Boekomslag
Wat een indrukwekkende biografie van Erasmus heeft Sandra Langereis met dit boek geschreven...!
De eerste recensie die ik erover las - ik had het boek toen nog niet eens gelezen - was, dat het ondanks de omvang - 700 pagina's - bleef boeien tot en met de laatste bladzijde. - Nu ik het eenmaal gelezen heb, kan ik dit zó onderschrijven!
Langereis heeft zeven jaar over dit boek gedaan.... Ik kan het me helemaal indenken, want ze beschrijft elke episode, elk werk van Erasmus met zó veel bijzonderheden uit Erasmus' tijd, dat je je heel goed kunt inleven. Je komt tegelijk met zijn biografie te weten hoe de maatschappij er toen uitzag. Buiten dat heeft ze alle geschriften van Erasmus in het Latijn wn het Grieks gelezen!
Ik geef een voorbeeld van hoe zij voortdurend schetst hoe de maatschappij begin zestiende eeuw werkte. Zó veel verschiilen zijn er met onze tijd. Bij voorbeeld:
Erasmus was schrijver, maar dat betekende niet dat hij meteen goed verdiende. Hij moest enorm leuren met zijn werk, om een of meer mecenaten te verkrijgen. De gewoonte was, dat hij dan een mooie opdracht schreef voor de vorst of bisschop aan wie hij het boek opdroeg. In ruil vergunde deze toegezongene hem dan een bedrag aan geld. Een voorbeeld van zo'n mecenas was William Blount, 4de Baron Mountjoy (1478-1534).
.... Als dat ten minste ook loskwam. Want dat gebeurde vaak ook niet. Ook niet als het wél beloofd was.
Een ander aspect is bij voorbeeld, dat reizen enorm zwaar was. Erasmus reisde nogal wat rond door Europa: hij had werkzaamheden in Rome, in Venetié, in Basel, in Parijs, in Engeland, Londen of Canterbury.... Sommige reizen gingen te paard, hij is meerdere malen te paard de Alpen over gereden. Soms ging het per koets, en soms per schip, de Rijn op of af.
Daarbij moest hij ook altijd rekening houden met rovers, of anderszins bedacht zijn op het verlies van kostbare materialen, of geld. Een zak wijn kwam een keer leeggelurkt aan. Er was geen verzekeringsmaatschappij die dit dekte...
Portret van Erasmus, door Hans Holbein de Jonge (1523) — Louvre
Erasmus was een geestelijke, maar wel een uit een bijzonder hout gesneden. Hij was volkomen vrij in zijn denken. Zo vertaalde hij ook wereldlijke literatuur uit het Grieks, het was niet enkel theologie wat de klok sloeg.
Loekianos, (circa 120-circa 185).
Met zijn spottend commentaar doorprikte deze schrijver en satiricus de zelfvoldane ernst van zijn tijd.
Lucianus (
Loekianos, schrijft Langereis) durfde de draak te steken met de geest van de eeuw. Hij was afkomstig uit het Syrische Samosata, nu Samsat in Oost-Turkije. Zijn moedertaal was het Aramees. Het Grieks waarmee hij als de lingua franca van het Oosten kennismaakte, was de Gemeenschappelijke Spraak
(koinè dialektos), een soort vereenvoudigd Grieks. Het kostte hem tientallen jaren scholing om zich het Attisch van de vierde eeuw voor Christus eigen te maken (het Grieks van de vroege filosofen).
Erasmus bestudeerde Loekianos, leerde via hem Grieks kennen, en werd door dezze satiricus geïnspireerd tot het schrijven van de
Lof der Zotheid.
Zo was Erasmus dan zeker priester, theoloog, geleerde.... maar hij was ook vooral scherp over de tekortkomingen van zijn tijd. Hij gebruikte veel van zijn kennis om te spotten met de trends van zijn tijd. Vrouwe Dwaasheid wordt geprezen omdat ze zo de macht in handen heeft bij kerkvorsten en wereldleiders.
Overigens schreef Erasmus vrijwel alles in het Latijn of Grieks De Nederlandse vertaling van hierboven is van veel later datum. Erasmus schreef de Stultitiae laus (Latijn) e/o de Morias enkomion (Oud-Grieks. - In Morias zit een verwoijzing naar zijn vriend Thomas More.)
Dat is ook de reden, dat ik, als Neerlandicus, uiteraard vanwege mijn studie de naam Erasmus wel kende, maar tijdens mijn studieperiode niets van hem gelezen had. Hij schreef eenvoudig niet in de volkstaal. Pas enkele jaren geleden las ik de Lof der Zotheid, in vertaling. Een openbaring!
Sandra Langereis parafraseert de Lof der Zotheid, waardoor je een heel goed beeld krijgt van de inhoud van het boek. Beter dan uit mijn blog, erken ik hier.
Parafraseren doet Langereis de hele tijd bijzonder goed. Er rijst een mooi beeld op van een dikwijls foeterende Erasmus - want stevige kritiek had hij, op een heleboel mensen. Geestelijken vooral. Erasmus zag - en dat is zijn grote verdienste - dat de
Vulgaatbijbel, en ook de geschriften van de kerkvaders, in de loop der jaren zwaar gecorrumpeerd waren door afschrijvers. Er waren vaak toevoegingen die helemaal niet klopten met wat in de oorspronkelijke teksten stonden.
Vulgaatbijbel, de Sixtijnse Vulgaat. Latijnse editie uit de 4e eeuw, grotendeels geschreven door Hiëronymus; gepubliceerd in 1590.
Zó heb ik het ook op mijn studie geleerd: Erasmus wilde terug naar de bronnen. En dat deed hij ook. Voor de bijbel was niet alleen de latijnse vulgaat van belang, maar ook de Griekse bijbel, en liefst ook nog de Hebreeuwse.
Met die herbronning kwam enorm veel talenkennis vrij. Erasmus moest zichzelf eerst Grieks leren. Om de lezer zijn nieuwe werk toegankelijk te maken schreef hij ook toelichtingen. Het is ongelooflijk wat Erasmus bestudeerd heeft, en gemoderniseerd heeft.
Vaak volgden herdrukken, en met elke herdruk voegde hij soms weer nieuw teksten toe. Dat geldt bij voorbeeld voor zijn Adagia, een boek vol met spreuken.
Uitgave van de Adagia door
Aldus Manutius, Venetië, 1508.
Erasmus parafraseerde ook de evangeliën, en was bij voorbeeld gegrepen door brieven van kerkvader Hiëronymus, die hij veel hoger achtte dan Augustinus.
Hij heeft zich altijd weten omringen door vrienden die hem steunden en hielpen. Dikwijls lieten die hem ook in de steek, maar
Thomas More, in Engeland, de schrijver van
Utopia, was zijn 'aartsvriend'. Zie mijn blog over More.
Gaat het het hele boek redelijk gemoedelijk eraan toe, we belanden natuurlijk uiteindelijk in de verschrikkelijke godsdiensttwisten. Die troffen ten slotte ook Erasmus. Luther, Zwingli - maar vooral Luther - waren verschrikkelijke tegenstanders. Ik zie
Maarten Luther als iemand met twee gezichten: want deze kerkhervormer uit Wittenberg had heus wel goed door dat er het een en ander te verbeteren viel in de kerk - er waren nogal was misstanden - maar hij schrok er niet voor terug om tegenstanders de dood in te jagen. Erasmus had door dat Luther niet tolereerde dat iemand ánders dacht dan hij deed. Alleen Luther wist wat waar was - eigenlijk wist hij ook wel wat God wilde. Erasmus heeft daar elke keer de vinger op de wonde gelegd. Luther ging daar één keer met een dik boek tegenin - maar een tweede keer zweeg hij hooghartig.
Maarten Luther, 1543-1546
Lucas Cranach,
© Culture Club / Getty Images
Erasmus raakte aan het eind van zijn leven in een isolement. De kaarten waren dusdanig geschud, dat hij door iedereen gewantrouwd werd, zowel door katholieken als door lutheranen. Zelf wilde hij helemaal geen kerkelijke uitspraken doen, dat liet hij aan de kerk zelf over. Hij wilde alleen de bronnen bestudeerd hebben, en oude teksten zo precies mogelijk weergeven, zodat mensen zelf konden oordelen wat er nu eigenlijk in die heilige bijbel stond.....
Sandra Langereis is er ook achtegekomen wie de vader van Erasmus was: deze Gerard was ook een overschrijver van manuscripten. Langereis geeft daar ook een heel mooi inkijkje in, in die wereld.
Het boek begon voor mij aanvankelijk nogal raadselachtig: een zeereis op een schip met Erasmus aan boord. Ik had niet meteen door dat het om een houten boegbeeld van Erasmus ging.
Deze reis was ook weer een goed 'vehikel' voor langereis om uit de doeken te doen hoe zeereizen er in die tijd uitzagen....
Boegbeeld Erasmus, afkomstig van het schip De Liefde
Jaar uiterlijk 1598
Materiaal eikenhout
Locatie Nationaal Museum van Tokio.
In 2007 bezochten wij Freiburg. We stuitten daar op een woning van Erasmus.
Ik was het bijna vergeten... totdat ik in dit boek las dat hij ook hier gewoond had. Ik herinnerde me de verrassing van toen...
Auteur Sandra Langereis, geboren 1967.
Ik schreef het blog n.a.v. een tentoonstelling in Gouda over Erasmus, met als titel:
'Ik wijk voor niemand'.
The Pharmacy Museum, Basel. Photo by Daniel Spehr.
Dit was de drukkerij van Froben, waar Erasmus veel werk uitgaf. Basel. Tegenwoordig dus een Farmaciemuseum.
Zur alten Treu... In zijn ouderdom kon Erasmus in het huis met deze naam rustig en warm (met een mooie haard) wonen. De geldzorgen van voorheen waren voorbij. Hij had hier ook hulp, onder anderen een huishoudster.
Helaas kon hij hier niet tot zijn einde blijven wonen, de godsdienst-ellende kwam ook hierheen, Erasmus moest weg. 'Ik heb geen talent voor het martelaarschap.'
Nog een enkel woord over zijn afkomst:
Erasmus' afkomst heeft hem lang parten gespeeld: hem ontbraken allerlei rechten, omdat hij een bastaard was. Enkele malen in zijn leven vroeg hij om dispensatie bij de hoge geestelijkheid, ook de paus. die is hem ook gegeven.
Erasmus was een groot geleerde, en een geweldige lezer. Én schrijver, natuurlijk. Hij heeft zijn leven lang zo veel gedaan, dat hij, zoals hij zelf schreef, geen tijd had voor de liefde. Hij leefde celibatair. En hoewel hij gewijd was, oefende hij niet daadwerkelijk een kerkelijk ambt uit. Hij had wel twee posities/ambten, een in Belgie en een in Engeland.... maar die kon hij rustig uitbesteden aan iemand anders. Die persoon betaalde hij, en van de rest van het geld kon hij zelf leven.
Ook gaf hij heel veel les, toen hij nog zo moest vechten voor zijn middelen van bestaan.
Erasmus liet altijd en overal van zich horen, als hem iets niet zinde. Hij haatte domheid, of zogenaamde godsdienstigheid. Theologaster. noemt Langereis de mindere goden in de kerk: een theologaster is een armzalig soort theoloog, iemand die alleen maar pretendeert een theoloog te zijn.
Erasmus heeft een testament geschreven, waarin hij er zorg voor droeg dat al zijn boeken op goede plaatsen terecht kwamen en bewaard bleven. Want let op, het was natuurlijk ook de tijd van de boekverbrandingen! Een collectie van zijn verzameld werk kwam in het Vaticaan terecht.
Tegenwoordig is in Rotterdam zijn volledig werk te raadplegen.
Inmiddels is ook alles naar het Nederlands vertaald.
Sandra Langerei zelf heeft alle werken in het Grieks én in het Latijn bestudeerd. Pffft, wat een Titanenklus...!!!
Erasmus wordt humanist - of ook wel bijbels humanist genoemd. Hij was zowel christen als tekstliefhebber. Dat laatste hoort bij het humanisme. Hij wilde de lezer emanciperen, zodat hij zelf kon oordelen over de waarheid betreffende God en zijn geboden. Zijn humanisme kwam ook sterk tot uiting in zijn levenshouding. Hij stond verzoenend in het leven, Uit de canon van Nederland: In het humanisme staat het mens-zijn centraal. Als mens moet je zelfbewust, met veel zorg en aandacht, nadenken over de omgang met jezelf en je omgeving.
Eerder las van ik Sandra Langereis het prachtigde boek over Christoffel Plantijn,
Er zijn veel raakvlakken met de biografie van Erasmus, omdat het Erasmus'levenswerk was boeken uit te geven. Daarvoor reisde hij ook naar Venetié, Basel, enzovoorts.
Het verhaal van het houten boegbeeld aan boord van het schip De Liefde, bracht mij het verhaal in herinnering uit de film Silence, van Scorsese.
Ik wist niet eerder dat er ook christenen in Japan gewoond hebben. Opmerkelijk immers dat het boegbeeld in Tokio staat....