donderdag 18 december 2014

Si mi voz muriera en tierra - Rafaël Alberti, uit De Generatie van 1927.

Si mi voz muriera en tierra
Llevadla al nivel del mar
y dejadla en la Ribera

Llevadla al nivel del mar
y nombradla capitana
de un blanco bajel de guerra.

¡Oh mi voz condecorada
con la insignia marinera:
sobre el corazón un ancla
y sobre el ancla una estrella
y sobre la estrella el viento
y sobre el viento la vela!



Mocht mijn stem sterven aan land
breng haar nabij de zee
en leg haar op het strand

Breng haar nabij de zee
en zorg dat zij kapitein
van een wit fregat zal zijn.

Oh mijn stem, gedecoreerd
met het teken van de zee:
een anker boven het hart
boven het anker een ster
de wind daar bovenop
en de zeilen in top!


Ik vond dit gedicht terug in de bundel De Generatie van '27: gedichten van Rafaël Alberti / Vicente Aleixandre / Dámaso Alonso / Luis Cernuda / Federico García Lorca / Jorge Guillén / Pedro Salinas.
De gedichten staan naast elkaar in het Spaans en in het Nederlands. Vertaling en nawoord zijn van Barber van der Pol en Maarten Steenmeijer.
Ik zal later op dit voor mij belangwekkende boekje terugkomen.

Maar eerst dit:

Dit bovenstaande prachtige gedicht hebben wij gezongen met het Waterlands Kamerkoor in 2013, in het programma Te Quiero, dat bestond uit Spaanstalige liederen.

Dit was de aankondiging:





En zo zag het totale programma er uit:


-     Rodolpho Halffter (1800-18870:  Tres Epitaphios:
1.   Para la sepultura de Don Quijote
2.   Para la sepultura de Dulcinea
3.   Para la sepultura de Sancho Panza

Tres Epitafios door een Cubaans koor
 
 
-    Sindo Garay (1867-1968): La Tarde
 
-   Gisela Hernándeze Gonzalo (1912-1971): Suite Coral
 
1.  La mano Imposible
2.  Huerto de Marzo
3.  Cortaron tres árboles
4.  Granada en 1850

Intermezzo Stefan Gerritsen op 31-TOONGITAAR

-   Luys de Narváez (1490-1547) Canción del Emperador
-   Alonso Mudarra (1510-1580): Fantasia (que contrahaze en la manera de Luduvico)
Hier Stefan Gerritsen in het duo Verso

Waterlands Kamerkoor

-    Dante Andreo (1949): Cantos del mar y la tierra
1.  Si mi voz muriera en tierra
2.  El maar muerto
3.  No quiero barca
4.  Mi corza
5.  Mano a mano

Intermezzo SteFan Gerritsen op Spaanse Gitaar

-   Carlos Jobim (1927-1994): Felicidade (bewerking Roland Dyens)

Waterlands Kamerkoor

-   Dante Andreo (1949): Tres Cantos Andinos
Tres Cantos Andinos, met een muzikaal arrangement, door Moisés Mata Sosa
 
-   Alberto Favero (1944): Te Quiero
Te Quiero, M.Benedetti, als flash-mob
 
De namen bij de liederen zijn die van de componisten, niet die van de dichters. Bij Si mi voz muriera en tierra staat dus niet Rafaël Alberti, bij Tres Epitafios niet Cervantes, en bij de Suite Coral niet Federico García Lorca.
Helaas is Si mi voz.... niet te vinden op het internet. 
 
Rafaël Alberti 
García Lorca; vermoord aan het begin van de Burgeroorlog
Miguel Hernandez 
Vicente Aleixandre; vier dichters van de generatie van '27.
 
Het was een moeilijk concert, in mijn beleving vond ik niet dat we het heel goed hadden uitgevoerd.
Maar anderzijds vond ik geen andere amateurkoren op internet die het beter deden.
 

Wel geef ik hier  met veel plezier geef ik nog eens alle teksten weer:

Rodolfo Halffter (1900-1887): Tres Epitafios
Epitafio 

Para la sepultera de Don Quijote 

Yace aqui, el hidalgo fuerte,
 
que a tanto extremo Diego de vallente
Que se-ad vierte, que la muerto no triunfó
De su vida con su muerte
Yacu-a qui.
Tovo-a todo-el mundo-eu poco;
fuo-el espantajoy-el coco del mundo en tal conyuntura
Que-acreditó tu cortura, morir cuerdo y vivir loco
Yacu-a qui, el Hidalgo fuerte
que-a tanto-extremo díego de vallente
Que se-ad vierte, que la muerto no triunfó
De su vida con su muerte
Yacu-a qui. 
 
Voor het graf van Don Quijote

Hier ligt hij, de dappere en sterke ridder, die zijn dapperheid tot in het extreme doorvoerde.
Het was niet de overwinning op zijn dood
toen hij hier lag te sterven
Hier ligt hij
Hij keek op de meeste mensen neer en in de wereld verspreidde hij angst.
Zo was zijn levensdoel in vervulling gegaan. Sterven en wijsheid en leven in dwaasheid.
Hier ligt hij, de dappere en sterke ridder, die zijn dapperheid tot in het extreme doorvoerde.
Het was niet de overwinning op zijn dood 
toen hij hier lag te sterven
Hier ligt hij. 
 
 
Para la sepultura de Dulcinea

Reposa-aqui Dulcinea; y aungue de carnea rolliza,
la volvió en polvo-y ceniza
La muerte espantable y fea
Dulcinea! Ah! 
Fuó castiza ralea, y tuvo-asomos de dama
Del gran Quijote fuéllama.
Y fué Gloria de su-aldea
Dulcinea !
Reposa-aqui Dulcinea; y aungue de carnea rolliza,
la volvió en polvo-y ceniza
La muerte-espantable-y fea
Dulcinea !
 
Voor het graf van Dulcinea (de geliefde)
Rust in vrede Dulcinea.
Al was ze zowel rond als stevig
is ze toch tot stof en as geworden.
In dood erg lelijk en om te haten.
Dulcinea!
Ze was geboren uit gewone mensen
met de wil om een dame te worden
Ze wilde Don Quijote
tot meerdere glorie van haar dorp!
Rust in vrede Dulcinea.
Al was ze zowel rond als stevig
is ze toch tot stof en as geworden.
In dood erg lelijk en om te haten.
Dulcinea!


Para la sepultura de Sancho Panza
Sancho Panza es aquieste, en cuerpo chico,
Pero grande en valor, milgro ex tranoi!
Ah, ah!
Escuerdo el más simpl y sin en gano,
Ah, ah!
Que tu vo-el mundo, os juro y certifico
De ser conde no-es tuvo en un tantico
Ah, ah!
Si no se conjuraran en su dano
Insolencias y-a gravios del tacano siglo,
Insolencias y-a gravios
Que-a ún no perdonan a-un borrico,
Sobre él anuco [con pier dón se miente]
Esto man so-escudero, tras él manso caballo Rocinante y tra su dueno
Oh! vanas esperanzas de la gente!
Cómo pasáis con prometer descanso,
y-al fin paraís en sombra
en hum, en sue-e-no!
Sancho Panza!  

Voor het graf van Sancho Panza
Sancho Panza, zo klein van gestalte
maar groot in moed, hoe vreemd, hoe grappig
Ah, ah.
Eenvoudige schildknaap, de simpelste
Ah, ah
De meest onschuldige in de hele wereld
Dat zweer ik en verklaar ik
Ah, ah.
Hij was bijna geëerd en geridderd
als niet alles en iedereen had tegengewerkt. 
Beledigingen en achterklap in een tijd van trucs en slimmigheden.
Men kon dit nog niet in een ezel vergeven.
Maar hij rechtte zijn rug. Vriendelijke en aardige schildknaap.
Hij volgt achter Rocinante, het paard van zijn meester.
Oh vergeefse hoop van jullie dwaze mensen.
Al die beloftes van vrede en rust.
U zult in schaduw eindigen,
in wolken van damp, in slaap, in dromen.
Sancho Panza!


Sindo Garay (1867-1968): La Tarde
La luz en tus ojos arde;
si los abre amanece,
cuando los cierra parece
que va muriendo la tarde.
Las penas que a mi me matan
son tantas que se atropellan,
y como de matarme trartan,
se agolpan una a otras,
y por eso no me matan.



Het licht in jouw ogen brandt;
als je ze opent wordt het dag,
als je ze sluit lijkt het
of de middag gaat sterven.
De smarten die mij doden
zijn er zoveel en ze haasten zich,
en terwijl ze proberen mij te doden,
stuiten ze op elkaar,
en daardoor doden ze mij niet. 


Gisela Hernández Gonzalo (1912-1971): Suite coral

La mano imposible
Yo no quiero más que una mano,
una mano herida si es posible,
yo no quiero más que una mano,
aunque pase mil noches sin lecho.
Seria un pálido lirio de cal,
seria una paloma amarrada a mi corazón,
seria el guardián que en la noche de mi tránsito,
prohibiera en absolute la entrada a la Luna.
Yo no quiero más que esa mano.
Para losdiarios aceites y la sábana blanca de mi agonia.
Yo no quiero más que esa mano,
para tener un ala de mi muerte.
Lo demás todo pasa,
rubor sin nombre ya, astro perpetuo.
Lo demás es lo otro viento triste,
Mientras las hojas huyen en bandadas
La mano

De onmogelijke hand

Ik voor mij vraag niets anders dan een hand,
een gewonde hand als het kan,
ik voor mij vraag niets anders dan een hand,
al vond ik nooit een bed, in duizend nachten.
Het moest een bleke lelie zijn, van kalk,
het moest een duif zijn aan mijn hart gemeerd,
de waker die de nacht van mijn verscheiden,
het maanlicht elke toegang strikt verbiedt.
Ik voor mij vraag niets anders dan die hand,
Als de olijfolie, de dagelijkse, en als het witte laken voor mijn angst.
Ik voor mij vraag niets anders dan die hand,
Als stut onder een vleugel van mijn sterven.
Al wat daarbuiten valt is zo voorbij,
Naamloze gloed al en eeuwige ster
Alles daarbuiten is het andere: trieste wind
Waarin de blaren warrelende vluchten. 


Huerto de Marzo

Mi manzano
Tiene ya sombra y pájaros
Qué brinco de mi sueño
De la luna viento!

Mi manzano
De a lo verde sus brazos
Des de marzo, cómo veo
La frente blanca de enero!
Mi manzano
(viento bajao)
Mi manzano
(cielo alto) 
Mi manzana

Moestuin in maart

Mijn appelboom
Heeft al schaduw en vogels
Wat een sprong maakt mijn droom
Van de maan naar de wind!
Mijn appelboom
Geeft aan het groen zijn armen
Vanaf maart zie ik
Het witte voorhoofd van januari!
Mijn appelboom
(zachte wind)
Mijn appelboom
(hoge hemel).

Cortaron tres árboles
Eran tres
(Vino el dia con sus hachas)
Eran dos
(Alas rastreras de plata)
Era uno
Era ninguno
(Se quedó desnuda el agua)
 
Ze hebben drie bomen gekapt
Er waren er drie
(De dag kwam met zijn bijlen)
Er waren er twee
(Laag vliegende zilveren vleugels)
Er was er één
Er was er geen
(Het water bleef naakt) 

Granada en 1850

Des de mi cuarto oigo el surtidor
Un dedo de la parra y un rayo de sol
Señalan hacia el sitio de mi corazon
Por el aire de Agosto se van las nubes
Yo sueñoque no sueño dentro del surtidor 

Granada en 1850

Vanuit mijn kamer hoor ik de fontein
Een twijg van de wijnrank en een straal van zon
Wijzen naar de plek in mijn hart
De wolken drijven door de augustus hemel
Ik droom dat ik niet droom in de fontein

Dante Andreo (1949): Cantos del mar y la terra


Si mi voz muriera en tierra
Llevadla al nivel del mar
Y dejala  en Ribera
Llewvadla al nivel del mar
Y nombradla capitana
De un blanco bajel de guerra
Oh mi voz condecorada
Con lainsignia marinera
Y sobre el corazón un ancla
una estrella
y sobre el viento
la vela
de zee

Wanneer mijn stem sterft aan land
Breng het dan naar de zee
En laat het daar achter aan het strand
Breng het naar de zee
En stel het vast aan de kapitein
Een blanke man van de oorlog
Ach mijn versierde stem
Met onderscheidingen van de marine
Een anker voor mijn hart
en boven het anker een ster
En boven de wind een zeil!
Anker
Het land

El mar muerto
Mañanita fria.
İse ha muerto el mar!
La nave que yo tenía
Ya no pdrá navegar
Mañanita fria.
¿lo amorgajarán?
Los pueblos de tu Ribera
Maranja del mediodiá,
Entre laurels y olivas
 
Mañanita fria.
¿quién lo entarrará?
Marinero, tres estrellas
Muy dulces: las Tres Marías.

De dode zee

Op een koude ochtend
Zal de zee gestorven zijn!
De boot die ik had
Zal niet meer kunnen varen.
Op een koude ochtend
Zullen ze hem het doodskleed aantrekken?
De dorpen van jouw oever,
Oranje in het middaglicht,
Tussen laurierbomen en olijven.
 
Op een koude ochtend
Wie zal hem begraven?
Zeeman, drie heel lieve sterretjes:

de drie Maria's!


No quiero barca

No quiero barca, corazón barquero
Quiero ir andando
Por la mar al puerto
İqué dulce el agua salada
Con su salitre hecho cielo!
İno quiero sandalias, no!
İquiero ir descalzo, barquero
 .

Ik wil geen boot

Ik wil geen boot, hart van een veerman
Ik wil lopend
Naar de zee bij de haven
Hoe zoet het zoute water
Met zijn van salpeter gemaakte hemel!
Ik wil geen sandalen, nee!
Ik wil blootsvoets gaan, veerman!


Mi corza

Mi corza, buen amigo,
Mi corza blanca
Los lobos la mataron
Al pié del agua
Los lobos, buen amigo,
Que huyeron por el rio.
Los lobos la mataron dentro del agua. 


Mi corza blanca
Mijn hert

Mijn hert, beste vriend,
Mijn witte hert.
De wolven hebben het gedood
Aan de rand van het water.
De wolven, beste vriend,
Ze vluchtten door de rivier.
De wolven hebben het gedood in het water.




Mano a mano

 
Negro, de la mano al blanco
Blanco, de la mano al negro
Mano a mano, que Cuba no es del cubano
Que es del nortamericano
¿Ves, ves, ves?
El negro va a cuatro pies
El negro balla la rumba
Y aunque se vuelva tarumba

Del derecho o del revés, ¿ves?
Digo, dice, dice, digo, digo que el cañaveral
sabe muy bien que el Central
muelo con viento enemigo.
Te lo dice un negro amigo:
Blanco, ¿tú no ves
que el negro va a cuatro pies?
İTú, tan listo, y no lo ves!
Los yanquis vienen volanda urracas
azucareras, arrucas que urraqueando

hasta nos están llavando el aire de las palmeras
Negro, da la mano al blanco, dala ya, dásela ya
Blanco, da la mano al negro, dala ya, dásela ya
Y al yanqui que viene y va,
negro, dale ya
Negro y blanco dale ya
Mano a mano, contra el nortamericano
Negro, mano a mano, blanco, mano a mano
Negro y blanco, mano a mano.
Mano a mano, que Cuba es del cubano.
Hand in hand

Hand tot hand

Zwarte, geef de blanke je hand.
Blanke, geef de zwartje je hand.
Hand tot hand, want Cuba is niet van de Cubanen
Maar van de Noord-Amerikanen.
Zie je? Zie je? Zie je?
De zwarte loopt op handen en voeten,
De zwarte danst de rumba
Draaiend danst hij de rumba.
Rechtsom en omgekeerd, zie je?
Ik zeg, hij zegt, hij zegt, ik zeg dat het suikerriet
goed weet dat het centrale bestuur
meedraait met vijandige wind.
Dat vertelt een zwarte vriend jou:
Blanke, zie je het niet?
dat zwarte loopt op handen en voeten
Jij die zo slim bent, zie je het niet?
De Yankees komen vliegend,
Zoetgevooisde eksters die stelen en zelfs
de lucht van de palmbonen van ons afnemen.
Zwarte, geef de blanke je hand, geef hem nu
Blanke, geef de zwarte je hand, geef hem nu
Aan de Yankee die komt en gaat
Zwarte geef hem nu
Blanke geef hem nu
Hand tot hand tegen de Noord-Amerikanen
Zwarte, hand tot hand, blanke, hand tot hand,
Zwarte en blanke, hand tot hand.
Hand tot hand want Cuba is van de Cubanen.



Alberto Favero (1944): Te Quiero


Si te quiero es porque sos 
Mi amor mi cómplice y todo
Y en la calle codo a coda
somos mucho más que dos.


Tus manos son mi caricia
Mis acordes cotidianos

Te quiero porque tus manos 

Trabajan por la jusiticia
Tus ojos son mi conjuro
contra la mala Jornada
te quiero por la mirada
que mira y siembra futoro
Tu boca que es tuya y mia
Tu boca no es equivoca
Te queiro porque tu boca
Sabe gritar rebeldía
Y por tu rostro sincero
Y tu paso vagabundo
Y tu llanto por el mundo
Porque sos pueblo te quiero
Y porque amor no es aureola
Ni cándida moraleja
Y porque somos pareja
Que sabe que no está sola
Te queiro en mi paraíso
Es decir que en mi país
La gente viva feliz
Aunque no tenga permiso
 

Jouw handen zijn mij dierbaar 
Zij herinneren mij er dagelijks aan 
Dat ik van je hou omdat jouw handen 
Werken voor rechtvaardigheid
Ik hou van jou omdat jij
Mij lief, mijn maatje en mijn alles bent
Als wij op straat gearmd lopen
Zijn wij zoveel meer dan twee
jouw ogen bezweren
ie vreselijke dag
Ik hou van jou omdat jou blik
Waakzaam blijft gericht op de toekomst
Je mond, die van jou en van mij is
Jouw mond liegt niet
Ik hou van jou omdat jou mond
Weet hoe die rebels moet schreeuwen.
En voor je eerlijke gezicht
En je zwervende stappen
En je tranen voor de wereld
En vanwege je volk, hou ik van jou
En omdat de liefde geen vluchtig iets is
Noch een moreel verhaal
En omdat we een paar zijn
Dat weet: we zijn niet alleen
Ik hou van jou in mijn paradijs
Dat wil zeggen, in mijn ideale land
leiden mensen een gelukkig leven
zonder daarvoor toestemming te hebben.


[De hier en daar kromme vertaling neem ik maar voor lief. Ik heb het zó uit het programmaboekje overgenomen. Ik ben er met terugwerkende kracht blij mee. ]
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten