Een enkele keer koop ik het dagblad Al País, om mijn Spaans wat te oefenen.
De laatste keer dat ik dat deed, trof me een artikel van de hand van Josep Grau, met de titel Los 'Gernika's' de Castellón. Gernika is de Baskische schrijfwijze van Guernica, zoals wij dat kennen.
Schilderij Guernica van Picaso
Zoals Guernica was na het bombardement door de Duitsers, 1937.
Er zijn bewijzen gevonden in het Militair Archief te Freiburg dat de Duitsers nog zeker drie van dergelijke aanvallen hebben uitgevoerd met hun Junkers 87 Stuka's.
De Junker 87 Stuka, de duikbommenwerper die in het geheim getest werd in een paar kleine Spaanse dorpjes. Het beest had 500 kilo aan bommen aan boord, de bevolking zag de bommen aanvankelijk aan voor strobalen.
Het experiment gold als een succes. De Duitsers kozen de streek uit vanwege het landelijke karakter en de geringe bevolkinsdichtheid.
De aanvallen vonden plaats op plaatsjes Albocàsser, Ares del Maestrat en Vilar de Canes. Ze liggen in de provincie Castellon, nabij de provincie Valencia.
Een meisje passeert de ruïnes van Albocàsser na de bombardementen van het Legioen Condor in 1938.
De dorpjes werden met de grond gelijk gemaakt. Guernica veroorzaakte 126 doden, de bombardementen in Castellón 38.
De Duitsers voerden deze bombardementen in het geheim uit, ook Franco was niet op de hoogte. Daders waren leden van het Condor Legioen, een Duits vrijwilligersleger dat aan de kant van de nationalisten streed.
Boekje, en vlaggen van het Legioen Condor, het Vrijwilligersleger van de Duitsers.
Hier een parade van die heren.
Ook na de Tweede Wereldoorlog is deze schanddaad nooit aan het daglicht getreden, tot voor kort. Uit onderzoek is gebleken, dat er veel informatie over te vinden was in het Militair Archief, onderdeel van het Bundsarchiv in Freiburg.
Het Militär Archief te Freiburg.
Er komt een documentaire over, van de regisseur Rafa Moles.
Rafa Moles, regisseur van de te maken documentaire, die de titel Stuka-experiment zal krijgen.
Merry Christmas, Mister Lawrence is gebaseerd op dit boek van Laurens van der Post, alsmede op diens boek The night of the new moon, van 1970.
Het was leuk om een Penguin-editie antiquarisch te kunnen aanschaffen van The Seed and the Sower, want het meeste van de film komt wel uit dit boek. Bijvoorbeeld het verhaal van de dronken Japanner Hara, die de mannen hun straf kwijtscheldt. En vooral het aangrijpende verhaal van Celliers. Het was mooi om te lezen hoe het verhaal oorspronkelijk verteld werd.
Indrukwekkend verfilmd, indrukwekkend geschreven.
Het boek bestaat eigenlijk uit drie verhalen:
A Bar of Shadow,
The Seed and the Sower
The Sword and the Doll.
In het eerste verhaal vertelt Lawrence dat hij sergeant Hara opzoekt in de gevangenis. Het is ongeveer het verhaal dat in de film als een soort epiloog, of coda wordt getoond. De oorlog is voorbij, Hara zit gevangen en moet hangen voor zijn misdaden. Maar hij begrijpt eigenlijk niet waarom hij dood moet, omdat hij in eigen ogen rechtvaardig is geweest. Hij heeft niet anders gehandeld tegenover zijn gevangenen dan hij gedaan zou hebben tegen zijn eigen mensen. De bijzondere band die hij met Lawrence had komt goed tot uiting, ook in het al genoemde 'Merry Christmas' verhaal. Lawrence weet de Japanner, met zijn geheel eigen en door zijn cultuur bepaalde visie, te troosten.
Hara
In de film gebeurt dat kort, het boek wijdt er meer woorden aan: Misschien kan de overwonnene toch winst halen uit zijn nederlaag? Dat lijkt Hara te troosten, het is 'een Japanse manier van denken.'. Lawrence gaat weg, en het spijt hem dat hij niet méér heeft kunnen zeggen. Hij keert terug, maar tevergeefs: Hara is al opgehangen. 'Must we always be too late? It hung like the shadow of a bar of a new prison between us.' (Ús': dat zijn Lawrence en de ik-figuur, aan wie Lawrence zijn verhaal vertelt.)
Waarmee ik meteen een voorbeeld heb gegeven van de wat filosofische inslag van dit boekje.
The Seed and the Sower gaat nog veel verder met de wat spirituele gedachten van de auteur. het leeuwendeel van dit verhaal wordt ingenomen door het verhaal van Jack Celliers over het verraad aan zijn jongere broertje met een bochel.
Ik moet hier even kwijt, dat Celliers dat in het kamp opgeschreven zou hebben op wc-papier. Dat geeft het verhaal iets heel ongeloofwaardigs, omdat het behoorlijk breedsprakig verteld wordt. Dat wc-papier geloof ik dus niet.
Wat niet wegneemt dat hij het verhaal spannend vertelt. Hij kiest de goede woorden en houdt de spanning er steeds in. Ondanks het Engels kon ik het goed doorlezen.
Het boek wijkt hier af van de film, doordat het goed komt tussen de twee broers. Hij maakt zijn excuus later in zijn leven. De jongere broer zingt dan zelfs weer.
Het verhaal over het jongere broertje wordt veel breder verteld .
Jack Celliers had totdantoe geleden onder zijn verraad, zijn leven was sinds die tijd een leegte gaan vertonen. Nadat het weer goed is gekomen met zijn broer, is hij zich veel meer bewust, en doet hij wat hij innerlijk voelt als noodzakelijk om te doen. Dat is de betekenis van the seed and the sower. Het maakt ook, dat hij de moed heeft de Japanner Yonoi te kussen, en hem zo te behoeden Hicksley te vermoorden.
De kus.
In The Sword and the Doll weidt de schrijver uit over het verschil tussen jongens en meisjes: jongens spelen met een zwaard, meisjes met poppen. Zou het helpen als jongens geen zwaard meer gegeven werd?
Lawrence reageert met een geschiedenis die hij in 1944 op Java beleeft, vlak voor de inval van de Japanners. Het is historisch gezien trouwens interessant, maar ook verschrikkelijk: de Engelsen en de Nederlanders verlieten het eiland. Meteen de volgende dag verscheen het hotelpersoneel met een andere hoofdbedekking dan voorheen, niet meer de traditionele, maar een zwarte kap, die van de nationalisten. De Engelsen en Hollanders hadden hun hielen nog niet gelicht, of de Japanse vloot was al in aantocht.
Vlak voor die inval, beleeft Lawrence een liefdesnacht met een volkomen onbekende jonge vrouw. Zij vertegenwoordigt 'het leven' , Lawrence en de Australiërs die in aantocht zijn, de oorlog. Maar de vrouw accepteert beide, juicht de strijd ook toe.
Na de oorlog ziet hij haar nooit meer terug, wat past in het beeld dat hij van 'de vrouw' wil geven. Het geluk van hen beiden was dat van het lot, het toeval, dat je moet pakken. Het leven direct leven, een dergelijke gedachte. Reden waarom ze elkaar nooit meer terugvonden.
Laurens van der Post, leven.
Van der Post leefde van 1906 tot 2103. Hij is geboren in Zuid-Afrika, en werd later een vriend van Prins Charles. Hij was ook regeringsadviseur, onder andere bij Margareth Thatcher in de kwestie Zuid-Afrika. Hij was een bekende televisie-persoonlijkheid en gold als een goeroe. In 1971 werd hij in de adelstand verheven.
Hij was oorspronkelijk boer, en meldde zich vrijwillig voor de oorlog. In Oost-Afrika leidde hij 11.000 kamelen door moeilijk begaanbaar landchap. Hij kreeg malaria. In 1942 kwam hij in Nederlands Indië, waar hij commandant zou zijn geworden van een speciale missie die als doel had het geallieerde personeel te evacueren.
In 1942 werd hij krijgsgevangen gemaakt. Hij zou een grote rol hebben gespeeld bij het hoog houden van het moreel in het kamp, onder andere door het instellen van een kamp-universiteit, en het kweken van zaden met een hoge voedingswaarde. Hij zou ook een rol hebben gespeeld bij de overgang van Indonesië naar het postkoloniale tijdperk. Hij kende Soekarno goed.
Later in zijn leven zou hij kennis hebben gemaakt met Carl Jung, met wie hij een bijzondere band zou hebben, en wiens leer hij zei te verspreiden.
Wierp zich op als kenner van Jung.
Ook claimde hij alle kennis van de Bosjesmensen:
Over de Bosjesmensen
Hij schreef een autobiografie, getiteld Venture to the interior.
Het maakte hem op slag beroemd.
Hij was zeer gerespecteerd, graag gezien en geciteerd op de televisie, een wijs man....
Maar na zijn dood verscheen er een biografie, genaamd The Storyteller: the many Lives of Laurens van der Post. Schrijver was J.D.F. Jones, jaar van verschijnen 2001.
Het démasqué
Uit onderzoek was Jones gebleken dat Van der Post een pathologische leugenaar was, die iedereen hypnotiseerde met zijn geweldige vermogen om verhalen te vertellen. Het was maar de vraag wat er allemaal waar was van zijn beweringen. De biografie werd ook weerlegd (door Christopher Booker), maar die weerlegging is ook weer weerlegd door Jones.
J.D.F. Jones, schrijver van The Storyteller; stierf helaas in 2009.
Buiten die fantasieën werd Van der Post er ook van beschuldigd een kind van 14 zwanger te hebben gemaakt, die aan zijn zorgen was toevertrouwd. Hij was überhaupt nogal makkelijk met vrouwen; hij smeerde hem vaker als hij iemand zwanger had gemaakt.
Oef...!
Maar daat hij verhalen kon vertellen kan ik beamen: ik las het boekje zó uit.
Niet iedereen is ervan overtuigd dat hij zichzelf verheerlijkte en de wereld voorloog: het Laurens van der Post-Memorial Centre in Zuid-Afrika, Philippolis.
Posters; ik vind deze het mooiste. Ook, omdat de cumulus-wolken erop staan, die steeds terugkeren in de film, totdat de storm eindelijk losbarst.
Ik wilde na The last Samurai met Tom Cruiseeen Japanse vechtfilm zien; ik wilde het verschil kunnen zien tussen een Hollywood-opvatting en een Japanse.
Ik heb deze film in het jaar dat hij uitkwam, 1985, gezien met mijn zoon Job in de bioscoop. Ik had destijds geen idee wat mij te wachten stond; ik vond het wel bijzonder om eens met mijn opgroeiende zoon naar een film van zijn keuze te gaan. Job was toen twaalf of dertien - wat ik nu, nu ik de film voor de tweede keer gezien heb, erg jong vind.
Ran is een Japanse versie van de tragedie van King Lear, plus hij werkt door op de Japanse legende van Daimyo Môri Motonari. In het laatste verhaal draait het om drie edele karakters, en Kurosawa wilde graag zien hoe dat verhaal zou uitpakken als het om drie slechteriken gedraaid had.
Eerst maar naar King Lear:
King Lear heeft drie dochters. Als hij oud is, wil hij zijn rijk onder hen verdelen, het zijn Goneril, Regan en Cordelia.
In Ran gaat het om drie zoons, Taro, Jiro en Saburo.
Hidetora nog in het volle bezit van zijn macht
In beide drama's, Lear en Ran, gaat het erom, dat de kinderen moeten bewijzen wie het meest van hun vader houdt. Daarop baseert Papa zijn keuze aan wie zijn rijk toe zal vallen. Ik beperk me nu verder maar tot Ran.
De oudste twee vleien hun vader, de derde spreekt de waarheid.
De kleuren keren later terug in de banieren van hun respectievelijke legers.
Hij, de jongste, laat zien, dat drie pijlen niet samen sterker zijn dan één, zoals zijn vader beweerd heeft. Hij breekt ze alle drie op zijn knie. De vader, Hidetora Ichimonji, is woest. Hij verdeelt twee kastelen onder de twee oudsten, en zal beurtelings bij hen beiden gaan wonen. Subaru wordt verbannen. Hidetora wil de titel van Great Lord houden.
Maar we merken al gauw dat er verraad huist in de familie. De twee mooipratende zoons bekennen elkaar dat ze hun vader in werkelijkheid een oude gek vinden. De vrouw van de oudste zoon Taro, Lady Kaede, wil nu de kans grijpen om wraak te nemen voor de moord op haar familie. Want die mooie vader was een verschrikkelijke warlord, die zelf meedogenloos geweld heeft toegepast in zijn leven. De titel Great Lord kan hij vergeten.
Er ontbrandt al heel gauw strijd, Jiro en Taro vallen hun vader aan. De man wordt er krankzinnig door.
Aangrijpende aanval op het kasteel.
De lijken liggen her en der
Begin van zijn gekte.
Taro sterft, Lady Kaede chanteert Jiro, neemt hem letterlijk tot haar echtgenoot, en dwingt hem haar het hoofd te brengen van Sué, zijn eigenlijke vrouw.
Sué is de zus van Tsumaru, een jonge fluitist bij wie door Hidetora ooit de ogen zijn uitgestoken,
Vroeger slachtoffer van Hidetora
Bij Hidetora zien we trouwens steeds 'de dwaas' , een narrenfiguur die altijd voor Hidetora gezorgd heeft, en dat blijft doen, tot aan het einde.
De Dwaas; soort narrenfiguur die de waarheid mag zeggen. Geen man, geen vrouw. Slaapt ook bij de vorst. Lijdt gewoon, naast haar vorst, met diep verdriet. Is op geen stukken na zo gek als hij.
Maar het einde wordt steeds gruwelijker. Ran betekent chaos, verwarring, en die komt er overal. In zijn krankzinnigheid weet Hidetora toch het besluit te nemen Saburo op te zoeken.
De oude man dwaalt rond.
Er lijkt een verzoening mogelijk. Maar Saburo sterft zomaar in de strijd.
De dood van Subaru
Dit kan de oude vader niet meer verdragen, na alles wat er al gedood en verwoest is. Hij sterft op het lijk van zijn geliefde zoon.
Lady Kaede vindt ook een gruwelijk einde.
Hier vlak voor haar einde
En dit erna.
Sue is onthoofd. Het laatste beeld van de film is voor Tsumaru, de broer van Sué. Zij heeft hem een beeltenis van de Boeddha gegeven. Hij laat dat vallen, als hij bovenop het verwoeste kasteel staat, en hulpeloos met zijn blindenstok de randen van het bouwwerk aftast.
De blinde Tsumaru tast de ruïne af.
King Lear heeft als thema: 'the gradual descent into madness'. Dit drama voltrekt zich ook aan Hidetora: alle decorum valt bij hem weg, hij loopt zelfs met een bloot been voor zijn troepen uit.
Dit is een grote neergang
Krijger
Er is ook invloed op deze film van het zogenaamde No-theater:
Voorbeeld van het No-theater: maskers; figuren beelden essenties uit, eerder dan karakters.
vooral in de figuren van Hidetora en Kaede. In het No-theater zag je maskers, Lady Kaede heeft twee maffe wenkbrauwen. Het gaat er bij haar en bij Hidetora om dat ze een bepaalde essentie overbrengen. Kaede sterft uiteraard zelf ook gewelddadig.
Zoals ik al zei, is chaos (Ran) het centrale thema. De hele Ichimonji-clan is dood, en dat niet alleen: ook de goden zijn er niet meer om te helpen. Denk aan de Boeddha-beeltenis die verdwijnt aan het eind. Sué was de enige gelovige, maar zij is onthoofd.
De Boeddha moest Tsumaru beschermen; maar hij laat de beeltenis vallen.
En zijn zus Sué is dood.
De gevechtsscenes zijn prachtig, als ik dat mag zeggen van gevechtsscenes. Alles gaat mooi met vlaggen in de kleuren van de broers, de paarden galopperen over prachtige velden, de opzet is groots (episch). Het is de duurste Japanse film ooit.
Ze zien de donderwolken komen
....nadat al steeds de wind dreigde...
Een onontkoombaar einde.
Akira Kurosawa; toeval of niet: hij is ook de regisseur van Runaway Train, ook van 1985, die ik met mijn oudste zoon Dennis bekeek in de bioscoop in datzelfde jaar!
Schilderij van William Dyce (1806-1864), King Lear in the storm, naast hem The Fool.