Boek
Zoals ik al eerder schreef, ben ik een echte fan van de essays van Willem Jan Otten. Ik bekijk nu de vier films die hij beschrijft in deze weken voor Pasen, POETRY was de eerste.
Maar ik had nog een boekje liggen dat ik op zijn advies gekocht had: hij beschreef dit hier:
ESSAY TROUW JAN WILLEM OTTEN; het is My bright abyss.
De schrijver krijgt te horen dat hij een ongeneeslijke vorm van kanker heeft, en begint te schrijven. Niet het gebruikelijke werk over ziekzijn, nare behandelingen, hoop en tegenslag: maar wel datgene waar hij innerlijk mee geconfronteerd wordt: waar is God is, waar is mijn geloof. Het zijn 'Meditations of a modern believer'. Wiman is geen traditionele gelovige, integendeel. Als dichter zoekt hij God in de inspiratie, en God is voor hem ook waar hij niets dan leegte, of pijn ziet. Hij schrijft, dat er mensen zijn die het geloof verloren na of tijdens de Holocaust: voor hem - en voor anderen, hij geeft voorbeelden - was dat juist reden om te geloven. God lijdt met ieder mens mee. Kern is de beleving van Christus aan het kruis: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten.' Christus zelf heeft de verlatenheid, de ellende tot in het diepste van zijn lichaam en ziel gevoeld.
My bright abyss is niet gemakkelijk om te lezen, er zijn heel veel woorden in dit vlak die ik niet ken, ik ben bezig een speciale woordenlijst aan te leggen. Buiten dat is het onderwerp moeilijk. Ten slotte citeert Wiman heel veel andere auteurs, die ik zelf niet ken. Grete Weil, Bonhoeffer, dat zijn uitzonderingen die me wel bekend zijn. Maar zo geeft hij ook nog eens een inkijkje in de literatuurgeschiedenis vanuit een bijzonder standpunt.
Blij verrast was ik toen ik op internet een mooi gedicht uit de bundel (van Wiman zelf) vertaald zag. Het is van IDA BOELHOUWER. Het is niet het moeilijkste uit het boekje, toch leuk om het zo mooi vertaald te zien:
From a window
Incurable and unbelieving
in any truth but the truth of grieving,
I saw a tree inside a tree
rise kaleidoscopically
as if the leaves had livelier ghosts
I pressed my face as close
to the pane as I could get
to watch that fitful, fluent spirit
that seemed a single being undefined
or countless beings of one mind
haul its strange cohesion
beyond the limits of my vision
over the house heavenwards.
Of course I knew these leaves were birds.
Of course that old tree stood
exactly as it had and would
(but why should it seem fuller now?)
and though a man’s mind might endow
even a tree with some excess
of life to which a man seems witness,
that life is not the life of men.
And that is where the joy came in.
Uitzicht uit een raam
Ongeneeslijk ziek en niet gelovend
in welke waarheid dan ook behalve in die van verdriet
zag ik een boom verrijzen in een boom
alsof ik door een caleidoscoop keek
de bladeren leken omgeven door leven.
Ik drukte mijn gezicht zo dicht tegen het glas
als ik kon om dat vitale, levendige
zo goed mogelijk te bekijken
het kon een enkel wezen zijn
of ontelbaren, zich voegend
in die vreemde samenhang
die mijn begrip te boven ging
over het dak heen richting hemel.
Natuurlijk wist ik dat die bladeren vogels waren.
Natuurlijk stond die oude boom
er precies zo bij als daarnet
(maar waarom leek hij nu toch voller?)
en desondanks ben je dus in staat
een boom te zien die buitensporig leven
in zich draagt en er getuige van te zijn
dat leven niet het menselijk leven is.
En precies daar kwam de vreugde binnen.
Op de een of andere manier maakt het boek me niet blij. Maar het grijpt me aan, raakt iets heel dieps in mij, en dat dringt verder te lezen; en te herlezen. Wiman schrijft met gezag. Zijn boek staat vol zeer waardevolle gedachten. Ik denk dat het een mens goed zal doen die met de dood geconfronteerd wordt. Maar niet alleen die mens, iederéén die gelooft zal hier inspiratie en levensmoed, en als ik het zeggen mag: geloof uit kunnen putten.. Al is het 'geloof zonder object' en ondogmatisch. Hoe dan ook is het een boek dat ik nog vaak zal pakken. Wellicht kom ik er dan ook nog eens op terug.
Maar ik had nog een boekje liggen dat ik op zijn advies gekocht had: hij beschreef dit hier:
ESSAY TROUW JAN WILLEM OTTEN; het is My bright abyss.
De schrijver krijgt te horen dat hij een ongeneeslijke vorm van kanker heeft, en begint te schrijven. Niet het gebruikelijke werk over ziekzijn, nare behandelingen, hoop en tegenslag: maar wel datgene waar hij innerlijk mee geconfronteerd wordt: waar is God is, waar is mijn geloof. Het zijn 'Meditations of a modern believer'. Wiman is geen traditionele gelovige, integendeel. Als dichter zoekt hij God in de inspiratie, en God is voor hem ook waar hij niets dan leegte, of pijn ziet. Hij schrijft, dat er mensen zijn die het geloof verloren na of tijdens de Holocaust: voor hem - en voor anderen, hij geeft voorbeelden - was dat juist reden om te geloven. God lijdt met ieder mens mee. Kern is de beleving van Christus aan het kruis: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten.' Christus zelf heeft de verlatenheid, de ellende tot in het diepste van zijn lichaam en ziel gevoeld.
My bright abyss is niet gemakkelijk om te lezen, er zijn heel veel woorden in dit vlak die ik niet ken, ik ben bezig een speciale woordenlijst aan te leggen. Buiten dat is het onderwerp moeilijk. Ten slotte citeert Wiman heel veel andere auteurs, die ik zelf niet ken. Grete Weil, Bonhoeffer, dat zijn uitzonderingen die me wel bekend zijn. Maar zo geeft hij ook nog eens een inkijkje in de literatuurgeschiedenis vanuit een bijzonder standpunt.
Blij verrast was ik toen ik op internet een mooi gedicht uit de bundel (van Wiman zelf) vertaald zag. Het is van IDA BOELHOUWER. Het is niet het moeilijkste uit het boekje, toch leuk om het zo mooi vertaald te zien:
From a window
Incurable and unbelieving
in any truth but the truth of grieving,
I saw a tree inside a tree
rise kaleidoscopically
as if the leaves had livelier ghosts
I pressed my face as close
to the pane as I could get
to watch that fitful, fluent spirit
that seemed a single being undefined
or countless beings of one mind
haul its strange cohesion
beyond the limits of my vision
over the house heavenwards.
Of course I knew these leaves were birds.
Of course that old tree stood
exactly as it had and would
(but why should it seem fuller now?)
and though a man’s mind might endow
even a tree with some excess
of life to which a man seems witness,
that life is not the life of men.
And that is where the joy came in.
Uitzicht uit een raam
Ongeneeslijk ziek en niet gelovend
in welke waarheid dan ook behalve in die van verdriet
zag ik een boom verrijzen in een boom
alsof ik door een caleidoscoop keek
de bladeren leken omgeven door leven.
Ik drukte mijn gezicht zo dicht tegen het glas
als ik kon om dat vitale, levendige
zo goed mogelijk te bekijken
het kon een enkel wezen zijn
of ontelbaren, zich voegend
in die vreemde samenhang
die mijn begrip te boven ging
over het dak heen richting hemel.
Natuurlijk wist ik dat die bladeren vogels waren.
Natuurlijk stond die oude boom
er precies zo bij als daarnet
(maar waarom leek hij nu toch voller?)
en desondanks ben je dus in staat
een boom te zien die buitensporig leven
in zich draagt en er getuige van te zijn
dat leven niet het menselijk leven is.
En precies daar kwam de vreugde binnen.
Op de een of andere manier maakt het boek me niet blij. Maar het grijpt me aan, raakt iets heel dieps in mij, en dat dringt verder te lezen; en te herlezen. Wiman schrijft met gezag. Zijn boek staat vol zeer waardevolle gedachten. Ik denk dat het een mens goed zal doen die met de dood geconfronteerd wordt. Maar niet alleen die mens, iederéén die gelooft zal hier inspiratie en levensmoed, en als ik het zeggen mag: geloof uit kunnen putten.. Al is het 'geloof zonder object' en ondogmatisch. Hoe dan ook is het een boek dat ik nog vaak zal pakken. Wellicht kom ik er dan ook nog eens op terug.
Voor dit moment sluit ik mijn blog met dit interview tussen Eric Metaxis en Christian Wiman. Het is een ruim één uur durend gesprek, waarbij ik getroffen werd door de bescheidenheid en de helderheid van Wiman.
Dit, maar zeker het boek: een echte aanrader!
PS: Eric Metaxas is onder de indruk van het 'luminiscent' gedicht Meditation on a grapefruit, van Craig Arnold, dat als een der eerste gedichten in Bright Abyss voorkomt.
Ik ben het helemaal met hem eens! Daarom als allerlaatste dat gedicht:
Meditation on a Grapefruit
To wake when all is possible
before the agitations of the day
have gripped you
To come to the kitchen
and peel a little basketball
for breakfast
To tear the husk
like cotton padding a cloud of oil
misting out of its pinprick pores
clean and sharp as pepper
To ease
each pale pink section out of its case
so carefully without breaking
a single pearly cell
To slide each piece
into a cold blue china bowl
the juice pooling until the whole
fruit is divided from its skin
and only then to eat
so sweet
a discipline
precisely pointless a devout
involvement of the hands and senses
a pause a little emptiness
each year harder to live within
each year harder to live without
Verder nog om te onthouden: de dichter Richard Wilbur, T.S. Elliott (maar dat wist ik al); Aforismen van Simone Weil; Dietrich Bonhoeffer (ook al bekend, toch nog even noemen); Marilyn Robinson, en Terence (Terentius)..
Prachtig stuk Agnes ,wat je schreef over Christian Wiman's" My Bright Abyss" Dat boek heb ik meegenomen naar mijn wandelvakantie in Limburg, en het raakt mij.
BeantwoordenVerwijderen