonder uitzondering waren de recensenten lovend over dit werkje. Ik ga daarvan afwijken, het gaf mij niet zo veel als ik gehoopt had.  
De eerste reden daarvan is, dat ik moeite had met de namen en de personen. Over wie heeft ze het  toch allemaal? Het is niet het eerste boek dat ik van Mizee lees, en ik hoopte dat ik met mijn kennis kon aansluiten op dit nieuwe boek.
Mizee schrijft  - en dat is de tweede reden dat ik soms helemaal de draad kwijt was - ook in ándere dan de fax-boeken over zichzelf en haar familie. Ik las De halfbroer, en Toen kwam moeder met een mes.  Misschien zijn die boeken niet helemaal autobiografisch, toch bleven mij bepaalde ontwikkelingen bij: bij voorbeeld dat ze ophoudt met lesbisch-zijn, dat ze trouwt met Rob, dat er een einde komt aan haar behuizingsprobleem, enzovoorts. 
Dit boek gaat weer terug naar 1997, dan is ze nog niet getrouwd, nog steeds arm en lesbisch. Wel sluit het boek aan bij De kennismaking, deel 1 van de Faxen aan Ger. De eenzijdigheid in de relatie is er al niet meer: Ger reageert hier wel op haar faxen, en ze ontmoeten elkaar ook regelmatig, als vrienden. 
Met andere woorden, in mijn hoofd wist ik al zoveel, en van later datum, dat ik niet meer kon aansluiten bij dit tijdstip waarop zij begint: 1997. Ik moest bij wijze van spreken eerst vóóraf een studie doen, en daar had ik geen zin in.  
En hoe leuk ik De halfbroer ook vond, veel humor die ik waardeer vond ik niet erg terug in deze Porseleinkast. 
Dit is deel 3 van de Faxen aan Ger; het verschijnt 3 juni a.s. 
Allesverpletterende, heet deel 3. Het is een aanhef die ze in deel 2 ook vaak gebruikt tegenover Ger Beukenkamp, en die me wat begon te irriteren. Ze is een beetje idolaat van die man, en ze vertelt ook wel waarom: ze kan zich volkomen uiten tegenover hem, zich helemaal uitspreken wat ze voelt en denkt - tóch kreeg ik er genoeg van. Ik zou misschien beter moeten weten, in aanmerking genomen dat ze pas 32 is als ze dit schrijft, en nog volop haar relatie met haar ouders (vooral haar moeder) aan het verwerken is. Ik weet hoe het dan helpt als je niets hoeft te verzwijgen tegenover iemand die naar je luistert. Maar het hoefde niet meer zo nodig voor mij.
Ik waardeer de eerlijkheid, en de onvoorwaardelijkheid van haar openheid. Dat ik daarbij soms dingen te lezen krijg die ik niet wil lezen, moest ik dan misschien maar op de koop toe nemen.... Toch vond ik de beschrijving van het matras met 'een laken vol spermavlekken dat niet gewassen werd', en dat 'nauwkeurig in de gaten gehouden werd als er visite op plaats nam', onsmakelijk.
Dramatisch is haar verhaal ook, met Mizees depressies en moeilijkheden,  dat had ik al uit de andere boeken goed begrepen. 
Maar ik geloof toch niet dat ik deel drie nog ga lezen. 
Nicolien Mizee, zie DEZE RECENSIE IN TROUW.

Eerste deel van de Faxen.

donderdag 18 april 2019

Larry W. Kwak en Andries Knevel, 2019.

Larry W. Kwak, een andere wetenschapper die door Knevel werd bevraagd. Kwak stond op de Time list van 2010, van meest invloedrijke mensen ter wereld. 
Kreeg in 2016 de Ho-Am Prize in Medicine, Seoul, South Korea.
Deze geleerde arts ontwikkelde een vaccin tegen kanker, waarmee de ziekte zodanig bestreden wordt, dat alleen de kankercellen worden aangevallen, niet de lichaamseigen cellen. Dat is het revolutionaire verschil met chemotherapie, die ook goede cellen doodt. De methode staat bekend als de immunotherapie. 

Het vaccin geneest de kanker niet, maar maakt het tot een chronische ziekte.
Het vaccin bestaat uit cellen die uit het lichaam gehaald zijn, en vervolgens genetisch gemodificeerd. In het laboratorium vormen ze clusters. Een wondermiddel, dat nu getest wordt op mensen.Als voorbeeld wordt een mevrouw Babozenko onderzocht, die weer geheel de oude is na kanker.
Het vaccin werkt ook erg goed bijvoorbeeld bij kinderleukemie.

Kwak leest de bijbel (stukgelezen) en bidt ook, om zichzelf aan het begin van de dag leeg te maken. Bidt voor anderen, en voor het onderzoek.
Net als Heino Falcke werd hij als kind gepest - 'spleetoog', hij is van Zuidkoreaanse komaf. Hij vertelde dit zijn ouders, die zeiden dat hij de pesters terug kon pakken door succesvol te zijn.
Hij was lange tijd zoekende, onder andere naar de zin van het leven. Zijn opa gaf hem een bijbel. Daar kreeg hij pas echt begrip voor toen hij op de universiteit zat en met vrienden bijbelonderzoek ging doen.
Plato en de Academie; discussie over het Goede, het Ware en het Schone. Vind je dergelijke vragen e/o antwoorden terug in een reeks van biologische events? 
God houdt veel van mensen; behalve de bijbel overtuigen hem ook dingen die hij ziet, en leest.
In de schepping ziet hij geen toeval. Dat er een bepaalde afstand is van de aarde tot de maan, overtuigde hem ervan dat dat uitgedacht was: was die net wat korter of langer geweest, dan was er geen leven mogelijk geweest.
Kwak twijfelde nooit, zijn geloof groeide, en voor hem ondersteunt de wetenschap zijn geloof alleen maar.
Hij scheidt zaken van elkaar: hij ziet veel leed, is ook een meelevende dokter - maar gaat vervolgens hard aan het werk om een oplossing te vinden.
Geloof in God kan het lijden niet verklaren, wij kennen het hele plaatje niet.. Voor zijn werk om het leed te verzachten / weg te nemen bidt hij om inzicht.
Dr. Cha Soungchul, kankeronderzoeker, bevraagt Kwak  op het lijden dat God toelaat in de wereld..
Kwak accepteert dat hij het antwoord niet kent. 
Piet Borst blijkt ook een fel criticus:
Hij vraagt, of Kwak de evolutie ziet als iets dat uit zichzelf werkt, of als werk van de Schepper.
Kwak maakt gen keuze, er is voor geen van tweeën een 100% bewijs. Want de wetenschap is nog niet in staat geweest leven te scheppen, de eerste cel is werk van God of de natuur. Geloof blijft nodig.
Evolutie, of schepping?
Borst vervolgt: grijpt God nog steeds in in de schepping?
Dat is volgens Kwak een theologisch vraagstuk, een wetenschappelijk antwoord is hier niet mogelijk. Zelf ervaart hij dat God hem helpt.
Hij weet alleen anekdotes over de hand van God die hij ziet. Hij weet ook niet waarom God dat niet altijd doet.
De hand van God in de schepping.
Borst laatste vraag: waarom is het christendom superieur?
Kwak ziet een verschil met andere godsdiensten: in het christendom daalt God neer naar de mens, in plaats van dat wij alleen omhoog reiken naar Hem. Terwijl wij nooit van zijn niveau zullen zijn.
Gods zoon werd mens.
Piet Borst, emeritus hoogleraar biochemie.
Kwak vervolgt: Collega's in de biologie zien het leven soms als een reeks van biologische events. Dat is een benadering die niet alleenzaligmakend is; want hoe ga je dan met ideeën als moraliteit om? Wat is het 'universeel juiste'?

Er is geen toeval, maar een plan, een doel. Of je nu in de evolutie gelooft, of in de bijbel - of iets ertussenin. Er is meer bewijs voor een plan dan voor toeval.
Larry Kwak werkt bij City of Hope. 
"City of Hope is a world leader in the research and treatment of cancer, diabetes, and other serious diseases. We deliver scientific miracles that make lives whole again.
Compassion is the heart of our approach and the driving force behind all our discoveries.
Founded in 1913, City of Hope is one of only 49 comprehensive cancer centers in the nation, as designated by the National Cancer Institute.
Each innovative treatment we create gives people the chance to live longer, better and more fully.
Kort filmpje over City of Hope.

dinsdag 16 april 2019

Heino Falcke en Andries Knevel, 2019

Knevel in gesprek met Falcke
Al een paar maanden loopt de serie 'Andries en de wetenschappers'.  Bij toeval bleef ik op de uitzending van deze week hangen, ik meen op dinsdag. Aan het woord kwam Heino Falcke, astrofysicus. Geboren in 1966 te Keulen, hoogleraar aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.
Juist die dag was Falcke in het nieuws, omdat er voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid een foto was gemaakt van een zwart gat. Op het journaal werd het van een groter kaliber nieuws beschreven dan destijds de landing op de maan (1969)
Heino Falcke, wetenschappelijk leider astrofysica
Ik vond het een verbijsterend mooie uitzending. Falcke vertelde over zijn jeugd. Hij was een buitenbeentje, die het liefste las, maar erg gepest werd. Een eenzaam kind, een nerd. Op een bepaald moment had hij een boekje gemaakt met de namen van zijn pestkoppen; vervuld als hij was van boosheid en wraak.
Hij las en leerde graag, goed, veel. Hij ging de wetenschap in. Wat hem daar fascineerde was de vraag naar de ultieme grens. Hie groot is het heelal, wat ligt er achter datgene wat we kennen?
Er volgt een uitleg van de zwarte gaten, reden waarom hij dezer dagen steeds in het nieuws is. Want met een samenwerking van een aantal radiotelescopen wereldwijd is het voor het eerst mogelijk geworden om een zwart gat te fotograferen.

Op de voorpagina's van alle kranten.
Maar hoe zit het met zijn geloof in God?
Op zijn vijftiende heeft hij een bijzondere ervaring die zijn leven verandert. Hij ervoer de liefde van Jezus. Dúrf te geloven en te hopen, méér dan je over te geven aan haat en boosheid. Verspreid liefde, ga altijd terug naar die liefde, naar dat weten: er is méér.
Het leidde tot de nog sterkere overtuiging, dat 'ik iemand ben die zijn mening mag zeggen.' Hij heeft sindsdien vaker de liefde van God ervaren. Het is als iemand in de woestijn, die weet waar het water te vinden is. Maar je moet het wel drinken.
Hij ontwikkelde zich verder in het geloof. Hij ging de bijbel lezen, en onderzocht het geloof, Zoals hij ook de sterrenhemel onderzocht.
Dat zoeken naar God deed het pesten niet afnemen, integendeel.
Wel bleef God een rol in zijn verdere leven spelen.
Twijfelde hij nou nooit?
Jawel, zoals een wetenschapper ook in zijn werk twijfelt.
Sterk kwam dat naar buiten, toen hij de Spinozaprijs kreeg in 2011. Iedereen bevroeg hem op zijn geloof, juist omdat hij wetenschapper is.
Welk bewijs heb ik nou eigenlijk, was de vraag aan zichzelf. Is mijn ervaring bewijs genoeg?
Niet voor anderen, zeer waarschijnlijk. Ontleding op wetenschappelijk / natuurkundig terrein, leidt echter niet tot liefde. Liefde is niet aan te tonen.

'Ik ben de enige die mijzelf goed kent. Ik vertrouw op mijn eigen oordeel en gevoelens, mijn inschatting dat wat ik beleefd heb, echt is.'
'Een ander bewijs is, dat je ziet dat geloof werkt. Het werkt niet alleen voor mij, het werkt ook voor andere mensen. Je kunt daarmee ook een experiment uitvoeren: doe alsof je gelooft, en ga bidden. Riskeer dat vertrouwen. Verandert het iets in je leven?'
Voor Falcke is het antwoord ja.
Presentatie foto zwarte gat.
Het mooie van het programma is, dat andere mensen de wetenschapper vragen stellen: want juist van een wetenschapper verwacht je atheïsme, weet hij als geen ander dat het een sprookje is om in God te geloven?
De eerste vraag was van Govert Schilling: waarom Falcke wel bewijsvoering, feiten eiste van de wetenschap, maar niet van het geloof.
Govert Schilling, wetenschapsjournalist en publicist. Schrijft onder andere over sterrenkunde en ruimtevaart. 
Falcke antwoordt, dat het ook in de wetenschap óók gaat om de weg ergens naar toe. Die is wel degelijk bepaald door gevoel, door intuïtie. Het werkt in MIJN leven; dat is een soort peer-review. Mijn persoonlijke ervaring is voor mij het bewijs.
Hij vindt de aanname dat God aan de oorsprong van de schepping ligt, de verstandigste aanname. Zonder dat, zou je afhankelijk zijn van toeval, betekenisloosheid.

Een volgende vraag was van Jordy Davelaar: als God een God van liefde is, waarom is er dan zoveel leed en ellende?
Jordy Davelaar; astrofysicus.
Falcke zegt, leed is er alleen omdat wij mensen zijn. Als een ster in elkaar klapt, spreekt niemand van leed. Er is geen leed in het heelal. Wel lijden wij bijvoorbeeld als er een moord wordt gepleegd.
Leed en liefde horen bij elkaar, het een bestaat niet zonder het ander.
Dat helpt je overigens niks als je lijdt. Wat dan wel helpt, is dan kijken naar Jezus. God lijdt ook. In het grootste leed is God soms nabij.

De laatste vraag ging over wonderen: hoe kunnen er wonderen hebben plaatsgevonden, die strijdig zijn met de natuurwetten? Lopen over water kwam hier aan de orde.
Falcke denkt dat het wel degelijk klopte; hij was er niet bij, maar het zou kunnen dat er natuurwetten speelden die wij niet kennen.Zie deze NEMO-KENNISLINK. Gaat over hoe een schaatsenrijdertje over water kan lopen.
Schaatsenrijdertje, oppervlaktespanning et cetera.
Het heelal is enorm groot, wij mensen enorm nietig.  Er is een 'waste of energy'.
De mens is nietig als je naar de 'waste of energy' van het heelal kijkt. 
Falcke ziet daarin de ongelooflijke rijkdom, én de enorme grootheid van God. Hij is iemand die veel groter is dan wij zijn, wij stellen niks voor.
Maar jij. jouw geloof, jouw hoop en jouw liefde, kunnen niet bestaan zonder jou, als mens. 

zondag 14 april 2019

Sunset, Napszállta, Lászlo Nemes, 2018.

Filmposter, met in de hoofdrol Juli Jakab, als Írisz Leiter
Ik wilde nu maar eens kort zijn over een film: ik vond hem namelijk niet goed. Tweeëneenhalf uur zitten kijken naar een opeenvolging van dramatische gebeurtenissen die ik niet begreep.  
Wel erg mooie beelden van deze vrouw, met de prachtigste hoeden op haar hoofd, of in de Leiter-hoedenwinkel. 
 Al na een half uur had ik genoeg van de close up-shots van haar nek, met het fijne witte kraagje dat gaandeweg een beetje instortte en vermoedelijk ook vuiler werd.
Ik was gelokt door de boodschap dat het zich in 1913 in Boedapest afspeelde. Helaas was er niet veel historische context. Zoals hier de tram, en de jurken en hoeden, dat allemaal wel. Dat was ook mooi. 
Met terugwerkende kracht begreep ik, dat in 1915 de dreigende sfeer van het uiteenvallen van de Dubbelmonarchie vóór de Eerste Wereldoorlog uitgebeeld werd. Maar ik begreep niet wie de broer was (wás er wel een broer, of was zij dat misschien zelf? Omdat ze aan het slot in een loopgraaf in WO-I radiovrouw was); ik begreep ook niet, waarom de graaf vermoord was; waarom bepaalde mannen samenspanden en geweld pleegden; waarom Írisz  gehaat werd, en toch overal binnenkwam; waarom er tot twee keer toe gemoord werd; wat de keizer in Wenen ermee voorhad mooie meisjes naar zich toe te lokken en te vergiftigen; enzovoorts. 



Regisseur Lászlo Nemes. Hij maakte de hogelijk geprezen film Son of Saul, een holocaust drama.
Filmdebuut van Nemes, 2015. Gebruikt dezelfde technieken van filmen, maar hier werkt het wel - zegt DEZE RECENSENT.
Filmtrailer.
Gezien in Eye, zaterdag 13 april.