Thomas Hobbes, 1588- 1679.
Hobbes. Thomas Hobbes genoot een rijke opvoeding; zo maakte hij een grand tour door Europa, waar hij kennis maakte met onder anderen Galileï. Bestudeerde de scholastiek en natuurwetenschap. Hobbes maakte een turbulente tijd in Engeland mee, de Engelse Burgeroorlog (1639-1651). Die ging tussen koningsgezinden en verdedigers van het parlement. Koning Karel I werd onthoofd, zijn zoon Karel II verbannen. De monarchie werd vervangen door het Engelse Gemenebest, vervolgens door het Protectoraat onder leiding van Oliver Cromwell. Een belangrijk precedent dat geschapen werd, was dat de koning voortaan niet meer kon regeren zonder toestemming van parlement en volk. Ten tijde van die revolutie was Hobbes deels op de vlucht, en schreef een aantal politieke teksten, o.a. Elements of Law Natural and Politic (1640) en De Cive (1642). Tegenwoordig is hij echter bovenal beroemd om de tekst die na afloop van de burgeroorlog verschijnt, namelijk Leviathan, or the Matter, Form, and Power of A Commonwealth Ecclesiastical and Civil, uit 1651. Voorblad van het boek Leviathan van Thomas Hobbes door Abraham Bosse. Het begrip legitimiteit is wel de hoofdzaak van dit werk. Midden in de burgeroorlogen die Engeland teisteren claimt Hobbes dat hij kan uitleggen onder welke condities een staatsinrichting rationeel gezien legitiem (of: gerechtvaardigd) genoemd kan worden.
Hobbes stelt het volgende gedachte-experiment voor: Stap 1: Stel je voor hoe het leven zou zijn als er helemaal geen sociale orde, wetten, politie, of heersers zouden zijn. Stap 2: Indien deze situatie totaal onwenselijk is, is de huidige situatie veel wenselijker. Stap 3: Als we in een méér wenselijke situatie willen leven, dienen we de huidige situatie te accepteren.
Hobbes zelf hanteert een cynisch mensbeeld. Net als Machiavelli. Mensen zijn volgens Hobbes 'weinig meer dan behoeftige dieren, die er steeds naar streven hun behoeften te bevredigen.' Het gevolg is dat het menselijke leven gevuld is met zorgen. Want waar een maag bestaat, bestaat de zorg om deze te vullen. De intelligentie van de mens zorgt er alleen voor dat hij angstiger en daardoor wreder is dan de meeste andere dieren. De mens is een rusteloos wezen. Het finus ultimus (hoogste doel) of summum bonum (grootste goed) waarover de boeken van de oude filosofen spreken, bestaan allebei niet. Een mens leeft niet als zijn verlangens zijn gestopt, net zomin als iemand wiens verbeelding en gevoelens tot staan zijn gebracht.
"Dus allereerst stel ik een algemene neiging van de gehele mensheid vast, namelijk om eindeloos en zonder rust te streven naar macht na macht, slechts eindigend met de dood. De reden hiervoor is niet per se dat een mens meer genot nastreeft dan waar hij reeds over beschikt. Noch dat een mens niet tevreden zou zijn met een kleine invloed. Maar dat hij de invloed en middelen om prettig te leven waar hij op dit moment over beschikt, niet kan verzekeren zonder zijn invloed te vergroten”.Hobbes, Leviathan XI.2, vertaling HvStraalen.
Natuurtoestand: Als we ons voorstellen hoe dergelijke mensen zich in de natuur zouden gedragen, dan zien we volgens Hobbes al snel in dat dat voor de mens een absolute ramp zou zijn. Zonder centrale regels en gezag zijn behoeftige en angstige wezens niet sterk in het vermijden van conflicten. Enkele problemen zijn: Bezit: in de natuurtoestand wordt geen onderscheid gemaakt tussen ‘mijn en dijn’. Er geldt alleen dat ieder pakt wat hij pakken kan, en zo lang het kan, gaat behouden. (XIII.13). Schaarste: Dat zou nog geen probleem zijn, ware het niet dat het leven zonder staat volgens Hobbes getekend is door schaarste. Gelijkheid: Ten derde zou de situatie nog wel te overzien zijn als mensen totaal verschillende behoeften hadden. Mensen verlangen echter grotendeels dezelfde dingen, aldus Hobbes.Gelijkheid in kracht: Ten vierde zou dit opnieuw niet zo’n probleem zijn als sommige mensen eenvoudigweg veel sterker zouden zijn dan anderen, zodat hun goederen nooit zouden kunnen worden afgepakt. Maar zulke sterke mensen bestaan volgens Hobbes niet. Zelfs de sterkste kan nog met list en geluk overmeesterd worden. Wantrouwen: Die kwetsbaarheid en vijandschap leiden ertoe dat de sociale relaties tussen mensen getypeerd zijn door wantrouwen en vrees. Niet alleen jegens wat de ander mij wil aandoen, maar ook jegens wat hij mij morgen zou kunnen aandoen. Inzicht in de angstigheid van anderen voert alleen nog de eigen angst verder op.
Het eindigt daarom met de mensen in de natuurtoestand ellendig. De natuurtoestand moeten we ons volgens Hobbes voorstellen als een oorlog van allen tegen allen. Het leven van de mens is er, zoals Hobbes beroemde woorden luiden: ‘solitary, poor, nasty, brutish, and short’ (eenzaam, armzalig, naar, beestachtig, en kort).Ellendige natuurtoestand. Citaat Leviathan:“De natuur heeft de mens gelijk gemaakt in lichamelijke en geestelijke vermogens. Zelfs als iemand duidelijk fysiek sterker is of vlugger van geest dan anderen, dan is dit verschil toch niet zo opmerkelijk dat het leidt tot baten die de ander moet ontberen. Wat betreft lichamelijke kracht is bijvoorbeeld zelfs de zwakste sterk genoeg om de sterkste te doden, desnoods via listen of samenzweringen met anderen die hetzelfde te vrezen hebben. [...]
Natuurlijk zit niemand te wachten op een armzalig en angstig leven. Hobbes ontkent dit niet: zowel ons driftleven als onze rede vertelt ons dat de natuurtoestand niet deugt. Het lijkt daarom onze natuurlijke plicht jegens onszelf om aan de natuurtoestand te ontkomen. Hij noemt dit zelfs een soort 'natuurwet' die ons gebiedt de natuurtoestand te boven te komen. Wat Hobbes echter tot de voorvader van de moderne politieke filosofie maakt, is dat hij toont hoe rationeel en onvermijdelijk het geweld en de ellende van de natuurtoestand eigenlijk is. De natuurtoestand is een situatie waarin het eigenbelang en het algemeen belang op gespannen voet staan. Het is ook een situatie waarin het kortetermijnbelang en het langetermijnbelang elkaar tegenspreken. In zulke situaties is het altijd rationeel voor een individu om zich niets van afspraken aan te trekken.
Wat gebeurt er, als er een keuze gemaakt moet worden tussen het algemeen belang, en het individuele belang?Een voorbeeld:Een groep mensen leeft agrarisch samen. Rondom hun akkers staan meerdere bomen, die de opbrengst van hun akkers verminderen. Iedere boer heeft een motivatie de bomen rondom zijn akker te kappen, om zich te verzekeren van een goede oogst. Als iedereen dit doet, zal echter de grond losser komen te zitten en kunnen er modderlawine’s ontstaan. Hier is voor Hobbes een onoplosbaar conflict tussen algemeen en individueel belang. Wie offert er immers zijn opbrengst op voor het algemeen belang? Het zijn dit soort situaties die bij uitstek politiek zijn.
Hobbes hint met zijn inzichten op het zogenaamde 'prisoner's dilemma', en het 'freerider's problem'. Voor het prisoner's dilemma citeer ik Wikipedia: Meestal luidt de formulering van het dilemma ongeveer als volgt:
Er is een ernstig misdrijf gepleegd. Twee gewapende mensen worden gepakt en het lijkt erop dat het de daders zijn, maar het bewijs ontbreekt. Ze worden apart in de cel gezet en kunnen niet met elkaar communiceren. De openbaar aanklager doet elke verdachte het volgende voorstel:
Als jullie allebei blijven zwijgen, kan ik jullie niet veel maken. Je krijgt dan alleen een geldboete wegens wapenbezit zonder vergunning.
Als er één bekent is de zaak rond. Degene die bekent zal ik laten gaan omdat hij zo goed heeft meegewerkt. Degene die niet bekent kan minstens tien jaar gevangenisstraf verwachten.
Als jullie allebei bekennen, krijgen jullie allebei vijf jaar.
De crux zit hem in het feit dat het voor het gezamenlijk belang van de verdachten weliswaar beter is om te zwijgen, maar dat elke verdachte alleen aan zijn eigen voordeel denkt. Als de een bereid is de ander te verraden terwijl die zwijgt, dan gaat de verrader vrijuit. Verraden ze elkaar allebei, dan krijgen ze beiden vijf jaar. Alleen als iedereen zwijgt, komen ze er met slechts een geldboete vanaf. Het meest gunstige voor de verdachten is dus om allebei te zwijgen, maar dan moeten ze erop vertrouwen dat de ander dat ook doet. Helaas hebben we als mens veelal de neiging de ander te verraden en daardoor zelf ook in de gevangenis te belanden.Het freerider's problem is een soort marktfalen dat optreedt wanneer degenen die profiteren van middelen, openbare goederen (zoals openbare wegen of ziekenhuizen) of diensten van gemeenschappelijke aard er niet voor betalen of te weinig. Freeriders (zeg maar: uitvreters) zijn een probleem omdat ze, hoewel ze niet voor de goederen betalen (hetzij direct via vergoedingen of tolgelden of indirect via belastingen), er toegang toe kunnen blijven hebben of er gebruik van kunnen blijven maken.
Om dergelijke problemen op te lossen, hebben we niks aan zweverige zaken als 'geweten', 'fatsoen' of 'beloftes', zegt Hobbes. Er is volgens hem maar één manier om mensen te motiveren om tégen hun korte termijn-belang en individuele vrees te kiezen. En dit is door het nut dat zij winnen met het breken van afspraken, teniet te doen met zware straffen. Alleen straf en lijden kan de mens motiveren zich betrouwbaar en sociaal te gedragen.
Maar zelfs met het bovenstaande inzicht is nog niet alles opgelost. Handhaven van wetten vereist enorm veel macht en organisatie. Het veronderstelt iemand die nooit slaapt, die overal tegelijkertijd kan zijn, en die iedereen weet te vinden. Dergelijke supermensen bestaan, zoals we hierboven al hebben gezien, volgens Hobbes echter niet. Hobbes stelt vast dat de mensen daarom zelf een dergelijke superman zullen moeten maken. De superman noemt Hobbes de soeverein, of met een Bijbelse naam, de Leviathan. Zoals de Leviathan een onstopbaar monster was dat mensen opslokte, zo is de soeverein iemand wiens wil kracht wordt bijgezet door honderden zwaarden, en die ontstaat door de georganiseerde samenwerking van een hele bevolking.Nog een keer: de Leviathan. Om te laten zien dat hij is samengesteld uit alle mensen. Het zou in theorie een democratie kunnen zijn.Het einde van het geweld ziet Hobbes dus in het oprichten van een gemeenschappelijke macht. "Om onze macht en krachten over te dragen op één man of een gezelschap van mannen, zodat onze willen worden teruggebracht van vele stemmen tot een enkele. [...] Dit wordt genoemd een common wealth, of in het latijn een civitas. Dit is het voortbrengen van die grote Leviathan, of van een sterfelijke god.
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0
Tot slot van het college over Hobbes richt Van Straalen de aandacht op het volgende probleem:
Toepassing van Hobbes op Machiavelli: Nussbaum
Zoals hierboven vermeld vinden we bij Hobbes de opvatting dat de staat de veiligheid van haar burgers dient te beschermen. Hoewel Hobbes hier geen oog voor lijkt te hebben gehad, tekent zich hiermee een politieke retorische tactiek af. Dat wil zeggen, de logica van Hobbes kan gebruikt worden voor een Machiavelliaanse retoriek. Wie oppositie wil voeren, kan bijvoorbeeld de legitimiteit van de zittende overheid aanvallen, door gevoelens van angst en onveiligheid op te zwepen. In twee recente publicaties van Amerikaans filosoof en rechtsgeleerde Martha Nussbaum (The New Religious Intolerance en The Monarchy of Fear), claimt zij dat dit (de legitimiteit aanvallen) tegenwoordig een veelgebruikte politieke tactiek is. Politici doen steeds vaker een beroep op angstgevoelens om politiek te bedrijven. Meestal volgen ze een vast patroon, die in de volgende leuzen kan worden samengevat:Boek 2013.1. ER IS EEN VERBORGEN MONSTER DAT HET OP ONS GEMUNT HEEFT!
2. DAT MONSTER ZAL U VRESELIJKE DINGEN AANDOEN! DENK AAN UW VEILIGHEID! DENK AAN UW KINDEREN!
3. HET IS AL BIJNA TE LAAT!
4. NIEMAND DOET IETS! (INCLUSIEF DE OVERHEID: DEZE IS TEGEN U!)
Voorblad van het boek Leviathan van Thomas Hobbes door Abraham Bosse.
Het begrip legitimiteit is wel de hoofdzaak van dit werk. Midden in de burgeroorlogen die Engeland teisteren claimt Hobbes dat hij kan uitleggen onder welke condities een staatsinrichting rationeel gezien legitiem (of: gerechtvaardigd) genoemd kan worden.
Hobbes stelt het volgende gedachte-experiment voor:
Stap 1: Stel je voor hoe het leven zou zijn als er helemaal geen sociale orde, wetten, politie, of heersers zouden zijn.
Stap 2: Indien deze situatie totaal onwenselijk is, is de huidige situatie veel wenselijker.
Stap 3: Als we in een méér wenselijke situatie willen leven, dienen we de huidige situatie te accepteren.
Hobbes zelf hanteert een cynisch mensbeeld. Net als Machiavelli. Mensen zijn volgens Hobbes 'weinig meer dan behoeftige dieren, die er steeds naar streven hun behoeften te bevredigen.' Het gevolg is dat het menselijke leven gevuld is met zorgen. Want waar een maag bestaat, bestaat de zorg om deze te vullen. De intelligentie van de mens zorgt er alleen voor dat hij angstiger en daardoor wreder is dan de meeste andere dieren. De mens is een rusteloos wezen.
Het finus ultimus (hoogste doel) of summum bonum (grootste goed) waarover de boeken van de oude filosofen spreken, bestaan allebei niet. Een mens leeft niet als zijn verlangens zijn gestopt, net zomin als iemand wiens verbeelding en gevoelens tot staan zijn gebracht.
"Dus allereerst stel ik een algemene neiging van de gehele mensheid vast, namelijk om eindeloos en zonder rust te streven naar macht na macht, slechts eindigend met de dood. De reden hiervoor is niet per se dat een mens meer genot nastreeft dan waar hij reeds over beschikt. Noch dat een mens niet tevreden zou zijn met een kleine invloed. Maar dat hij de invloed en middelen om prettig te leven waar hij op dit moment over beschikt, niet kan verzekeren zonder zijn invloed te vergroten”.
Hobbes, Leviathan XI.2, vertaling HvStraalen.
Natuurtoestand: Als we ons voorstellen hoe dergelijke mensen zich in de natuur zouden gedragen, dan zien we volgens Hobbes al snel in dat dat voor de mens een absolute ramp zou zijn. Zonder centrale regels en gezag zijn behoeftige en angstige wezens niet sterk in het vermijden van conflicten. Enkele problemen zijn:
Bezit: in de natuurtoestand wordt geen onderscheid gemaakt tussen ‘mijn en dijn’. Er geldt alleen dat ieder pakt wat hij pakken kan, en zo lang het kan, gaat behouden. (XIII.13).
Schaarste: Dat zou nog geen probleem zijn, ware het niet dat het leven zonder staat volgens Hobbes getekend is door schaarste.
Gelijkheid: Ten derde zou de situatie nog wel te overzien zijn als mensen totaal verschillende behoeften hadden. Mensen verlangen echter grotendeels dezelfde dingen, aldus Hobbes.
Gelijkheid in kracht: Ten vierde zou dit opnieuw niet zo’n probleem zijn als sommige mensen eenvoudigweg veel sterker zouden zijn dan anderen, zodat hun goederen nooit zouden kunnen worden afgepakt. Maar zulke sterke mensen bestaan volgens Hobbes niet. Zelfs de sterkste kan nog met list en geluk overmeesterd worden.
Wantrouwen: Die kwetsbaarheid en vijandschap leiden ertoe dat de sociale relaties tussen mensen getypeerd zijn door wantrouwen en vrees. Niet alleen jegens wat de ander mij wil aandoen, maar ook jegens wat hij mij morgen zou kunnen aandoen. Inzicht in de angstigheid van anderen voert alleen nog de eigen angst verder op.
Het eindigt daarom met de mensen in de natuurtoestand ellendig. De natuurtoestand moeten we ons volgens Hobbes voorstellen als een oorlog van allen tegen allen. Het leven van de mens is er, zoals Hobbes beroemde woorden luiden: ‘solitary, poor, nasty, brutish, and short’ (eenzaam, armzalig, naar, beestachtig, en kort).
Ellendige natuurtoestand.
Citaat Leviathan:
“De natuur heeft de mens gelijk gemaakt in lichamelijke en geestelijke vermogens. Zelfs als iemand duidelijk fysiek sterker is of vlugger van geest dan anderen, dan is dit verschil toch niet zo opmerkelijk dat het leidt tot baten die de ander moet ontberen. Wat betreft lichamelijke kracht is bijvoorbeeld zelfs de zwakste sterk genoeg om de sterkste te doden, desnoods via listen of samenzweringen met anderen die hetzelfde te vrezen hebben. [...]
Natuurlijk zit niemand te wachten op een armzalig en angstig leven. Hobbes ontkent dit niet: zowel ons driftleven als onze rede vertelt ons dat de natuurtoestand niet deugt. Het lijkt daarom onze natuurlijke plicht jegens onszelf om aan de natuurtoestand te ontkomen. Hij noemt dit zelfs een soort 'natuurwet' die ons gebiedt de natuurtoestand te boven te komen. Wat Hobbes echter tot de voorvader van de moderne politieke filosofie maakt, is dat hij toont hoe rationeel en onvermijdelijk het geweld en de ellende van de natuurtoestand eigenlijk is. De natuurtoestand is een situatie waarin het eigenbelang en het algemeen belang op gespannen voet staan. Het is ook een situatie waarin het kortetermijnbelang en het langetermijnbelang elkaar tegenspreken. In zulke situaties is het altijd rationeel voor een individu om zich niets van afspraken aan te trekken.
Wat gebeurt er, als er een keuze gemaakt moet worden tussen het algemeen belang, en het individuele belang?
Een voorbeeld:
Een groep mensen leeft agrarisch samen. Rondom hun akkers staan meerdere bomen, die de opbrengst van hun akkers verminderen. Iedere boer heeft een motivatie de bomen rondom zijn akker te kappen, om zich te verzekeren van een goede oogst. Als iedereen dit doet, zal echter de grond losser komen te zitten en kunnen er modderlawine’s ontstaan. Hier is voor Hobbes een onoplosbaar conflict tussen algemeen en individueel belang. Wie offert er immers zijn opbrengst op voor het algemeen belang? Het zijn dit soort situaties die bij uitstek politiek zijn.
Hobbes hint met zijn inzichten op het zogenaamde 'prisoner's dilemma', en het 'freerider's problem'.
Voor het prisoner's dilemma citeer ik Wikipedia: Meestal luidt de formulering van het dilemma ongeveer als volgt:Er is een ernstig misdrijf gepleegd. Twee gewapende mensen worden gepakt en het lijkt erop dat het de daders zijn, maar het bewijs ontbreekt. Ze worden apart in de cel gezet en kunnen niet met elkaar communiceren. De openbaar aanklager doet elke verdachte het volgende voorstel:
Als jullie allebei blijven zwijgen, kan ik jullie niet veel maken. Je krijgt dan alleen een geldboete wegens wapenbezit zonder vergunning.
Als er één bekent is de zaak rond. Degene die bekent zal ik laten gaan omdat hij zo goed heeft meegewerkt. Degene die niet bekent kan minstens tien jaar gevangenisstraf verwachten.
Als jullie allebei bekennen, krijgen jullie allebei vijf jaar.
De crux zit hem in het feit dat het voor het gezamenlijk belang van de verdachten weliswaar beter is om te zwijgen, maar dat elke verdachte alleen aan zijn eigen voordeel denkt. Als de een bereid is de ander te verraden terwijl die zwijgt, dan gaat de verrader vrijuit. Verraden ze elkaar allebei, dan krijgen ze beiden vijf jaar. Alleen als iedereen zwijgt, komen ze er met slechts een geldboete vanaf. Het meest gunstige voor de verdachten is dus om allebei te zwijgen, maar dan moeten ze erop vertrouwen dat de ander dat ook doet. Helaas hebben we als mens veelal de neiging de ander te verraden en daardoor zelf ook in de gevangenis te belanden.
2. DAT MONSTER ZAL U VRESELIJKE DINGEN AANDOEN! DENK AAN UW VEILIGHEID! DENK AAN UW KINDEREN!
3. HET IS AL BIJNA TE LAAT!
4. NIEMAND DOET IETS! (INCLUSIEF DE OVERHEID: DEZE IS TEGEN U!)
Nussbaum merkt op dat er in het licht van zoveel urgentie zelden sprake kan zijn van kalmte of rationaliteit. Men verliest zich al snel in overhaaste meningen, generalisaties, hyperbolen en doom-scenarios. Omdat angst volgens haar bovendien narcististisch is, komen enkele traditionele waarden zoals waarheidsminnendheid, rechtvaardigheid, medemenselijk, en vrijheid al snel onder druk te staan.
Martha Nussbaum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten