Het laatste deel van de informatie-serie over de Inquisitie gaat grotendeels over de ontvoering van een Joods jongetje, Edgardo Mortara, in Bologna, Italië, 1858. Het was een tijd dat de Inquisitie nog steeds actief was. Het was een traumatische gebeurtenis voor het gezin, het zusje Ernesta had er, volgens getuigenis van haar achter-kleinzoon, tot op hoge leeftijd nog nachtmerries van.
Het kind is nooit meer bij de ouders teruggekomen, ondanks de vele moeite die zijn vader, Momolo Mortara, daarvoor gedaan heeft.
De gebeurtenis en de nasleep ervan viel samen met ontwikkelingen in Italië, en met de nawerking van de politiek van Napoleon.
Napoleon wilde een einde maken aan het pauselijk gezag, hij stond voor een strikte scheiding van kerk en staat. De hele Inquisitie vond hij middeleeuws. Toen zijn broer Jozef koning van Spanje was (vanaf 1808) was daar Juan Antonio Llorente, nota bene het hoofd van de Inquisitie, die op de hand van de nieuwlichters (de Fransen) was. Deze Llorente verzamelde allerlei getuigenissen, vonnissen e.d. van de Inquisitie. Hij schreef er het eerste standaardwerk over.
Napoleon was ook sterk tegen de racistische behandeling van de Joden. Hij vond het idioot dat ze aparte kleding moesten dragen (een gele hoed), in ghetto's woonden waar ze niet uit mochten, en over het algemeen veel minder rechten hadden. Hij gaf de Joden gelijke rechten, wat hem tot een kampioen bij hen maakte.
Edgardo Mortara woonde met zijn ouders ook in een ghetto; dat was inmiddels al 300 jaar zo. Tot 1870 hadden ze geen omgang met christenen, mochten niet vrij reizen, en werden gedwongen katholieke preken aan te horen.
Italië was in 1858 nog geen staat, het noorden werd gedomineerd door Oostenrijk, het zuiden door Spanje. De paus had een eigen staat. Bologna was een revolutionair broeinest. De kwestie Mortara was een laatste opflakkering van de macht van de inquisitie.
Het onderzoek van vader Momolo leert hem, dat Pier Gaetano Felletti de inquisiteur is die verantwoordelijk is voor de ontvoering. Momolo's zoon is eigendom van de katholieke kerk (!)geworden omdat hij gedoopt is. Momolo zoekt dit helemaal uit, en het blijkt dat die doop gebeurd is door een dienstmeisje, Anna Morisi. Ze doopte hem toen Edgardo ernstig ziek was om zijn ziel te redden.
Juan Antonio Llorente, schrijver van het eerste standaardwerk over de Inquisitie; portret door Goya.
Edgardo Mortara, rechts, samen met zijn moeder en mogelijk een broer; 1880.
Pius IX, de tweede 'vader' van Edgardo Mortara.
De ontvoering van Edgardo Mortaro, schilderij van Oppenheim, 1862.
Vóór de val van Napoleon leek het er even op dat er verbetering in de situatie zou komen. Door de openbaarmaking van allerlei inquisitionele geschriften waren verschrikkelijke dingen aan het licht gekomen; heel veel gevangenen van de Inquisitie, waaronder vrouwen, kinderen, ouderen, werden bevrijd. Folterwerktuigen werden ontdekt. Archiefstukken werden naar Parijs opgestuurd. Mensen durven zich vrij te uiten, voorbeelden zijn de al genoemde Llorrente, én Francesco de Goya, die vreselijke schilderingen maakt van de Inquisitie. Llorrente vermeldt bijvoorbeeld, dat tussen 1547 en 1699 85.000 mensen door de Inquisitie gevangen zijn gezet; daarvan zijn er 12.000, dat is 15%, op de brandstapel geëindigd.
De Inquisitie, Goya.
Ik moet er hier wel even bij vermelden, dat in de loop der geschiedenis Llorrente ontmaskerd is als een propaganda-schrijver, en dat zijn boek alleen maar heeft bijgedragen aan de zogenaamde Zwarte Legende: het te zwart voorstellen van de Inquisitie. Maar dit terzijde.
De gegevens die boven water zijn gekomen zijn vernietigend voor de kerk. Napoleon wilde het pausdom ondermijnen, maar helaas komt hij zelf in 1814 ten val. De tijd in Spanje wordt weer teruggedraaid, Goya zelf komt voor de Inquisitie, hij en Llorente vluchten het land uit.
De zoektocht in 1858 van Momolo gaat verder, hij ontdekt dat zijn zoon zich in een tehuis voor katholieke bekeerlingen bevindt. Maar zoon zelf wil daar niet meer weg, hij vindt dat vader Momolo zich ook maar moet bekeren.
Momolo Mortara gaat door, hij vindt de invloedrijke bankier James de Rothschild op zijn weg.
James Mayer de Rothschild
Rothschild is financier van de paus, hij wendt zijn invloed aan. Over de hele wereld bemoeien mensen zich ermee, er verschijnt een artikel in de New York Post over de kwestie.
Maar de paus geeft zelfs aan zijn financier niet toe.
Pas als er serieuze politieke omwentelingen zijn, verliest de paus zijn gezag. De rollen worden omgekeerd. Eerst verliest hij zijn staat met uitzondering van Rome (1861), later houdt hij alleen nog het Vaticaan over (1870). 59 jaar zal hij dit 'ghetto' niet verlaten. Rome wordt de hoofdstad van Italië, in plaats van van het Pausdom.
Maar zelfs na deze omwenteling wil Edgardo Mortara niet naar huis, hij is priester geworden, en zo zegeviert de kerk toch in deze kwestie.
In 1908 wordt de Inquisitie veranderd in de Congregatie van de Geloofsleer. In 2005 wordt paus Benedictus XVI hoofd daarvan.
Ik besluit met een plaatje van Galileo voor het Heilig Officium van de Inquisitie. Galileo waarschuwde de kerk dat ze zich belachelijk zou maken.
Tja.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten