Boekomslag
Ik kwam op deze Perzische dichter door de serie Onze man in Teheran. Veel vrouwen die in de documentaire voorkomen zijn zeer ontwikkeld, en een paar van hen citeerden uit het hoofd verzen van Hafez. Ik vond ze mooi, en wilde er wel iets meer van weten.Maar dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hafez (Shiraz, ca. 1320 - ca. 1390) is zeer beroemd in Iran, zijn standaardwerk is de Diwãn, ieder gezin bezit wel een exemplaar van dit werk. Hij wordt de Iraanse Shakespeare genoemd.
Twee Engelse vertalingen van de Diwãn, boven en onder:
Hier een vertaling van Ghazal nr. 17 in het Spaans.
Maar anders dan Shakespeare is zijn poëzie niet eenvoudig te vertalen, omdat de betekenislaag dubbel of zelfs driedubbel is. Hafez was een soeffi, een mysticus, en hij wordt vergeleken met die andere dichter, Roemi. De mystieke betekenis van zijn taal komt tot uiting in beelden als wijn drinken, en de liefde tot de vrouw. In werkelijkheid wordt dan de eenwording met God uitgedrukt, God is wijnschenker. Tegelijk hoeft het niet te betekenen dat ook de 'gewone' betekenis wordt bedoeld.Het vertalen schijnt enorm moeilijk te zijn, en ik kan vertellen dat ook het lezen erg lastig is. Ik ben zelf helemaal niet vertrouwd met deze beelden, en ik merkte, dat een gedicht soms totaal afweek van de uitleg die achterin het boek stond.
De eigenlijke naam van Hafez was Chãdja Sjams od-Din Mohammed. Hij stamde uit een gegoede familie (Chãdja) en de naam Hafez duidt aan dat hij de hele koran van buiten kende.
In De kroeg van Hafez staan een aantal ghazals, dat zijn liefdesgedichten.
In het Perzisch taalgebied wordt de Diwãn van Hafez als orakel gebruikt, net als de I Tjing. Veel van de ghazal eindigen met zijn dichtnaam, Hafez, dit is dus een persoon die de koran van buiten kent. Het is ook een van de schone namen of eigenschappen van God en komt 44 keer in de koran voor.
Liefde, het centrale thema, is nauw verbonden met het begrip schoonheid. Het hele universum is de uiting van God, de bron van alle schoonheid en liefde. Alleen onvoorwaardelijke liefde brengt ons terug naar onze bron. Het bereiken van de hoogste stadia van liefde kan alleen bereikt worden door je in te zetten en de pijn van de scheiding te aanvaarden waar je als minnaar onvermijdelijk mee te maken krijgt. Zich losmaken van de begeerte is dus erg belangrijk.
In Hafez' gedichten leiden alle vormen van liefde uiteindelijk tot God. God is de ultieme geliefde, de mysticus een minnaar, zijn enige doel is het zich verenigen met de geliefde.
Mystieke Perziche dichters brengen de goddelijke liefde tot uiting door middel van beelden als vuur, licht en wijn. Daarbij passen een veelheid aan symbolen, beelden en metaforen: de mot die in de kaars vliegt, de drinker die zich tot de wijn aangetrokken voelt enzovoorts.
De beelden spreken natuurlijk velen aan.
De hypocrisie is ook een veelvuldig terugkerend thema: hypocrisie is iets dat je voorwendt met betrekking tot geloof, gevoel of moraal of deugd, zonder dat je daar volledig achter staat. Hafez bestrijdt het dat mensen zich belangrijk willen maken.Tegenover de hypocriet stelt Hafez de geïnspireerde vrijdenker. Door op te treden als pleitbezorger voor liefde, wijn, en alle anderen dingen die door de asceten verboden zijn, wordt de vrijdenker (een schavuit) spreekbuis voor de schrijver.
Mozaïek van zijn graftombe, Shiraz
Graftombe, Shiraz
Enkele citaten:Vorst der vorsten, schenker van innerlijke kracht,
was ik maar een ster die in het wentelend hemelgewelf
het stof van jouw voorportaal kust. (Ghazal 12)
Hoor je de mensen van het hart spreken, zeg dan niet:
dit is verkeerd.
De fout zit hem daarin, hartendief,
dat jij geen kenner van het woord bent.
(....)
Nachtenlang heb ik geen oog dichtgedaan
door alles wat er door mij heen gaat
Ik zit met een kater van honderd nachten.
Waar is het wijnhuis?
(....)
In de taveerne hebben ze me hoog zitten
omdat er in mijn hart een eeuwig vuur brandt
dat nooit dooft. (Ghazal 26)
Perzische uitgave van de Diwãn
Wie het mystieke teken kent,wordt een verkondiger van het goede nieuws.
Talrijk zijn de mystieke betekenissen.
Waar is de vriend die tot die geheimen is doorgedrongen?
(Ghazal 27)
Ik ben de slaaf van degene
die onder de azuurblauwe hemel vastbesloten is
vrij te zijn van alles
wat de kleur van de gehechtheid aanvaardt. (Ghazal 36)
Erg mooi, hoewel onverstaanbaar: twee vrouwen die Hafez voorlezen bij zijn graf.
Zomaar, op een muur.
Illustratie uit de Diwãn
Vertaler, Sipko A. den Boer
Afbeelding van die andere beroemde dichter, Roemi. (13e eeuw)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten