zaterdag 9 november 2019

In Paradisum, Kees Verheul, Trouw, 2 november 2019.

Er stond op Allerzielen een allerontroerendst essay in de Letter en Geest van Trouw, van de hand van Kees Verheul (1940). Verheul schreef onder de titel: Om hem in liefde los te laten over het In Paradisum, een Gregoriaans gezang. 
 In Paradisum, waarschijnlijk minstens veertienhonderd jaar oude tekst. Verheul schrijft dat hij deze tekst is "gaan waarderen als de bij zijn weten rijkste vormgeving van het onderwerp: de dood van een geliefd iemand."
Kees Verheul, geboren 1940; de tekst van het hier besproken essaykomt uit zijn grafrede voor zijn echtgenoot Kees Smit, 29 september 2018.

De Latijnse tekst van het katholieke liturgische gezang In Paradisum luidt als volgt:
"In paradisum deducant te angeli;
in tuo adventu suscipiant te Martyres
et perducant te in civitatem sanctam Jerusalem.
Chorus Angelorum te suscipiat
et cum Lazaro, quondam paupere
aeternam habeas requiem."
In notenschrift
Verheul geeft naast de Latijnse tekst de vertaling van de jonge Guido Gezelle, uit diens  Kerkhofblommen: 

"Ten Paradijze geleiden u de Engelen,
ga met de heilige Martelaars mede,
en uit Jerusalems zalige muren
komen de zingende koren u tegen!
Ga, eens met Lazarus arm en ellendig!
rust... in alle eeuwen der eeuwen onendig!"

Guido Gezelle, 1830-1899
Eerste uitgave was 1888; deze is van circa 1900. 
Ik voeg aan bovenstaande informatie nog het volgende toe: 
de echtgenoot van Kees Verheul was dement, 'de-ment' betekent letterlijk: 'arme van geest'. Ondanks die ziekte herinnerde Kees Smit zich nog de begrafenis van een bevriende jonge aidspatiënt, begin jaren negentig. De kist werd uit het Begijnhof gedragen, 'naar het plotselinge stadskabaal van het Spui, en telkens klonk opnieuw dat onverstoorbare, als een vogelvlucht boven de kist op en neer deinende eenstemmige gezang.' - Beide mannen waren diep onder de indruk, het leidde er bijna toe dat Smit katholiek werd. 
Toen de muziek van Smits eigen begrafenis aan de orde kwam, en Verheul In Paradisum voorstelde, wist Smit ondanks zijn ziekte dat hij daar helemaal mee akkoord was.
Ik moet nog iets toevoegen: 
De Lazarus die in het gezang wordt genoemd, is niet de Lazarus die we kennen van de opstanding uit de dood. 
"Hier is het diens naamgenoot uit een tegenwoordig haast vrijwel vergeten geraakte gelijkenis van Jezus. Deze Lazarus is een bedelaar, ziek, haveloos, door het personeel van rijke woningen geweerd uit de eetzaal waar nettere armen dan hij mogen komen profiteren van etensresten op de vloer. Naar Lazarus kijkt niemand om. Alleen straathonden, zo vertelt de gelijkenis, likten zijn wonden. Maar na zijn dood wordt Lazarus, in woorden die de maker van 'In paradisum' welbewust uit het evangelie lijkt te citeren, 'opgetild door de engelen' en rechtstreeks 'omhooggedragen' naar de hemel."
De gelijkenis van de rijke man en Lazarus, afbeelding uit de Liber aureus Epternacensis (11e eeuw) Het gaat om de parabel zoals verteld door Jezus in het Evangelie volgens Lucas 16:19-31.
Verheul herkent in de pauper Lazarus zowel de vroegere aidspatiënt, uitgekotst als hij destijds was door de maatschappij, maar ook iets van zijn man Kees Smit, "in zijn schrijnende, nu gelukkig voorbije toestand als armoedelijder-naar-de-geest."
Voor de aanstaande dood van zijn man greep Verheul terug op de begrafenis van de voormalige aidsvriend, met het mooie, steeds herhaalde In Paradisum. Verheul verdiepte zich in de tekst, en kwam uit bij Willem Jan Otten.
Willem Jan Otten
Otten bekeerde zich op latere leeftijd tot het katholicisme. Hij zei tegen Verheul over het In Paradisum: 'In paradisum' is op zijn minst een heilzaam tegenwicht bij de gangbare sfeer tijdens een moderne begrafenis. Die draait immers meestal om het verlangen de dierbare nog uit alle macht tegen te houden bij zijn vertrek uit ons leven, om vóór alles zijn of haar 'leven te vieren', zoals dat heet."
Het leven vieren bij een uitvaart
Verheul herkent dit, "al was het alleen maar omdat vrijwel alle toespraken vanaf het spreekgestoelte-met-microfoon gaan over hoe geweldig, hoe lief, hoe geestig, kortom hoe énig onze opgebaarde in betere tijden is geweest. En hoeveel hij of zij wel van de spreker heeft gehouden. En wat een humor ook die spreker toont bij het opdissen van zijn anekdotes. Ik voor mij ben blij dat zulke onderwerpen vanmiddag zeker een plaats zullen krijgen, maar dan waar ze ideaal thuishoren: in de spontane onderonsjes met z'n tweeën, drieën, vieren tijdens de nazit van de 'besloten kring' van Kees Smits naaste vrienden."
En dan komt de kern van het essay:

'In paradisum' geeft op het dramatische moment van gezamenlijk opstaan en vertrekken naar het concrete doel van de uitvaart, een heel andere wending aan de realiteit van dood en begrafenis dan wat we gewend zijn. Het focust de aandacht op wat hij of zij nú is en wat zij of hij nú, onbereikbaar voor ons, steeds meer zal worden. In plaats van het zojuist geschetste egocentrisch vasthouden, de bereidheid om een gestorvene onzelfzuchtig zijn eigen weg te gunnen. Om hem in liefde los te laten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten