zondag 28 februari 2021

Een overtollig mens, J.M.A. Biesheuvel, 1988.

Boekomslag
Dit was het boekenweekgeschenk van 1988. 
Foto van de auteur met zijn boekje. 
Verleden jaar, om precies te zijn op 30 juli 2020, overleed Maarten Biesheuvel. Hij werd 81. Zie voor een kort IM DE GROENE.
Bieheuvel leed aan allerlei psychische problemen, ik weet daar het fijne niet van. Wel weet ik dat hij niet kon leven zonder de hulp en steun van zijn vrouw, Eva Biesheuvel. Helaas stierf zij eerder dan Maarten. 
Maarten en Eva bij een recent televisie-optreden. 
Biesheuvel schreef ongegeneerd over, liever: vanuit zijn gekte. ‘Altijd al ben ik droevig, ik ben in duisternissen, in een diepe kuil en kan er niet uitkomen,’  citeert  TROUW.
Een van zijn laatste verhalenbundels heet Verhalen uit het gekkenhuis; uitgekomen in 2020.
Gerrit Komrij noemde Biesheuvel een meester in absurd cynisme en surreële logica. Zijn werk lijkt daarnaast in niet geringe mate ook geïnspireerd door negentiende-eeuwse Russische schrijvers, en een van Biesheuvels literaire helden was Herman Melville met zijn Moby Dick.
Biesheuvel was openhartig over zijn krankzinnigheid en de absurde uitwassen ervan. Zo beschouwde hij zijn vriend Karel van het Reve als God. Zijn verhalen - aldus een recensie, ik meen in Trouw -  'hebben de Nederlandse literatuur geïnjecteerd met een geheel nieuw soort bekentenisliteratuur, die waarin ziekte en geestesziekte evenveel waard zijn als fictie en fantasie.'
Maarten Biesheuvel en Eva Biesheuvel-Gütlich omringd door ‘kippie’, ‘johnny’ en ‘geitie’
door Lia Laimböck (1965), Letterkundig Museum,
In 1958 leerde Maarten Biesheuvel Eva Gütlich kennen. In de fotobiografie Biesboek uit 1988 schrijft hij: ‘Soms denk ik dat God bestaat: Hij heeft me mijn vrouw gegeven.’ Ze trouwden in 1979 en woonden vanaf 1980 in Leiden in een opvallend, vrijstaand houten huis, Sunny Home, vergezeld door vele dieren. Maarten hield de ‘burgerlijke stand’ bij: ‘We hebben nu wel zeventien poezen, een hond en een geit die meestal in de woonkamer ligt (’s avonds).’

Biesheuvel debuteerde in 1964 met ‘Het lieveheersbeest’.
Eva, 1938-2018.
Een overtollig mens is een verhalenbundel. De verhalen zijn beslist niet allemaal goed, maar het titelverhaal is meesterlijk: het gaat over Johan Knipperling, een eenzame man die op kamers woont bij een loodgietersechtpaar. Hij is zo alleen, dat hij ernaar snakt heel wat keren méér bij zijn hospita aan tafel of op de thee te mogen zitten.
Op een dag vangt hij een glimp op van een jong meisje, Irma, en zijn fantasie slaat volkomen op hol. Hij schrijft haar een liefdesbrief, en meteen maar een huwelijksaanzoek, alsof ze elkaar al heel erg goed hebben leren kennen. De brief is hilarisch, maar tegelijk spat de eenzaamheid ervan af. Temeer, als ergens aan het eind blijkt, dat hij de brief helemaal niet zal versturen, en hij hem op de stapel zal laten belanden met nog zo veel eerdere nooit verzonden liefdesbrieven. Het is echt een staaltje van leuke waanzin, en tegelijk tragiek. Piet Paaltjens-achtig.
Knipperling lijdt aan de ziekte van Bechterev, waarover hij ook een proefschrift schrijft. Dat komt nooit af. Aan het eind sterft hij, autopsie toont een volkomen verstijfde rug.
De brief is erg lang met tal van grappige uitweidingen.

Het motto van het verhaal luidt: 'Eenzaamheid, wat zijt te overbevolkt!' van Jerzy Lec.
Jerzy Lec (1909-1966) was een Pools dichter. Ik vond deze vertaling van een van zijn bundels. 
Een samenvatting van de verhalen uit Een overtollig mens  is te vinden op Wikipedia.
In het slotverhaal beschrijft Biesheuvel onder eigen naam een prachtige natuurwandeling met een leeuwerik hoog in de lucht in het Engelse landschap. Terug in Nederland besluit hij met de woorden:
“Ik ben! Hoe bestaat het?”
Maarten Biesheuvel leest brief aan vader
15 maart 2013.
Aangrijpend!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten