woensdag 30 oktober 2019

Ongezocht ongeluk, Peter Handke, 1980 (1972)

Boekomslag. Vertaling en nawoord van M.Mooij
Oorspronkelijke titel: Wünschloses Unglück. 
De Nobelprjs voor literatuur is altijd een mooie reden om je in een auteur te verdiepen.
Peter Handke, Oostenrijks schrijver,  geboren 1942. Foto van 2019.
Handtekening auteur
Ik had nog nooit iets van hem gelezen. Een stimulans ging voor mij uit van een stukje (Klein Verslag, achterpagina) van Wim Boevink, in de Trouw van 12 oktober jongstleden, na de uitreiking van de Nobelprijs. 
Boevink memoreert, hoe haat, spot en hoon Handkes deel waren, nadat hij zich in de Joegoslavië-oorlog pro Servië had uitgesproken. En al helemaal, toen hij op de begrafenis van Milosevic een redevoering had gehouden. 
Handke had literaire reisverslagen geschreven, onder de titel ‘Gerechtigheid voor Servië’ en bij Trouw vonden ze die verslagen zo mooi en ­belangrijk dat men ze, in navolging van de Süddeutsche Zeitung, integraal publiceerden, acht grote pagina’s in het ­katern Letter & Geest.
‘Ik had de drang om achter de spiegel te kijken’, schreef Handke in het eerste deel van de verslagen. ‘En wie nu denkt: Aha, pro-Servisch! die hoeft hier al ­helemaal niet meer verder te lezen.’
Twee Servische vrienden had hij en dat was genoeg voor een onderdompeling in landschappen, kleuren en geuren, langs dorpen en rivieren, beelden oproepend die je nergens anders las, beelden die nodig waren voor ná de oorlog. Handke beschouwde zijn stukken als vredesteksten.
Lees dit essay eens, zegt Boevink. 
Het ging bij de Nobelprijs erom, licht te werpen op zijn werk, "dat machtige bouwwerk van taal dat waarnemingen en bevindingen uiteenrafelt."
En wat zei hij nou precies, op de begrafenis van Milosevic? “De wereld, de zogenaamde wereld, weet alles over Slobodan Milosevic. De zogenaamde wereld kent de waarheid. Ik ken de waarheid niet. Maar ik kijk. Ik begrijp. Ik voel. Ik herinner me. Ik vraag.”
Boevink spoort aan: Lees eens zijn ‘Essay over de moeheid’ (1990). Zelden is zo verkwikkend over de wereld geschreven. Zie  TROUW 19 OKTOBER.

Er is nog een andere reden waarom de toekenning van de prijs aan Handke omstreden is. Het controversiële zit ook in zijn werken, die vaak provocatief en experimenteel van aard zijn. Berucht is ‘Publikumsbeschimpfung’ (1966), een toneelstuk zonder plot, waarin de acteurs het publiek uitschelden. Zijn toneelstuk ‘Kaspar’ (1968) springt er ook uit; het zit vol met herhaalde zinnen, die tonen hoe mensen worden geïndoctrineerd om hetzelfde te zijn als alle anderen. In de roman ‘De angst van de doelman voor de strafschop’ (1970) voegde de schrijver allerlei betekenisloze symbolen en schrifttekens toe.
Controversiëel stuk 
Uiteraard verdedigde het comité voor de Nobelprijs hun keuze: Vanuit verschillende hoeken lieten ze van zich horen. Petersen en Rebecka Kärde betoogden dat Handke de prijs „absoluut verdiende”. In een artikel in de Zweedse krant Dagens Nyheter moesten twee andere leden van de Zweedse Academie (Mats Malm en Erik M. Runesson) toegeven dat Handke „zeker uitdagende, ongepaste en onduidelijke dingen heeft verklaard over politieke zaken”. Maar, voegden de leden daaraan toe, „we hebben in de teksten van Handke niets gevonden wat wijst op aanvallen op de maatschappij of op de gelijkwaardigheid van mensen”. Ze voegden toe dat het „niet de bedoeling is geweest de prijs te geven aan een oorlogsmisdadiger of een ontkenner van oorlogsmisdaden en genocide”.
Milosevic, op zijn begrafenis in 2006 sprak Handke
Ik vond een mooie verdediging van Handke in een artikel in DE VOLKSKRANT, OKTOBER 2019:
onder de titel Literair universum las ik daar:

Handke keert terug naar het domein van de literatuur, het enige terrein waar hij zich echt thuisvoelt. Daarbij is hij trouw gebleven aan de woorden die hij in 1966 in Princeton zijn collega’s voorhield: het gaat niet om de beschrijving van de werkelijkheid, maar om taal en om woorden. ‘Ik verzin niet alleen verhalen, maar ook woorden’, zei hij eens. En het gaat om dromen. In zijn bekende Die Stunde der wahren Empfindung droomt de hoofdpersoon dat hij een moord heeft gepleegd, wat zijn leven verandert.

Handkes literaire streven is erop gericht met taal en met een geheel eigen stijl en klankkleur een andere, ongekende wereld te scheppen; een literair universum op te bouwen als tegenmodel van de bestaande wereld, want die is te oppervlakkig, te materialistisch, te luidruchtig. ‘Mijn ideaal is in stilte denken en kijken.’ Maar de moderne mens wordt zo van alle kanten door beelden bestormd, dat voor een bedachtzaam waarnemen geen ruimte meer is. Dit was het thema van zijn opmerkelijke roman Der Bildverlust, waarin een vrouw uit de financiële wereld over de Spaanse hoogvlakte Sierra de Gredos trekt, deels te voet, en uiteindelijk belandt in de plaats Hondareda, waar de bewoners afbeeldingen hebben afgezworen.

Der Bildverlust, helaas niet vertaald in het Nederlands. 
Ongezocht Ongeluk
Ik ga nu naar het boek. 
Handkes moeder Maria pleegde in 1971 zelfmoord, door een overdosis aan slaappillen en antidepressiva. In enkele weken na die afschuwelijke datum schrijft Handke dit boek. 
Hij probeert een niet gewoon verhaal te vertellen, probeert te vermijden dat het puur anekdotisch, of beschrijvend is. 
Wat mij betreft is hij daar goed in geslaagd, al vond ik het niet gemakkelijk te lezen.  
Handkes moeder werd in een arm gezin geboren, 'de algemene onbemiddeldheid was zo groot dat klein grondbezit haast nog niet voorkwam.'Haar vader spaarde veel, maar raakte dat geld bij elke crisis ook weer kwijt. Een opleiding zat er voor de dochter niet in. Zij was de op een na jongste dochter van vijf kinderen. Op school was zij knap. 'Zij lachte altijd en scheen ook niet anders te kunnen.'
Klagenfurt in het district Kärnten (Oostenrijk), waar Maria opgroeide. 
Ze werd opgeleid tot kokkin, 'gegeten moet er altijd worden.'
Als Hitler binnenkomt met zijn soldaten, raakt ze verliefd, en die man maakt haar zwanger. Maar hij vertrekt ook weer naar zijn eigen vrouw. Zij trouwt dan een man van wie ze niet houdt, om het kind te echten. Dit kind is de schrijver. Over zijn vader schrijft hij: 'Ze had een hekel aan hem, maar men praatte haar plichtsbesef aan (het kind een vader te geven).'
Mooie omslag.
Verder:  
'Mijn moeder gedroeg ze bij alle gebeurtenissen alsof zij er met open mond bij stond. Zij werd niet schrikachtig, liet hoogstens, eventjes een lachje horen, terwijl ze zich op hetzelfde ogenblik al schaamde dat haar lichaam zich plotseling zo ongegeneerd zelfstandig had gemaakt. 'Schaam je je niet?'of 'Je moest je schamen! was al voor het kleine en vooral voor het opgroeiende meisje de leidraad geweest die haar voortdurend door anderen werd voorgehouden. Elke uiting van een zelfstandig vrouwelijk leven gold in dit landelijk-katholieke milieu toch al als voorbarig en onbeheerst; scheve blikken, net zo lang tot de beschaamdheid niet slechts op potsierlijke wijze werd voorgewend, maar al heel diep van binnen de meest elementaire gevoelens afschrikte. '
De geschiedenis van de moeder is overigens niet alleen maar kommer en kwel: ze ontwikkelt zich tot een fraai rechtop lopende, elegante vrouw, en ze gaat ook lezen, onder invloed van haar zoon. Maar haar man slaat haar, ze moet pietluttig en zuinig zijn omdat er geen geld is, ('het warme brood pas voor morgen'). Het eigene mocht niet, iedereen ontwikkelde zich in die sfeer tot een type: 'Zo werd een zieleleven dat nooit de mogelijkheid had gehad om op rustige wijze burgerlijk te worden, ten minste naar buiten toe verstevigd door hulpeloss het burgerlijke systeem van taxeren, dat vooral bij vrouwen voor de omgang met elkaar gebruikelijk is, na te bootsen, waarin de ander mijn type is maar ik niet het zijne, of ik het zijne maar hij niet het mijne (...) waarin dus alle omgangsvormen reeds zo zeer als bindende regels worden opgevat dat iedere meer individuele, en beetje op de ander ingaande houding slechts een uitzondering op deze regels betekent.' 
Een aantal keren laat de moeder abortus plegen, 
Maria - ik weet niet met welk kind. 
Voor zowel een complete inhoudsbeschrijving alsook kritiek op het boek zie DEZE SITE. 
Ik hoop met de enkele voorbeelden hierboven een klein beetje getoond te hebben, hoe Handke het aanpakt; hoe hij laat voelen hoe zijn moeder grootgebracht werd, wat belangrijk gevonden werd, hoe weinig er van haar zelf was overgebleven. Een biografie van binnenuit. 
Nogmaals: Handke
Frits Abrahams; kiest in het NRC bij een vergelijking tussen Handke en August Willemsen voor de laatste. Zie het NRC. Ook Maarten 't Hart en Jacq Vogelaar moeten niks van hem weten. Bernlef daarentegen houdt wel van Handke. „Handke”, zo analyseerde Bernlef, „beschrijft de ‘binnenwereld’ van mensen die het contact met de wereld niet meer kunnen maken.”
Nog een keer Peter Handke. 
Vernietigend was Maarten ’t Hart in zijn autobiografie Het roer kan nog zesmaal om uit 1984: „Nooit ben ik somber geworden van enig literair werk, behalve dan van de boeken van de begaafde leugenaar Peter Handke. Maar die met ongeluk epaterende Oostenrijker kende ik toen nog niet.”
Bernlef (gestorven in 2012) over Handke:
„Hij wordt veel gelezen. En terecht.” 
Naar dit gedicht ben ik nog wel nieuwsgierig. Aanbevolen door Wim Boevink,
Artikel omschrijving:
Het gedicht aan de duur is een oefening, een geestelijke en lichamelijke exercitie. De duur is geen geschenk dat je kunt krijgen, het is een resultaat, een toestand die te bereiken is. Het 'filosofisch-narratieve' gedicht, zoals Handke het zelf noemde, verscheen in 1986 en is voor deze uitgave eindelijk integraal in het Nederlands vertaald door Huub Beurskens. Peter Handke (1942) schreef vele romans, toneelstukken, essay- en dichtbundels en is een van de belangrijkste en origineelste hedendaagse Oostenrijkse schrijvers.
Taal: Nederlands; aantal pagina's: 48.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten