maandag 28 februari 2022

Het geweld van de hond, Thomas, Savage, 1967 (2021).

Boekomslag. 
Na de film met dezelfde titel was het een groot genoegen ook het boek te lezen waarop de film gebaseerd is. 
Wat me vooral opviel, was dat het beide even grote kunstwerken zijn. Vaak vind ik de verfilming overtollig, omdat het boek al zó goed was, en de film slechts wat na-brauwen wordt.... 
Dat is hier niet het geval. Het karakter van Phil wordt prachtig beschreven, in al zijn hondsheid, maar ook met zijn bijzondere gaven: hij ziet heel erg veel, hij kan heel veel maken met zijn handen, hij is geestelijk/intellectueel zeer ontwikkeld. Maar hij is ook een smeerpoets, komt met vuile handen aan tafel, kleedt zich voor niemand netjes, wast zich zelden. 
En vooral is hij zéér onaangenaam. De eerste man van Rose heeft hij een keer tegen de muur gesmeten, het was de aanleiding voor diens zelfmoord. 
De onderdrukte homoseksualiteit wordt ook mooi beschreven, die krijgt nergens méér aandacht dan in de film. Ook de perfecte moord door Rose's zoon gebeurt in het boek net zo onopvallend als in de film. - Maar komt des te doeltreffende rover!
Van Rose lezen we hoe ze zich voelt, de hoofdpijn, het zich niet kunnen uiten, de gevoelens van ongemak ook tegenover haar eigen zoon, de angst voor de maaltijden met Phil...
Heel mooi zijn de beschrijvingen van het landschap, en van alle klussen op de ranch. 
In een nawoord door Annie Proulx lezen we, dat Thomas Savage zelf op een ranch geleefd heeft. en ook allerlei sociaal ongemak heeft gekend, dat te maken had met familieleden die niet met elkaar overweg konden. 
Overigens komt dat in de film niet voor: de nog levende ouders van Phil en George. Proulx meldt dat er veel autobiografische elementen verwerkt zijn. 
Er is ook een korte episode met een Indiaan die op het landgoed komt, en door Phil wordt weggejaagd. Phil háát Indianen. Rose daarentegen biedt die mensen wél aan dat ze daar mogen kamperen. Een reden te meer voor Phil om Rose verschrikkelijk te haten. 
Dit schijnt het beste boek van Thomas Savage te zijn. Er zijn ook niet veel méér boeken van hem in vertaling verschenen, eentje nog. 
Het gekke was, dat het boek opnieuw spannend was - terwijl ik de afloop toch kende. Jane Campion volgt het boek trouwens ook nauwkeurig, maar dat viel al uit mijn commentaar op te maken. 
Een aanrader dus, allebei: boek én film. 
Annie Proulx, geboren 1935. Schreef een prachtig nawoord bij dit boek. 
Zelf schreef zij Brokeback Mountain, ook zo prachtig verfilmd. Er zit zeker affiniteit tussen beide films/boeken. 
De hond uit de titel is in het boek duidelijk Phil zelf, maar niet alleen Phil: hij verwijst ook naar de plek in de bergen, waar Phil een hond ziet, maar Rose's zoon óók, in één oogopslag. Twee verwante zielen. En ten slotte naar de bijbeltekst, Red mijn ziel van het zwaard, Mijn eenzame van het geweld van de hond. 

99 Homes, Ramin Bahrani, 2014.

 
Filmposter
Vader Dennis Nash (voormalig bouwvakker) woont met zijn moeder Lynn en zoontje Connor in een huis, waar ze worden uitgezet als Nash werkeloos is geworden. Het verhaal speelt in Orlando, Florida. Het is crisistijd, de uitzetting gebeurt op last van Rick Carver, een vastgoedhandelaar. De uitzetting is hartverscheurend, harteloos en wreed, vindt plaats onder de leiding van Carver met de hulp van enkele politieagenten. Lynn, Dennis en Connor verhuizen naar een armelijk motel.  
Een van de volgende huisuitzettingen. 
Dennis haalt verhaal, hij wil in elk geval zijn gereedschap terug. Carver is onder de indruk van zijn durf, en wil Nash in dienst hebben. Nash wordt reparateur van de huizen die Carver bezit. Dennis wordt al snel Rick's assistent.  Hij pikt bij voorbeeld airco-installaties, een truc om een huis eerder in bezit te krijgen. Op een gegeven moment gaat hij ook zelf huisuitzettingen uitvoeren en leert snel de foefjes en trucjes van overheid en banken die oneerlijk zijn, alleen maar werken in het nadeel van worstelende huiseigenaren. 
Rick en Dennis blijken allebei een vader te hebben gehad, die hard heeft gewerkt zonder beloning. Rick heeft daarvan geleerd dat het beter is om de jager te zijn in plaats van de opgejaagde. 
Dennis neemt steeds meer van het werk van Rick over en krijgt steeds meer de middelen wat vorstelijker te leven. 
Dennis sluit een deal met Rick voor het terugkopen van zijn huis, ook al zegt Rick dat Dennis niet sentimenteel moet doen over huizen. Na enige tijd is het huis weer terug in Dennis' bezit, en zijn moeder en zoon en hijzelf zullen het binnen een zekere termijn opnieuw gaan betrekken. 
Moeder Nash wordt gespeeld door Laura Dern.
Maar dan wordt Dennis herkend door een mede-motelbewoner als zelf een huis-uitzetter. Moeder en zoon van Dennis beginnen te twijfelen aan de manier waarop Dennis aan zijn geld komt. Nadat hij getuige is geweest van de kwaadaardige telefoontjes die Rick vaak krijgt, en nu hij zelf ook onder vuur komt, besluit hij onmiddellijk de motelkamer te verlaten. Hij verkoopt het ouderlijk huis en koopt in plaats daarvan een veel luxer huis. Zo'n ongelooflijk luxehuis, met zwembad en dergelijke - à la Rick Carver. 
Dennis is niet eens op zo'n huis uit, hij wil eigenlijk gewoon zijn eigen huis terug. Toch raakt hij verwikkeld in de corruptie. 
Moeder en zoon willen helemaal niet weg uit hun eigen ouderlijk huis.... Ze twijfelen nu zeker aan de manier waarop Dennis geld verdient. 
Zoon Connor komt ook in conflict met zichzelf, doordat zijn vriendjes de klos zijn van de uitzettingen. 
Zijn moeder stopt met dat rare dure huis, zij verkoopt niet haar ziel aan de duivel. Haar kleinzoon gaat met haar mee.  
Er volgt nog een verschrikkelijke deal, die Dennis nog meer geld moet opleveren - zijn baas uiteraard nog meer - maar die deal loopt mis. Dennis heeft meegewerkt aan een regelrechte fraude, en de man die uitgezet wordt, pakt een geweer. Op dat moment bekent Dennis een vervalst document te hebben afgeleverd.
De bouwvakker is volledig in de tang bij de meedogenloze rijkaard. 
De huiseigenaar geeft zich over en Dennis wordt begeleid naar de politie, zodat ze met Rick kunnen praten. Ondanks het schijnbare verraad prijst Rick zijn daden en bedankt hem stilletjes. Terwijl Dennis in de auto wacht, glimlacht de zoon van de huiseigenaar naar hem en rent dan snel weg.

Conclusie: de film laat de meedogenloosheid zien van de vastgoedhandelaren in de tijd van de financiële crisis in 2008. Mensen die een hypotheek hadden die ze niet meer konden betalen, gingen ten gronde. Michael Shannon is fantastisch in zijn rol van enorme klootzak die het worst zal zijn of mensen creperen.
Dat Dennis Nash uiteindelijk zijn ziel toch niet aan de duivel verkocht, gaf een goed gevoel. het zal menig keer anders zijn afgelopen, in de werkelijkheid.  
De titel is mooi gekozen: herhaaldelijk heeft Carver het over de 100 huizen die hij zal confisqueren, huizen waar hij niet sentimenteel over zal doen. 
Uiteindelijk wordt één huis Carver én Cash fataal. Het is precies ook het huis waarvoor ze beiden een grens over zijn gegaan. Dat ene huis dat niet overgaat naar de 'big boss vastgoed-eigenaar', redt de ziel van Dennis Nash. 
De twee hoofdrolspelers. 
Ramin Bahrani, geboren 1975; Iraans-Amerikaans regisseur. 
Trailer.

vrijdag 18 februari 2022

De Kunst van het Ouder Worden, Hermann Hesse, 1990 (2001)

Boekomslag; Duitse titel: Mit der Reife wird man immer jünger.
Er staan erg mooie stukken in dit boekje van Hermann Hesse; herkenbaar ook. Ze zijn verzameld door Volker Michels, en worden afgewisseld met foto's van Hesse, portretten en foto's van hem in zijn tuin en Zwitserse omgeving. De foto's zijn gemaakt door zoon Martin Hesse. 
Eerder citeerde ik al een prachtig stukje over vallende beukenblaadjes in de lente....
In dit blog vraag ik aandacht voor het stukje getiteld: Terug naar de oorsprong, uit: Notizblätter um Ostern, 1952. 

Ik parafraseer en citeer:
Hesse wandelt door zijn tuin, en ziet hoe de tuin overwoekerd dreigt te worden door struiken en bomen, het oprukkende bos. 
'Ik zeg 'tuin', maar in werkelijkheid is het een vrij steile grashelling, die bezig is te verwilderen, met een paar terrassen met druiven, waar de druivenstokken weliswaar door onze oude dagloner goed worden onderhouden, maar al het andere een grote neiging heeft zich weer in bos te veranderen.'
Portret Hermann Hesse.
Even verder:
'Al naar gelang mijn stemming kijk ik met ergernis of met genoegen toe hoe deze verandering naar de oorspronkelijke staat zich voltrekt. Soms pak ik een stukje van het stervende weiland aan, ga de woekerende wildgroei met hark en vingers te lijf, kam genadeloos de kussentjes mos tussen de in het nauw gedreven graspolletjes weg, trek een mandje vol bosbessen met wortel en al uit…'
Dan loopt hij zijn trouwe druiventeler Lorenzo tegen het lijf. 
Ze kijken naar de wolken, of er regen komt. Vervolgens spreken ze over de groente, de omheining, de palen, 'en omdat we het och al over de composthoop hadden, zou het me een plezier doen wanneer hij in de herfst.... ' Enzovoort. 'En we mochten ook niet vergeten dit jaar de aardbeien uit te zetten...'
Der langjährige Gärtner von Hermann Hesse Lorenzo bei der Vendemmia 1944
Foto Martin Hesse
Zo worden heel wat plannen voor het onderhoud afgesproken, en toen dat gedaan was:
'... ging ik verder en Lorenzo ging weer aan het werk, en we waren beiden met het resultaat van onze bespreking tevreden. 
Geen van ons was op het idee gekomen, om mogelijkerwijs aan een van onze welbekende toestanden te herinneren, hetgeen ons gesprek verstoord en illusionair gemaakt zou hebben. Wij hadden eenvoudig, en goedgelovig, of in ieder geval bijna goedgelovig met elkaar onderhandeld. en toch wist Lorenzo net zo goed als ik dat dit gesprek met zijn goede voornemens en plannen noch in zijn, noch in mijn geheugen zou blijven hangen, dat wij beiden binnen veertien dagen allang zouden zijn vergeten, maanden voor de tijd dat de composthoop opgeknapt en de aardbeiplanten uitgezet zouden worden. Ons gesprek van die ochtend, onder de niet naar regen uitziende hemel, was alleen maar om het gesprek zelf gevoerd, een spel, een divertimento, een zuiver esthetische onderneming zonder gevolgen. Het was voor mij een genoegen geweest een poosje Lorenzo's goed, oude gezicht te zien en het object van zijn diplomatie te zijn, die voor de partner, zonder hem serieus te nemen, een muur van de meest vriendelijke hoffelijkheid optrok.'
Prachtig!
Hermann Hesse in 1951 in zijn tuin;
Ook heel mooi is het stukje Het schoorsteenvegertje. Hesse gaat met zijn vrouw mee naar de stad omdat zij dat wil, hij heeft een hekel aan de stad. Ze kijken naar een carnavalsoptocht. En Hesse is getroffen door een klein jochie, zeven jaar oud. Dit kind is zich totaal net bewust van zijn outfit of de carnaval, hij kijkt alleen maar omhoog naar een venster, waar hij een troepje kinderen ziet, die lachend handenvol confetti naar beneden strooien. 'Er was geen verlangen in die blik, geen begeerte, slechts een overgave in verbazing, een verrukking in dankbaarheid. Ik kon niet zien wat het was, dat deze jongensziel zo deed verbazen en het eenzame geluk van het kijken en betoverd zijn liet beleven. 
Was het de kleurenrijkdom van de confetti? Het gezellige gekwetter van de kinderen daarboven? 
Plaatje boek; uit een serie illustraties van Ernst Penzoldt bij Hesse's verhaal 'Schoorsteenvegertje'. 
Hoe dan ook:
'... Net als die jongen verging het mij. Zoals hij noch door zijn attributen en bedoelingen van zijn kostuum, noch door de menigte, het clowneske schouwspel en het gelach en applaus van de toeschouwers dat pulserend als in golven door de menigte ging, iets waarnam, zijn blik alleen maar gericht hield op het raam, zo was ook mijn blik en mijn hart te midden van het opdringerige gedrang van zoveel beelden steeds weer vol overgave op één beeld gericht: op het kindergezicht tussen de zwarte hoed en de zwarte kleren, op zijn onschuld, zijn ontvankelijkheid voor het schone, op zijn onbewuste geluk.'

"Und alles zusammen, alle Stimmen, alle
Ziele, alles Sehnen, alle Leiden, alle Lust,
alles Gute und Böse, alles zusammen war die Welt.
Alles zusammen war der Fluss des 
Geschehens, war die Musik des Lebens."
(Hermann Hesse, uit: Siddharta)

Hesse vergelijkt vaak de ouderdom met de jeugd; wat is er voor hem veranderd; hoe leeft zijn jeugd nog in hem voort, alle lagen van nieuwe belevenissen worden vermengd met oudere lagen. Hij maakt zich niet meer zo druk, andere dingen zijn belangrijk geworden Ouderdom is alleen belachelijk en onwaardig 'wanneer het jeugdigheid wil spelen en nadoen.'

Hij leeft ook toe naar de dood:
'Mijn verstandhouding met de dood is dezelfde als vroeger, ik haat hem niet en ik ben ook niet bang voor hem. Als ik eens zou onderzoeken met wie en met wat ik behalve met mijn vrouw en mijn zonen het liefste omgang heb, dan zou blijken dat het alleen maar overledenen zijn, overledenen van eeuwen her, componisten, dichters en schilders. Hun wezen, verdicht in hun werken, leeft voort en is voor mij meer aanwezig en reëler dan de meeste tijdgenoten. En zo is het ook met de overledenen die ik in het leven heb gekend, liefgehad en 'verloren' heb, met mijn ouders, broers en zusters, mijn jeugdvrienden - ze horen bij mij en bij mijn leven, vandaag net zo goed als destijds, toen ze nog leefden, ik denk aan hen, ik droom van hen en reken hen tot mijn dagelijks leven. Deze verstandhouding met de dood is dus geen waan en geen mooie fantasie, maar is reëel en hoort bij mijn leven. Ik ken wel de droefheid over de vergankelijkheid, die kan ik bij iedere verwelkende bloem voelen, Maar het is een verdriet zonder wanhoop.'  

Es is nicht unsere Aufgabe
einander näherzukommen.
Unser Ziel ist nicht
ineinander überzugehen,
sondern einander zu erkennen
und einer im andern das sehen
und ehren zu lernen,
was er ist: 
des anderen Gegenstück und Ergänzung. 
Uit: Narziss und Goldmund.
Standbeeld Hermann Hesse op de Nikolausbrücke in Calw (Zwarte Woud) van de beeldhouwer Kurt Tassotti

zondag 13 februari 2022

The Power of the Dog, Jane Campion, 2021.


"Maar Gij, HERE, wees niet verre; mijn sterkte, haast U mij ter hulpe. Red van het zwaard mijn ziel, mijn eenzame, van het geweld van de hond. Verlos mij uit de muil van de leeuw, en van de horens der woudossen. Gij hebt mij geantwoord!"
Psalmen 22:20-22 NBG-vertaling 1951
Deze bijbeltekst ligt ten grondslag aan de titel van de film. Die film is op zijn beurt gebaseerd op het boek van Tom Savage, met dezelfde titel, in het Engels: The power of the Dog. 
Tom Savage, auteur van het boek. 
1915-2003
Kodi Smit-McPhee, als Roses zoon Pete. Bijzonder kind, homoseksueel, maar ook kunstzinnig en intellectueel. Wordt gepest, maar.... 
Phil Burbank (Benedict Cumberbatch) (r) en Pete (l), stiefzoon van Phils broer George. 
Die blik van Cumberbatch blijft me heel erg bij; voelt ook als dreigend aan. Hier gecombineerd met het prachtige landschap. 
Hier de twee broers, die in niet sop elkaar lijken. Hun leven komt in een crisis als George (r) trouwt en vrouw en stiefzoon inbrengt op de ranch.
De vrouw die op de ranch komt. Ze heeft het verschrikkelijk rot. Rose, gespeeld door Kirsten Dunst. 
De pesterige macho. In een interview meldde Cumberbatch dat die rol hem niet op het lijf geschreven was, hij is van zichzelf meer een pleaser. 
Aan het einde van de film vertoonde Netflix nog een documentaire over het maken van de film. Hoofdrol uiteraard voor Jan Campion. Leuk om te zien hoe oninteressant het decor eruitziet als er gefilmd wordt. Meer als een schuur. 
Campion vertelde, dat haar eigen trauma haar beïnvloedde bij het maken van de film: een kinderoppas, die haar en haar zus terroriseerde, altijd als haar ouders niet keken. Ze dreigde de meisjes er niet over te praten tegen hun ouders, die zouden hen toch niet geloven. Ten slotte vertelde Campion's zus het toch - en hun ouders geloofden haar niet. 
Jane Campion, geboren 1954. Ze heeft een paar fantastische films op haar naam staan: The Piano, Portret of a lady, en An Angels at my tabel. 
Trailer. De film is met een aantal Oscars bekroond. 

zaterdag 12 februari 2022

The Tyger, William Blake, 1794

Tijger, detail van het gedicht door William Blake zelf verlucht. 

The Tyger

BY WILLIAM BLAKE

Tyger Tyger, burning bright,
In the forests of the night;
What immortal hand or eye,
Could frame thy fearful symmetry?
In what distant deeps or skies.
Burnt the fire of thine eyes?
On what wings dare he aspire?
What the hand dare seize the fire?
And what shoulder, and what art,
Could twist the sinews of thy heart?
And why thy heart began to beat,
What dread hand and what dread feet?
What the hammer? What the chain,
In what furnace was thy brain?
What the anvil? what dread grasp,
Dare its deadly terrors grasp?
When the stars threw down their spears
And watered heaven with their tears:
Did He smile his work to see?
Did He who made the Lamb make thee?
Tyger, Tyger burning bright,
In the forests of the night,
What immortal hand or eye,
Dare frame thy fearful symmetry?

Uit: Songs of Experience, 1794.
Songs of Innocence and Experience - 
Liederen van onschuld en van ervaring; tonen de twee tegengestelde staten van de menselijke ziel.

Vertaling:


Tijger, tijger, met je helder brandende ogen
In de nachtelijke wouden,
Welke onsterfelijke handen of ogen
Konden jouw angstwekkende symmetrie ontwerpen?
In welke verre diepten of luchten
Brandde het vuur in jouw ogen?
Op welke vleugels durft hij op te stijgen?
Welke de hand die het vuur durft te grijpen?
En welke schouder, en welke kunst,
Kon de pezen van jouw hart vlechten?
En toen jouw hart begon te kloppen,
Welke ontzagwekkende hand en voeten?
Welke hamer? Welke ketting?
In welke oven zat jouw brein?
Welk aambeeld? Welke ontzagwekkende greep
Durft zijn dodelijke verschrikkingen aan te vatten?
Toen de sterren hun speren neerwierpen,
En de hemel met hun tranen bevochtigden,
Glimlachte hij toen bij het zien van zijn werk?
Maakte hij die het lam maakte ook jou?
Tijger, tijger, met je helder brandende ogen
In de nachtelijke wouden,
Welke onsterfelijke handen of ogen
Konden jouw angstwekkende symmetrie ontwerpen?

(Vertaling van DEZE SITE.)
Schilderij van Blake, Naomi 1795
Blake was behalve mystiek dichter ook beeldend kunstenaar.
Over The Tyger:
"Blake's taal pelt de alledaagse wereld weg en biedt een blik op de superrealiteit die dichters kennen. We vliegen rond in 'bossen van de nacht' door 'verre diepten of luchten', op zoek naar waar het vuur in het tijgeroog vandaan werd gehaald door de Schepper. Dit is de realiteit van uitgebreide tijd, ruimte en perceptie die Blake elders zo duidelijk verduidelijkt met de regels: 

"To see a world in a grain of sand 
And a heaven in a wild flower,  
Hold infinity in the palm of your hand,
And eternity in an hour.”
('Auguries of Innocence'). 

Dit vertelt ons indirect dat de realiteit die we gewoonlijk kennen en waarnemen in werkelijkheid onvoldoende, oppervlakkig en bedrieglijk is.

Waar we het onrecht van de wilde tijger waarnemen, kan er iets heel anders aan de hand zijn. Wat we normaal voor waarheid beschouwen, is misschien verre van dat: een gedachte die eng is, maar ook subliem of mooi - zoals de mooie en angstaanjagende tijger. Dit gedicht is dus geweldig omdat het beknopt en meeslepend een vraag presenteert die de mensheid vandaag de dag nog steeds plaagt, evenals een belangrijke aanwijzing voor het antwoord." -
Einde citaat.
William Blake. 1757–1827
Ik kwam dit gedicht The Tyger van Blake tegen in het boek Het Heilige, van Rudolf Otto. Otto voert het gedicht op als tegenhanger van een gedicht van Joseph Addison 1672-1719. Addison schrijft een gedicht over de 'lieve God' - mijn woorden- : de God van liefde, vertrouwen - de God van wie het gemakkelijk houden is. 'Een bewust 'rationele religiositeit', zegt Otto.
Blake gaat veel verder: hij ziet ook de God van de hardheid, wreedheid. De God die wij mensen niet begrijpen kunnen, omdat Hij niet in menselijke termen is uit te leggen. Alleen maar in ontkenningen: Hij is niet dit, niet dat. Soms voelen we Hem: als Hij ons vervult met ontzag, met de Vreze des Heren, met - op zijn Engels gezegd: met 'awe'.
De God van Tyger ook schepper van het Lam.

The Lamb

Little Lamb, who made thee?
Dost thou know who made thee?
Gave thee life, and bid thee feed
By the stream and o’er the mead;
Gave thee clothing of delight,
Softest clothing, woolly, bright;
Gave thee such a tender voice,
Making all the vales rejoice?
Little Lamb, who made thee?
Dost thou know who made thee?
Little Lamb, I’ll tell thee,
He is called by thy name,
For he calls himself a Lamb.
He is meek, and he is mild,
He became a little child.
I, a child, and thou a lamb,
We are called by his name.
Little Lamb, God bless thee!
Tekst uit Songs of Innocence van William Blake (1794)


Vertaling van David Avshalomov (2003)

Het Lam
Klein lammetje, wie heeft jou gemaakt?
Weet jij wie jou gemaakt heeft?
Jou het leven gaf en jou opdroeg je te voeden
Bij de stroom en boven de mede;
Jou verrukkelijke kleding gaf,
de zachtste kleding, wollig, stralend;
Jou zo’n lieve stem gaf,
Waar heel het dal zich in verheugt?
Klein lammetje, wie heeft jou gemaakt?
Weet jij wie jou gemaakt heeft?
Klein lammetje, ik zal het je zeggen,
Hij heet naar jou,
Want hij noemt zich een lam.
Hij is zachtaardig, en hij is mild,
Hij werd een klein kind.
Ik, een kind, en jij, een lam,
Wij heten naar hem.
Klein lammetje, God zegene je!

In The Guardian las ik onder andere dit commentaar: 
"Er is geen ander kunstwerk dat zo dringend en universeel de waarheid vertelt over de natuur en onze relatie ermee als Blake's verluchte gedicht, dat voor het eerst verscheen in 1794 in zijn felgekleurde boek Songs of Experience. Zie The Guardian 2018.

dinsdag 8 februari 2022

Petroleum, Upton Sinclair, 1954 (1927)

Boekomslag Nederlandse vertaling, 1954, door Johanna E. Kuiper.
Eerste druk Amerikaanse uitgave, 1926. 
Schandaaltje in Amerika bij verschijnen van het boek:
Op de foto staan ​​de verkoop van 150 promotie-exemplaren van een gecensureerde 'vijgenblad'-versie van zijn boek Oil! in Tremont and Boylston Streets in Boston voor $ 2 per exemplaar. Grote vijgenbladeren waren gedrukt over Sinclairs tekst over een seksscène in een motel, dat Boston-censoren verwerpelijk bevonden. Vijgenbladteken dat de demonstrant draagt, luidt: "Olie! Gegarandeerd 100% puur volgens de wet van Boston".
Dvd-hoes; 
de film naar het boek van Sinclair.
Nadat ik voor de tweede keer de film There will be blood (2007) gezien had, van Paul Thomas Anderson, was ik erg nieuwsgierig geworden naar het boek Oil!, gepubliceerd in1926-1927.
Anderson vermeldt duidelijk dat de film slechts voor een deel gebaseerd is op het boek, namelijk het eerste deel. En zelfs dat is niet helemaal waar. Het is gewoon een heel andere geschiedenis geworden, waarbij als eerste opvalt dat het karakter van de olieman in de film veel harder is.

De Nederlandse vertaling krijgt de flauwe titel Petroleum mee, het doet mij denken aan de keuken van mijn moeder. Niets aan te doen, woordbetekenissen veranderen. 
Het boek is veel complexer dan de film, biedt veel meer verhaallijnen, en laat een mooi stuk van de sociale en politieke geschiedenis van Amerika zien. Bovendien is het scherp-satirisch, waardoor je er ook nog om lachen kunt. 
De oliebaron in het boek heet James Arnold Ross, en is, net als in de film een selfmade man. Ook hij deugt niet - hij liegt en bedriegt om zelf de baas te kunnen spelen over de olierijkdommen, en er zelf zo rijk mogelijk van te worden - maar anders dan in de film heeft hij wel gevoel. Dat wordt hem vooral ingegeven door de relatie met zijn zoon, James Arnold "Bunny" Ross Jr. Bunny is de eigenlijke hoofdpersoon van het boek. Vader Ross kan zijn zoon eigenlijk niet goed pijn doen - en omgekeerd ook niet. Maar ze zijn het nergens over eens. Maar ja: die genegenheid. Want aangezien de jongen aangestoken is door socialisme en communisme - Bunny kan niet goed kiezen welke van de twee, in elk geval gaat hem het wel en wee van de arbeiders aan - is Vader toch een beetje geneigd zoonlief zijn zin te geven. In elk geval zorgt hij dat zijn gemeenste trucjes een beetje uit zicht blijven. 
We maken, net als in de film, de opkomst van de olie-industrie in Californië en Wyoming mee. En omdat er verschillende perspectieven zijn: vader Ross, Bunny, maar ook het verwende zusje Bertie, Bunny's rijke filmster-vriendinnetje Vee Tracey, Paul Watson, de communist, Rachel, het joodse meisje die linkse krantjes verspreidt en zo meer krijgen we een heel goede kijk op de ontwikkeling van de jaren 1901 tot 1926. Bij voorbeeld de Eerste Wereldoorlog, toen olie steeds belangrijker werd; hoe Amerika de oorlog in werd gezogen; de Russische Revolutie; de Drooglegging in Amerika, de stomme-filmindustrie in Hollywood. 
Pauline Frederick
(Foto ter illustratie, Frederick was een succesvol actrice in de silent movie-periode.)
Door de ambivalentie van Bunny krijgen we ook steeds het voor en tegen, de twijfel te horen. Want hij is ons voornaamste perspectief.
Bunny is zo gevoelig geworden door zijn kennismaking met Paul Watson. Paul is de zoon van de strenggelovige Watson, die door vader Ross van zijn land afgeholpen wordt, omdat daar olie onder zit. Papa Ross is hard tegen Watsons  kinderen, hij spaart hen niet als hij hen beliegt en besteelt. Tegelijk komt hij graag op de thee bij Ruth en Paul, die hem keurig ontvangen in hun nette en gastvrije huisje. 
Behalve Paul speelt Eli Watson een rol, dat is weer net als in de film. Eli is een godsdienstfanaat, die een eigen kerk opricht. In de film leidt dat tot hevige twisten tussen de oliebaron en Eli, In het boek ontpopt hij zich als net zo'n crimineel figuur als de oliebaronnen, maar dan op religieus gebied. Een echt conflict tussen Ross en Eli doet zich in het boek niet voor. 
Bunny is de hoofdpersoon, en zoals gezegd kan die eigenlijk niet goed kiezen in het leven. Hij houdt van zijn vader, maar ziet wat die verkeerd doet, aan omkoperij en list en bedrog. Hij houdt zielsveel van Paul Watson, die voor hem de eerlijkheid en oprechtheid vertegenwoordigt, die hij zelf niet zo goed kan opbrengen. Bunny leidt, met al zijn prachtige en geliefde principes, tegelijk een zeer luxeleventje, wat moeilijk te combineren valt met zijn streven ook de jonge arbeiders te vriend te houden. 
Als je googelt op het boek lees je, dat het vooral geschreven is om een groot schandaal literair vorm te geven, het Teapot Dome Scandal. Het was het eerste grote schandaal dat in Amerika aan het licht kwam, vergelijkbaar was het met het Watergate-schandaal. 

Uit Wikipedia: 
Het Teapot Dome-schandaal was een omkopingsschandaal waarbij de regering van de Amerikaanse president Warren G. Harding betrokken was van 1921 tot 1923. Minister van Binnenlandse Zaken Albert Bacon Fall had petroleumreserves van de marine gehuurd in Teapot Dome in Wyoming, evenals op twee locaties in Californië, aan particuliere oliemaatschappijen tegen lage tarieven zonder concurrerende biedingen.
Albert B. Fall was de eerste Amerikaanse kabinetsfunctionaris die tot gevangenisstraf werd veroordeeld.
Overigens komt dit schandaal pas op driekart van het boek aan de orde. We zijn dan al helemaal vertrouwd met de malversaties van Vader Ross, die hij vooral samen met zijn compaan Vernon Roscoe uitvoert. Deze zakenpartner van Papa Ross is misschien wel de antagonist van de roman. Hij wint ten slotte met zijn hebzucht. Hij koopt de regering om voor de olie. Hij werkt nog harder dan Ross Senior de vakbonden tegen, en nog veel meer ellendigs, zie hiervoor bij het einde van het boek. 
Foto uit de tijd van de Drooglegging.
Het einde is niet erg rooskleurig, en natuurlijk kón het ook niet goed aflopen. De communistenhaat in Amerika is heel groot, dat was in de jaren twintig ook al zo. Om te beginnen raken Bunny en zijn zus Bertie de erfenis kwijt aan die meedogenloze compagnon Roscoe. Paul die altijd principieel door is gegaan met te pogen de arbeiders te organiseren en het communisme te verspreiden, wordt door een bende kerels die gewapend zijn met ijzeren staven in elkaar geslagen; hij sterft aan de gevolgen van zijn verwondingen. Natuurlijk volgt er in het geheel geen gerechtigheid, het komt niet eens in de krant! Bunny's olieveld is in vlammen opgegaan...
Ik lees, dat Sinclair helemaal niet meer gelezen wordt, en dat is jammer. Ik heb erg veel plezier aan dit boek beleefd, en het heeft me een inkijkje gegeven in de geschiedenis. Zijn humor vond ik geweldig, tegelijk bleef de ernst goed voelbaar.  
Upton Sinclair: "It is difficult to get a man to understand something when his salary depends upon his not understanding it."
Upton Sinclair was een onderzoeksjournalist, en een socialist. Hij debuteerde met het boek The Jungle, dat over misstanden in de vleesverwerkende industrie gaat. Ik meen van 1907. 
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0

Als toegift wil ik nog even terugkomen op de prachtige film There will be blood. Het is bijzonder, dat een film, hoewel gebaseerd op een boek, een geheel eigen koers vaart. De film is een nieuw kunstwerk geworden. Zo moet het ook!

Dat succes ligt natuurlijk aan de regisseur Anderson, maar ook aan de hoofdrolspeler, Daniel Day Lewis. Een heel markante speler, over wie op 26 januari 2022 een prachtige documentaire werd uitgezonden op Nederland 2, in de serie Close Up. De titel van de docu was Acteur Daniel Day-Lewis - De erfgenaam. Day-Lewis is één van de beste filmsterren. Hij wordt onder andere geroemd om zijn arbeidsethos: hij gooit zich altijd zó voor 100% in een rol, dat het hem bloed, zweet en tranen kost. Na Phantom Thread kondigde hij aan te stoppen met acteren, zo'n tol eiste die rol van hem. Daniel is de zoon van de dichter Cecil Day Lewis, het familie-erfgoed zou te zwaar voor hem zijn om te dragen. De vader-zoon relatie komt mooi terug in de film There will be blood.  
There will be blood, 2007
Nog een markante rol van Lewis: Abraham Lincoln, een film van Spielberg, 2012.
Daniel Day Lewis als zichzelf
Zijn laatste rol, in Phantom Thread, 2018. Hierna nam hij afscheid. 

zondag 6 februari 2022

Hermann Hesse, uit: De kunst van het ouder worden, 2010 (1990).

Boekomslag
Beukdreef van Mariemont, België

Uit het verhaal: Harmonie van beweging en rust. 

p, 59-61:

"Het heeft me steeds verheugd en verbaasd met welk een hardnekkigheid mijn kleine beuk haar bladeren vasthoudt. Als alles allang kaal is, staat zij nog in haar kleed van verwelkte bladeren de maanden december, januari en februari door. De storm rukt eraan, de sneeuw valt erop en druppelt er weer vanaf, de dorre bladeren, in het begin donkerbruin, worden steeds lichter, dunner en zijiger, maar de boom laat ze niet vallen, ze moeten de jonge knoppen beschermen. Dan ergens in de lente, elke keer later dan je het had verwacht, was op zekere dag de boom veranderd, had het oude loof verloren en in plaats daarvan licht vochtige, tere nieuwe knoppen gedreven. Dit keer nu was ik getuige van deze verandering. Het was kort nadat de regen het landschap groen en fris had gemaakt, op een middaguur rond half april. Ik had dit jaar nog geen koekoek gehoord en geen narcis in de weide ontdekt. Een paar dagen geleden had ik hier nog in een krachtige noordenwind gestaan, huiverend met opgezette kraag en had met bewondering gezien, hoe de beuk kalm de rukwinden verdroeg en nauwelijks een blaadje prijsgaf; taai en dapper, standvastig en fier hield hij zijn verbleekte bladeren bij elkaar. 

En nu vandaag, terwijl ik bij zacht windstil weer bij mijn vuurtje stond en hout klein maakte, zag ik het gebeuren: er kwam een heel zacht windje, een zuchtje slechts en bij honderden en duizenden waaiden de zo lang gespaard gebleven bladeren weg, geluidloos, licht, gewillig, moe van het volhouden, moe van hun koppigheid en dapperheid. Wat vijf, zes maanden was vastgehouden en zich had verzet, zwichtte nu in een paar minuten voor niets, voor een zuchtje, omdat de tijd was gekomen, omdat het bittere volhouden niet meer nodig was. Weg vloog en dwarrelde het, met een glimlach, rijp en zonder strijd."
Hermann Hesse, 1877-1962.

vrijdag 4 februari 2022

Ramsey Nasr, Oh zoete Onbereikbaarheid 2013 en Wij waren onder de Betovering, 2022

Dit gedicht haalde ik uit de NRC van die dagen. Mét deze foto.
© Ramsey Nasr, 28 januari 2013
Bij de aankondiging van de abdicatie van Koningin Beatrix
 

O, zoete onbereikbaarheid

als kind al bezat ik een zwak voor glinsterkwallen, keizerpinguïns: zwaar en ijl
maar zacht als paleizen stonden ze rechtop in water en ijs, als wachtkamers
op een uitkijk naar binnen – daarom wilde ik worden: koninginnen
eerst juliana, later de dame die full colour over haar heen kwam.

deze, de mantelglanzende ging ik worden: beatrix leek haalbaar in die dagen
ik was vijf, deed mijn best haar geheim te kraken: 's avonds stond ik in de tuin
sjieke liedjes te neuriën, overdag op de dam wierp ik druiven naar landgenoten
ik struinde kermissen af, stalkte majorettes, tot ik tot mezelf kwam, opgaf.

nu pas, vannacht – net nu ik groot, gelukkig en eenzaam was
nu stond zij daar, een schemer aan het hoofd van mijn dromende lichaam
en links van mij duikelde de zon en rechts begon zij rustig te stormen, oranje
daalde ze over me neer, met alle gloeitristesse die ze had, languit stamelend:

'wij wilden een slagregen zijn voor onze geliefden, fluisterdauw uitspreiden
over de doden, de jaren alleen wilden wij breken met koele wintervuisten
groene duinen verflensen met zonlicht, kortom: wat mensen doen, wij wilden
kinderen, ouders, een man wilden wij, maar ze werden windstil rondom ons.'

ze toonde mij hoe ze boog en het ging niet: ze werd heldere mist, kou minus hitte
knipte zich los --- vannacht lig ik wakker, stuurloos als een wapperend lint.

envoi:
u bent mooi majesteit, soeverein en mooi, nu het verdriet om u heen komt bloeien
u bent mijn eigen aangetaste moeder, diep in haar vermoedde ik uw ijs, uw water
u was mijn jeugd, zoete onbereikbaarheid – en omdat dit mijn laatste verzen zijn
schenk ik ze u, om er onze prinses in terug te vinden: beginnend meisje van vijf.

Dit is het eerste gedicht van Ramsey Nasr, dat me zo ontroerde dat ik het meteen bewaard heb. 
het komt me nu terug in de geest, nu ik opnieuw aangeraakt werd door zijn poëzie, nu met deze bundel:

Hieruit schrijf ik het volgende gedicht over: 

laten we || een taak vinden
die ons dwingt om rustig te || zitten
bezig met werk dat eenvoudiger is
dan || taken die || nut hebben

in deze tijd waarin wij leven ||
waarin alles wartaal lijkt uit te slaan ||
loopt ge het risico terug te keren uit een strijd
u schamend dat ge hebt gestreden ||

laten we || maar stillekens voortgaan || 
tevreden || met het maken van schildrijen
wat niet het geluk is en niet het ware leven
maar || een schilder is || gelukkig ||
zoodra hij || kan weergeven
wat hij ziet ||

men is dan ook minder alleen
omdata men denkt: ik zit hier wel ||
doch terwijl ik || zit ||
spreekt || mijn werk ||

en wie het ziet
zal me niet verdenken
van liefdeloosheid ||

de kunst || is grooter || dan onze || kunde ||

het is beter ||
naar een korenveld te kijken
zelfs in de vorm van een schilderij ||

het verdriet onder ogen te zien
zonder afkeer te krijgen

Ramsey Nasr
De bundel Wij waren on de betovering is het geschenk in de week van de poëzie van 2022. Nasr maakte gedichten uit de Brieven van Van Gogh. Hij gebruikte woorden en zinnen van Van Gogh, en liet daarbij woorden weg. Ik heb die plekken aangegeven met twee blauwe streepjes (||), Nasr doet dat met blauwe blokjes. 
Het is zeer respectvol naar de oorspronkelijke tekst toe, daar houd ik van. 
De gedichten zijn ontroerend mooi.