Een documentaire die me uit de slaap hield.
Drie mensen werden gevolgd, die bij de Levenseindekliniek gevraagd hadden om euthanasie. En ook hadden gekregen. Een vrouw van honderd, met een 'stapelvraag': allerlei kwalen die voor haar het leven ondraaglijk maakten; een man van zestig, die al van jongs af aan leed aan dwanggedragingen; en een vrouw met 'semantische dementie', ze kon zich niet meer talig uitdrukken.
De laatse maakte de meeste indruk op mij, ik vond de toegepaste euthanasie bij haar schokkend. Van haar lieten ze de dood ook zien. Zie de foto hier beneden, vlak voordat de dokter de spuit indrukt.
Links de man met de dwanggedachten, naast hem zijn zoon. Rechts de psychiater van de kliniek.
De honderdjarige, vlak voor haar dood.
Coen Verbraak, die na afloop sprak met de directeur van de Levenseindekliniek, en met een emeritus hoogleraar psychiatrie.
'Huppakee. Weg.'
Dat was een zin die ze nog wel kon uitspreken, de semantisch-demente vrouw. 'Ik noteer het voor de 16e: Huppakee. Weg,' zei de euthanasie-dokter. En schreef het met een duidelijk handschrift in de agenda. Dan zou het gaan gebeuren.
Ik vond het een nare man met een te harde stem. Hij 'kwam het wel even regelen', was mijn indruk.
Nou kwamen alle drie de genoemde gevallen door de toetsingscommissie heen, dus mocht ik er wel wat van zeggen? Had ik recht van spreken?
Maar toen in het nagesprek met de emeritus-hoogleraar (van wie ik de naam niet terug kan vinden) deze man terugkwam op dit deel van de documentaire haalde hij allerlei dingen naar boven, die ik óók had gezien. Die mij óók aan het denken hadden moeten zetten:
Zo zei de echtgenoot aan het begin van de film, dat hij zijn vrouw in het verzorgingshuis niet zou gaan opzoeken, omdat ze hem niet meer zou herkennen.
Hmm. Dat is gauw beslist.... Om wie gaat het dan, om hem of om haar?
De mevrouw gebruikte 'Huppakee, weg!' voor euthanasie, maar ze had überhaupt weinig woorden tot haar beschikking. Ze zei het zo vaak, en wat betekende het dan eigenlijk nog? De mevrouw kon nog auto rijden. (Hè?! Auto-rijden, en dan dement?) En het ergste: ze wilde de euthanasie 'niet hier.' Niet hier, zie de foto boven. Ze wilde het dáár. 'Op die tafel?' vroeg iemand. 'Nee,' suste de levenseinde-dokter met de te harde stem, 'We doen het hier.' (Had hij dat al met de filmploeg afgesproken, of ben ik nu té achterdochtig?)
'Wat bedoelde ze?' vroeg de psychiater in de nabeschouwing. 'Wilde ze het niet voor het front van het televisiepubliek? En wilde ze het wel?'
Toen de naald werd ingebracht, zei ze (en ook dat heb ik zelf gehoord): 'dit is verschrikkelijk.' Schrok ze terug? Ik dacht terug aan de houding van haar man, hij hing om haar nek. Op die van de dokter met de spuit. Werd er niet vooral mét haar gedaan? Over haar hoofd heen gedaan?
Het was ook het enige geval dat helemaal in beeld werd gebracht. Ik zag de moeder van de patiënt maar kijken naar haar dochter en huilen, mijn hart brak. Zie ook weer de foto boven.
Op de foto zie ik de vrouw zelf alleen maar wantrouwig (bang?) in de camera kijken.
Even later is ze rustig gestorven. Haar hoofd is wat naar voren geknikt. Zo wacht de familie de schouwarts af. De euthanasie-arts is zoals altijd een sigaretje gaan roken, 'moment voor mijzelf.'
Ik raak het beeld van die vrouw niet meer kwijt.
Nee, ik was het óók niet in alles eens met de hooggeleerde psychiater-nabeschouwer.
Maar waar precies de grens ligt.... Ik weet het steeds minder goed.
Maker Hans Kema
Maker Marcel Ouddeken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten