donderdag 20 augustus 2020

De onontkoombare afkomst van Eli d'Oliveira, een Portugees-Joodse familiegeschiedenis - Jaap Cohen, 2015

Boekomslag, 
Met voorop een foto uit de dertiger jaren van de centrale persoon in deze studie, Eli d'Oliveira, wiens rijke en bijzondere leven de familie op deze manier kan en wil gedenken en in herinnering houden, omdat het leven hem ontnomen werd door de Nazi's.
Het onderzoek door Jaap Cohen is gedaan in opdracht van Ulli, kleinzoon van Eli, en diens nicht Suzanne Pereira.
Ik heb dit boek niet gelezen, ik heb er kennis van genomen. Ik kwam niet verder dan een goed deel van hoofdstuk 5, en heb me verder gericht op de samenvattingen, onder andere die van Margalith Kleywegt in DE GROENE.
Het boek is geschreven door Jaap Cohen, een zoon van Job Cohen. Het is een proefschrift, Cohen promoveerder hierp in 2015.
 Schrijver Jaap Cohen tekent zijn boek. In Juni 2015 ontving hij de 2014-2015 dissertatieprijs van het ASCH (Amsterdam School for Culture and History).
De foto plukte ik van de site van DE FAMILIE D'OLIVEIRA. Daaar komen verderop nog meer foto's vandaan. 
Cohen beschrijft in dit boek de geschiedenis van twaalf generaties d'Oliveira. De eerste was Moseh d'Oliveira, die tussen 1670 en 1680 naar Amsterdam kwam. Daar werd hij in de ban gedaan door het bestuur van de synagoge door wangedrag. De vergelijking met Spinoza dient zich aan. 
In 1492 werden alle Joden verbannen van het Iberisch schiereiland. Degenen die mochten blijven, hadden zich bekeerd tot het katholieke geloof. Dit waren de conversos, de bekeerlingen. Velen van hen bleven in het geheim vasthouden aan Joodse rituelen. 
Maar de verchristelijking zou later een cruciale rol gaan spelen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Sefarden (de Joden van Spaanse en Portugese afkomst) het als argument om hun eigen jodendom te ontkennen. En zo aan de vervolging door de nazi's te ontkomen.
 
Rechts de Portugese synagoge, links de Hoogduitse. Gezien het verschil in afmeting was de Portugese veel belangrijker. Schilderij van circa 1673, Berckheyde
Voor dit doel, beriepen zij zich ook op hun verfijnde cultuur; onder hun voorouders zaten vooral veel ontwikkelde mensen, artsen, musici. Dat onderscheidde hen van de Asjkenazische Joden, de Hoogduitse Joden. Zelfs was er een tijdlang een verbod in de 17e en 18e eeuw) om te trouwen tussen de verschillende afkomsten. 
De 'Aktie Portugesia' behelsde het onderzoek dat de Sefarden deden met behulp van bovenstaande argumenten - verchristelijking, toetreden tot de christelijke adel, hoogstaandere cultuur dan de asjkenazie - . Eli d'Oliveira was stenograaf en schrijver, zoon van een dimantslijper, met belangstelling voor het socialisme. Hij had totaal geen voeling met het jodendom, in 1927 trad hij bewust uit de synagoge. 
Vanaf 1942 verzette hij een enorme berg werk om te bewijzen dat hij geen Jood was. Hij deed dat in de zogenaamde Sterrenwacht: een kamertje in het Gemeentelijk Archief in Amsterdam, zo genoemd omdat daar veel Sefarden napluiswerk deden, om zo te ontkomen aan het stigma van de Davidster. 

Oude Gemeentelijke Archief; hierin dus 'de Sterrenwacht.' 
Bij het onderzoek lieten de Sefarden voor het gemak weg, dat het element van 'de elite' sinds de 19e eeuw eigenlijk niet meer gold. Toen verarmden velen, en trouwden Sefarden en Asjkenazie wél onderling, 
De familie Texeira de Mattos en de familie Mendes de Leon waren de eersten die protest aantekenden bij de Duitsers. Hans Calmeyer gaf ze gelijk. 
Hans-Georg Calmeyer (1903-1972) 
Duits jurist die tijdens de oorlog als ambtenaar in Nederland werkte. Hij heeft tussen februari 1941 en september 1944 naar schatting ongeveer 3700 mensen het leven gered door bezwaarschriften goed te keuren, waarin ze aangaven geen Jood te zijn.
Vervolgens klopten zo'n 4500 Portugese Joden bij hem aan. Calmeyer had niet de macht hen als groep te ariseren, maar stelde alvast een portugezenlijst samen. Er werden pogingen ondernomen hen als groep te redden. 
375 vrijwilligers werden opgemeten, foto's werden gemaakt door zoon Jaap (zoon van Eli). De wetenschapper Ariëns Kappers hield zich al langer met schedelmeting bezig.
Cornelius Ubbo Ariëns Kappers, 1877-1946
 geschilderd door Georg Rueter 
Kappers hielp de Joden ook; hij zette zijn handtekening onder de onderzoeken van De Froe (zie foto hieronder), wat het een stempel van wetenschappelijkheid gaf.
Kappers was Nederlands medicus en neurologisch en neurowetenschappelijk onderzoeker. In 1908 werd hij de eerste directeur van het Nederlands Centraal Instituut voor Hersenonderzoek.
Op internet vond ik dit boek van H.U Jessurun d'Oliveira, dit is Ulli, kleinzoon van Eli. Arie de Froe moet in dit verband worden genoemd, hij komt ook voor in het boek van Cohen. De Froe (1907-1992) was een Nederlandse hoogleraar, huisarts, fysisch antropoloog, en wijsgeer. Hij werd onder andere bekend door pogingen om Nederlandse Joden te behoeden voor deportatie door de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Antropologische meet-apparatuur om schedels, neus-
lengte en oog-afstand te onderzoeken.
De schedels van de Sefarden zouden langer zijn dan die van de Asjkenazie; bovendien zou bij hen de karakteristieke neus ontbreken. 
Het kostte mij moeite om dit te lezen. De Sefarden moesten zich afzetten tegen hun 'collega-Joden' uit het oosten van Europa. Ik snap de dreiging, toch is het afschuwelijk. Maar ik praat natuurlijk ook zo veel jaren later.... 
De Froe beweerde, dat de Sefarden zich ook 'statiger, waardiger, ingetogener, introverter' gedroegen, dan de opgewonden Oosteuropese Joden. 

Alle moeite van de Sefarden om hun afkomst uit te leggen, met behulp van stambomen, documenten - het vele, vele onderzoek in 'De Sterrenwacht'-  bleek in 1944 tevergeefs. De nazi Ernst Kaltenbrunner zette alle Joden van de Portugezenlijst, alsnog op transport, eerst naar Westerbrok, daarna door naar Theresienstadt of Auschwitz. 
Ernst Kaltenbrunner. SS-generaal,
 hoofd van het Reichssicherheitshauptamt van het gehele Derde Rijk. Hem was ter ore gekomen dat de Nederlandse Sefardiem buiten de deportaties werden gehouden omdat zij geen ‘echte’ Joden zouden zijn. Welnu, die opvatting kon Kaltenbrunner niet delen. Ook vanuit rassenkundig standpunt ging het bij de Sefardiem volgens hem zonder enige twijfel om Joden; ze zagen er alleen zuidelijker uit dan hun rasgenoten. Hij verzocht dan ook om deze Sefardische Joden onmiddellijk in het ‘evacuatieproces’ op te nemen.” 
De Joden waren inmiddels zo overtuigd geraakt van het slagen van hun pogingen, dat ze niet onderdoken. Ze rekenden op de rationaliteit van de Duitsrs, maar die dachten volstrekt irrationeel. 

Zo werd  Eli d'Oliveira alsnog vermoord door de Duitsers. 

Zijn dochter kwam terug uit Westerbork, trouwde, het ging haar goed. Ze werd huisarts in Bussum. 
Paul Rodrigues Pereira en Elsa d'Oliveira, één van de
eerste huwelijken in mei 1945 in Amsterdam.
Elsa werd huisarts te Bussum. 
Nog over het onderzoek: de Joodse psychiater Van Emde Boas heeft nog onderzocht, of er ook psychologische kenmerken waren van de Sefarden, die gewicht in de schaal konden leggen. Een zoon van Van Emde Boas vond een hele doos met onderzoeksmateriaal, dat ook bij Jaap Cohen terecht is gekomen. 
Psychiater Van Emde Boas, 1904-1981: zoon vond doos op zolder met psychologisch onderzoek. 
Latere onderzoeken hebben uitgewezen, dat psychologische kenmerken niet aan een hele groep zijn toe te wijzen. Van Emde Boas kwam er vermoedelijk zelf ook niet uit. 
Al het onderzoekwerk van Eli d'Oliveira lag bij een advocaat van hem.
Dit is Ulli d'Oliveira in 2009
Ik kende hem van mijn studie Nederlands, met name van de essaybundels Literair Lustrum 1 en 2, periode 1961-1966 en 1966-1971. Geschreven samen met Oversteegen en Kees Fens. 
Ulli is de kleinzoon van Eli, Cohen beschrijft hem als iemand die aardt naar zijn opa. 
Eli d'Oliveira in 1942.
De Portugese Synagoge, Amsterdam (Foto Charles Kotting, 2006)
De Portugese Synagoge was sinds haar opening in 1675 het onbetwiste religieuze centrum van de Amsterdamse Sefardische gemeente. Het was een imposant gebouw, ruim 36 meter lang en 28 meter breed en bijna 20 meter hoog - met gemak het hoogste gebouw in de omgeving.
Ik heb ook nog gebruik gemaakt van informatie van HISTORIEK. Daar vond ik de informatie over de zogenaamde ‘Bewariërs’: 
"Toen Nederlandse Joden die de Holocaust overleefd hadden na de bevrijding terugkeerden naar hun voormalige huizen, bleken hun woningen vaak te zijn ingepikt door andere mensen. Net als overigens hun persoonlijke bezittingen. Bewariërs waren het, in de woorden van Cohen. Dit overkwam bijvoorbeeld Elsa d’Oliviera, de dochter van Eli:
Na terugkomst uit Westerbork kon ze niet meer terecht in haar ouderlijk huis in de De Lairessestraat 121; er woonden nu andere mensen. En Elsa’s spullen die nog op haar kamer hadden gestaan, die waren weg. Ze miste bijvoorbeeld een jurk die haar vaste naaister voor de oorlog speciaal voor haar had gemaakt, totdat ze op straat een vrouw erin zag lopen. Hoewel het niet in de lijn van haar karakter lag, deed Elsa niets. ‘Wat kon je doen?’, zei ze er later over. Veel ‘bewariërs’ gaven de Joodse goederen die ze in de oorlog tot zich hadden genomen nooit meer terug. Elsa stond machteloos.” (490)

Een vreemde aanvulling vormt nog dit bericht uit Vrij Nederland van mei 2015:

Nu, ruim vijf eeuwen na de uitzetting van de Joden in 1492, later, hebben Portugal en recent ook Spanje besloten dat de nakomelingen van die Sefardische Joden onder voorwaarden mogen terugkeren naar het Iberisch schiereiland. Een gebaar van Wiedergutmachung?? 
Maar dan: 
"Cohen vraagt zich af waarom Spanje en Portugal dat staatsburgerschap aanbieden aan de nakomelingen van de verdrevenen. Is het een vorm van schuld bekennen, zo’n 520 jaar later? Is het een gebaar voor de Bühne? Of berust het op het misverstand dat (Sefardische) Joden over bezittingen beschikken die welkom zijn in tijden van economische crisis?
Migratielijnen van de Sefardische Joden. tussen 15e en 17e eeuw. Bron: Wikipedia.
De eisen in Spanje zijn streng: er is een namenlijst van zo’n vijfduizend ‘typisch Sefardische namen’, je moet aantonen dat je de taal spreekt en je moet binnen de procedure minstens twee keer naar Spanje komen, wat bijvoorbeeld voor armere Joden uit Zuid-Amerika een flinke barrière opwerpt. Ook in Portugal beslist een commissie over het recht op terugkeer. Van de honderdduizenden Joden die in de vijftiende eeuw in Portugal leefden zijn er nu nog geen duizend over. De vraag is of dat er door de nieuwe wet veel meer zullen worden.
Het lijkt een wrange voetnoot in de geschiedenis van de Sefardische joden in Nederland, zegt Jaap Cohen. Nadat ze in de vijftiende eeuw waren verdreven of hun religie hadden moeten verloochenen, probeerden de Sefardische Joden in Nederland tijdens de Duitse bezetting aan te tonen dat ze niet alleen tot het christendom waren bekeerd maar ook naar ‘ras’ geen Jood meer waren, door vermenging met de Iberische aristocratie."

Eli d’Oliveira kwam op 21 augustus 1944 in Auschwitz om. Zijn nageslacht, voor zover dat de holocaust overleefde, zou nu de Spaanse en Portugese regering moeten overtuigen van hun Joodse afstamming.
Bij de Portugees-Joodse families die Jaap Cohen voor zijn proefschrift onderzocht is er ruim vijf eeuwen na hun uitzetting en zeventig jaar na het opstellen van de Lijst-Calmeyer niet heel veel enthousiasme om voor een commissie te verschijnen om met bewijzen te komen voor hun zuivere Sefardische afstamming, zegt Jaap Cohen. Al was het maar omdat ze dan de kans lopen dat ze, zoveel eeuwen na de vlucht van hun familie naar het Noorden, hun Nederlanderschap kwijt te raken. (!)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten