maandag 28 februari 2022
Het geweld van de hond, Thomas, Savage, 1967 (2021).
99 Homes, Ramin Bahrani, 2014.
Er volgt nog een verschrikkelijke deal, die Dennis nog meer geld moet opleveren - zijn baas uiteraard nog meer - maar die deal loopt mis. Dennis heeft meegewerkt aan een regelrechte fraude, en de man die uitgezet wordt, pakt een geweer. Op dat moment bekent Dennis een vervalst document te hebben afgeleverd.
vrijdag 18 februari 2022
De Kunst van het Ouder Worden, Hermann Hesse, 1990 (2001)
Eerder citeerde ik al een prachtig stukje over vallende beukenblaadjes in de lente....
zondag 13 februari 2022
The Power of the Dog, Jane Campion, 2021.
zaterdag 12 februari 2022
The Tyger, William Blake, 1794
The Tyger
BY WILLIAM BLAKE
Tyger Tyger, burning bright,
In the forests of the night;
What immortal hand or eye,
Could frame thy fearful symmetry?
In what distant deeps or skies.
On what wings dare he aspire?
What the hand dare seize the fire?
And what shoulder, and what art,
Could twist the sinews of thy heart?
And why thy heart began to beat,
What dread hand and what dread feet?
What the hammer? What the chain,
In what furnace was thy brain?
What the anvil? what dread grasp,
Dare its deadly terrors grasp?
When the stars threw down their spears
And watered heaven with their tears:
Did He smile his work to see?
Did He who made the Lamb make thee?
Tyger, Tyger burning bright,
In the forests of the night,
What immortal hand or eye,
Dare frame thy fearful symmetry?
Tijger, tijger, met je helder brandende ogen
In de nachtelijke wouden,
Welke onsterfelijke handen of ogen
Konden jouw angstwekkende symmetrie ontwerpen?
In welke verre diepten of luchten
Brandde het vuur in jouw ogen?
Op welke vleugels durft hij op te stijgen?
Welke de hand die het vuur durft te grijpen?
En welke schouder, en welke kunst,
Kon de pezen van jouw hart vlechten?
En toen jouw hart begon te kloppen,
Welke ontzagwekkende hand en voeten?
Welke hamer? Welke ketting?
In welke oven zat jouw brein?
Welk aambeeld? Welke ontzagwekkende greep
Durft zijn dodelijke verschrikkingen aan te vatten?
Toen de sterren hun speren neerwierpen,
En de hemel met hun tranen bevochtigden,
Glimlachte hij toen bij het zien van zijn werk?
Maakte hij die het lam maakte ook jou?
Tijger, tijger, met je helder brandende ogen
In de nachtelijke wouden,
Welke onsterfelijke handen of ogen
Konden jouw angstwekkende symmetrie ontwerpen?
(Vertaling van DEZE SITE.)
Waar we het onrecht van de wilde tijger waarnemen, kan er iets heel anders aan de hand zijn. Wat we normaal voor waarheid beschouwen, is misschien verre van dat: een gedachte die eng is, maar ook subliem of mooi - zoals de mooie en angstaanjagende tijger. Dit gedicht is dus geweldig omdat het beknopt en meeslepend een vraag presenteert die de mensheid vandaag de dag nog steeds plaagt, evenals een belangrijke aanwijzing voor het antwoord." - Einde citaat.
Blake gaat veel verder: hij ziet ook de God van de hardheid, wreedheid. De God die wij mensen niet begrijpen kunnen, omdat Hij niet in menselijke termen is uit te leggen. Alleen maar in ontkenningen: Hij is niet dit, niet dat. Soms voelen we Hem: als Hij ons vervult met ontzag, met de Vreze des Heren, met - op zijn Engels gezegd: met 'awe'.
De God van Tyger ook schepper van het Lam.
The Lamb
Little Lamb, who made thee?
Dost thou know who made thee?
Gave thee life, and bid thee feed
By the stream and o’er the mead;
Gave thee clothing of delight,
Softest clothing, woolly, bright;
Gave thee such a tender voice,
Making all the vales rejoice?
Little Lamb, who made thee?
Dost thou know who made thee?
Little Lamb, I’ll tell thee,
He is called by thy name,
For he calls himself a Lamb.
He is meek, and he is mild,
He became a little child.
I, a child, and thou a lamb,
We are called by his name.
Little Lamb, God bless thee!
Tekst uit Songs of Innocence van William Blake (1794)
Vertaling van David Avshalomov (2003)
Het Lam
Klein lammetje, wie heeft jou gemaakt?
Weet jij wie jou gemaakt heeft?
Jou het leven gaf en jou opdroeg je te voeden
Bij de stroom en boven de mede;
Jou verrukkelijke kleding gaf,
de zachtste kleding, wollig, stralend;
Jou zo’n lieve stem gaf,
Waar heel het dal zich in verheugt?
Klein lammetje, wie heeft jou gemaakt?
Weet jij wie jou gemaakt heeft?
Klein lammetje, ik zal het je zeggen,
Hij heet naar jou,
Want hij noemt zich een lam.
Hij is zachtaardig, en hij is mild,
Hij werd een klein kind.
Ik, een kind, en jij, een lam,
Wij heten naar hem.
Klein lammetje, God zegene je!
In The Guardian las ik onder andere dit commentaar:
"Er is geen ander kunstwerk dat zo dringend en universeel de waarheid vertelt over de natuur en onze relatie ermee als Blake's verluchte gedicht, dat voor het eerst verscheen in 1794 in zijn felgekleurde boek Songs of Experience. Zie The Guardian 2018.
dinsdag 8 februari 2022
Petroleum, Upton Sinclair, 1954 (1927)
Anderson vermeldt duidelijk dat de film slechts voor een deel gebaseerd is op het boek, namelijk het eerste deel. En zelfs dat is niet helemaal waar. Het is gewoon een heel andere geschiedenis geworden, waarbij als eerste opvalt dat het karakter van de olieman in de film veel harder is.
Als toegift wil ik nog even terugkomen op de prachtige film There will be blood. Het is bijzonder, dat een film, hoewel gebaseerd op een boek, een geheel eigen koers vaart. De film is een nieuw kunstwerk geworden. Zo moet het ook!
zondag 6 februari 2022
Hermann Hesse, uit: De kunst van het ouder worden, 2010 (1990).
"Het heeft me steeds verheugd en verbaasd met welk een hardnekkigheid mijn kleine beuk haar bladeren vasthoudt. Als alles allang kaal is, staat zij nog in haar kleed van verwelkte bladeren de maanden december, januari en februari door. De storm rukt eraan, de sneeuw valt erop en druppelt er weer vanaf, de dorre bladeren, in het begin donkerbruin, worden steeds lichter, dunner en zijiger, maar de boom laat ze niet vallen, ze moeten de jonge knoppen beschermen. Dan ergens in de lente, elke keer later dan je het had verwacht, was op zekere dag de boom veranderd, had het oude loof verloren en in plaats daarvan licht vochtige, tere nieuwe knoppen gedreven. Dit keer nu was ik getuige van deze verandering. Het was kort nadat de regen het landschap groen en fris had gemaakt, op een middaguur rond half april. Ik had dit jaar nog geen koekoek gehoord en geen narcis in de weide ontdekt. Een paar dagen geleden had ik hier nog in een krachtige noordenwind gestaan, huiverend met opgezette kraag en had met bewondering gezien, hoe de beuk kalm de rukwinden verdroeg en nauwelijks een blaadje prijsgaf; taai en dapper, standvastig en fier hield hij zijn verbleekte bladeren bij elkaar.
vrijdag 4 februari 2022
Ramsey Nasr, Oh zoete Onbereikbaarheid 2013 en Wij waren onder de Betovering, 2022
Bij de aankondiging van de abdicatie van Koningin Beatrix
maar zacht als paleizen stonden ze rechtop in water en ijs, als wachtkamers
op een uitkijk naar binnen – daarom wilde ik worden: koninginnen
eerst juliana, later de dame die full colour over haar heen kwam.
deze, de mantelglanzende ging ik worden: beatrix leek haalbaar in die dagen
ik was vijf, deed mijn best haar geheim te kraken: 's avonds stond ik in de tuin
sjieke liedjes te neuriën, overdag op de dam wierp ik druiven naar landgenoten
ik struinde kermissen af, stalkte majorettes, tot ik tot mezelf kwam, opgaf.
nu pas, vannacht – net nu ik groot, gelukkig en eenzaam was
nu stond zij daar, een schemer aan het hoofd van mijn dromende lichaam
en links van mij duikelde de zon en rechts begon zij rustig te stormen, oranje
daalde ze over me neer, met alle gloeitristesse die ze had, languit stamelend:
'wij wilden een slagregen zijn voor onze geliefden, fluisterdauw uitspreiden
over de doden, de jaren alleen wilden wij breken met koele wintervuisten
groene duinen verflensen met zonlicht, kortom: wat mensen doen, wij wilden
kinderen, ouders, een man wilden wij, maar ze werden windstil rondom ons.'
ze toonde mij hoe ze boog en het ging niet: ze werd heldere mist, kou minus hitte
knipte zich los --- vannacht lig ik wakker, stuurloos als een wapperend lint.
envoi:
u bent mooi majesteit, soeverein en mooi, nu het verdriet om u heen komt bloeien
u bent mijn eigen aangetaste moeder, diep in haar vermoedde ik uw ijs, uw water
u was mijn jeugd, zoete onbereikbaarheid – en omdat dit mijn laatste verzen zijn
schenk ik ze u, om er onze prinses in terug te vinden: beginnend meisje van vijf.