donderdag 25 maart 2021

Verhalen uit het gekkenhuis, Maarten Biesheuvel, 2018.

Boekomslag
Ik ben laat met het lezen van Biesheuvel - ik bedoel hij schrijft al zo lang! Ik begon laatst pas met het lezen van Een overtollig mens. Met heel veel plezier en meegevoel gelezen, en dus nu begonnen aan dit boek, dat al enige tijd op mijn verlanglijstje stond. 
In deze bundel staan heel veel oude verhalen, die ook al eerder gepubliceerd zijn. Ook Een overtollig mens staat er opnieuw in, De Angstkunstenaar, en De verpletterende werkelijkheid. 
Ik wist eigenlijk niet eens,  dat Biesheuvels ziekte al van heel lang geleden stamt, toen hij nog een jonge man was. Dat deed me wel schrikken.
Hij kan heel goed vertellen wat er in zijn hoofd gebeurt, als er een aanval van angst komt. Hoe de werkelijkheid verandert. En onverschrokken laat hij zien dat hij inderdaad zo gek als een deur is. 
Ongelooflijk hoe liefdevol hij leeft met zijn vrouw Eva. Zo lief wederzijds!
En, het moet gezegd, Biesheuvel was niet altijd gek, hij las bij voorbeeld heel graag mooie boeken, Moby Dick was een favoriet. Hij bewonderde Karel van het Reve zo zeer, dat hij hem God noemde. Hij was ook afgestudeerd, rechten meen ik - dus tussen de gektes door leefde hij redelijk normaal. Maar hij moet ontzettend geleden hebben. 
Psychiatrische Inrichting "Endegeest"
Park met wasserijgebouw en mannenpaviljoen. Hier verbleef Biesheuvel een aantal malen. 
Zijn vrouw Eva Biesheuvel-Gütlichen schreef een inleiding bij dit boek, zijn psychiater Andy Lameijn komt in een interview met Aart Hoekman aan het woord in een epiloog. Hij beschrijft hem als bipolair, dikwijls psychotisch. 
In 2007 werd Maarten Biesheuvel de P.C. Hooftprijs toegekend. In 2018 verscheen Verhalen uit het gekkenhuis, Biesheuvels beste ‘gekkenhuisverhalen’. Kort daarna overleed Eva, met wie hij ruim 60 jaar samen was: ‘Van tien voor half drie op 4 augustus 1958 tot 20 november 2018’, preciseert hij in een interview in NRC. Na haar dood lukte het schrijven niet langer.

Jacobus Maarten Arend Biesheuvel werd op 23 mei 1939 te Schiedam geboren. Hij overleed op 30 juli 2020 in zijn huis in Leiden.
Maarten en Eva; na haar dood in 2018 heeft hij niet meer geschreven. Hij overleed zelf in juli 2020. 
Rob Schouten schreef bij het verschijnen van dit boek: literatuur en waanzin gaan voortreffelijk samen, dat weten we sinds de Romantiek. In 2015 was Waanzin het thema van de Boekenweek. In de Nederlandse letterkunde waren we al vertrouwd met 'gekken', Schouten noemt Jan Arends en Gerrit Achterberg. 
In de jaren zestig en zeventig, met de antipsychiatrie, leerden we 'om de gekken van weleer eerder te beschouwen als slachtoffers van deze maatschappij'. Daarmee veranderde ook onze kijk op literatuur van psychiatrische patiënten, er kwam er meer aandacht voor de vreemde creativiteit van hun geest, hun excentrische wereldbeeld.
Volgens Schouten heeft Biesheuvel van die omslag geprofiteerd, bijna tot het punt dat hij dreigde 'een circusnummer' te worden. 
In ‘Verhalen uit het gekkenhuis’ bundelde Uitgeverij Brooklyn 24 oude en 10 nieuwe verhalen.
Maartens psychiater Lameijn, die hem lange jaren behandelde, beschrijft in zijn nawoord hoe creatief de geest van Biesheuvel werkt. Het zijn vaak kleine details die in zijn hoofd bijzondere betekenis krijgen waardoor zijn geest op hol slaat, een verschijnsel dat in de psychiatrie salience heet. Ook benoemt hij Biesheuvels horror vacui, zijn angst voor de betekenisloosheid van het heelal die inderdaad vaak in zijn verhalen terugkeert.
De enorme stemmingswisselingen, typisch voor veel kunstenaars trouwens, brengt hij in verband met bipolariteit, iets wat vroeger manische depressiviteit heette, maar van dat woord wilde Biesheuvel zelf niks weten, hij noemt zichzelf bij voorkeur romantisch, ‘himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt’. Al met al schetst Lameijn zijn vriend en patiënt als iemand ‘die behoorlijk ontremde hypomane buien kan hebben. Redelijk goedaardig in zijn geval’.

In het verhaal ‘De angstkunstenaar’ gaat het over “de angst van het niet meer begrijpen, van het niets meer begrijpen, de angst de zwaartekracht haar geheim te ontfutselen, te snappen wat een bureaublad is, wat een speldeknop en wat wroeging, schuld en pijn. Is er wel iets, zijn wij niet allen gedroomd of misschien iemands herinnering?”
Er zijn trouwens meerdere verhalen met angst in de titel. Angst is wel een basisbegrip bij Biesheuvel. In die al genoemde angstkunstenaar vraagt hij zich af of zijn haren niet de uiteinden van griezelige gedachten zijn, of ze niet groeien uit korrels angst, en of die kale man daar misschien minder angsten kent. Ten slotte wordt hij onthoofd, dat wil zeggen bevrijd van zijn angsten.
Schouten noemt zo'n gedachte (met die haren) "waanzinnig maar tot op grote hoogte indenkbaar. Dat is het wonderlijke van Biesheuvels verhalen, ze zijn vreemd, krankjorum associatief, maar toch kun je ze volgen. Dat is ook een kwestie van structuur, meestal beginnen ze nog wel in een redelijke wereld, de hoofdpersoon zit ergens in gezelschap, met zijn vrouw Eva of bij vrienden of (on)bekenden of is onderweg ergens naartoe, maar na een tijdje ontspoort het in zijn hoofd."

De stijl is ook belangrijk. Biesheuvel beschrijft alles zo eenvoudig, vanzelfsprekend dat je zijn wonderlijke, angstaanjagende heelal voor lief neemt. Het is in zekere zin ook een voorbeeld van zijn eerlijkheid.
Wat mij betreft is heel belangrijk dat Biesheuvel dikwijls enorm humoristisch schrijft. Schouten: "Zijn verhalen zijn vaak niet na te vertellen, ze springen van de hak op tak, ontsporen hevig, maar wie het leest, volgt ze desondanks."

"Arnon Grunberg heeft in een essay eens gewaarschuwd tegen een eendimensionale lezing van Biesheuvels verhalen. Ik denk dat hij gelijk heeft, ik denk (aldus Schouten) dat je gewoon mee moet gaan in zijn veelvormige waanzin, die zowel tragisch als komisch is, zowel authentiek als literair gevormd. Dan zie je een ongehoord universum, duister en duivels maar ook fantastisch en kleurig. Eigenlijk net zoals in de gewone wereld maar dan vele malen avontuurlijker en in zekere zin ook rijker."
Ik wil een paar verhalen speciaal noemen, omdat ik daar zo van genoten heb: Dat is het verhaal Hoe mijn psychiater aan zijn kleine wonderbibliotheek gekomen is; en het verhaal Meneer Mellenberg. 
In het eerste verhaal vertelt zijn psychiater, hoe hij met zijn vader strandde op een steile bergweg in de auto, ergens in Peru. Ze brachten de kapotte auto naar het dorp, waar een Indiaan, die nog nooit een auto gezien had, in zijn smidse een nieuwe versnellingsbak in elkaar zette. Met enkel de primitieve materialen die hem ten dienste stonden! Maar toen hij klaar was, liep de auto als een trein, de versnellingsbak deed het beter dan welke andere versnellingsbak ook! De vader werd er rijk mee, de Indiaan niet. 
In Meneer Mellenberg ontmoeten we een man, die in het gekkenhuis zit, maar tenminste niet gek is - althans, zo meent hij zelf, en Maarten gelooft hem. Meneer Mellenberg minacht elke Verlosser of Messias. Hij daarentegen schrijft boeken in 5 talen, die hij zichzelf geleerd heeft, maar die niemand anders lezen kan. 
Een citaat: 
'Moet jij eens goed luisteren. (...) Als ik daar zin in heb, verschuif ik héél Endegeest met alle grond en alle opstallen die daarop zijn één milimeter.'
En dan doet hij het ook.  'Zo, 'k heb aan het verzoek voldaan, maar ik maak er geen gewoonte van, hoor.'
In het verhaal Angst beschrijft Biesheuvel een angstaanval tijdens een signeersessie in de Atheneum-boekhandel in Amsterdam. Biesheuvel ziet de uitgever Johan Polak maar herkent hem niet. Het is vreselijk aandoenlijk, ik zelf heb Polak ook ooit meegemaakt, het was zo'n aimabele man! En dan die angst! Het doet Biesheuvel twijfelen aan de werkelijkheid van de boekhandel, aan zijn vermogen een handtekening te zetten, aan zijn hele bestaan. Maar hij kan er niet onderuit, hij moet handtekeningen zetten: 'Ik moet verder signeren. Ik ben nog een hele dag in Amsterdam gebleven, het werd een steeds grotere nachtmerrie.'
Tento - Johan Polak, Stadsarchief, expositie 2018.
Interview van zo'n 7 minuten met Biesheuvel, 2015.
Eva met Bechterev, Maarten heel vrolijk dit keer. (In Een overtollig mens heeft de ik-figuur de ziekte van Bechterev; Biesheuvel noemt het hier een combinatie van hemzelf en Eva.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten