dinsdag 12 januari 2021

Onder Satan's Zon, Georges Bernanos, 1926 (1934)

Boekomslag, uitgave 1934, vertaling van Leo de Roover
Een opmerking vooraf (zeker niet de belangrijkste vermelding, maar toch): de vertaling is erbarmelijk. Het zal aan de ouderwetsheid, de tijd, liggen, en aan het oorspronkelijke (moeilijke) Frans; bovendien aan het feit dat De Roover Belg is. Maar behalve het gewestelijke taalgebruik en ingewikkelde omslachtige zinnen, zitten er taalfouten in, en onbegrijpelijke zinnen. 
Anderzijds was ik al lang blij dat er een vertaling wás. 
'Oorspronkelijk' werk van De Roover; 
kinderboek; navertelling van een Grimm sprookje. 
Verder vond ik een vertaling van hem van een boek van Gertrud vond LeFort: De eeuwige vrouw. De vrouw in den tijd. Ik vermeld het, omdat deze voor mij onbekende Duitse schrijfster ook katholiek was, net als Bernanos, en al even moedig in haar kritiek op de maatschappij. Ze bekritiseerde de nazi's. Lefort schreef overigens ook een vertaling van een boek van Bernanos: in 1931, Die Letzte am Schafott, zie verderop. 
Georges Bernanos, 1888-1948, Frans schrijver. 
Over de schrijver:
In mei 1917 trouwde hij met Jehanne Talbert d'Arc, afstammeling van een van de broers van Jeanne d'Arc. Uit deze echtvereniging worden zes kinderen geboren. Na de demobilisatie kwam hij in 1919 als inspecteur in dienst van de verzekeringsmaatschappij La Nationale; hij blijft daar tot 1926. Naast zijn werk wijdt hij zich aan het schrijven van een roman, die hij opschrijft in stations, treinwagons, hotels, en publiceert in 1926. Hij is dan 38. Het is Sous le soleil de Satan, Onder Satans zon, en het boek roept onmiddellijk levendige reacties op. Bernanos innoveerde de literatuur, en die zin, dat hij een metafysisch personage in de roman introduceerde. 
Links het Kwaad, in eigen persoon, Satan. Filmbeeld. 
De figuur van Satan is verre van een literaire fantasie, maar belichaamt het metafysisch principe van het kwaad. Donissan, de priester en hoofdpersoon, is heroïsch, vooral als hij een kind wil opwekken uit de dood. Natuurlijk faalt hij, omdat de mens niet autonoom is; in hem strijden de heilige en de misdadiger, zoals in ieder mens. Het maakt het boek heel boeiend om in de ziel te kijken van deze man, waar zich de confrontatie tussen het kwaad en de goddelijke genade afspeelt.

Ik kwam op dit boek door het zien van de film met dezelfde titel. Zie mijn blog Sous le Soleil de Satan. Met Gérard Dupardieu als de priester Donissan. 
Filmposter. Sous le soleil de Satan werd verfilmd door Maurice Pialat, met Gérard Depardieu, Sandrine Bonnaire, Alain Artur en Maurice Pialat zelf. De film won de Palme d'Or op het filmfestival van Cannes in 1987.
Het verhaal speelt rond 1880; dit wordt nergens genoemd, ik haal het van deze Studie over het boek.  Aangezien het een moeilijk boek was, heb ik van die site dankbaar gebruik gemaakt om wat dieper in het werk door te kunnen dringen. Immers, de film had al erg veel vragen bij me opgeroepen. Het boek gaf daar voor een groot deel antwoord op, maar een lampje om mij bij te laten schijnen was zeer welkom!
Recente Franse uitgave; van de uitgever nam ik deze indeling over. Het boek heeft drie afleveringen:
• De inleiding, Geschiedenis van Mouchette, gaat over een trots en impulsief meisje dat bij zichzelf de aanwezigheid van Satan vermoedt. Ze vermoordt de man die haar heeft verleid en stuit op de lafheid van een andere verleider, dokter Gallet. Een vlaag van woedende waanzin overweldigt de ongelukkige vrouw die een tijdje opgenomen moet worden.
• Het eerste deel, De verleiding tot wanhoop, gaat over pater Donissan die twijfelt aan zijn roeping, en worstelt met de listen, vermommingen, directe verleidingen en soms zelfs bedreigingen van de duivel. De priester ontmoet Mouchette die op het platteland ronddwaalt en 'leest' vol medelijden haar verleden in haar hart. 
Beeld uit de film: de priester ontmoet Mouchette, en leest in haar ziel. Hij meent haar te kunnen redden, maar de duivel voert haar tot de wanhoopsdaad van de zelfmoord. 
Na die zelfmoord wil Donissan het meisje van 16 (!) aan God opdragen. Hij grist haar uit de handen van haar vader en draagt ​​haar, bloedend en wel naar de voet van het altaar. Dit schandaal leverde Donissan vijf jaar gevangenisstraf op, waarna hij werd benoemd tot pastoor van Lumbres.
• Het tweede deel, De Heilige van Lumbres, toont hem ouder geworden, maar nog steeds als een buitengewoon nederig persoon, angstig ook. Opvallend is dat de schrijver hem dan steeds 'de heilige van Lumbres noemt, terwijl wij weten dat de duivel nog zo zijn rol speelt. Op een dag denkt hij dat hij reageert op een oproep van God en probeert een dood kind te reanimeren, maar een vreselijke lachsalvo onthult hem dat Satan hem door deze omweg de verleiding van hoogmoed oplegde. Het kind komt niet meer tot leven, zijn moeder wordt gek en vader Donissan ervaart in zijn verbijstering de eerste aanvallen van angina pectoris. Hij zal in zijn biechtstoel, rechtop staande, dood, worden ontdekt door een bezoekende academicus, ongetwijfeld een karikatuur van de schrijver Anatole France.
O-O-O-O-O-O-O-O-O-O 
Lumbres bestaat echt: dit is een foto ervan; Noord-Frankrijk, regio Pas-de-Calais.
O-O-O-O-O-O-O-O-O-O-O
Ik keer nu terug naar de Studie over het boek, en noem enige bevindingen daaruit.
Allereerst citeer ik hier een passage uit de ontmoeting met en de bekoring door de duivel:
'Voor hem die zijn vlees zo lang in bedwang hield (d.i. Donissan, AdW), ontdekt (legt bloot, AdW) de wellust eindelijk haar waarachtig gelaat, het staat vol van een roerloze lach. En het is ook dat gelaat niet meer, noch enig ander gelaat, dat de zinnen van de oude eenzame in verwarring zal brengen; in zijn onschuldig en koppig hart verheft zich nu die andere begeerlijkheid, dat waanzinnig begeeren van de kennis, waardoor de moeder van de mensen, op de drempel van goed en kwaad, in het verderf werd gebracht. Kennen om te vernietigen, en in de vernietiging zijn kennis en begeerte vernieuwen - o zon van Satan! - begeerte van het niets dat om zichzelf werd opgezocht, afschuwelijk begeeren van het hart.'
(p. 281, Onder Satan's Zon.)

De priester wordt dus niet verleid door wellust, noch door allerlei andere listen van de duivel, maar wel door dezelfde zonde als waaraan Adam en Eva bezweken in het paradijs. De dorst naar kennis van goed en kwaad leidt de priester weg van God, De boom van kennis van goed en kwaad speelt hier een rol, 
Titiaan, zondeval. 
De beproeving door de duivel vindt plaats als de priester een tocht maakt naar een naburig dorp. Hij verdwaalt, op zichzelf al een uitzonderlijke gebeurtenis, want hij kent de weg goed, maar loopt onbegrijpelijkerwijs in kringetjes rond. Het is één van de trucs van de duivel, die hem onderweg tegenkomt en op alle mogelijke manieren belaagt. Het is een spannend stuk in het boek, moeilijk ook. Donissan is zeer godvruchtig, geselt zichzelf regelmatig, heeft moeite met het verwerven van kennis, en is God in al zijn eenvoud volkomen toegewijd. Toch bezoekt de duivel hem hier, een nacht lang wordt hij beproefd. De duivel heeft de gedaante aangenomen van onder andere een paardenkoopman. 
Uit de film: Donissan met de 'paardenkoopman', een misselijk personage, schitterend verbeelde duivel. 
Wat ons wordt verteld, is dat ieder mens in zich een heilige en een misdadiger heeft. Het is heel moeilijk om die twee als zodanig te herkennen. Satan komt soms in de vorm van vreugde, of licht. De mens kan dat gemakkelijk voor God houden.
Na deze ontmoeting heeft Donissan de gave in de ziel van zijn medemens te kunnen kijken.

De titel van het boek: 
De Studie verklaart de titel Onder de zon van Satan als een vorm van ironie: Satan is normaliter de God van de Duisternis, nu wordt hij voorgesteld als Zon. Er is wel een associatie met Lucifer, Lichtbrenger, God van de Dageraad. 
De satan op weg om de val van Adam tot stand te brengen (Gustave Doré, Illustratie bij John Miltons Paradise Lost).
Een andere, mogelijke verklaring van de titel zou kunnen zijn, dat Bernanos polemisch te werk ging om de aandacht van de gelovigen te trekken (Bernanos was een zeer gelovig katholiek). Gods licht schijnt dan alleen werkelijk in het hart van die bepaalde mensen, die een bijzonder bewustzijn hebben; dit in tegenstelling tot het licht van de dwaling, dat schittert met duizend verleidelijke vuren. Satans licht is zo dus het verblindende licht van de dwaling.

Deel I heeft als hoofdpersonen: Germaine Malorthy, 16 jaar, molenaarsdochter; haar vader; dokter Gallet, en de markies De Cadignan. Deze drie mannen heeft Germaine (Mouchette) als 'vijand' tegenover zich. Zij leven in de leugen en storten haar zo in het ongeluk. Maar ook zijzelf behoort bij degenen die leven in de illusie van zelfingenomenheid, trots. Bernannos' meeste sympathie gaat toch nog uit naar Mouchette, zeker niet naar de mannen. Zij doen er alleen maar alles aan om hun verantwoordelijkheid te ontlopen. 
Uit de film: Menou-Segrais, de deken van Donissan. Een ware geetelijke raadgever voor Donissan. Rol gespeeld door de regisseur van de film.
Deel II heeft als hoofdpersoon de priester; opmerkelijk is dat hij zichzelf ernstig mishandelt d.m.v. geseling. Zijn geestelijk leidsman is Menou-Segrais. Deze wordt wel positief getekend, in tegenstelling tot de andere geestelijke die nog voorkomt in het boek. 
Naar deze man is Donissan getekend: Jean-Marie Vianney, pastoor van Ars
Op de foto het monument van de pastoor van Ars, in 1865 vervaardigd door Émilien Cabuchet
Vianney hield er niet van geportretteerd te worden. 
Overeenkomsten tussen Vianney en Donissan: beiden waren boerenzoon, konden niet goed leren; hielden allebei veel van hun parochianen. De pastoor van Ars gaf als priester alles weg aan zijn parochianen. Donissan werd niet voor niets als heilige vereerd.
Vianney leefde van 1786-1859, omgeving Lyon. 

Het innerlijk leven van priester Donissan is heel moeilijk te begrijpen. Zo verwerpt hij de vreugde, die het teken is van de werkelijke aanwezigheid van God in het hart van de mens, aldus de Étude. Dit betekent niet dat Bernanos de excessieve geseling goedpraat, of aanbeveelt: Donissan komt later terug op zijn veel te strenge ascese. Ook in die ascese was het demonische aanwezig.
De studie noemt de confrontatie met de duivel het hoogtepunt van de roman, en ik ben het daarmee eens: het is heel spannend, en je wordt meegezogen in de draaikolk van niet-weten, wat is nu goed, wat is nu kwaad. Ook griezelig om te lezen, bij voorbeeld dat hij letterlijk dwaalt, de weg niet meer ziet, in rondjes ronddwaalt.
De leugenaar lacht, de voorlopige triomf van de duivel. 
Uiteindelijk weerstaat Donissan de duivel, onderweg naar Campagne, en ontmoet dan Mouchette. Hij kan tot diep in haar ziel lezen, en voelt een groot medelijden met haar. Zij bekent de moord die ze heeft gepleegd, en wordt waanzinnig onder de gedachte hoe nietig ze is, en wat ze allemaal verkeerd heeft gedaan in haar leven. Onder druk van deze zeer pijnlijke inzichten pleegt ze zelfmoord.

In het laatste deel is Donissan oud, er wordt gezinspeeld op de Eerste Wereldoorlog, het zal rond 1920 zijn. Donissans hulp wordt ingeroepen bij een gestorven jongen.
In dit deel wordt Donissan ook weer omgeven door mannen met een totaal andere levensopvatting, die volkomen het tegendeel vormen van deze eenvoudige priester. Daar is de pastoor van Luzarnes, Pater Sabiroux, die "zijn eigen rust, zijn ijdelheid en zijn redenen om te leven serieus neemt." Hij vindt de modderige pastoor Donissan natuurlijk niets, kijkt op hem neer. Als wetenschapper is hij vooral heimelijk nieuwsgierig, een ondeugd die alleen uit is op uiterlijke kennis. Hij wordt een satanisch instrument, doordat via hem de duivel Donissan op de proef stelt.
Donissan eist van God het wonder (van de wederopstanding van het dode kind). 
Donissan ten prooi aan de zonde van de hoogmoed: hij 'eist' van God dat hij het kind weer tot leven wekt. 
Verder spelen een rol dokter Gambillet, en vooral de man vol zelfspot, Antoine Saint-Marin. De laatste is een soort Harry Mulisch, vooral erg vol van zichzelf. Hij schijnt te zijn getekend naar Anatole France. 
Anatole France, 1844-1924. Drie jaar voor zijn dood. 
Indrukwekkend is hier bij voorbeeld, als Marin de slaapkamer van Donissan bezoekt (Donissan is kwijt, iedereen zoekt hem). Hij ziet het uiterst armzalige bed, maar ook het kruisbeeld, met op de plank de gesel, en daaronder de bloedspatten op de gekalkte muur. De pretentieuze schrijver die alles zo veel beter dan alle anderen weet, weet hier natuurlijk geen raad mee.
Hij is degene, die helemaal alleen in de kerk (de anderen zijn nog steeds op zoek naar Donissan) stiekem de biechtstoel opent, en de dode Donissan vindt. Een spannende climax, de botsing van zijn zelfingenomenheid, met de kale werkelijkheid.
Uit de film: begin van zijn hartaanval in de biechtstoel. 
Bernanos heeft heel wat willen zeggen in zijn boek, en dat is allemaal niet gemakkelijk uit dit werk te destilleren.
Belangrijk lijkt mij zijn oproep tot innerlijkheid. Alle tegenpersonages lijden aan een leven vol oppervlakkigheid, waarin geen goed te ontdekken valt. Bernanos heeft dit ook herhaald in zijn essay La France contre les Robots, van 1946. 
"Wij begrijpen absoluut niets van de moderne beschaving als we niet eerst toegeven dat het een samenzwering is tegen elk soort van innerlijk leven." Bernanos. 
Hij bekritiseert sciëntisme en rationalisme. 'Wat doen ze met het innerlijk leven? Het is alleen maar het sombere slagveld van instincten.' 
En:
'Heiligheid, zoals alle dingen op deze wereld, is alleen mooi om te zien op het podium. Achter de schermen is alles vuil en laag.'
Werkelijke heiligheid betekent volgens Bernanos: het kennen van God. Dit staat diametraal tegenover de al een paar keer genoemde nieuwsgierigheid. Degene die handelt onder invloed van Satan streeft naar begeerte of macht. 'De heilige wil het geluk van degene die aan hem zijn toevertrouwd.'

Tot zover de studie. Voor meer informatie zie de link Studie over het boek.

O-O-O-O-O-O-O-O-O-O

Ik heb nog meer interessante dingen gevonden over Bernanos: 
Interessant artikel, te lezen op PDF, met een vergelijking van Sous le Soleil de Satan, en
The Power and the Glory, van Graham Greene.
The Power and the Glory is vertaald als Het geschonden Geweten; het reist mijn hele leven al met me mee!
Georges Bernanos: The Theological Source of His Art
MICHAEL R. TOBIN, 2017.
Nog meer informatie over zijn theologische opvattingen. 
Bernanos geniet in Frankrijk nog altijd erkenning. In 2018, bij zijn 70e sterfdag, verscheen dit boek van Sebastian Lapaque. Zie ook Le Figaro. 
In het artikel in Le Figaro staat ook dit prachtige gebed van Bernanos: 
«Nous voulons vraiment ce qu'Il veut, nous voulons vraiment, sans le savoir, nos peines, nos souffrances, notre solitude, alors que nous nous imaginons seulement vouloir nos plaisirs. Nous nous imaginons redouter notre mort et la fuir, quand nous voulons réellement cette mort comme Il a voulu la Sienne, notre mort est d'ailleurs la Sienne. De la même manière qu'il se sacrifie sur chaque autel où se célèbre la Messe, il recommence à mourir dans chaque homme à l'agonie. Nous voulons tout ce qu'Il veut, mais nous ne savons pas que nous le voulons nous ne nous connaissons pas, le péché nous fait vivre à la surface de nous-mêmes, nous ne rentrons en nous que pour mourir et c'est là qu'Il nous attend».
In vertaling:
“ We willen echt wat Hij wil, we willen waarachtig, zonder het te weten, onze pijnen, ons lijden, onze eenzaamheid, terwijl we ons alleen maar voorstellen dat we slechts onze genoegens willen. We stellen ons voor dat we onze dood vrezen en ervoor wegrennen, terwijl we deze dood echt willen zoals Hij de Zijne wilde, onze dood is ook de Zijne. Op dezelfde manier waarop hij zichzelf offert op elk altaar waar de mis wordt gevierd, begint hij opnieuw te sterven in elke stervende man. We willen alles wat Hij wil, maar we weten niet dat we het willen, we kennen onszelf niet, de zonde doet ons leven aan de oppervlakte van onszelf, we keren alleen naar binnen om te sterven en daar wacht Hij dan op ons."

O-O-O-O-O-O-O-O-O-O

Bernanos heeft nog ten minste twee werken op zijn naam staan die ik graag wil noemen:
Het eerste heet Les Dialogues des Carmélites. Een toneeltekst geschreven vlak na de Tweede Wereldoorlog, en in 1959 tot een opera verwerkt door Francis Poulenc
Toneeltekst Bernanos. Basis voor het libretto van Poulenc. 
De tekst werd in 1989 opnieuw in het Nederlands vertaald door Frans van de Bilt onder de titel ‘De laatste op het schavot’ (Arbor, Baarn 1989)
Slotscene Opera Poulenc, Salve Regina. De nonnen komen stuk voor stuk om. 
Met dit werk heeft Bernanos ook weer een heel interessant thema aangesneden: de Franse Revolutie heeft heel veel bloed gekost. Zie ook nog maar steeds het Frans volkslied, waarin dat bloedvergieten nog verheerlijkt wordt! ('q'un sang impur, abreuve nos sillons') In Les Dialogues wordt beschreven hoe de nonnen worden vermoord door de Franse Revolutie.

Een ander heel belangrijk werk dat ik nog van Bernanos wil noemen, is zijn boek Les grands cimetières sous la lune. 
Boek over de gruweldaden van Franco op het eiland Mallorca, waar Bernanos woonde in 1936. Na publicatie vluchtte hij naar Brazilië. Bernanos nam dus geen blad voor de mond tegenover de politiek.
Verder nog over de persoon Bernanos:
Georges Bernanos was een man vol op het eerste gezicht uiterst vreemde tegenstellingen. Hij was monarchist, eens zelfs enthousiast militant van de Camelots du Roi en de Action Française, waaruit later zoveel Franse fascisten voortgekomen zijn; maar zelf ontpopte hij zich ten slotte toch als een fel anti-fascist, iets waartoe trouwens de gebeurtenissen op Mallorca veel bijgedragen hebben. Hij was vroom-katholiek, maar ook non-conformist. Hij was anti-democraat, groot tegenstander van algemeen stemrecht, parlementair systeem en politieke partijen, maar ook een voorstander van de individuele vrijheid. Hij had een souvereine minachting voor de domme massa, de middelmatige kleinburger, maar was tegelijkertijd niet ontbloot van sociaal gevoel.

Conclusie:
Ik ben bijzonder gegrepen door deze schrijver en zijn denkbeelden! Hij schrijft scherpzinnig, diepzinnig, over thema's van groot belang.  
Het spijt mij heel erg dat er hier in Nederland geen aandacht voor hem is; toch ga ik proberen méér van hem te lezen, als het moet dan maar in het Frans!
(Citaat uit: Révolte de l'Esprit, boek met essays, geschreven tijdens verblijf in Brazilië, waarheen Bernanos vluchttte vanuit Mallorca.) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten