woensdag 13 maart 2019

Vergessene Weiten, Eine Robert Walser-Biographie, Catherine Sauvat, 1995.

Zu Philosophisch

Wie geisterhaft* im Sinken 
und Steigen ist mein Leben
Stets seh' ich mich mir winken
dem Winkenden entschweben.

Ich seh' mich als Gelächter*, 
als tiefe Trauer wieder, 
als wilden Redeflechter*;
doch alles dies sinkt nieder.

Und ist zu allen Zeiten
wohl niemals recht gewesen.
Ich bin vergessne Weiten
zu wanderen auserlesen*.

(*spookachtig, schimmig)
(*voorwerp van spot)
(*woordvlechter)
(*geselecteerd)
Boekomslag
Prachtige biografie van Robert Walser, geschreven door de francaise Catherine Sauvat, vertaald door Helmut Kossodo. In het gedicht dat als opdracht voorin staat, lees ik de grote tragiek van deze man: te filosofisch, niet begrepen, niet erkend, is hij door het leven 'geselecteerd' (auserlesen) om eenzaam te wandelen. 
Robert Walser ontroert mij zéér. Om de eenvoud, maar tegelijk de diepgang. Om het meesterschap in de taal, en de wijsheden in zijn werk - terloops gegeven, maar ze komen daardoor des te meer aan. . Om het uitzonderlijke leven, en hoe hij  tegen de klippen op stand houdt... Uiteindelijk zondert hij zich geheel en al af, in het gesticht. Weet daar toch een zekere mate van geluk te verwerven, door kleine klusjes te doen.... maar is voorgoed gestopt met schrijven.  Ik ben er stil van, elke keer weer, en ik wil steeds meer van hem te weten komen. 
Ik heb van zijn primaire literatuur inmiddels gelezen De Rover, en De Wandeling, en in de blogs over die boeken kwam ik ook al het een en ander voer zijn biografie te weten. 
Deze biografie van Sauvat vulde het bekende aan op een heel persoonlijke manier: hoe Walser was als kind, als kantoorbediende (Kommis), als toneelspeler, dienaar, dichter, wandelaar en als waanzinnige. Deze 'rollen' vormen de structuur van Sauvats boek.  
Als kind verlangde hij ontzettend naar de liefde van zijn moeder. Een van de dingen die hij dacht dat hem daarbij zouden helpen, was als hij ziek zou zijn: dan kreeg je bijzondere aandacht. 
Zijn moeder stierf toen Robert zestien was. 
Walsers moeder Elisa, 1839-1894
Ik vond het hoofdstuk over de toneelspeler ook onthullend, omdat Walser in die tijd ging schrijven alsof hij alles als op het toneel zag, soms inclusief hoe dat vanuit de zaal bekeken werd. Het verklaart een beetje zijn soms moeilijke schrijfstijl. Hij ging zo vaak als hij kon naar het theater, en verdiepte zich in bijvoorbeeld Shakespeare. In die tijd wilde hij ook toneelspeler worden, maar hij moest die droom opgeven.
Walser was niet altijd even aardig, en hij zag er haveloos uit. In een bepaalde periode van zijn leven verhuisde hij van het ene adres naar het andere, nam ontslag, of kreeg het anders wel. Niet normaal, zo vaak. 
Hij heeft het een tijdlang in Berlijn geprobeerd, waar hij zeer ongelukkig werd. Van die tijd dateerde zijn samenwerking met zijn broer Karl, schilder en decorbouwer. Karl verzorgde de omslagen van Roberts  boeken. In tegenstelling tot Robert was Karl wel succesvol. Robert kreeg hier en daar heus  wel stukken uitgegeven, maar hij kon er niet van bestaan. Ten slotte keerde hij zeer gedesillusioneerd terug naar Zwitserland. De verhouding met zijn broer was zo verziekt, dat die nooit meer goed kwam. 
Ik begon hier en daar wel begrijpen dat Robert  mensen  tegen de haren instreek: zoals ik al schreef,  door zijn haast schooierachtige, a-sociale voorkomen en gedrag. 
Tegelijk had hij een zeer onderdanige kant in zijn karakter, vooral naar vrouwen. Zie het hoofdstuk over Walser als Diener. Een echte relatie met een vrouw heeft hij nooit gehad. Wel bleek veel later, dat hij met een meisje correspondeerde, Frieda Mermet. 
Sauvat beschrijft heel mooi zijn periode als krankzinnige: Sauvat betwijfelt of hij dat echt was. De diagnose van de psychiater was 'schizofrenie', maar Sauvat toont aan, dat de psychiater dat er  meer zelf in legde dan dat Walser dat gedrag echt liet zien. Zij veronderstelt, dat hij niet waanzinnig was, maar wel elk contact met mensen verbrak. Hij sloot zich volkomen af, hij voelde zich immers toch mislukt in wat voor hem zijn levenswerk was.... en stopte met schrijven. Hij wilde in zijn eigen wereld verblijven, want zijn leven tot dan toe, in contact met andere mensen, had hem diep ongelukkig gemaakt. 
Walser werd dood gevonden in de sneeuw, op eerste Kerstdag 1956. 
Zo vonden kinderen hem in de sneeuw, gestorven tijdens één van zijn vele, lange wandelingen. 
Ontroerend is ook te lezen, hoe hij kei- en keihard werkte aan zijn schrijven. Hij leefde ervan, zonder zijn moeite ook maar voor een cent beloond te zien in een goed honorarium. Althans niet blijvend, en niet duurzaam. 
Ook ging hij zich verbergen in zijn zogenaamde microgrammen; de pietepeuterig klein geschreven handschriften, die gelukkig langzamerhand wel ontcijferd zijn.
Hij was zeer, zeer arm. In sommige opzichten doet hij me denken aan Jopie Huisman, met zijn waardering voor al het nietige. Tegenstrijdig met dat harde werken, is de opvatting van tijdgenoten dat hij een leegloper was.... 
Er komen voor mij in dit boek ook duidelijk de boeken naar voren, die ik nog graag van Walser zou willen lezen: Geschwister Tanner, roman, 1907; Der Gehülfe, roman, 1908; en Jakob von Gunten, roman, 1909.

Door dit boekje maakte ik overigens ook weer kennis met allerlei andere interessante mensen.
Allereerst met de schrijfster, Cathérine Sauvat. Geboren 1957, studeerde Germanistiek. Schreef, behalve de Walser-biografie, biografieën van Alma Mahler, Stefan Zweig, Rilke, Soeur Sourire; verder schreef ze over Europese steden: Wenen, en andere zogenaamde Beaux Livres: luxe, geïllustreerde uitgaven in groot formaat. 
 
Biografieën over Robert Walser, Alma Mahler.....
.... Rilke, Soeur Sourire......
..... Stefan Zweig....
...... Gottschalk, Schnitzler....

En hier voorbeelden van haar 'Beaux livres': wildlife in de steden, Stefan Zweig en Wenen....
.....Wenen, watersteden in Europa.....
Italië. 
De schrijfster en journaliste; zij maakte ook documentaires, onder andere over Robert Walser.
Vergessene Weiten werd vertaal door Helmut Kossodo, die leefde van 1915-1994. Hij was uitgever, vertaler en literatuurcriticus. Ik citeer uit Wikipedia:
„Großzügig und kühn“ (DBE; s. Lit.) war Kossodos verlegerischer Einsatz, als er den Entschluss zur Herausgabe des „Gesamtwerkes“ Robert Walsers fasste. Die editorisch von Jochen Greven und Jörg Schäfer betreute Ausgabe erschien in den Jahren 1966 bis 1975 in dreizehn Bänden. Unter der Last des Projektes verlor Kossodo sein gesamtes Vermögen, sodass er Mitte der 70er Jahre den bis dahin in Hamburg und Genf ansässigen Verlag schließen musste. Dennoch bleibt sein Name als Verleger mit diesem Engagement dauerhaft verbunden."
Met andere woorden: Kossodo gaf het verzameld werk van Walser uit, maar ging eraan failliet! 
Verzameld Werk van Walser, uitgegeven door Jochen Greven. 1978, Uitgeverij Helmut Kossodo,
Helmut Kossodo.
Dat Kossodo aan het Verzameld Werk van Robert Walser failliet is gegaan, is des te tragischer, omdat de geschiedenis zich aan hem  herhaalt: Robert Walser zelf was straatarm, en kreeg tijdens zijn leven nauwelijks tot geen erkenning heeft gekregen van het grote publiek. En dit grote projekt mislukte ook!
Dat wil niet zeggen dat Walsers waarde niet werd gezien, want er waren mensen die die wél zagen. Zo was hij een groot voorbeeld voor Franz Kafka. Carl Seelig was zijn mecenas en beschermheer (Seelig schreef de eerste biografie van Albert Einstein), Max Brod, Kurt Tucholsky, Robert Musil, en Walter Benjamin: zij allen zagen dat hij van wereldklasse was. Zie voor de eigentijdse reacties op het werk van Walser de site van vertaalster Machteld Bokhove, ROBERT WALSER.
Verder is er de Zwitserse Robert Walser site. Hier vond ik bijvoorbeeld ede opmerking over het gepubliceerde werk van Walser: 
'Charakteristisch für Walsers Werk ist eine extreme publizistische Zerstreuung: Von 1898 bis in die 1930er Jahre hat er mehr als 1000 Texte in über 100 verschiedenen Zeitschriften und Zeitungen publiziert. Walsers Texte wie auch die Dokumente zu seinem Leben mussten erst in langwieriger Recherche aufgespürt und zusammengetragen werden. Dieser Prozess ist bis heute nicht abgeschlossen und noch immer werden neue Texte gefunden.'
Het viel me bij Vergessene Weiten wel op, hoe talloos veel titels van stukjes worden genoemd. 
Robert Walser heeft nooit van zijn pen kunnen leven, hoe veel en hoe prachtig hij ook schreef.

Iets anders is ook nog, dat Walser veel van zijn eigen werk vernietigd heeft. Ik denk uit wanhoop...

Ik geef hier een citaat dat weer aangrijpend is:
Nur noch zu wenigen Menschen unterhält er Kontakt. Als er zu einer Lesung im Leszirkel Hottingen in Zürich eingeladen wird, ist sein Werk mittlerweile auf fünfzehn Bücher angewachsen. Doch kein Verleger kann einen kommerziellen Erfolg melden. Walser ist froh wahrgenommen zu werden und nimmt die Einladung an. Er macht sich zu Fuß auf den Weg. Zwei Tage. Der Präsident des Leszirkels entscheidet nach einer Probelesung in seinem Büro, Robert Walser soll nicht selbst vortragen, ein anderer soll aus seinem Werk vorlesen. Aus Existenzangst gibt Walser im Streit nach, er braucht das Geld. Dem Publikum wird der Dichter krank gemeldet. Er aber sitzt in der ersten Reihe und hört zu, keiner hat ihn erkannt.

Er is, behalve de al genoemde boeken van Walser, nog een boek dat mijn belangstelling heeft: Carl Seelig: Wanderungen mit Robert Walser in de Bibliothek Suhrkamp.
Verder zijn er nog twee biografieën: Jörg Ammann: Robert Walser, Eine literarische Biographie erschienen bei Diogenes. En van Guido Stefani: Der Spaziergänger. Untersuchungen zu Robert Walser.
Dit boek heb ik al in mijn bezit; het is een aaneenrijging van Walser-citaten, met foto's. Een boek om rustig in kleine partjes tot je te nemen, 

Dit boek lag in het depot van de UBA. Voor 5,-- kon ik het via mijn bibliotheek bestellen. Ik kom erop terug. 
En ook dit handboek lijkt me zeer de moeite waard. 
(Oei, wat wil ik veel....) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten