Boekomslag;
de vertaler Wim Sleddens is Augustijn (O.S.A. = Ordo Sancti Augustini)
Ik beluisterde in de zomer op een zondagmorgen een uitzending van OVT (VPRO), waarin het boek Belijdenissen besproken werd. Het was in de serie De ware aard, ondertitel Ons mensbeeld in 8 klassiekers. Het was op 19 juli, en de titel van deze uitzending was De hypocriet. Naast Jos Palm zaten Stephan Sanders en Thomas Muntz. Wat ik me van die uitzending herinner - we waren onderweg met de auto en hebben de uitzending niet helemaal uit kunnen luisteren - was, dat Augustinus rhetorica gestudeerd had, en dat dat in zijn stijl merkbaar was. Verder memoreerde Stephan Sanders dat Augustinus peren gestolen had, en hij kende daar bijzondere betekenis aan toe. Ik weet niet meer precies welke: een reminiscentie met de verboden vruchten in het paradijs? Of een verwijzing naar de homoseksuele relaties die er speelden in de vriendenkring van Augustinus?
Pas nu valt me trouwens op, dat de titel van de uitzending De hypocriet was. Of, en hoe dat op Augustinus sloeg, weet ik niet precies.
Na de uitzending vond ik een pdf-versie van het boek, dat evenwel niet goed te lezen was. Een oude vertaling, en ook nog eens slecht gedigitaliseerd, zoals ik het me herinner. Er bleek echter een vrij recente vertaling te bestaan, de onderhavige.
Er was nog een andere reden waarom ik me voor Augustinus was gaan interesseren: ik ben al enige tijd bezig met het werk van Meister Eckhart, en Eckhart verwijst tal van keren naar Augustinus.
Augustinus ist im Werk Eckharts allgegenwärtig. Doch auf welche Weise führt Eckhart den Kirchenvater weiter? Meinen beide das Gleiche, wenn sie vom menschlichen Geist als Bild Gottes sprechen?
In der Frage nach dem menschlichen Geist als Bild Gottes fließen viele Bereiche der Theologie und Philosophie zusammen – von der Schöpfungslehre und der Anthropologie über Fragen der Gnade und des freien Willens bis hin zur Tri-ni-tätslehre.
Diese Arbeit beleuchtet die verschiedenen Themenfelder bei Augustin und Eckhart und ihre Bedeutung für die Sichtweise des menschlichen Geistes. Eine besondere Rolle spielt dabei die oft kreative Weiterführung der Gedanken Augustins bei Eckhart.
In der Frage nach dem menschlichen Geist als Bild Gottes fließen viele Bereiche der Theologie und Philosophie zusammen – von der Schöpfungslehre und der Anthropologie über Fragen der Gnade und des freien Willens bis hin zur Tri-ni-tätslehre.
Diese Arbeit beleuchtet die verschiedenen Themenfelder bei Augustin und Eckhart und ihre Bedeutung für die Sichtweise des menschlichen Geistes. Eine besondere Rolle spielt dabei die oft kreative Weiterführung der Gedanken Augustins bei Eckhart.
Auteur Marie Anne Vannier; september 2020.
Ook dit boek gaat over meester Eckhart onder het aspect van zijn lezing van de Latin Fathers. Een aantal bronnen van Eckhartiaans denken is al bestudeerd, maar het feit dat hij bijvoorbeeld Augustinus zo'n 5000 keer citeert in zijn werk, is niet algemeen aanvaard. Door de eeuwen heen vond er echter een dialoog plaats tussen de twee auteurs, een dialoog die het denken van de Thüringer beïnvloedde.
Een pagina van het manuscript van Augustinus.
Oudste afbeelding van Augustinus, Rome, 6e eeuw
Aurelius Augustinus leefde van 354 tot 430. Hij was bisschop van Hippo, theoloog, filosoof en kerkvader. Tot zijn bekendste werken behoren de Confessiones en De civitate Dei.
Augustinus schreef echter oneindig veel meer. Er bestaat een lijst van zijn werken die in het Nederlands zijn vertaald, die zijn te vinden onder DEZE LINK MET TEKSTEN UIT DE OUDHEID. De lijst is alfabetisch, ik was er zeer van onder de indruk!
Ambrosius doopt Augustinus door Benozzo Gozzoli (15e eeuw)
De bekering van Augustinus is natuurlijk een centraal moment in Belijdenissen.
Ik heb zelf geen duidelijk antwoord kunnen vinden op mijn vraag naar het verband tussen Eckhart en Augustinus. Ik zal proberen mijn leeservaring van Augustinus weer te geven:
Augustinus is buitengewoon eerlijk in zijn boek. Het geldt als 'de oudste autobiografie', en het is tevens één lang gebed tot God. Als zodanig durft hij zich volkomen uit te spreken, hij vertelt ook genante dingen, bij voorbeeld dat hij te veel eet; gewoon, niet omdat hij het nodig heeft, maar uit lekkerbekkerij.
Hij vertelt ook van zijn zonden, bij voorbeeld hoe hij peren steelt. 'Waar maak je je druk over', denk ik dan, me 'de jeugd van tegenwoordig' te binnen brengend, die wel ander kattenkwaad op het geweten heeft.
Lastig wordt het, als Augustinus belijdt hoe zondig hij is omdat hij omgang met een vrouw (of zijn het er meerdere?) heeft. Dat zijn evenzovele zonden die hem van God afhouden. We moeten dan wel weten, dat hij al een zoon heeft, Deodatus.
Zijn gevoel van zondigheid leidt er ten slotte toe, dat hij voor de rest van zijn leven afziet van de vleselijke omgang met vrouwen. De kuisheid/abstinentie is voor hem blijkbaar voorwaarde om een leven in dienst van God te gaan leiden.
Augustinus en zijn moeder Monica door Ary Scheffer (1846)
De recensent van Trouw, Samuel de Lange, zegt na herlezing van Belijdenissen:
Augustinus' zonden zijn twijfelachtig, zijn braafheid is dat evenzeer. Hij verstoot tenslotte zijn vriendin, omdat zijn kwezelachtige moeder een betere huwelijksartij voor hem weet. Tot zijn verontschuldiging zij gezegd dat hij zich ellendig voelt over de scheiding -vanwege die verdomde seks natuurlijk!-, maar geen woord van medelijden met de naamloze moeder van zijn kind. Het hoogtepunt van zijn biografie komt als hij na lange twijfel in het achtste boek door een stem wordt aangespoord de Bijbel ter hand te nemen, en een tekst op te slaan. Een barse vermaning van Paulus om het pad der zonde te verlaten zet hem eensklaps op het rechte pad, en zijn bekering is een feit.
Het is niet makkelijk van het moederskind Augustinus -het biografische gedeelte van de 'Belijdenissen' loopt tot de dood van zijn moeder in 387- te houden. En om zijn stichtelijke werking uit te oefenen, is medeleven toch een vereiste. Maar de lezer kan moeilijk anders besluiten dan dat men zich hoede voor schijnheiligen en brave Hendriken.
Dat liegt er niet om.
Toch wil ik hier een lans breken voor het boek; en wel om Augustinus verslag vsan zijn directe verhouding tot God. Alles wat hij zegt, voelt en doet, doet hij voor het oog van God. Daar mogen wij in meekijken, wat als een grote intimiteit voelt. Natuurlijk kunnen we er kritiek op hebben - het is ook meteen een oordeel dat ons niet toekomt.
Mij trof in dit boek óók, de talloze verwijzingen naar de Bijbel; en dan vooral naar de Psalmen. Ik weet weinig van de psalmen, ik zag wel dat daar veel gevoel in zit.
Verder voelt Augustinus zich geloof ik erg verwant met Paulus, die noemt hij ook vaak.
Ik vond ook iemand die een studie gemaakt had over Augustinus en de psalmen:
Behalve Martijn Schrama zien we hier als co-auteur weer Wim Sleddens. Dit boek is van 2001.
Wim SLEDDENS. Foto Erik van ’t Hullenaar
Belijdenissen gaf mij niet wat ik ervan hoopte, en wat ik wel bij Eckhart vind. Wel beloofden deze regels, ergens in het begin,veel goeds: zo vol eerbied, vol besef van eigen menselijkheid:
'Toch wil hij u prijzen, deze mens, dit deeltje van uw schepping en u zet hem aan daar vreugde in te vinden. Want zo hebt u ons geschapen, gericht op u, en ons hart kent geen rust tot het rust vindt in u.'
Nog een boekje van de Frans Marie-Anne Vannier. Zij interesseert mij.
De schildering op het boekomslag is van Wladimir Petrichev. Dat trof mij: het is een hedendaags kunstenaar, staat in dit boek:
Augustinus in Bildern: Szenen Aus Dem Leben Des Kirchenvaters (Latin) Paperback – 12 July 2005
Augustinus offert aan een afgod van de Manicheeërs
(Mauritshuis)
Ik wijs nog even naar wat Augustinus schrijft over de manicheeërs. Ik las daarover het volgende onder DEZE LINK:
In de discussie met de manicheeërs hield de oplossing die zij gaven voor het probleem van het kwaad, Augustinus het langst in zijn greep. Pas door de preken van Ambrosius nam hij afstand van hun idee dat de mens niet zelf verantwoordelijk was voor het kwaad dat hij of zij bedreef. Volgens het manicheïsme was namelijk de eigenlijke bedrijver van het kwaad een afzonderlijke boze natuur die in de mens haar werk deed. Augustinus reageerde hierop door in zijn boeken de eenheid van de menselijke persoon te onderstrepen en diens verantwoordelijkheid voor eigen daden. Volgens Augustinus lag aan het bedrijven van het kwaad niet een buiten de mens bestaande boze natuur ten grondslag maar de eigen menselijke wil. Het kwaad was in de mens zelf en stond niet buiten hem. Vanuit Augustinus' reactie op het manicheïsme is ook zijn zorg voor het gezag van de bijbel te verklaren. In de ogen van Augustinus bevatte de bijbel geen echte tegenstrijdigheden, de zogenaamde verschillen waren opzettelijk en vulden elkaar aan.
Augustinus ontwikkelde als ex-manicheeër ook een aversie tegen verregaande ascese. Zij mocht niet ontaarden in acrobatiek, maar diende altijd gematigd te zijn en een sociaal karakter te dragen.
Ik vermeld ten slotte, dat bij de OVT van de VPRO in het kader van De Ware Aard onder anderen nog aan het woord kwamen: Beatrice de Graaf over Leviathan van Thomas Hobbes; Arnon Grunberg over Is dit een mens van Primo Levi en Liesbeth Zegveld over Eichmann in Jeruzalem van Hannah Arendt.
Nog een laatste afbeelding van de kerkvader, door
Benozzo Gozzoli (15e eeuw)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten