maandag 10 augustus 2015

De Spaanse Inquisitie, Tussen Geschiedenis en Mythe, Robert Lemm, 1993.

Boek Robert Lemm
Dit is niet het meest recente boek dat over de Spaanse Inquisitie geschreven is. Er is nog een studie van Henry Kamen, en een van Helen Rawlings, beide van recenter datum. Maar die heb ik nog niet te pakken kunnen krijgen.
Over Robert Lemm heb ik wel eens een negatieve kritiek gelezen, ik herinner me niet meer waar. Het ging erom dat hij Franco 'doortastend' noemde, of iets dergelijks.
Over dit boek heb ik nog geen kritiek gevonden.

Lemm zelf noemt dit een 'reductio ad minimum' van tien jaar onderzoek. Het staat inderdaad met zijn 188 pagina's vol met informatie.
Hij heeft in 1983 een maand dloorgebracht in het Santo Tomás-klooster, buiten de muren van Avila.
Sato Tomás-klooster, Avila.
Dit klooster was tussen 1483 en 1492 gebouwd door Torquemada, met geld van de Katholieke Vorsten. Zoals ik al eerder schreef, is er daar niets meer van de inquisitie over, noch van het gebeente van Torquemada. Tijdens Napoleon is de bibliotheek geplunderd, de stoffelijke resten van Torquemada verbrand. Lemm moest het doen met de boeken die er nog waren, van andere plaatsen. Er kwam niets nieuws bij.
Torquemada
Lemms bedoeling is de Inquisitie van toen te begrijpen. Niet puur te veroordelen met onze huidige maatstaven. Men zwoer destijds de wereld af en troostte zich met wat in het tijdelijke naar de eeuwigheid verwees.

Er zijn in het verleden twee grote werken verschenen, die allebei hebben bijgedragen tot een behoorlijk zwart beeld van de Inquisitie. Het ene is de Histoire critique de l'Inquisition espagnole, van Juan Antonio Llorente. Llorente behoorde bij de verfranste kringen, hij sympathiseerde met de Verlichting (en dus met Napoleon). Hij was lid van de Inquisitie. Hij schreef dit boek begunstigd door Napoleon. Napoleons doel was het de kloosters op te heffen. Om die maatregel te rechtvaardigen schreef Llorente zijn Histoire, die daardoor nogal tendentieus was.
In de wereldliteratuur vonden zijn opvattingen veel ingang. Torquemada werd algemeen als het symbool gezien van de Inquisitie, Filips II zijn vorst, die de gehate Inquisitie gebruikte. Dostojevski schreef zijn 'Groot-Inquisiteur' (Gebroeders Karamazov, 1880), Victor Hugo zijn Torquemada. Het in één adem noemen van Torquemada en Filips II was kenmerkend voor de zogenaamde zwarte legende.
Willem van Oranje schreef bovendien zijn Apologie, als antwoord op de banvloek die Filips II over hem had uitgeroepen. Deze Apologie werd later als pure oorlogspropaganda ontmaskerd, maar de zwarte legende bleef bestaan.
Perez, vele eeuwen eerder (eigenlijk ten tijde van de instelling van de Inquisitie) schreef zijn Relaciones over de Inquisitie. Maar volgens Lemm was ook dit door te veel persoonlijke motieven ingegeven om als waarheidsgetrouw dienst te kunnen doen. (Perez was vermoedelijk een spion, misschien van Engeland of Nederland.)
Het beeld van Filips II is inmiddels behoorlijk genuanceerd. In Spanje heet hij de 'voorzichtige koning'. Een goed biografie is van Geoffrey Parker, 1978. Deze vermeldt dat Filips het vooral als zijn taak zag de godsdienst te verdedigen.

Inquisitie is trouwens geen kerkelijk uitvinding. Het is een 'onheuglijke vorm van controle over het geestelijk welzijn'. Lemm noemt als voorbeeld China. Daar is geen godsdienst, geen bovennatuur. Er is 'de weg'.
De Tao, de Weg.
De keizer staat het hoogste, is in die zin gelijk aan God. Alle gepubliceerde werken moeten getuigen van een positieve instelling ten opzichte van 'de weg'; zo niet, dan viel men in ongenade. Er is sprake van een absolute hiërarchie. Wanorde moet koste wat het kost vermeden worden. Het lot van de individuele mens  speelde geen rol.
Qinlong, Chinese Keizer, gelijk aan God
In Spanje had je mystieke schrijvers (ondenkbaar in China). Ze werden geacht. Dat ze door de Inquisitie soms gevangen werden gezet was meestal omdat ze boven het maaiveld uitstaken, uit jaloezie dus. Maar ze kwamen altijd weer vrij, het is niet waar dat de Kunst 300 jaar onderdrukt is door de Inquisitie.
Vergeleken met de Chinese macht viel die van Filips in het niet.
De Droom van Filips II, oftewel de Aanbidding van de Naam Jezus, El Greco, circa 1580.
Op dit schilderij zien we Filips II bidden, de kleine zwarte figuur middenvoor. Hij lijkt met zijn gebed te willen verhinderen dat nog meer mensen opgeslokt worden door 'de helse leviathan', rechts onder. Dat ze, integendeel, op zijn voorspraak naar de hemelse heerlijkheid gaan. 

Lemm geeft veel achtergrond, bijvoorbeeld in hoeverre het in de Middeleeuwen was toegestaan wetenschap te bedrijven, gelet op het christendom. Jodendom en Islam waren wat dat betreft trouwens niet anders. Het rechtgeaarde geloof moest beschermd blijven.

Over de oprichting van de Inquisitie vertelt hij over de grote pogrom in 1391 in Sevilla. Zo'n 4000 joden werden daarbij vermoord. Joden waren vaak de financiële raadgevers van de vorsten, en hadden vaak als beroep belasting innen, dat traditioneel impopulair was. Motieven die hiermee verband hielden gaven aanleiding tot deze pogrom. Het vuur sloeg ook over naar andere steden, Cordoba, Valencia.
Vanaf dat jaar begonnen de Joden zich op grote schaal te bekeren. Deze nieuwe christenen, conversos of marranen ((marrano betekent varken) dreigden het Spaanse christendom te verbasteren. Buiten dat kwamen deze conversos nogal eens op sleutelposities.
De cryptojoden werden het doelwit van dominicanen en franciscanen. Voor hen waren de conversos verraders, ze werden beschuldigd van heretica pravedad, 'ketterse verdorvenheid'.
Isabella begon ermee de aartsbisschop van Sevilla opdracht te geven tot een grootscheepse catechisatiecampagne. Maar nog in datzelfde jaar gaf Paus Sixtus IV toestemming tot de oprichting van de Inquisitie. In 1484 kwam hij ook in andere Spaanse steden. 
Na de val van Granada in 1492 was het Joodse kapitaal niet meer nodig, en werd besloten de Joden het land uit te gooien. De keus was: zich laten dopen, of wegwezen. Geld mochten ze niet meenemen.

Tomás Torquemada werd in 1484 Inquisiteur-Generaal van heel Spanje. Hij schreef toen ook zijn eerste Instrucciones, bedoeld als handleiding voor de Inquisitie. Verdachten werden rebeldes of contradictores genoemd. In de jaren erna verschenen nog diverse aanvullingen op de handleiding.

Ik laat het boek hierbij, hoewel Lemm nog veel meer behandelt, bijvoorbeeld Spanje tijdens de 16e eeuw; de opkomst van het Protestantisme in de rest van Europa (niet in Spanje!); hoe Spanje 'aan de schandpaal van de Verlichting' terecht kwam (bijvoorbeeld door Montesquieu, die in zijn Lettres Persanes in 1721 pleitte voor 'tolerantie' en 'redelijkheid'. en door Voltaire, met zijn Essai sur les moeurs et l'esprit des nations (1756). Voltaire vergelijkt het verbranden van mensen met de mensenoffers onder primitieve volken.
Pas onder Napoleon werden de meeste katholieke instellingen opgeheven. Spanje zelf deed weinig of niets om de zwarte legende te weerleggen. Toch geloofde eind 18e eeuw niemand er daar ook meer in. Het doek valt rond 1821.

Lemm toont heel bondig hoe de verschillende tijdperken in de geschiedenis tegen de Inquisitie hebben aangekeken, en wat het resultaat van de diverse studies door de eeuwen is geweest.
Van alle historische onderzoeken, meent Lemm dat Dostojevski het 'probleem' van inquisitie wellicht het beste doorgrond heeft.
In zijn Groot-Inquisiteur in De Gebroeders Karamazov stelt Dostojevski de christelijke staat tegenover de liberale, 'waarbij hij het paradoxale van de eerste en het gevaarlijke van de tweede glashelder toont'.
De wereld is ongeschikt voor de leer van wie de andere wang toekeert, voor 'de vrijheid' van het Evangelie. De christelijke moraal gaat uit van het persoonlijk geweten, maar de meeste mensen zoeken veiligheid en zekerheid. Dat maakt leiding van bovenaf noodzakelijk.
Het hoofdstuk uit De Gebroeders Karamazov is ook als apart boekje uitgebracht.
De liberalen verwijten de Kerk haar kruistochten en haar Inquisitie: maar ook zij vervolgen wie niet in hun utopie past. (Vooruitgangsgeloof en mensenliefde zijn die paradepaardjes van de liberalen.)
Christus staat tegenover Torquemada, en Christus wordt vervolgd op grond van de werkelijkheid dat de wereld niet rijp is voor zijn blijde boodschap.
Maar als anderzijds de staat van de kerk scheidt, ontstaat vroeg of laat een onmenselijke orde, waarvan Hitler, Stalin, Big Brother de symbolen zijn. Dostojevski voorspelt de hele 20e eeuw. De Inquisitie verbrandt mensen om hun ziel te redden, Big Brother verbrandt lichamen die geen zielen meer hebben.
Dostojevski; ik weet niet uit welk geschrift dit citaat stamt.
Ik maak nog melding van Het kind van La Guardia, 1926. Het is het gereconstrueerde verhaal van een groep Joden en bekeerlingen, die in 1490 een eind wilde maken aan de Inquisitie en de suprematie van het Christendom. Ze meenden dat te kunnen bereiken door het hart van een christenkind samen met een geconsacreerde hostie op rituele wijze te offeren. Torquemada onderzocht dit geval, ten einde daarmee de uitdrijving van de Joden te rechtvaardigen.
Het kinderlijkje is uiteraard nooit gevonden.
Afbeelding van  'El Niño de La Guardia' (het werd inderdaad gekruisigd, volgens het verhaal). Het feit dat dus geen feit maar fictie is, wordt overigens nog jaarlijks herdacht in La Guardia.
Ik vermeld dit verhaal, omdat ook in de verhalen elders (bijvoorbeeld in Polen) altijd sprookjes zijn ingeslopen over de moordlust van Joden op kinderen. In Polen ging het om het bloed dat verwerkt moest worden in de matzes voor het Pesach-feest.
De schrijver, Robert Lemm.
Voor alle duidelijkheid: ik heb maar hapsnap wat uit het boek van Lemm gepakt. Er staat voor mij te veel in om samen te vatten. Misschien grijp ik er nog eens op terug. Overigens heeft Lemm ook een EIGEN BLOG. Met informatie over zijn andere studies. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten