maandag 18 augustus 2014

Das Schloss, Franz Kafka, 1923 (1926)

Eindelijk dan ook, na Het Proces, nu Het Slot van Franz Kafka gelezen.
Het was een hele opgave. Niet dat het niet mooi of niet goed was, integendeel: de zinnen en de vervreemding doen heus hun werk. Maar Kafka is voortdurend bezig met een niet bestaande realiteit, en vooral met heel veel redenaties. Dat maakte het lezen zwaar, en ook moeilijk om de zaken te onthouden. Iets kan zus zijn, maar van een andere kant bezien kan het ook wel zo zijn. En wat als iemand liegt? Of onbereikbaar is, en je hem of haar alleen maar leert kennen door wat anderen over hem of haar zeggen?
Hoofdpersoon in Das Schloss is dit keer K. We moeten aannemen dat hij landmeter is, dat is wat hij beweert. Maar of dat waar is? Zelfs daarover geeft Kafka geen zekerheid (bladzijde 183-184).
K. zegt dus, dat hij in dienst is gekomen van Das Schloss. Daar woont graaf Westwest. Het is de enige keer dat die naam genoemd wordt.
Eigenlijk is het kasteel de residentie van een soort overheid. Iedereen in het dorp, waar K. verzeild is geraakt, kent de macht van die overheid. Je mag niks van hen, hoort goed over hen te spreken, mag je niet aanmatigen met een van hen te willen spreken. Intussen is het moeilijk te achterhalen wat ze precies van je verwachten. Niemand bereikt ooit werkelijk één van de slotbewoners. Alleen lagere beambten komen in het dorp. We horen spreken over Klamm, een ambtenaar. Hij is wel een iets hogere pief. Maar we vernemen slechts één keer dat K. hem ziet, op zijn rug, terwijl hij ligt te slapen.
Intussen sturen ze vanuit het slot wel twee assistenten naar K. toe, die hem moeten helpen. Ze hebben echter geen verstand van landmeten. K. stuurt ze weg, wat natuurlijk tegen hem pleit, vanuit het kasteel bezien.
Er is sprake van twee herbergen in het dorp: de herberg Zur Brücke, en de Herrenhof. In de laatste komen de ambtenaren soms uit het slot afdalen om daar mensen te ontvangen. Bij voorkeur 's nachts.
Het Slot zelf is trouwens niet een echt kasteel, het lijkt meer op een stelletje huizen bij elkaar. Als K. er in het begin van het boek een tocht naar toe onderneemt, gelukt het hem op onverklaarbare wijze niet het slot te bereiken. De weg buigt uiteindelijk helemaal af.
Er is ook in dit boek weer sprake van relaties tussen K. en vrouwen die niet goed verlopen. De een is met Frieda, de ander met Pepi.
K. wordt overigens conciërge, wat een nederig baantje is. Zijn recht om landmeter te zijn verspeelt hij.
Op mij maakte het relaas van Olga wel indruk. Olga, dochter van een schoenmaker. Haar zus heet Amalia, haar broer Barnabas. Amalia had ooit een ambtenaar afgewezen, omdat ze zich door hem vernederd voelde. Dat kwam het hele gezin op straf te staan: de vader verloor zijn werk, zijn hele aanzien in het dorp. Omdat hij niet een echt verwijt had naar de ambtenaar, en andersom er ook geen strafbaar feit gepleegd was, kon er ook niks rechtgezet worden. En zo verviel het gezin tot steeds grotere ellende, de ouders werden hoe langer hoe zieker, Amalia verzorgde hen. Zij lijkt de enige die zich niet tot een soort prostitutie  lijkt te verlagen. (Zoals wel Pepi en Frieda en de waardin loijken te doen.) Maar intussen kijkt iedereen in het dorp op hen neer.
De hele tocht van K. is erop gericht in contact te komen met de mensen van het kasteel. Dit mislukt. We weten overigens niet precies hoe het afloopt, want Kafka schreef slechts een fragment van deze roman.

Een heel precieze samenvatting is te vinden onder DEZE LINK: daar is zelfs een overzicht te vinden per dag, en per hoofdstuk. Het boek bevat namelijk precies zes dagen, die in 25 hoofdstukken vervat zijn.
Ik vond het een verademing in het Duits een behoorlijke samenvatting te vinden. In het Nederlands vond ik alleen scholierensamenvattingen. Daar moest ik soms wel om lachen, maar ze leverden me verder weinig inzicht op.
Een goede tekstanalyse is HIER te vinden.
Er wordt hier gewaarschuwd, dat Het Slot door menigeen geannexeerd is als symboolfunctie. Zo zou het iets zeggen over God, over politieke dictatoriale instellingen, enzovoorts. Maar:

Vielmehr scheint es um abstraktere Strukturen zu gehen, die mit dem Verhältnis von Individuum und Gesellschaft zu tun haben. Es geht dem Individuum darum, einen Platz in der Gesellschaft zu finden und als ihr Mitglied aufgenommen zu werden. Kafkas Werk lässt die Alpträume eines Menschen Realität werden, der das Gefühl hat, ihm werde die fundamentale Anerkennung als Mitmensch verweigert. Diese eigentlich selbstverständliche Anerkennung muss erst von einer mächtigen Behörde ausgesprochen werden, die allerdings durchschaut, dass man nur ein ungebetener Gast ist, der sich mit falschen Angaben in die Gemeinschaft einschleichen will. Die Welt, die Kafka darstellt, versinnbildlicht also die Empfindung, nicht dazuzugehören und die eigene soziale Identität nur durch Vorspiegelung falscher Tatsachen erlangt zu haben. Es sind die Gefühle eines Menschen, der zutiefst am Wert seiner Person zweifelt, die hier ins Bild gesetzt werden. Dazu kommt eine zwanghafte, geradezu paranoide Komponente: Alles wird von einer Behörde überwacht, die nach ihrem Belieben über die Menschen verfügt, für die sie umgekehrt aber völlig unzugänglich bleibt. Des einzige Ziel, dass zu verfolgen sich lohnt, ist, in das Innere dieser Behörde zu gelangen und dort endlich die begehrte Anerkennung zu bekommen.

Voor mij was het een Aha-Erlebnis deze interpretatie te lezen; het was haast een opluchting, omdat het helemaal klopte met mijn gevoel, dat ik echter tot dan toe niet onder woorden had weten te brengen.

Trailer van de film Das Schloss van Michael Haneke; Spaans ondertiteld. De film is helaas moeilijk te krijgen. Ik herken hier de hoofdrolspeler Ulrich Mühe uit Das Leben der Anderen.

Om Kafka - een in Praag geboren Jood, die leefde van 1883 tot 1924 - goed te begrijpen, is het van belang zijn Brief aan zijn vader te lezen.





1 opmerking:

  1. Dank je wel voor deze recensie en de verwijzingen naar andere info.

    BeantwoordenVerwijderen