Omslag
Mijn liefde voor Knausgard is in hoge mate bekoeld onder het lezen van deel 2 van zijn romancyclus Mijn Strijd. Over deel 1 schreef ik wel enthousiast, zie Mijn strijd 1, Vader. Dit deel 2, Liefde, begon nog wel aardig. Ik vond met name de beschrijving die hij gaf van het kinderfeestje van één van de kleintjes op de crèche heerlijk herkenbaar. Maar daarna zat ik tevergeefs te wachten op dat kriebelig-prettige gevoel van 'oh gos, ja, zó gaat dat!' Ik begon het saai te vinden, en kwam van dat denkbeeld niet meer los. Ook heb ik moeite met iemand die om de haverklap 'stomdronken' is, of zo-en-zoveel pilsjes drinkt dat hij zich later niets meer herinnert. Daar houd ik nu eenmaal niet van. Er is ontwikkeling in die zin, dat in dit deel beschreven wordt hoe Knausgard een tweede huwelijk aangaat, nadat het eerste met Tonje in Noorwegen op de klippen is gelopen. In Zweden valt hij voor Linda, die ooit manisch-depressief is geweest. De eerste poging iets met haar te krijgen mislukt, de tweede slaagt, en ze zijn een paar weken of maanden dolgelukkig. Daarna is dat over, 'de duisternis' treedt een beetje binnen in hun relatie. Bij wijlen tenminste, en dat wordt een vast patroon van afwisseling donker-licht. Dat zit hem voor Knausgard er vooral in, dat hij schrijven wil en vooral móet, terwijl Linda aan hem trekt, ze kan en wil niet alleen zijn. We worden dus getrakteerd op hun onderlinge ruzies. Maar ook met de kinderen heeft Knausgard het moeilijk. Er wordt van hem, moderne papa, verlangd dat hij ook zijn verantwoordelijkheid neemt als vader en huisman. Dat doet hij ook, maar hij wordt soms gek van zijn gillende en moeilijk in toom te houden kinderen.
Ik was teleurgesteld in het boek. Was deel 1 echt spannend, van dit deel dacht ik herhaaldelijk: 'Dit interesseert me helemaal niks.' Ik heb het niet eens tot aan het einde kunnen uitlezen, de laatste bladzijden las ik met de vinger de bladzijden diagonaal kruisend, om alleen maar even te weten hoe het afliep. Ik had ook totaal geen belangstelling voor de conversaties die hij voerde met zijn vriend Geir. Maar zo gaat dat soms: je vindt het saai en ontkomt niet meer aan je eigen veroordeling.
De auteur
Ik was ook verbaasd, dat hij zo veel goede kritieken had gekregen. Het duurde even voor ik tussen alle loftuitingen door DEZE LINK aantrof. Het is een recensie van de Belgische Wereld van Morgen waarin ik mij volledig herken. Een ding wil ik eruit noemen: deze D. Favarque ergert zich ook aan de gesprekken met vriend Geir, omdat die allemaal zulke geweldige dingen over Knausgard te berde brengt. Vond ik nou ook!Bij vlagen vond ik het boek mooi, zie de passage over het kinderfeestje. Maar alle mensen die een keer langskomen in zijn leven - om maar weer één ding te noemen - hoef ik niet te kennen, ze zeggen me niks. Buurvrouwengeklets .;-)
Waarom het boek Liefde heet? Omdat hij Linda die onthoudt. Zo beschrijft hij het zelf. Hij doet alles voor haar: kookt, verschoont de luiers van de kinderen, brengt ze naar de creche, boent het huis schoon, vangt zijn vrouw op als zij het niet meer ziet zitten.... Geeft haar met andere woorden al zijn zorg, maar onthoudt haar wat ze het allermeeste nodig heeft: liefde. 'Dat was mijn manier om me te wreken.' (p. 548). Zo'n inzicht vind ik dan wel weer leuk.
Ik ben me er goed van bewust, dat anderen er totaal anders over kunnen denken. Daarvoor hoef ik maar terug te denken aan Het Bureau van Voskuil. Voor anderen was dat het toppunt van saaiheid, ik vond het geweldig! En waar dat nou aan ligt?
Het kan het verschil in leeftijd zijn; of dat ik in dit boek te veel een dagboek zie, te veel mijmeringen voor zichzelf.
Nee, jammer.
Voor de liefhebbers: een superlang interview.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten