dinsdag 8 februari 2022

Petroleum, Upton Sinclair, 1954 (1927)

Boekomslag Nederlandse vertaling, 1954, door Johanna E. Kuiper.
Eerste druk Amerikaanse uitgave, 1926. 
Schandaaltje in Amerika bij verschijnen van het boek:
Op de foto staan ​​de verkoop van 150 promotie-exemplaren van een gecensureerde 'vijgenblad'-versie van zijn boek Oil! in Tremont and Boylston Streets in Boston voor $ 2 per exemplaar. Grote vijgenbladeren waren gedrukt over Sinclairs tekst over een seksscène in een motel, dat Boston-censoren verwerpelijk bevonden. Vijgenbladteken dat de demonstrant draagt, luidt: "Olie! Gegarandeerd 100% puur volgens de wet van Boston".
Dvd-hoes; 
de film naar het boek van Sinclair.
Nadat ik voor de tweede keer de film There will be blood (2007) gezien had, van Paul Thomas Anderson, was ik erg nieuwsgierig geworden naar het boek Oil!, gepubliceerd in1926-1927.
Anderson vermeldt duidelijk dat de film slechts voor een deel gebaseerd is op het boek, namelijk het eerste deel. En zelfs dat is niet helemaal waar. Het is gewoon een heel andere geschiedenis geworden, waarbij als eerste opvalt dat het karakter van de olieman in de film veel harder is.

De Nederlandse vertaling krijgt de flauwe titel Petroleum mee, het doet mij denken aan de keuken van mijn moeder. Niets aan te doen, woordbetekenissen veranderen. 
Het boek is veel complexer dan de film, biedt veel meer verhaallijnen, en laat een mooi stuk van de sociale en politieke geschiedenis van Amerika zien. Bovendien is het scherp-satirisch, waardoor je er ook nog om lachen kunt. 
De oliebaron in het boek heet James Arnold Ross, en is, net als in de film een selfmade man. Ook hij deugt niet - hij liegt en bedriegt om zelf de baas te kunnen spelen over de olierijkdommen, en er zelf zo rijk mogelijk van te worden - maar anders dan in de film heeft hij wel gevoel. Dat wordt hem vooral ingegeven door de relatie met zijn zoon, James Arnold "Bunny" Ross Jr. Bunny is de eigenlijke hoofdpersoon van het boek. Vader Ross kan zijn zoon eigenlijk niet goed pijn doen - en omgekeerd ook niet. Maar ze zijn het nergens over eens. Maar ja: die genegenheid. Want aangezien de jongen aangestoken is door socialisme en communisme - Bunny kan niet goed kiezen welke van de twee, in elk geval gaat hem het wel en wee van de arbeiders aan - is Vader toch een beetje geneigd zoonlief zijn zin te geven. In elk geval zorgt hij dat zijn gemeenste trucjes een beetje uit zicht blijven. 
We maken, net als in de film, de opkomst van de olie-industrie in Californië en Wyoming mee. En omdat er verschillende perspectieven zijn: vader Ross, Bunny, maar ook het verwende zusje Bertie, Bunny's rijke filmster-vriendinnetje Vee Tracey, Paul Watson, de communist, Rachel, het joodse meisje die linkse krantjes verspreidt en zo meer krijgen we een heel goede kijk op de ontwikkeling van de jaren 1901 tot 1926. Bij voorbeeld de Eerste Wereldoorlog, toen olie steeds belangrijker werd; hoe Amerika de oorlog in werd gezogen; de Russische Revolutie; de Drooglegging in Amerika, de stomme-filmindustrie in Hollywood. 
Pauline Frederick
(Foto ter illustratie, Frederick was een succesvol actrice in de silent movie-periode.)
Door de ambivalentie van Bunny krijgen we ook steeds het voor en tegen, de twijfel te horen. Want hij is ons voornaamste perspectief.
Bunny is zo gevoelig geworden door zijn kennismaking met Paul Watson. Paul is de zoon van de strenggelovige Watson, die door vader Ross van zijn land afgeholpen wordt, omdat daar olie onder zit. Papa Ross is hard tegen Watsons  kinderen, hij spaart hen niet als hij hen beliegt en besteelt. Tegelijk komt hij graag op de thee bij Ruth en Paul, die hem keurig ontvangen in hun nette en gastvrije huisje. 
Behalve Paul speelt Eli Watson een rol, dat is weer net als in de film. Eli is een godsdienstfanaat, die een eigen kerk opricht. In de film leidt dat tot hevige twisten tussen de oliebaron en Eli, In het boek ontpopt hij zich als net zo'n crimineel figuur als de oliebaronnen, maar dan op religieus gebied. Een echt conflict tussen Ross en Eli doet zich in het boek niet voor. 
Bunny is de hoofdpersoon, en zoals gezegd kan die eigenlijk niet goed kiezen in het leven. Hij houdt van zijn vader, maar ziet wat die verkeerd doet, aan omkoperij en list en bedrog. Hij houdt zielsveel van Paul Watson, die voor hem de eerlijkheid en oprechtheid vertegenwoordigt, die hij zelf niet zo goed kan opbrengen. Bunny leidt, met al zijn prachtige en geliefde principes, tegelijk een zeer luxeleventje, wat moeilijk te combineren valt met zijn streven ook de jonge arbeiders te vriend te houden. 
Als je googelt op het boek lees je, dat het vooral geschreven is om een groot schandaal literair vorm te geven, het Teapot Dome Scandal. Het was het eerste grote schandaal dat in Amerika aan het licht kwam, vergelijkbaar was het met het Watergate-schandaal. 

Uit Wikipedia: 
Het Teapot Dome-schandaal was een omkopingsschandaal waarbij de regering van de Amerikaanse president Warren G. Harding betrokken was van 1921 tot 1923. Minister van Binnenlandse Zaken Albert Bacon Fall had petroleumreserves van de marine gehuurd in Teapot Dome in Wyoming, evenals op twee locaties in Californië, aan particuliere oliemaatschappijen tegen lage tarieven zonder concurrerende biedingen.
Albert B. Fall was de eerste Amerikaanse kabinetsfunctionaris die tot gevangenisstraf werd veroordeeld.
Overigens komt dit schandaal pas op driekart van het boek aan de orde. We zijn dan al helemaal vertrouwd met de malversaties van Vader Ross, die hij vooral samen met zijn compaan Vernon Roscoe uitvoert. Deze zakenpartner van Papa Ross is misschien wel de antagonist van de roman. Hij wint ten slotte met zijn hebzucht. Hij koopt de regering om voor de olie. Hij werkt nog harder dan Ross Senior de vakbonden tegen, en nog veel meer ellendigs, zie hiervoor bij het einde van het boek. 
Foto uit de tijd van de Drooglegging.
Het einde is niet erg rooskleurig, en natuurlijk kón het ook niet goed aflopen. De communistenhaat in Amerika is heel groot, dat was in de jaren twintig ook al zo. Om te beginnen raken Bunny en zijn zus Bertie de erfenis kwijt aan die meedogenloze compagnon Roscoe. Paul die altijd principieel door is gegaan met te pogen de arbeiders te organiseren en het communisme te verspreiden, wordt door een bende kerels die gewapend zijn met ijzeren staven in elkaar geslagen; hij sterft aan de gevolgen van zijn verwondingen. Natuurlijk volgt er in het geheel geen gerechtigheid, het komt niet eens in de krant! Bunny's olieveld is in vlammen opgegaan...
Ik lees, dat Sinclair helemaal niet meer gelezen wordt, en dat is jammer. Ik heb erg veel plezier aan dit boek beleefd, en het heeft me een inkijkje gegeven in de geschiedenis. Zijn humor vond ik geweldig, tegelijk bleef de ernst goed voelbaar.  
Upton Sinclair: "It is difficult to get a man to understand something when his salary depends upon his not understanding it."
Upton Sinclair was een onderzoeksjournalist, en een socialist. Hij debuteerde met het boek The Jungle, dat over misstanden in de vleesverwerkende industrie gaat. Ik meen van 1907. 
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0

Als toegift wil ik nog even terugkomen op de prachtige film There will be blood. Het is bijzonder, dat een film, hoewel gebaseerd op een boek, een geheel eigen koers vaart. De film is een nieuw kunstwerk geworden. Zo moet het ook!

Dat succes ligt natuurlijk aan de regisseur Anderson, maar ook aan de hoofdrolspeler, Daniel Day Lewis. Een heel markante speler, over wie op 26 januari 2022 een prachtige documentaire werd uitgezonden op Nederland 2, in de serie Close Up. De titel van de docu was Acteur Daniel Day-Lewis - De erfgenaam. Day-Lewis is één van de beste filmsterren. Hij wordt onder andere geroemd om zijn arbeidsethos: hij gooit zich altijd zó voor 100% in een rol, dat het hem bloed, zweet en tranen kost. Na Phantom Thread kondigde hij aan te stoppen met acteren, zo'n tol eiste die rol van hem. Daniel is de zoon van de dichter Cecil Day Lewis, het familie-erfgoed zou te zwaar voor hem zijn om te dragen. De vader-zoon relatie komt mooi terug in de film There will be blood.  
There will be blood, 2007
Nog een markante rol van Lewis: Abraham Lincoln, een film van Spielberg, 2012.
Daniel Day Lewis als zichzelf
Zijn laatste rol, in Phantom Thread, 2018. Hierna nam hij afscheid. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten