zaterdag 28 november 2020

Politieke Filosofie VB, Johan Herman Carp, Vrije Academie, Humber van Straalen, november 2020.

Fascisme

Johan Herman Carp
1893 - 1979, Nederlands nationaalsocialistisch jurist. 
Carp schreef fascistisch-filosofische teksten (vóór en tijdens WO-II).  Zijn biograaf is Jaap Kerkhoven, het betreft een thesis met de titel: ‘Johan Herman Carp: Nationaal-Socialisme van Nederlandse Snit’ (1980). Helaas is daarvan op internet niets terug te vinden. Ik citeer de reader van de docent die Kerkhoven aanhaalt:
 “Afkeer van democratie en socialisme, afkeer van het individualistische karakter van de moderne maatschappij: deze fundamenten van het rechts-autoraire denken zijn al in Carps proefschrift [...] aanwezig [...]. [H]ij verzet zich tegen vrijheid en gelijkheid als politieke eis, tegen het centraal stellen van het individu in het politieke denken. ” (Kerkhoven 7-8). 

Een sluitende definitie van het fascisme is moeilijk te geven; wel in het algemeen gesproken, zijn er een aantal kenmerken van fascisme te geven. Hiervoor gaat Van Straalen te rade bij Passmore: 
Uit dit boek van 2014 van Passmore plukt de docent enkele kenmerken van Fascisme: 
Ultranationalisme, charismatisch dictatoriaal  leiderschap, één-partijstelsel, geweld, politiek als religie. Totalitaire ideologie, anti-parlementair, anti-constitutioneel, enzovoorts.

Biografie Carp: 

Geboren in 1894 in een familie van militairen en predikanten. Hij studeerde rechten. Hij ontwikkelde zich tot Spinozakenner en hield lezingen over hem. Voelde zich politiek aangetrokken tot de anti-democratische bewegingen van zijn tijd, en toonde een afkeer van individualisme. Sloot zich aan bij de NSB, en was werkzaam bij het Vredegerechtshof in Den Haag (het nazistische gerechtshof). Kreeg ruzie met de SS, echter niet om de jodenvervolging. Werd na de oorlog berecht, maar verdedigde zich met de stelling dat hij uit vaderlandsliefde niets anders kon dan zich aansluiten bij de bezetter. Compaan Mussert werd ter dood veroordeeld, hij niet. Hij kreeg 12 jaar, die hij uitzat. Daarna verscheen hij nooit meer in het openbaar. Dood in 1979. 
In 1941 werd Carp voorzitter van het Vredegerechtshof, een speciale rechtbank om ‘misdaden tegen de volksgemeenschap’ te berechten. In feite kwam het er op neer dat de ‘vredesrechtspraak’ Nederlanders, die zich tegen N.S.B.-ers hadden opgesteld of hadden uitgelaten, vervolgde en strafte, waarbij niet werd geschroomd om partijdige vonnissen te wijzen.
Info en foto van DEZE SITE.

Wat het recht betreft, zoekt hij aansluting bij Hugo Krabbe, leermeester en rechtsgeleerde. In diens navolging stelt hij, dat de wet een representatie zou moeten zijn van de wil van de bevolking. Het gaat niet om de grondwet of de afspraken, maar om ‘het rechtsbewustzijn in de mensen’.

Centraal staat het idee van het steeds nauwer tot elkaar komen van recht en volk. N.B.: Deze historische beschrijving is an sich nog niet fascistisch te noemen. Zo ligt zij ook juist in de lijn van een liberaal denken. Zij krijgt echter duidelijk fascistische kenmerken in Carps invulling om te komen tot wat hij noemt: immanent-monistisch te denken

Carp schrijft over de vier periodes van ‘het gezagsidee’ in de geschiedenis; kort samengevat ziet hij de gang van despotie tot vrijheid. In deze ontwikkelingslijn tot vrijheid kunnen in het algemeen twee hoofdmomenten onderscheiden worden: eenerzijds het streven de individuen te bevrijden van het overheidsgezag, uitgaande van de subjectieve vrijheid en willekeur (!) der individuen; anderzijds het streven het overheidsgezag te bevrijden van de individuen als zoodanig, - dat wil zeggen de individuen in hun gesteldheid van subjectieve willekeur, zich uitend in hun ‘toevallige’ meerderheid.

Voor Carp is het nationaal-socialisme een uitgesproken progressieve beweging. Zij heeft de wind van de geschiedenis mee. Het nationaal socialisme is: “[...] de richting, waarheen de ontwikkeling van den geest blijft wijzen, een ontwikkeling welke door immanente noodwendigheid bepaald en niet krachtens op welken grondslag ook berustende doelstelling gevorderd wordt.” (Van Despotie tot Vrijheid: 99) 
Één van de publicaties van Carp. 
Popper wees erop, dat dergelijke grote historische verhalen, gekoppeld aan concrete politieke bewegingen, de neiging hebben tot onkritische en autoritaire bewogenheid. Immers, wie zich tegen De Beweging verzet, lijdt aan reactionaire sentimenten en verknochtheid aan een regime dat reddeloos verouderd is (Kerkhoven: 26). 

Ik vervolg met Carp: 
Maar mensen begrijpen zich dikwijls helemaal niet als leden van een gemeenschap, maar als individuen. Dit kwaad komt volgens Carp voort uit de Franse Revolutie (Carp 1937: 86) en dient bekritiseerd en mogelijk zelfs bestreden te worden. Mensen dienen te leren zichzelf te begrijpen vanuit een trans-individueel, inter-individueel of zelfs supra-individueel perspectief. Carp meent dat hier nog een taak ligt bij de Staat. Carp haalt dit weg bij Fichte, diens staatsgedachte, zoals hij haar in 1796 in zijn ‘Grundlagen des Naturrechts’ uiteenzette. Het gaat om de Cultuurstaat, het verband, dat het leven der individuen naar alle zijden richt onder het gezichtspunt van de objectieve redelijkheid, in welk verband de individu eerst in zijn waarde begrepen kan worden.
"Alleen voorzoover de menschen redelijk denken vermogen zij zich te bevrijden van subjectiviteit en individueele willekeur en maken zij, onder dit gezichtspunt een eenheid vormend, een ware gemeenschap uit. De individuen worden niet meer opgevat als onverbonden veelheid, welke zich in een willekeurige meerderheid en minderheid k kan verdeelen, maar het is de gedachte hunner wezenseenheid, die de individuen als functies der gemeenschap doet begrijpen”.
Johann Gottlieb Fichte (1762-1814) – Duits filosoof
Fichte was een overtuigd nationalist en verklaarde de Duitse gebieden en de Duitse taal in zijn werken meermalen als superieur. De Joden daarentegen moesten het bij hem ontgelden. Op bladzijde 193 (Beiträge zur Berichtigung der Urtheile des Publicums über die französische Revolution) valt  klip-en-klaar de volgende uitspraak te lezen, waar antisemieten als Maarten Luther, (1483-1546), Houston Stewart Cchamberlain (1855-1927) en Adolf Hitler (1889-1945) nog wel een ‘puntje aan zouden kunnen zuigen’:
“Aber ihnen Bürgerrechte zu geben, dazu sehe ich wenigstens kein Mittel, als das, in einer Nacht ihnen allen die Köpfe abzuschneiden, und andere aufzusetzen, in denen auch nicht eine jüdische Idee sei. Um uns vor ihnen zu schützen, dazu sehe ich wieder kein anderes Mittel, als ihnen ihr gelobtes Land zu erobern, und sie alle dahin zu schicken.”
Boek van 2019, van Marcel Bergen, Irma Clement. Hierin Carp als één der kopstukken van de NSB

Weer verder met Carp: 
Het individualisme is een kwaad: “Met het algemeen kiesrecht en de evenredige vertegenwoordiging is de uiterste consequentie getrokken uit den individualistischen grondslag van het kiesrecht en is de onbelemmerde heerschappij van een zich vrij vormende meerderheid van individuen verzekerd. Het regeeringssysteem zelf vindt in het Parlementaire stelsel zijn verdere ontwikkeling in de richting van ongebonden doorwerking van den meerderheidswil. [...] Het is een ontwikkeling gedragen door een individualistischen geest [...]. Allerwegen komt het besef op, dat een ware gemeenschapsgedachte gesteld behoort te worden in de plaats van de door een louter formeele meerderheidsheerschappij mechanisch verbonden veelheid van individuen.
Met andere woorden: de 'gewone' parlementaire democratie is een louter formele, mechanische verbondenheid. 

Tegenover kosmopolitisme stelt Carp gemeenschap, Volk (waarin het gmeeenschapsidee tot uitdrukking komt):
“Bestemming der individuen is niet hun vergankelijke, persoonlijke doeleinden na te streven, maar deel te nemen aan het leven van het Volk, waarin de gemeenschapsidee tot uitdrukking komt. Alleen in de gemeenschap openbaart zich de hoogste en verhevenste ontplooiing der menschelijke persoonlijkheid."

Nieuwe mens is gemeenschapsmens:
 “In de oude wereld staat de individueele mensch, de in en op zich zelf teruggetrokken mensch, in zooverre in het middelpunt als alle denken en waardeeren van hem en naar hem uitgaat. Eens beteekende ook deze oude wereld zelve een vernieuwing, een ontdekking van haar eigen waarde in een andere wereld, die haar als belast met zonde aanspraak op eigen bestaan en waarde ontzegde. De nieuwe wereld van thans handhaaft ten volle deze verworven rechten, maar erkent als hun drager niet meer den individueelen mensch, doch de Volksgemeenschap.

De oude mens is abstract, ontworteld; met een ijl idee van wereldgemeenschap. De nieuwe mens hecht met zijn wortels in de volksgemeenschap, de bron van zijn bestaan die hem onophoudelijk vernieuwt. Carp verwerpt die 'bloedeloze schimmen'. Daarom: 
Hier de 'levenswil' in Volk en Vaderland, NSB-weekblad. 

Levenswil,  wezenlijke eenheid, leiderschap: 

Wanneer het Volk in nood is, kan alleen van een autoritair bestuur, dat uit een streven naar eenheid en echte volksgegemeenschap geboren wordt, redding worden verwacht. De levenswil dezer volksche gemeenschap als openbaring van haar wezenlijke eenheid kan — concreet als deze gemeenschap zelve is — niet anders dan op concrete wijze tot uitdrukking worden gebracht door zijn belichaming in een levende persoonlijkheid die in, met en door de gemeenschap is gegroeid en in zooverre ‘gemeenschapspersoonlijkheid’ is: de Leider, in wien de volksche gemeenschap zichzelf als eenheid beleeft. Het Leiderschap is de overheidsidee van het Nationaal-socialisme.” 

Vereenvoudigd kunnen we een lijstje van goed en kwaad bij Carp vaststellen:. 

PROBLEMATISCH  tegenover  WENSELIJK;
Oud -  Nieuw 
Veelheid - Eenheid 
Mechanistische eenheid  -  Organische veel-eenheid 
Individuele vrijheid - Vrijheid van willekeur
Formeel  - Substantieel / concreet 
Verstarring en institutionalisering - Dynamiek                                          
Vervreemding / dictatuur  - Representatie 
Partijen  - Volk 
Kosmopolitisme / internationalisme -  Nationalisme (bloed en bodem) 
Verlichting en Franse Revolutie  - Gemeenschap en traditie 
Egoïsme en narcisme  -  Gemeenschapszin en opofferingsgezindheid
Individualisme  - Medemenselijkheid 
Anarchie  -  Orde 
Verdeeldheid en zwakte - Eenheid en kracht 
Regering - Leider

In zijn late tekst Beginselen van het Nationaal-Socialisme blijkt Carp aansluiting te hebben gezocht bij enkele noties uit de Nazistische filosofie.
Symbool van Blut und Boden; zie ook het hakenkruis, nazistisch symbool, + de korenaar, die iets zei over de tegenstelling verstedelijking en platteland. 
1. Bloed en Bodem 
Aangenomen dat een organische gemeenschap geen onzin is, roept dit de vraag op rondom wat voor een kern een dergelijke gemeenschap zich vormt. Het Nazistische motto van ‘bloed en bodem’ is in afgezwakte vorm ook bij Carp te vinden.
Führerprinzip
2. Het Führerprinzip 
Carp meent dat dergelijke organische volksgemeenschappen zelf in het nastreven van een bepaald doel een leider vinden die door de gehele gemeenschap gezien wordt als vertegenwoordiger van de gemeenschap en voorganger voor de goede zaak. Carp sluit zich dus aan bij het zogenaamde Führer-prinzip.
3. Dynamiek 
Carp voegt hier nog aan toe dat de eigenlijke bron van alle menselijke cultuur, namelijk de levende gemeenschap, zich bovendien niet laat vastleggen. Dat wil zeggen, Carp zoekt aansluiting bij de Nazistische opvatting van een eindeloze dynamiek van de gemeenschap.

Kritiek 

Van Straalen sluit de laatste bijeenkomst Politieke Filosofie af met een poging enkele lessen uit het behandelde materiaal te trekken, om daarmee het fascisme te bekritiseren. Carp roept namelijk een kwestie op. Deze luidt als volgt:

1. Het lijkt goed te verantwoorden om idealist te zijn. 
2. Carp schetst enkele idealen die ook voor ons nog wel te voltrekken zijn. 
3. Feitelijk voert de gedachtegang van Carp tot een goedkeuring van genocide. 

Kunnen wij aangeven waar Carp een fout maakt in zijn denken? 
De vraag wordt extra dringend als we zien, dat delen van het fascistisch gedachtegoed nog steeds springlevend zijn. 
Karl Popper, 1902-1994. Kritiek op nationaal-socialisme. 
Van Straalen doet vier suggesties: 
1. Popper: Het doel kan de middelen niet heiligen.
2. Locke en Rawls: De substantiële gemeenschap van ‘het volk’ bestaat niet. 
3. Rawls: Een gemeenschap van ‘bloedeloze schimmen’ is denkbaar onder de grondwet. 
4. Levinas en Rawls: Gebrek aan representatie is (deels) gevolg van onvermijdelijke vervreemding. 

Informatie over Spinoza-Carp is te vinden op DIT BLOG.
Hier een herdenking bij het graf van Spinoza, Tweede Wereldoorlog; Carp staat erbij. Het verband Spinoza-Carp moet ik nog uitzoeken. Carp was een Spinoza-kenner. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten