Boekomslag; het ontwerp is van Uphoff zelf, die behalve schrijfster ook beeldend kunstenaar is.
Achterzijde boek.
Ik vind de titel van het boek prachtig, daar wil ik eerst iets over zeggen:
In het begin van de roman sterft de halfzus van de ik-figuur, door een val van de trap. Henne Vuur wilde al lang niet meer leven, ze hongerde zich dood, en wie weet was de val opzettelijk. De dood van de zus vormt het begin van het terugkijken naar het verleden. De verschoppelinge (Henne) wordt gaandeweg ook geïntegreerd in de familie, ze leek aavankelijk niemand van de gezinsleden meer te interesseren.
Verder over het vallen:
Aan het eind van het boek, als het hele verhaal over het gruwelijke misbruik binnen het gezin verteld is, kijkt de schrijfster terug:
Weet je nog hoe ons leven op de gloedwarme aarde begon? Het was een wereld:
'waarin alles gewoon is, en niet nadenkt over dit zijn, en waarin elk teken gelijk is aan zichzelf. Waar geen smaak is van zoet, zuur of bitter. En het enige verschil dat van de bit is, de 0 en de 1. De 1 betekent: het leven voedend, en de 0: het leven niet voedend. Waar vuur onder ijs gloeit, en het water warm is, lauwwarm, groen en drabbig, met de vissen, erdoor glijdend, al verlangend om te glijden door de lucht, Waar we ons bloed kunnen voelen stromenm of dit nu koud of heet is... en niets metafoor is, maar alles tegelijk, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant van de tijd bestaat, waar vallen hetzelfde is als vliegen.Planeten worden niet geboren, ze barsten met geweld tot bestaan.'
Dit citaat toont voor mij ook heel mooi de grote poëtische kracht van het verhaal aan. Het is dikwijls meer voelen dan begrijpen. Maar met dat voelen dringt ze door tot in je ziel.
Het verhaal is gruwelijk: het gaat over een gezin, waarin de vader zijn eigen dochters en stiefdochters misbruikt. Het is haast niet om te lezen, zo erg. Maar dan: hóe Uphoff het vertelt. Ze wil niet horen bij de vele slachtofferverhalen, met haar geschiedenis, en doet dat ook niet. Ze neemt de lezer, mij, mee in het labyrint van de Minotaurus, half mens, half stier. Verborgen in de krochten van het leven, en, in het boek, in die van het verhaal. Je voelt alles stap voor stap aankomen, net of bij elke hoek die je omslaat het verhaal duidelijker, onheilspellender wordt. Daarbij zie ik heel veel kleuren, ik proef smaken (de macaroni van Woddie-Toddie), ik ruik geuren.
Alles, alles wordt verteld, de schrijfster spaart zichzelf en haar familie niet. En toch is het een 'eerbiedig' geschreven verhaal, het is kunst, maar aangrijpende kunst. Donker, dat zeker. Dat zie ik ook in haar beeldende kunst.
Kamer met Minotaurus.
Manon Uphoff heeft ook een website: MANON UPHOFF.Daar plukte ik een paar foto's vandaan, met de titel: Kamer met Minotaurus.
Er staat de volgende tekst bij te lezen:
"Een kamer die is ontstaan. Niemand weet precies waar deze kamer hoort, waar de kamer ‘vandaan’ komt, hoe oud hij is en hoe lang hij als ruimte nog mee zal gaan. Op een dag zal de kamer ook weer verdwijnen. Maar wat zich ooit in de kamer bevonden heeft of daar nog is, heeft coördinaten in ruimte en tijd. Wat in de kamer leeft, leeft door; de kamer leeft. Is het een droom die we bekijken, een nachtmerrie, een hallucinatie of staan we in de werkelijkheid?
Schrijver en dichter Manon Uphoff maakte in het kader van de tentoonstelling What Remains en de kindertentoonstelling Stokjong Piepoud het werk Kamer met Minotaurus in CODA Museum Apeldoorn. Voor Uphoff is dit de eerste keer dat zij beeldend werk in museale context presenteert."Kamer met Minotaurus; enkele van de afbeeldingen.Ik vervolg mijn citaat van haar site:
"Hoewel bedacht en gerealiseerd door Uphoff omschrijft zij Kamer met Minotaurus als een ‘familieportret’ omdat haar installatie opgebouwd is uit elementen die hun oorsprong elders hebben. Zo maakte haar neef Nathan Uphoff haar tekeningen (zeer klein op hout en in verf en inkt) geschikt voor drukken op groot formaat en zijn de boeken in de kamer bewerkingen van knipsels uit oude kunstboeken van haar vader."
En met dezze informatie herkennen we wat ze in haar boek schreef: de kunstminnende vader, het uitknippen van foto's uit zijn kunstboeken, enzovoorts.
Minotaurus, foto van Marie-Lan Nguyen; beeltenis Nationaal Arhceologisch Museum, Madrid.
Het mythische verhaal van de Minotaurus, koning Minos, Theseus en Ariadne wordt mooi uitgelegd op DEZE SITE.De recensies die ik heb gelezen waren allemaal positief, en ook eensluidend in hun oordeel dat het een hard boek is. Ja, over een verschrikkelijke, harde werkelijkheid.
Aan het eind van het boek viert Uphoff met haar zusters een heksensabbath, een wraakoefening over hun dode (stief)vader. 'Een verademing', las ik in de NCRV-gids. Daar ben ik het mee eens, je voelt als lezer een enorme kwaadheid tegen die man; er wordt wat rechtgezet.
Achterin staat een overzicht van de samenstelling van het gezin. Beide ouders van Uphoff hadden al een huwelijk achter de rug toen ze met elkaar trouwden. Zulke overzichten helpen altijd een beetje, zeker als het boek niet bepaald 'uitleggerig' geschreven is, en de verhoudingen niet simpel zijn.
Het gezin woonde in een zijstraat van de Kanaalstraat in Utrecht. Nota bene een straat waar ik altijd doorheen liep, toen ik nog op mijn kleinkinderen paste. - Al is dit verhaal natuurlijk van langer geleden.
Anne Anderson (1874-1952); uit Sprookjes van H.C. Anderson, Het meisje met de zwavelstokjes.
De hoofdpersoon leest veel in Anderson, treft daarin vele gruwelijke verhalen aan.
Uphoff is geboren in 1962. Zij debuteerde in 1995 met Begeerte. Zij heeft lange tijd geschreven voor het literaire tijdschrift. Revisor.
Foto is van DEZE SITE.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten