woensdag 30 december 2015

Lenette van Dongen, Roedel, 2015

Flyer
Aanvankelijk dacht ik 'hm,' bij het bekijken van Lenette van Dongens Roedel, dat gisteravond op de televisie uitgezonden. Het zinnetje: 'Wie heeft ook wel eens....., mag ik vingers zien,' is natuurlijk een leuke manier om het publiek bij je show te betrekken, maar dat hadden we al een keer gezien. Dat hoefde voor mij dus ook niet nog een keer. Daarom zat ik nogal sceptisch te kijken, en was niet zo snel bereid me gewonnen te geven aan deze cabaratière - die ik overigens totnutoe zeer bewonderde!
Ik vond haar outfit in pijjama (met aan het begin en eind een lammetjesbontjas eroverheen) lelijk;  ik zag er de zin ook niet heel erg van in. 
Lelijke pijama
Ik ben toch voor de bijl gegaan.... En om precies te zijn, gebeurde dat vooral met de scene waarin ze uitbeeldt hoe haar goede voornemens om af te vallen verstoord worden door de verleidster in haarzelf, die aanzet tot snoepen en drinken. Niet na te vertellen, zo knap. 
En ik heb er ook geen beelden bij om te laten zien. 
Hier is een typerende foto van de show: uitgeteld en ongeïnspireerd op de bank hangen.
En het gekke is, ik ging  nadenken wat er allemaal tóch heel prima aan de show was. Ik noem dan allereerst een geweldig decor. Een achterwand van allemaal schermen waarop geprojecteerd wordt wat Van Dongen dienstig acht. Ik laat er hier enkele zien:
Gewoon met mooie kleuren
Wekker
Concertgebouworkest 

Bij het 'sterfbed' van haar tante
Wat ik me pas achteraf bewust maakte, is hoe zij een consistent geheel maakt van haar show. Het gaat over iemand die alles al gezien en gedaan heeft, en die eigenlijk een beetje mies door het leven gaat. Ze heeft naar buiten wel een masker van 'I'm everey woman', maar zodra de deur achter haar dichtvalt, hangt ze in een stoel en is ongeïnspireerd. 
Nee, dan haar tante, die tot aan haar dood bleef zingen en (en hier volgt steevast een kreetje met een operastem) zo, laten we haast zeggen: juichend in het leven stond.
In al deze 'laat alles maar'- gevoelens komt het verlangen naar een hond op. Een hond! Ze moet er zelf om lachen. Maar die  hond biedt  troost, leven, alles wat ze nodig heeft.
Dit is thuis, met haar hondje. In de show laat ze op de schermen achter haar een hele rij van belachelijke en lachwekkende honden zien. 
Haar gezicht is geweldig, met haar 55 jaar is ze nog altijd mooi, en buiten dat, vol expressie.
Dan neemt ze de draad weer op naar haar inspirerende, maar overleden tante. Ze brengt haar in verband met de geweldige ervaring die ze dit jaar had, toen ze Maestro won, de dirigeerwedstrijd. Ze beseft dat ze alles kan. Op het scherm achter haar verschijnt het Concertgebouworkest, met daarvoor een foto van haar tante. Lenette neemt de gouden baton ter hand die ze gewonnen heeft. Ze laat een onwaarschijnlijk mooie aria horen van haar tante, die zij dirigeert. Echt heel mooi! 
Zo was ze in Maestro te zien, begin dit jaar. (of was het alweer vorig jaar?) Zij won glansrijk.
Zo timide staat ze dan weer bij het applaus.
En, wat leuk: haar hondje kwam het toneel oprennen om met haar mee te gaan.

Ik was mijzelf even helemaal vergeten bij haar.
En nog even over die pijjama: ze laat zich wel van haar kwetsbare kant zien. In geen opzicht maakt ze  zich mooier, prima!
Filmpje, vijf minuten, Fitness; uit Roedel

De Heksen van Bruegel, Catharijneconvent, Utrecht

Tekstboekje bij de tentoonstelling.
Ik vond dit een aardige tentoonstelling. Er is niet heel veel van Pieter Bruegel de Oude te zien, feitelijk zijn het maar twee prenten: Jacobus bij de tovenaar, en Jacobus en de val van de tovenaar.

Jacobus bij de tovenaar 
Jacobus en de val van de tovenaar.
Met deze twee prenten legde Bruegel de basis voor ons stereotype heksbeeld: bezem, heksenketel, haard en kat.
De pelgrim Jacobus gaat de strijd aan met tovenaar Hermogenes om hem te overwinnen. Jacobus overwint Hermogenes. In de legende wordt Hermogenes bekeerd, maar Bruegel laat hem door demonen verscheuren. Het kwaad wordt niet alleen belichaamd door een heks, maar ook door goochelaars, acrobaten en kunstenmakers. Doordat zij spelen met illusies worden ook zij in verband gebracht met toverij.
Detail van een schilderij van Fran Francken II, heks met ketel. Bruegel was heel bekend en vond veel navolging
Inwijding van de heksen, David Teniers II
Heksenkeuken, Frans Francken II
David Teniers II, heksensabbath
Heksenbijeenkomst, Frans Francken II
Detail van De Dulle Griet, David (III) van Rijckaart
Hans Baldung Grien
Ik heb dit detail uit een schilderij erbij gezet vanwege de 'main de gloire' op de schouw.
Cornelis Saftleven
Die main de gloire staat ook op de eerste prent van Bruegel. Ook in het museum stond er een (van was gemaakt), als een der objecten van de heks. Oorspronkelijk was hij gemaakt van de hand van een gehangene. Mensen beroofden lijken van veroordeelde criminelen van hun handen. Dat is ook te zien op de Bruegelprent: monsters graven door een gat in de vloer een lijk op. Als sinds de Oudheid worden dergelijke handen beschouwd als magisch.
Dievenhand, oftewel Main de Gloire, zoals tentoongesteld in het Catharijneconvent.
Er was niet alleen veel te zien,  ook veel te leren. De middeleeuwse hekserij wordt tegenwoordig in verband gebracht met angst, angst voor het onverklaarbare. Zo kregen heksen de schuld van misoogsten, ziektes, maar ook bijvoorbeeld de kleine IJstijd.
Kruiend IJs te Delfshaven, Van Culemborch, 1565. Uiteraard lag de oorzaak voor een zeer strenge winter als toen ook aan heksen. 
Overigens waren heksen van origine ook mannen; maar al gauw werd het begrip verengd  tot alleen vrouwen. Mannen waren tovenaars. Zij hadden boeken met bezweringsformules. En als ze zich dan bijvoorbeeld in de magische cirkel bevonden, geraakten ze onkwetsbaar voor het kwaad. 
Een voorbeeld van een magische cirkel, uit een toverboek, de Clavicula Salamonis, de Sleutel van Salomon. (Deze is niet die van de tentoonstelling).De geleerde elite gebruikte dergelijke toverboeken. Stond hij in de magische cirkel, zoals hierboven, dan meende hij beschermd te zijn door God, en dat hij daarom zijn experimenten wel mocht uitvoeren.
Die angst voor de duivel groeit aan het eind van de Middeleeuwen. De mensen zien ook overal handlangers van de duivel. Er ontstaat een samenhangende heksenleer, met traktaten en handboeken. Een bepaald traktaat geeft de oudst bekende duivelsscene: heksen maken zich klaar om de anus van een bok te kussen, om zo het duivelspact te bezegelen.  




Herdruk van de Heksenhamer 
Oorsrponkelijke Heksenhamer, de Malleus Maleficarum. 1485-1486, geschreven door een Dominicaans Inquisiteur.
Interessant waren ook de afdrukken van de Nieuwsbrieven van destijds: de voorlopers van de krant, die werden voorgelezen op publieke plaatsen, of in herbergen. Daarin werden bijvoorbeeld executies van vrouwen aangekondigd.  
Keisnijder of de heks van Mallegem, Pieter van der Hyden, Theodoor Gallen.
Dit detail uit dat schilderij vond ik interessant, omdat ik het begrip 'keisnijder' pas voor het eerst leerde kennen op die andere tentoonstelling: van Bosch tot Bruegel. Daar werd keisnijden in verband gebracht met de uiterste domheid. Wie die kei uit zijn hoofd liet halen, was superdom. Hier wordt het in verband gebracht met hekserij. 
De hekserij als verschijnsel nam mettertijd een ander karakter aan, het was meer tot 'horror-vermaak' ; de schilderijen van Frans  Francken en David Teniers (zie hogerop) zijn daar voorbeelden van. 

Uitgangspunt voor de gehele tentoonstelling is het proefschrift van Dr. Renilde Vervoort, met de (lange) titel: Vrouwen op den Besem en derghelijck Gespoock. Pieter Bruegel en de traditie van hekserijvoorstellingen in de Nederlanden tussen 1450 en 1700.
Het proefschrift dat als basis diende voor de tentoonstelling

De auteur ervan, Dr. Renilde Vervoort

zondag 27 december 2015

Kenau, Maarten Treurniet, 2014.

Poster film, met Monic Hendrickx als Kenau Hasselaar
Er is iets bijzonders aan de hand met de geschiedenis van de geschiedenis van Kenau.
De echte Kenau
Er is een voortdurende verschuiving geweest in de aanname van wat waar, en van wat niet waar is geweest.
Het eerste dat ik las op internet, is dat het meeste over haar mythe is geweest. Het tweede, dat P.C.Hooft in zijn Historiën getuigenverklaringen onderzocht heeft, en daarbij heeft vastgesteld dat Kenau wel degelijk een heldinnenrol gespeeld heeft.
Dit geschiedkundig werk van Hooft gold als gezaghebbend.
In de negentiende eeuw was het 'not done' dat vrouwen een andere rol speelden dan binnen huwelijk en huishouden. Zo werd de rol van Kenau gebagatelliseerd.
Nu is er de film, van Maarten Treurniet.
Regisseur Maarten Treurniet; regisseerde o.a. ook de Heineken-ontvoering
Ik heb alle commotie erover niet gevolgd, ik heb de film nu pas gezien, per ongeluk, omdat hij gisteren werd uitgezonden. Maar hij stond niet eens vermeld in de Filmgids van de VPRO, die in de kerstweek altijd apart wordt bijgeleverd bij de gids.
De film vond ik opmerkelijk goed, voor een Nederlandse film. Het oorlogsgeweld is echt, het decor geloofwaardig, en Spanjaarden spreken bijvoorbeeld Spaans. De film werd grotendeels in Hongarije opgenomen.
Er is ook een roman verschenen van Tessa de Loo, Kenau, daar schijnt de film losjes op gebaseerd te zijn.
Roman van Tessa de Loo
Ook is er een film over de dochter Kathelijne, van Lidia Rood.
Roman van Lidia Rood.
Maar voor mij was het interessantse het boek van Els Kloek, Kenau en Magdalena, waarin Kloek de rol onderzoekt van Kenau Hasselaar en Magdalena van Leiden, die allebei een rol in de Tachtigjarige Oorlog speelden.
Historisch onderzoek, door Els Kloek
Kloek schrijft een echt geschiedeniswerk, en geeft toe wanneer ze dingen wel of niet zeker weet over haar personen. Maar ze legt ook uit hoe het komt dat wij zo weinig weten over de geschiedenis van vrouwen, zelfs als ze een heel bijzondere, bijvoorbeeld dappere rol hebben gespeeld. De mannen die de geschiedenis schreven keken niet naar de balk in het eigen oog.
Historica Els Kloek
Wat er verder van de geschiedkundige waarheid ook zij: ik vond het een mooie film. Barry Atsma speelt de rol van Wigbolt Ripperda (die kennen wij nog van de Ripperda-kazerne, waar Job en Nienke hebben gewoond). ;-)
Zij strijden samen, Ripperda en Kenau; volgens deze film zou Kenau een leger van 300 vrouwen hebben aangevoerd. Ik weet niet of dat echt zo was. Het schijnt in elk geval niet zo geweest te zijn dat ze moordde met zwaard en vuurwapen. Wel met brandend stro en pek, en stenen. Vooral de Sint Janspoort was haar te verdedigen object.
Opname 
Kenau had een scheepswerf. 
En passant een lastige verhouding met haar dochter Kathalijne. 
Hedendaags en historisch portret, naast elkaar. 
Met haar twee dochters, Geertrui en Kathalijne. 
Ook hier weer: twee Kenaus.
 
Trailer