vrijdag 14 april 2017

Thérèse Desqueyroux, Het einde van de nacht; Francois Mauriac, 1985.

Antiquarisch koopje, uitgave 1985.
Dit boek werd vertaald door M.W.K., dit is M.W. Stols-Kroesen (vermeld staat M.W.K.
M.W. Stols-Kroesen, de bruid hier op de foto; zij correspondeerde met E. du Perron. 
Mauriac schreef Thérèse Desqueyroux in 1927, La fin de la nuit in 1935. De Nederlandse uitgave die ik gelezen heb is van 1985. Er is pas weer een nieuwe uitgave verschenen, met een vertaling van Sytske de Jong-Roks, en een voorwoord van Jan Siebelink.
De heruitgave van 2016, met de vertaalster ernaast.
Overigens is er nog een 'vervolg' geschreven op deze dubbelroman: Plongées, uit 1938. Daar heb ik me niet in verdiept.
Vervolg op de twee romans.1938. Overigens vond Mauriac dat La fin de la nuit heel goed zelfstandig gelezen kon worden.
Thérèse Desqueyroux doet denken aan Madame Bovary. Beiden zitten gevangen in een huwelijk waarin ze ongelukkig zijn; beiden ontmoeten een andere liefde, maar die biedt geen uitkomst. Emma Bovary vergiftigt zichzelf, Thérèse haar man.
Madame Bovary, 1856.
 
Auteur van Mme Bovary, Gustave Fleubert.
Beiden, Flaubert en Mauriac, baseerden zich voor hun romans op een krantenartikel. Mauriac las een bericht van een rechtszaak die speelde op 25 mei 1906. De zaak maakte destijds vele tongen los.
Ik zelf kwam op dit boek na het lezen van Diepe Rivier, van Shusaku Endo. Endo haalt een paar keer Thérèse aan omdat die een donkere drijfveer naar het kwaad in zich heeft. Een van zijn hoofdpersonen, Naruse Mitsuko, voelt diezelfde drang naar destructie in zich. Zij verleidt bijvoorbeeld een jonge student om hem kapot te maken.

Als het boek begint, is Thérèse net vrijgesproken in de rechtszaak die volgde op de vergiftiging van haar man. Haar man heeft het  bevrijdende woord gesproken om de familie-eer te redden. Haar vader, man en schoonmoeder zijn natuurlijk fel tegen haar gekant. Haar man spreekt uit dat ze zich voortaan aan zijn bevelen te houden heeft.
Dit plaatje is van de eerste verfilming van het boek, in 1962, van regisseur Georges Franju.
Thérèse pleegde de vergiftiging omdat ze zich gevangen voelde in een leven dat bestond uit conventies en uit (voor haar) oppervlakkigheid. Haar man leeft voor de jacht en voor lekker eten. Ze vindt niets in dit huwelijk, en wordt zich daar te scherper van bewust als ze Jean Azévédo heeft ontmoet. Azévédo is van Porugees-joodse afkomst. Hij is dus niet gedoopt en komt volgens de familie totaal niet in aanmerking voor een huwelijk met Anne. Maar zij, Anne, het zusje van Thérèses man Bernard Desqueyroux, is verliefd op Jean en wil met hem trouwen. Thérèse gaat hem ontmoeten om hem het huwelijk uit het hoofd te praten. Ze spreekt dan voor het eerst met iemand met wie ze werkelijk geestelijk contact heeft. Jean geniet van het leven, en is absoluut niet van plan met Anne te trouwen. Jean raadt Thérèse aan naar Parijs te gaan. Zij is erg verliefd op hem geworden, en als ze inderdaad in Parijs belandt - haar man laat haar eindelijk gaan, nadat ze bijna op sterven na dood is, zoekt ze hem op elke straathoek. Zonder hem te vinden.
Francois Mauriac, 1885-1970; kreeg de Nobelprijs voor de literatuur. 
Een groot deel van de roman beslaat gedachtes van Thérese, over hoe ze haar man kan uitleggen hoe het in zijn werk is gegaan dat zij kalm, haast onverschillig, druppels arsenicum in zijn drankje deed, zonder ze goed te tellen. Als ze ten slotte Bernard echt ontmoet, komt er niets van deze bekentenis terecht, Bernard staat daar niet voor open en stopt haar opnieuw in een gevangenis. (Alleen in een kamertje.) Als ze daar bijna omkomt van eenzaamheid mag ze weg, naar Parijs.

La fin de la nuit speelt vijftien jaar later. In Parijs komt het enig kind van Thérèse, Marie, haar opzoeken. kennelijk leeft ze onder dezelfde druk als Thérèse destijds deed, van een leven van pure vormelijkheid. Ze zoekt steun bij haar moeder voor haar verliefdheid op George. Een liefde die niet toegestaan wordt door haar vader en oma.
Thérèse worstelt met de vraag of Marie weet van het misdadige verleden van haar moeder. Ze laat haar duidelijk blijken met weinig woorden wat er destijds gebeurd is. Marie vertrekt. Haar moeder belooft haar een goed woordje te doen bij George, die Marie zeker aardig vindt, maar die uit zichzelf nooit erg veel aan haar denkt.
Het boek is opnieuw verfilmd in 2012, door Claude Miller.
Als ze George ontmoet, wordt die erg verliefd op haar. De rest van het boek is een ingewikkeld innerlijk gebeuren bij allebei. Er is nog een vriend van George in het spel, Mondoux, die Thérèse gebruikt om George jaloers te maken. Thérèse lijdt enerzijds verschrikkelijk onder haar verleden, maar ze onderkent nog steeds die donkere kant in zichzelf. Ze zegt George, dat ook hij slechte kanten in zich heeft, en mensen verwond heeft. Dat, en het feit dat ze een stuk ouder is dan hij - hetgeen ze benadrukt door steeds haar haar achterover te doen, waardoor een kaal voorhoofd te voorschijn komt, en te grote oren - doet hem besluiten weg te gaan. Thérèse wordt ongerust als ze zich te binnen brengt dat hij de zin heeft uitgesproken 'bij mijn leven niet'. Betekent dat dat hij zelfmoord gaat plegen? Ze zoekt zijn vriend op, die haar zegt dat George helemaal niet echt verliefd op haar is, dit soort dingen doet hij met elke vrouw.
Thérèse keert terug naar Argelouse, waar ze ontvangen wordt en waar ze rustig verzorgd kan worden. Ze lijdt aan een hartkwaal en zal het niet lang meer maken. Ze doet paranoïde tegenover eerst Anna, haar dienstmeisje, later ook tegen haar dochter. Ze verdenkt ze ervan haar weer te willen laten boeten.

Het is de vraag, of de boeken werkelijk een eenheid vormen, of niet. Ik vind van wel, Thérèse krijgt een heel nieuwe dimensie in boek 2. We maken haar strijd mee en zien hoe die zich naar buiten laat blijken, tegenover haar dochter en diens geliefde, George. het is een heel ingewikkeld gebeuren.
Heeft het boek ons in deze tijd nog iets te zeggen, of was het meer een tijdsbeeld van de tijd tussen de twee wereldoorlogen, met de grote standsverschillen en het overheersende katholicisme? Ik vind het zeker wat tijdgebonden, de houding van Thérèse tegenover George bevreemdt me af en toe, dat heen en weer gaan in emoties. Anderzijds vind ik de vraag over het kwaad in de mens wel nog steeds interessant en actueel.

Francois Mauriac was aanhanger van het jansenisme: de katholieke beweging die ontstond in het zeventiende en achttiende-eeuwse Frankrijk als reactie op het katholicisme onder de koningen. Het jansenisme was streng en legde de nadruk op de genade. Het is een beetje het calvinisme onder de katholieken. In Nederland vind je deze stroming bij de oud-katholieken. Ascetisme en pessimisme zijn kenmerken. De pauselijke onfeilbaarheid wordt afgewezen.
Luca Belvaux, maker van de tv-film La fin de la nuit, 2017. 

Trailer
De nadruk in beide boeken ligt heel erg op de geestelijke strijd die Thérèse te leveren heeft. Het geheel is mooi afgetekend tegen de landstreek waar het speelt, Les Landes. Ook Mauriac kwam daar vandaan, en net als Thérèse trok hij ook naar Parijs. Thérèse is erg doordrongen van haar zonde; hier speelt waarschijnlijk het jansenisme van Mauriac door. Vooral in Het einde van de nacht staat zij ook tegenover zichzelf vol achterdocht. Zo verzucht Georges: ‘Afschuwelijke, kleine, verborgen misdaden, in eenzaamheid en volle veiligheid begaan, bepalen ons meer dan grote misdaden.’ De dennenbossen in Argelouse - zowel man als vrouw Desqueyroux bezitten ze; zij leeft van de opbrengst van de hars - benadrukken de eenzaamheid. 
Kerkje Argelouse; speelt geen rol in het boek. 
Bos in Les Landes, zoals Mauriac het gekend zou kunnen hebben.
Overigens besluit Thérèse haar erfdeel geheel en al af te staan om daarmee haar dochter te kunnen redden. De rijkdom van de familie is dan als gevolg van de crisis al aan het afnemen, één van de redenen waarom Marie als zeventienjarige naar haar moeder toekomt.
Situering op de kaart van Argelouse. 

4 opmerkingen:

  1. Hoe komt u erbij dat Emma Bovary erin geslaagd is haar man te vergiftigen? Dat komt nergens in het boek voor!
    Emma pleegt succesvol zelfmoord door arsenicum in te nemen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. U hebt helemaal gelijk, de overeenkomst tussen beide boeken ligt in het ongelukkige huwelijk, en de buitenechtelijke liefde. Ik heb het veranderd. Dank u wel voor uw oplettendheid.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dank u, ik wilde niet belerend overkomen! Ik zit een les voor te bereiden voor mijn examenklas en stuitte op uw - zeer lezenswaardige! - blog.
    Groet!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De vertaling van Hélène Desqueyroux is zoals u terecht vermeldt van M.W. Stols-Kroesen of kortweg M.W.K. Die vertaling is voor de recente nieuwe uitgave 'slechts' herzien door Sytske de Jong-Roks. Het is nogal een verschil: een reeds bestaande vertaling herzien, of van nul af aan beginnen en een nieuwe vertaling maken. Al kan ik niet zeggen hoe drastisch de herziening is geweest uiteraard, het Nederlands van een halve eeuw geleden is ongetwijfeld nogal veranderd sinds die oorspronkelijke vertaling.

    BeantwoordenVerwijderen