dinsdag 16 april 2019

Heino Falcke en Andries Knevel, 2019

Knevel in gesprek met Falcke
Al een paar maanden loopt de serie 'Andries en de wetenschappers'.  Bij toeval bleef ik op de uitzending van deze week hangen, ik meen op dinsdag. Aan het woord kwam Heino Falcke, astrofysicus. Geboren in 1966 te Keulen, hoogleraar aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.
Juist die dag was Falcke in het nieuws, omdat er voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid een foto was gemaakt van een zwart gat. Op het journaal werd het van een groter kaliber nieuws beschreven dan destijds de landing op de maan (1969)
Heino Falcke, wetenschappelijk leider astrofysica
Ik vond het een verbijsterend mooie uitzending. Falcke vertelde over zijn jeugd. Hij was een buitenbeentje, die het liefste las, maar erg gepest werd. Een eenzaam kind, een nerd. Op een bepaald moment had hij een boekje gemaakt met de namen van zijn pestkoppen; vervuld als hij was van boosheid en wraak.
Hij las en leerde graag, goed, veel. Hij ging de wetenschap in. Wat hem daar fascineerde was de vraag naar de ultieme grens. Hie groot is het heelal, wat ligt er achter datgene wat we kennen?
Er volgt een uitleg van de zwarte gaten, reden waarom hij dezer dagen steeds in het nieuws is. Want met een samenwerking van een aantal radiotelescopen wereldwijd is het voor het eerst mogelijk geworden om een zwart gat te fotograferen.

Op de voorpagina's van alle kranten.
Maar hoe zit het met zijn geloof in God?
Op zijn vijftiende heeft hij een bijzondere ervaring die zijn leven verandert. Hij ervoer de liefde van Jezus. Dúrf te geloven en te hopen, méér dan je over te geven aan haat en boosheid. Verspreid liefde, ga altijd terug naar die liefde, naar dat weten: er is méér.
Het leidde tot de nog sterkere overtuiging, dat 'ik iemand ben die zijn mening mag zeggen.' Hij heeft sindsdien vaker de liefde van God ervaren. Het is als iemand in de woestijn, die weet waar het water te vinden is. Maar je moet het wel drinken.
Hij ontwikkelde zich verder in het geloof. Hij ging de bijbel lezen, en onderzocht het geloof, Zoals hij ook de sterrenhemel onderzocht.
Dat zoeken naar God deed het pesten niet afnemen, integendeel.
Wel bleef God een rol in zijn verdere leven spelen.
Twijfelde hij nou nooit?
Jawel, zoals een wetenschapper ook in zijn werk twijfelt.
Sterk kwam dat naar buiten, toen hij de Spinozaprijs kreeg in 2011. Iedereen bevroeg hem op zijn geloof, juist omdat hij wetenschapper is.
Welk bewijs heb ik nou eigenlijk, was de vraag aan zichzelf. Is mijn ervaring bewijs genoeg?
Niet voor anderen, zeer waarschijnlijk. Ontleding op wetenschappelijk / natuurkundig terrein, leidt echter niet tot liefde. Liefde is niet aan te tonen.

'Ik ben de enige die mijzelf goed kent. Ik vertrouw op mijn eigen oordeel en gevoelens, mijn inschatting dat wat ik beleefd heb, echt is.'
'Een ander bewijs is, dat je ziet dat geloof werkt. Het werkt niet alleen voor mij, het werkt ook voor andere mensen. Je kunt daarmee ook een experiment uitvoeren: doe alsof je gelooft, en ga bidden. Riskeer dat vertrouwen. Verandert het iets in je leven?'
Voor Falcke is het antwoord ja.
Presentatie foto zwarte gat.
Het mooie van het programma is, dat andere mensen de wetenschapper vragen stellen: want juist van een wetenschapper verwacht je atheïsme, weet hij als geen ander dat het een sprookje is om in God te geloven?
De eerste vraag was van Govert Schilling: waarom Falcke wel bewijsvoering, feiten eiste van de wetenschap, maar niet van het geloof.
Govert Schilling, wetenschapsjournalist en publicist. Schrijft onder andere over sterrenkunde en ruimtevaart. 
Falcke antwoordt, dat het ook in de wetenschap óók gaat om de weg ergens naar toe. Die is wel degelijk bepaald door gevoel, door intuïtie. Het werkt in MIJN leven; dat is een soort peer-review. Mijn persoonlijke ervaring is voor mij het bewijs.
Hij vindt de aanname dat God aan de oorsprong van de schepping ligt, de verstandigste aanname. Zonder dat, zou je afhankelijk zijn van toeval, betekenisloosheid.

Een volgende vraag was van Jordy Davelaar: als God een God van liefde is, waarom is er dan zoveel leed en ellende?
Jordy Davelaar; astrofysicus.
Falcke zegt, leed is er alleen omdat wij mensen zijn. Als een ster in elkaar klapt, spreekt niemand van leed. Er is geen leed in het heelal. Wel lijden wij bijvoorbeeld als er een moord wordt gepleegd.
Leed en liefde horen bij elkaar, het een bestaat niet zonder het ander.
Dat helpt je overigens niks als je lijdt. Wat dan wel helpt, is dan kijken naar Jezus. God lijdt ook. In het grootste leed is God soms nabij.

De laatste vraag ging over wonderen: hoe kunnen er wonderen hebben plaatsgevonden, die strijdig zijn met de natuurwetten? Lopen over water kwam hier aan de orde.
Falcke denkt dat het wel degelijk klopte; hij was er niet bij, maar het zou kunnen dat er natuurwetten speelden die wij niet kennen.Zie deze NEMO-KENNISLINK. Gaat over hoe een schaatsenrijdertje over water kan lopen.
Schaatsenrijdertje, oppervlaktespanning et cetera.
Het heelal is enorm groot, wij mensen enorm nietig.  Er is een 'waste of energy'.
De mens is nietig als je naar de 'waste of energy' van het heelal kijkt. 
Falcke ziet daarin de ongelooflijke rijkdom, én de enorme grootheid van God. Hij is iemand die veel groter is dan wij zijn, wij stellen niks voor.
Maar jij. jouw geloof, jouw hoop en jouw liefde, kunnen niet bestaan zonder jou, als mens. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten