Flyer
Lekker met de 307 vanaf huis, en, nog lekkerder, vanaf het Centraal Station gelopen. We dachten door de Haarlemmerstraat te gaan, maar het zonnetje dáár ging nog achter alle gevels schuil. Dus liepen we maar parallel, over een grachtje, mét zon.Voorbij de Haarlemmerpoort was het ergens, in de 'Staatsliedenbuurt'. Pas later denk ik wat geschrokken aan die 'afrekening uit het criminele circuit,' een paar jaar geleden, en ik zeg dat. Mijn luisteraars vinden dat niks bijzonder, 'waar vinden die niet plaats.'
Tja.
Er staat een rij voor de kerk, vanaf de hoek. Dat kennen we van eerdere concerten van dit koor: je mag er heus bijtijds in, toch leveren ze steeds een file op, zoveel belangstelling trekken ze. Gelukkig staan we ook nu weer warm, ik kijk om me heen naar al die hoofden met gewassen haren in het zonlicht.
Het vervreemdende van dit stuk vond ik, dat het een rouwcantate was, geschreven voor een echte rouwdienst, nl. die voor de keurvorstin van Sachsen, 5 september 1727 gestorven. Vervreemdend, omdat ik geen enkel idee heb wat dit voor vrouw was, en de tekst ook te veel het idee geeft van een gelegenheidswerk. Nee, het boeide me ook niet meteen... Maar toen de countertenor aan bod kwam met 'Der Glocken bebendes Getön', toen werd het anders. Ik werd gegrepen door de mooie, vloeiende stem, die samenklonk mer de teorbes, het clavecimel, de viola da gamba en de cello. Het geheel klonk indrukwekkend, het ritme speciaal.
Er staat een rij voor de kerk, vanaf de hoek. Dat kennen we van eerdere concerten van dit koor: je mag er heus bijtijds in, toch leveren ze steeds een file op, zoveel belangstelling trekken ze. Gelukkig staan we ook nu weer warm, ik kijk om me heen naar al die hoofden met gewassen haren in het zonlicht.
Nassaukerk buitenzijde.
Ik ken de Nassaukerk niet, maar het is een leuke plek voor een concert. Te groot voor mijn eigen koor, want ik schat dat er hier wel zo'n zes- à zevenhonderd in passen. Wij zitten op het balkon, rechts boven koor en orkest.
Binnenzijde kerk, met zicht op het altaar. Het koor moest elk hoekje benutten, het was hier tamelijk krap voor 50 koorleden + een ensemble.
We zien twee prachtige luiten, met lange stelen. Teorbe, lees ik als ik erop googel.
Onder en boven: teorbes.
Op het programma stonden 2 werken, een van Telemann en een van J.S. Bach. Van Telemann werd gezongen de Cantate 'Du aber, Daniel, gehe hin.' Het is een muziekstuk uit 1710, een vrij vroeg werk van Telemann, geschreven voor de rouwplechtigheid van een onbekend persoon. De profeet Daniel wordt verzekerd dat hij rustig kan gaan sterven omdat dat de eeuwigheid voor hem dichterbij zal brengen. Er wordt steeds een contrast aangegeven tussen de hemel en de gehate wereld.
Nog een instrument dat opviel: een klavechord.
Helaas vind ik Telemann vooral saai. Ondanks de verzekering van mijn buurman vooraf, dat de baspartij vertolkt werd door een 'als een tierelier zingende' Max van Egmond, al over de tachtig, en al sinds eeuwen bekend van Mattheus-uitvoeringen. Jawel, hij kon er wat van. Maar ik houd niet van Telemann, en dat veranderen noch de bijzondere instrumenten, noch Van Egmond, noch de uitvoering door een bevriend koor.
Max van Egmond; een voorbeeld voor ons, ouderen.
Anders vergaat het me met het tweede stuk: dat van J.S. Bach, Lass, Fürstin, lass noch einen Strahl. Het vervreemdende van dit stuk vond ik, dat het een rouwcantate was, geschreven voor een echte rouwdienst, nl. die voor de keurvorstin van Sachsen, 5 september 1727 gestorven. Vervreemdend, omdat ik geen enkel idee heb wat dit voor vrouw was, en de tekst ook te veel het idee geeft van een gelegenheidswerk. Nee, het boeide me ook niet meteen... Maar toen de countertenor aan bod kwam met 'Der Glocken bebendes Getön', toen werd het anders. Ik werd gegrepen door de mooie, vloeiende stem, die samenklonk mer de teorbes, het clavecimel, de viola da gamba en de cello. Het geheel klonk indrukwekkend, het ritme speciaal.
Een stem om van te genieten, countertenor Kaspar Kröner.
Viola da gamba; ik had het idee dat het rechterdeel van het orkest net zo ingespannen luisterde naar het linkerdeel als wij, het publiek. In dit stuk speelden alleen teorbes, viola's da gamba, cello en klavechord samen.
Traverso uit 1740.
Volledigheidshalve noem ik nog even de traverso als bijzonder instrument van dit Barokensemble Arx Ardens.
Al bij al vond ik het koor in dit concert in verhouding weinig zingen, een grotere rol was weggelegd voor de solisten. Het koor is sinds dirigent Brandenburg sterk vooruitgegaan, met name in de dynamiek. De inzetten konden af en toe wat pregnanter.
Cor Brandenburg; ooit ook dirigent van het Waterlands Kamerkoor.
Er leek ook fysiek weinig plaats voor de zangers, wat wel logisch was met het Barokensemble vóór hen. Zo groot is het altaar niet.
Telemann schijnt de meest produktieve componist aller tijden te zijn. Hij heeft bij elkaar méér geschreven dan Bach en Händel bij elkaar.
Daar ben ik dan genadig vanaf gekomen...
Der Glocken bebendes Getön, hier gezongen door een alt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten