Samen met Wir töten Stella; twee korte novelles in één band.
Ook dit is een juweeltje van een boek, over een vierjarig meisje dat opgroeit bij haar grootouders. Ze heet Marili. Het gaat over de 'paradijselijke toestand van de jeugd', in deze zin spreekt Haushofers biografe Daniela Strigl over het boek.
De verhouding tussen Marili en grootvader en -moeder wordt erg mooi getekend. Grootmoeder is de kleine vrouw met de donkere haren, die nog altijd rouwt om haar gestorven kinderen. Marili vindt die rouw interessant, en moeilijk voor grootmoeder. Tegen het lichaam van haar oma of van haar opa aan voelt ze zich altijd veilig, Grootvader windt ze min of meer om haar vinger, het lukt haar altijd wel hem nog een verhaaltje te laten vertellen.
Daniela Strigl wees op de aanwezigheid van de dood in het boek als een belangrijk thema. Niet alleen rouwt grootmoeder, ook worden er varkens geslacht, en herten gejaagd. Marili gruwt daarvan. Ook is ze erg bang voor het Christusbeeld in haar slaapkamer. Ze denkt dat dat van het kruis afkomt en gaat rondspoken in haar kamer. Ze gaat er met haar rug naar toe liggen. God is voor haar God de Vader, met een baard zoals grootvader heeft. Voor Hem is ze niet bang.
Strigl wijst ook op het kwaad dat het paradijs verwoest. Twee keer wordt dat door 'de man' verpersoonlijkt. De eerste keer is het een buurjongetje, dat jonge katjes in een zak wil verdrinken. Marili valt hem aan, zo woedend is ze erom.
De bedelaar gooit het mandje voor haar ogen stuk.
De tweede keer is, als ze op zolder een porseleinen broodmandje gevonden heeft. Ze biedt het een bedelaar aan. De man lijkt krankzinnig, met een tandeloze mond. Hij gooit het mandje voor haar ogen stuk. - Door de opmerking van Strigl (het kwaad komt van de man) moest ik terugdenken aan de film en het boek Die Wand, waarin aan het leven van de geliefde hond een eind wordt gemaakt door een man - hij schiet de hond dood.
Marili wordt in dit verhaal ernstig ziek/ Dat deed me denken aan het biografische gegeven, dat Marlen Haushofer zelf ook ernstig ziek is geweest. Volgens mij was ze toen al wel veertien of daaromtrent. Daarna was ze niet meer zo opstandig tegenover haar moeder, werd ze eindelijk gezeglijk.
Foto's uit de film Die Wand, als sfeerbeeld.
Boven alles deed de novelle me erg denken aan de kinderboeken die ik van Haushofer gelezen heb:
Brav sein ist schwer, en Schlimm sein ist auch kein Vergnügen. Een broertje logeert met jonger zusje en broertje elke zomer bij oma en opa. De sfeer is precies eender, het prachtige Oostenrijkse landschap. de sneeuw, het hout, het slachten van het varken, het jagen op herten: het komt allemaal in deze verhalen terug.
De schrijfster.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten