maandag 25 april 2016

Erasmus, over Tolerantie, Trouw 23 april 2015, James kennedy

Elkaar omhelzen, of verduren, titel van het essay.
Beeld Erasmus; essay in het jaar van Erasmus, Ik wijk voor niemand.
Dat is de titel van het Trouw-artikel, in de reeks essays over Erasmus. Het gaat om de vraag wat tolerantie eigenlijk is: is het simpel onverschilligheid tegenover de andere mening van onze naaste, of (het andere uiterste) gaat het om een complete erkenning van diens anders-zijn?
Uit de Sire-campagne
Kennedy begint een voorbeeld aan te halen van een Eerste Kamerlid, Jacob van den Biesen, uit 1897, die zich afvroeg of er nu niet iets gedaan kon worden van regeringswege om te verhinderen dat de Islam (in Indië) 'hand over hand veld winne.' Het antwoord kwam toen van Het Algemeen Handelsblad, dat stelde dat met bijvoorbeeld het verbieden van de hadj het beginsel van de verdraagzaamheid op het spel stond: verdraagzaamheid als ‘het bewijs van den eerbied dien vrije zielen elkaar verschuldigd zijn.' De krant hoopte op een gunstige invloed van de kerstening van Indië, wat betreft verkeerde Moslim-invloeden. 
Hadj, pelgrims bij de Kaaba, Mekka. 
De verdraagzaamheid kent een ingewikkelde geschiedenis, betoogt Kennedy. Erasmus vond dat je helemaal niet verdraagzaam hoefde te zijn tegen hypocrieten en scherpslijpers. Wel was hij een man van het midden, maar misschien zelf niet helemaal consequent in zijn adviezen over tolerantie. 
Volgens de historicus Benjamin Kaplan heeft tolerantie een waaier aan begrippen door de eeuwen heen. Zie de twee uitersten die bovenaan staan, onverschilligheid versus werkelijke erkenning. Dezelfde argumenten over en weer komen steeds terug. Wat Van den Biesen zei, kun je verbinden aan de woorden van Lord Chesterfield (1694-1773): 'Je moet onverdraagzaam zijn tegenover de onverdraagzaamheid.'
Earl of Chesterfield
Zo wantrouwden protestanten de katholieken van oudsher, omdat dat ‘knechten waren van de onvrijheid’, die misbruik konden maken van de verdraagzaamheid. 
Sire-campagne
De stelling van Chesterfield komt erop neer, dat je eerst met elkaar een waardenstelsel moet omhelzen, voordat je de ander verdraagzaam bejegent. M.a.w.: het is de verdraagzaamheid van het eigen gelijk.  Dit roept eerder spanningen op dan dat ze die wegneemt. Het kan ook zeer hypocriet zijn: tolerant voor eigen volk, maar niet voor andersdenkenden. 
Deze impuls geldt nog dikwijls. Kennedy noemt de standpunten van Bolkestein, Fortuyn en Wilders. Het land met seculiere waarden moet verdedigd worden. 
Heel anders was de eerder genoemde overtuiging van het Handelsblad: eerbied hebben voor de overtuiging van een ander.
Je kunt het nog weer anders zeggen: denk je bij verdraagzaamheid aan wat de ander moet betonen, of aan wat je zelf denkt? Een ware gelovige moet vooral aan zichzelf bewijzen dat hij een diep gevoelde eerbied voelt tegenover een andere overtuiging. 
Respecteren, en waarderen van andere tradities. Kennedy voelt zich dáárdoor aangesproken. Hij denkt dat dit vermogen voortkomt uit christelijke of spirituele motieven, je komt God tegen in de ontmoeting met andere mensen. 

Sommige mensen voelen, dat Nederland zijn beste tradities dreigt te verliezen door het toegenomen wantrouwen tegenover moslims en migranten. Zie Geert Mak, met zijn boek 'Gedoemd tot kwetsbaarheid, uit 2006. Ruimte scheppen voor de ander levert meer op dan de ander onderdrukken. 
2006
Gedogen, het niet van harte ruimte geven, is een ongemakkelijke vorm van tolerantie. Het is meer het verduren, schoorvoetend ruimte geven aan mensen wier denkbeelden je vervelend of beangstigend vindt. De samenleving kent er minder conflicten door. Het is het pragmatisch gedogen, the next best thing, als werkelijk erkennen niet lukt. 
Het komt neer op schipperen tussen wantrouwen en vertrouwen. Die dubbelzinnigheid is niet leuk voor moslims; ze is in elk geval voelbaar. Maar het is beter dan niks. Elkaar leren kennen is dan wel een weg om wantrouwen weg te nemen.
.... training in zelfbeheersing: goed idee!
Een minimalistisch vorm van verdraagzaamheid moet niet verwaarloosd worden. Je omhelst geen verschillen, maar oefent zelfbeheersing door gevoelens van wrok, wantrouwen en afwijzing voor je te houden om toch in vrede samen te kunnen, leven. 
James Kennedy, historicus, dean (decaan) University College of Utrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten