De middag vond plaats in de OBA, Amsterdam, en had verschillende deelnemende organisaties. Belangrijkste waren het NIOD, en het International Institute of Social History.
Logo NIOD; Instituut voor Oorlogs- Holocaust - en Genocidestudies.
Het IISH
Nanci Adler (1963), leidde de middag in. Zij heeft Duitse taal en literatuur en Sovjet-studies gestudeerd aan de Barnard College, Columbia University en Russisch en Europese studies aan de Universiteit van Amsterdam. In 1999 promoveerde ze aan de Universiteit van Amsterdam met haar proefschrift The Great Return: The Gulag Survivor and the Soviet System.
Er werden allereerst twee films vertoond, die ik hier achtereenvolgens zal bespreken:
De eerste was The Right to Remember, Arseny Roginsky - Reflections on Himself and His Country; van Ludmila Gordon, 2018.
Arseni Roginski bij Memorial in 2012.
Ik begin met een citaat van Roginski:
"It is great happiness to have memory. But it is arduous work to keep it preserved. My cause is the work of memory."
Arseni Roginski werd geboren in Velsk, in een werkkamp, in 1946; hij overleed in 2017 in Tel Aviv.
Deze film was de laatste waarin deze bijzondere man aan het woord kwam.
noordwestelijke oblast Archangelsk
De plaats Velsk, in deze oblast.
Feitelijk was de film één verhaal uit zijn mond, over zijn werk en leven. Rokend, achter zijn bureau, vertelde hij van de gevangenschap van zijn vader in het werkkamp. Hoe zijn vader daar twee keer heen moest, één keer vóór de Tweede Wereldoorlog, en één keer daarna, gewoon, omdat de eerste straf te kort was geweest.(!) Ondanks het feit dat hij bij het geschoolde personeel behoorde, dat aanvankelijk gespaard bleef, omdat dat zo nodig was. Arseni's geboorte vond plaats in het hospitaal van het werkkamp. Dit, omdat het personeel daar beter was dan in de stad.
Arseny Roginsky, sentenced in 1981 for participating in the underground publication Memory, Leningrad, 1979, in front of billboard, "In unity, strength. Victory is in struggle."
Tijdens zijn tweede gevangenschap overleed zijn vader.
Arseni studeerde geschiedenis en filologie aan de Universiteit van Tartu. Van 1968 tot 1981 woonde hij in Leningrad en werkte als bibliograaf aan de Openbare Bibliotheek van Saltykov-Shchedrin. Later werd hij leraar Russisch aan een avondschool. Als wetenschapper bestudeerde hij de 20e- eeuwse geschiedenis van Rusland, in het bijzonder de jaren twintig, en de geschiedenis van de omverwerping van de Socialistische Revolutionaire Partij, en de daarop volgende politieke repressie in de Sovjet Unie.
Van 1975 tot 1981 was hij uitgever van linkse (samizdat) blaadjes met historische gegevens. Getiteld Memory; ze werden vanaf 1978 in het buitenland gepubliceerd.
Een verzameling van Samizdat-lectuur.
In 1977 werd zijn appartement doorzocht; hij kreeg een officiële waarschuwing, en na nog een doorzoeking werd hij van zijn school ontslagen. Hij werd literair secretaris, om de schijn van parasitisme tegen te gaan.
In april 1981 moest hij emigreren, maar dat weigerde hij. In augustus van dat jaar werd hij gearresteerd op beschuldiging van het naar buiten brengen van anti-Sovjet-materiaal. Hij diende zijn straftijd volledig uit, tot 1985. In 1992 werd hij volledig gerehabiliteerd.
Foto als gedetineerde.
In 1988-1989 werd hij één van de stichters van de 'Historical and Educational, Human Rights and Humanitarian Society Memorial; tevens voorzitter vanaf 1998. .'Hij was de samensteller van het boek uit 1989, Memories of Peasant Tolstoyans, the 1910–1930s, dat in 1993 in het Engels werd vertaald.
Memories of Peasant Tolstoyans
Wat de film zo mooi maakte, was de vertelvorm van deze oude man. Hij praatte heel rustig, heel bescheiden. Hij deed gewoon de dingen die hij graag deed, en die hij noodzakelijk vond.
Maar in wát hij zei, was hij ongelooflijk krachtig. Dat kwam het beste tot uiting in zijn laatste woorden: Er waren drie dingen waarop wij als mensen moesten letten:
1. in leven blijven; 2; zelfrespect en eigenwaarde houden; 3 volhouden om het te onthouden.
Zijn verhaal werd ondersteund door foto's uit heden en verleden, waarvan ik er een paar terug heb kunnen vinden:
Alexander Vologodsky | The Igarka – Salekhard spoor, een van Stalin's laatste gedwongen werkkamprojecten. Het spoor is nooit vervolledigd.
Gevangenen aan het werk in een werkkamp.
Vorkuta, een van de kampen van de Goelag (beeld: collectie Thomas Kizny)
Arseni Roginski, nogmaals.
Van de maker van de film, Ludmila Gordon, heb ik geen foto kunnen vinden. Zij was deze middag wel aanwezig.
Russische gevangenen van het Kamp van de Amur Spoorweg, ca. 1908-1913 (Katorga heetten die kampen destijds.)
Deze foto bewijst, dat werk- e/o strafkampen niet alleen van de Russen of van de Duitsers waren. Het gehele Symposium (dat ook de hele vrijdag nog besloeg) heette Vier eeuwen van Werkkampen. Bovenstaand kamp dateert nog van de tsarentijd.
Begrafenis Roginski, 2017.
Uit een van de dagbladen, (ik meen het NRC:)
"Het is voor het eerst dat de film in het buitenland wordt vertoond. In Rusland ging de film op 30 maart 2018 in première. Naast de formele première in de Memorial Society in Moskou, besloten verschillende Russische liberale media de 1,5 uur durende documentaire tegelijkertijd live uit te zenden. Het was de eerste keer dat de liberale media – gewoonlijk gezworen concurrenten - besloten tot een gezamenlijke uitzending, als blijk van respect aan de hooggewaardeerde Arseny Roginsky."
De tweede film was De Rode Ziel, van Jessica Gorter.
Deze film was ook indrukwekkend, maar anders: Gorter reisde naar Rusland, en interviewde allerlei mensen over het Stalin-verleden. Dat werd een staalkaart aan meningen en gevoelens. Sommige beelden van mensen en vertelde gebeurtenissen schokten behoorlijk. Bijvoorbeeld die van een vrouw die over een stuk bos liep, en daar zo van de grond allerlei botten opraapte van mensen die daar in een massagraf gedumpt waren. Ze veegde er wat aarde af, en zei: dit is een scheenbeen, dit een wervel, dit een stuk schedel...
Nergens, of bijna nergens, zijn de namen van doden in massagraven geadministreerd. En als ze dat wel zijn - wat heel goed zou kunnen, dan worden geheimgehouden, en worden niet vrijgegeven, ook niet aan nabestaanden die erom vragen.
Er zijn ook nog altijd mensen op zoek naar menselijke resten, op plekken waarvan men weet dat er kampen waren, of grote hoeveelheden mensen geëxecuteerd werden. Zo liep er een vader met zijn dochtertje in het bos, die samen kuilen zochten.
Er waren ook plekken in het bos, waar wel foto's aan bomen hingen, blijkbaar waren dat mensen die wél op een begraafplaats geïdentificeerd waren.
Dit wonderlijke beeld, van mensen die picknickten op zo'n plek.
Er waren twee zussen, die naar het graf van hun moeder gingen.
Hun moeder had in een kamp gezeten. De meisjes hadden als kind regelmatig langs de weg gestaan, waar de rijen gevangenen langs liepen, inclusief hun moeder.
Maar ook grote voorstanders van Stalin kwamen aan het woord. Een herdenkingsbijeenkomst op
Een vrouw die nog heilig geloofde in Stalin.
Optocht er ere van Stalin.
Optimistische Sovjet-beeltenis, van gelukkige boerenmeisjes.
Sculptuur "Slachtoffers van onderdrukking" in het Museum van Art Park Moskou. Redactionele stockfotografie Foto van nikolpetr
De twee zussen.
Een vrouw met de foto van haar verdwenen moeder.
Jongeren geven hun mening. De man rechts valt in, hij heeft een duidelijke apodictische Stalin-mening.
Jessica Gorter, filmmaker.
Een bijzondere vermelding verdient het einde van de film: de twee zussen zijn plotseling bang, dat ze Rusland zwart hebben gemaakt. Wat gaat er met hen gebeuren? Kennelijk is de angst er nog steeds!
In november 2017 was er bij Buitenhof een heel interessant interview met Jessica Gort en Hubert Smeets. Zie hiervoor het GESPREK GORTER EN SMEETS. Erg de moeite waard, met enkele scenes uit de film.
Ik vond het ook nog wel de moeite waard om onderstaande foto en berichtgeving te memoreren: hier onthult Poetin een monument voor slachtoffers van de werkkampen.
Poetin en de Russische patriarch Kirill bij de Russische 'treurmuur' in Moskou EPA
Het bijbehorende bericht luidt:
Vergiffenis
Hoewel het Kremlin geen officiële herdenking van de revolutie organiseert, zei Poetin dat het monument juist in het honderdste jaar van de revolutie actueel is. "Het moet een teken van wederzijdse vergiffenis zijn. Een symbool om de geschiedenis van ons vaderland te nemen zoals zij is, met haar grote overwinningen, maar ook met haar tragische kanten."
Ook zei hij dat de Russen de gevolgen van de wrede onderdrukking nog steeds voelen.
Opmerkelijk
Poetins woorden zijn opmerkelijk omdat hij de gruwelen van de Stalintijd steeds heeft genuanceerd. Afgelopen zomer nog zei hij dat vijanden van Rusland Stalin demoniseren.
In de jaren negentig werden in heel Rusland bij massagraven monumenten voor de slachtoffers van de Stalin-terreur opgericht, maar die herdenkingscultuur is lang niet meer zo levendig als toen. Onder Poetin wordt Stalin vooral voorgesteld als een oorlogsheld en de man die van Rusland een sterk en modern land maakte.
Op veel plaatsen zijn de laatste jaren monumenten en plaquettes voor Stalin onthuld en het beeld van de despoot in de geschiedenisboeken is verzacht.
Bron: NOS
Dan nog wat feitelijke informatie over de Goelag:
Tientallen miljoenen mensen zijn door de Goelag gespoeld. Alleen al op (verzonnen) politieke beschuldigingen zijn ongeveer 5 miljoen mensen gearresteerd; meer dan een miljoen is geëxecuteerd, de rest naar kampen gestuurd. Meer dan 6 miljoen belandden in dwangarbeidersdorpen. Meer dan 6 miljoen boeren kwamen om bij de kunstmatig gecreëerde hongersnood van 1932/33. Het is moeilijk te zeggen wat destructiever is geweest voor het nationale zelfbewustzijn: de massale repressie van hele bevolkingsgroepen of de dagelijkse ‘vangst’ van losse individuen.
De terreur heeft een onuitwisbaar spoor getrokken in ons leven. Het belangrijkste is de angst van de nietige mens tegenover het almachtige staatsapparaat. Eén ding weten wij Russen heel zeker: de overheid kan met jou doen wat haar goeddunkt. Een ander gevolg is de atomisering van de samenleving: het isolement, het wantrouwen, de uitroeiing van elk gevoel van solidariteit. De totale verstatelijking van de samenleving was een van de belangrijkste doelen van Stalins social engineering. Dan is er de xenofobie en de afwijzing van alles wat afwijkt van de norm. De officiële hypocrisie leidde tot cynisme en relativering van morele waarden.
De gele rondjes zijn goelag-kampen.
Ik weet niet meer waar ik bovenstaande samenvatting vandaan heb; misschien van de organisatoren van de middag.Her herinnert me eraan, dat Gorsinski duidelijk maakte, dat het individu in Rusland steeds de staat tegenover zich vond. De staat was belangrijker dan het individu.
Het boek heeft een andere strekking; toch herinnerde de film van Jessica Gorter me eraan. Zie MIJN BLOG HIEROVER.
De twee films werden afgesloten met een gesprek tussen Laura Starink, Jessica Gorter en Ludmila Gordon. Het gesprek was interessant, Starink plaatste de twee films tegenover elkaar, de een als optimistisch, de ander als pessimistisch. Dat levert interessante inzichten op!
Hier zien we Laura Starink bij een eerder symposium van het NIOD over de Goelag, in gesprek met Roginski.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten