woensdag 25 februari 2015

Un long dimanche de fiançailles, Jean Pierre Jeunet, 2004.

Hoes
De film is naar het boek van Sébastien Japrisot.
Schrijver van het boek.
'Een lange verlovingszondag', luidt de letterlijke vertaling. Het gaat over de liefde tussen Mathilde Donnay (gespeeld door Audrey Tautou, bekend vooral van Amélie), en Mannech Langonnet, oftewel Het Groentje (Gaspard Ulliel).
De knappe Audreay Tautou als Mathilde
Die liefde wordt verstoord door de Eerste Wereldoorlog, waarin Mannech schijnbaar om het leven komt. (Hij is ter dood veroordeeld omdat hij zichzelf opzettelijk verwond zou hebben om aan de dienst te ontkomen.) In flashbacks wordt onthuld wat de ware toedracht is geweest. De beide geliefden vinden elkaar uiteindelijk terug, al heeft Mannech zijn geheugen verloren. Maar hij begroet haar op dezelfde wijze als hij haar als kind voor het eerst heeft gedaan: 'Doet het zeer als je loopt?' (Mathilde loopt mank.) Zo eindigt de film vol hoop.
Jody Foster speelt ook een rol 
De oom bij wie Mathilde opgroeit.
De tante, idem. gespeeld door de veel te sprookjesachtige Chantal Neuwirth. Hetzelfde geldt ook een beetje voor de oom, en al helemaal voor hun 'peperkoekhuisje'. 
De twee geliefden 
Beelden van de oorlog zijn zeer ernstig. 

Mathilde speelt dit instrument omdat het zo mooi de scheepshoorn kan nadoen. Mannech is de zoon van de vuurtorenwachter. 

Nog enkele beelden uit de Grote Oorlog. Zo stelde ik ze me bij het lezen (van mijn boeken over de Grote Oorlog) ook precies voor. hard en akelig.
Ik vond het een bezwaar aan deze film, dat het te sprookjesachtig was. Dat, in combinatie met de gruwelijkste beelden uit de Eerste Wereldoorlog, vond ik wat vreemd. Het maakte de film onderhoudend, maar gaf mij iets schrijnends.

Trailer
De regisseur, Jean Pierre Jeunet. Maakte ook Le Fabuleux destin de Amélie Poulain, 2001.

De late Rembrandt

Catalogus
Gisteren hebben we hem dan gezien: de Late Rembrandt, die tot half mei 2015 in het Rijksmuseum te zien is.
We hadden kaarten op datum en tijd, tussen 9.00 en 11.00 konden we naar binnen, daarna blijven zo lang we wilden.
Het eerste half uur ging het nog wel met de drukte. Oh, zeker: we stonden even vóór negenen al in de file, en zagen de fietsers onder het Rijks doorsjezen: toch wel een leuk gezicht.
Toch wel een leuk gezicht....
Door de ramen zagen we de suppoosten en ander personeel nog alle ruimte met elkaar hebben.
Personeel Rijks
Ik zag mijn dochter in uniform omhoog kijken of ze ons zag. Ik zwaaide, maar tevergeefs.
Klokke negenen konden we naar binnen, in ganzenpas. Op de trap naar beneden zag Tessel ons wél, lachen, zwaaien, hallo! Op haar advies gingen we niet naar de garderobe, maar meteen mét jassen en kleine tas door de rechthoekige doorgangen, hoppakee! de Philipsvleugel in. Tessel had even tijd voor ons om mee te gaan. 
Als nummer één keek Rembrandt ons aan vanuit zijn zelfportret uit 1659:
Zelfportret Rembrandt uit 1659.
Deze foto bewijst dat je naar het museum toe moet om te kunnen genieten: zo donker en flets als hij hier overkomt, zo vol leven, licht en kleur is hij in het echt. Er hangt zelfs geen glas voor! Op sommige plaatsen is het of er glimmertjes op de verf zitten. De ogen, oh, die ogen... wat kan die man dat meesterlijk, het schilderen van ogen!
Natuurlijk ga ik hier niet de hele tentoonstelling verslaan, de liefhebber gaat er ongetwijfeld zelf heen. Ik geef wel een paar van mijn favorieten:
Oude, lezende vrouw. 
Portret van een oudere man, 1667.
Slapende jonge vrouw (Hendrickje Stoffels?)
Zelfportret met twee cirkels
Portret van Margaretha de Geer: ook hier weer niet te beoordelen, deze foto is zo lelijk van kwaliteit. Maar in het echt...!
Echtpaar; hij wijst naar haar, zij kijkt zijn kant op.
Een mooie samenvatting  op YouTube is hier te zien. 
Terugkomend op die drukte: konden we aanvankelijk nog wel vóór ieder schilderij staan om er 'contact mee te maken', na een half uur-drie kwartier was dat uitgesloten. Wat een mensen! Ook veel kinderen, want het is voorjaarsvakantie. Overigens vond ik dat op zichzelf erg leuk, die kinderen hadden echt belangstelling.
Maar we hadden alles na één uur gezien. Zou het rustig geweest zijn, dan was ik nog een rondje gaan doen. Nu maakten we ons uit de voeten...
Wel nog even naar de Tempelwachters:
Ik gaf links een high five, maar die foto is mislukt...
Het bewijs...
Daarom nog maar even: van Lenie, de grap van Fokke en Sukke
Ik heb al eerder over Rembrandt geschreven, naar aanleiding van een artikel van Sandra Rooke, zie MIJN BLOG ALHIER. Dat blog ging vooral over de vrijheids-lievendheid van de late Rembrandt, hij deed niet meer mee met welke conventie ook. In plaats van een fijnschilder was hij een moderne individualist geworden. Grove vegen, zelfs met het paletmes.
De bijbelstukken vond ik nu eens wel, dan weer niet erg mooi; het thema is een beetje afgesleten. Van de verhalen bij de apostelen en hun martelingen werd ik naar. Maar de zegening van de kinderen van Jozef door Jakob vond ik weer prachtig.
De blinde Jakob zegent de kinderen van Jozef. Aangrijpend.
PS: De catalogus is trouwens ook echt een aanrader: mooi van kwaliteit, en interessante essays!

zondag 22 februari 2015

The Impossible - Juan Antonio Bayona, 2012.

Poster
Op internet wordt deze film als een rampenfilm aangeduid. Dat klinkt voor mij verdacht, alsof ik niet van zo/n film zou mogen houden. Doe ik dat toch, dan heet dat natuurlijk een 'guilty pleasure.' Maar goed, dan maar een guilty pleasure: ik vond dit een erg mooie film. De regisseur, Juan Antonio Bayona, wilde een 'eerlijke film' maken over de tsunami van 2004, en ik vind dat hij daar heel goed in is geslaagd.
Het script is van Sergio G. Sánchez, die het schreef naar aanleiding van het waargebeurde verhaal van Maria Belón en haar gezin.
Maria Belón en haar gezin, 8 jaar later. 
Noami Watts en Maria 
Twee dagen na de ramp: werkelijkheid.  
De muur van water: hier ook de realiteit 
Moeder en zoon
Het gezin is op vakantie op Kao Lak, in Thailand, als de tsunami losbreekt. Het gezin valt uit elkaar, vader en twee jongste zoons worden getroffen in het zwembad, moeder en oudste zoon in huis. Het is al een wonder dat moeder en puberzoon elkaar treffen. Zij is ernstig gewond aan haar been, maar ze loopt toch door. We maken mee hoe ze het samen redden, en ten slotte door de lokale bevolking gered worden en naar het ziekenhuis gebracht. De moed van de moeder is indrukwekkend, en zij weet die over te brengen op haar aanvankelijk onwillige puberzoon.
Pas na driekwart in de film ontdekken we, dat vader en de twee jongste kinderen ook nog leven. De zoektocht is dan naar de andere helft van het gezin. Het onmogelijke gebeurt: ze worden herenigd, ze worden als compleet gezin in een vliegtuig vervoerd naar een ziekenhuis elders waar betere verzorging mogelijk is. Ondanks de zware verwondingen zal Maria zal herstellen.
E.een spannende film, die de tsunamiramp heel erg voelbaar maakte.  
Op zoek naar mama
Zij is werkelijk heldhaftig. Sleept haar zoon daarin mee. Erg mooi.
Houvast bij een boom.
Oudste zoon Lucas, gespeeld door Tom Holland.
De regisseur bouwde een enorme tank met water die hij liet leegstromen. De acteurs worden werkelijk overspoeld. Dat maakt het heel echt.
Vader moet de kleine jochies (7½ en 5) alleen laten om zijn vrouw te kunnen zoeken.
De regisseur Juan Antonio Bayona 
Ewan MacGregor als de vader 
In het vliegtuig naar elders.
Trailer

vrijdag 20 februari 2015

My bright abyss, Christian Wiman, 2013.

Boek 
Zoals ik al eerder schreef, ben ik een echte fan van de essays van Willem Jan Otten. Ik bekijk nu de vier films die hij beschrijft in deze weken voor Pasen, POETRY was de eerste.

Maar ik had nog een boekje liggen dat ik op zijn advies gekocht had: hij beschreef dit hier:
ESSAY TROUW JAN WILLEM OTTEN; het is My bright abyss.

De schrijver krijgt te horen dat hij een ongeneeslijke vorm van kanker heeft, en begint te schrijven. Niet het gebruikelijke werk over ziekzijn, nare behandelingen, hoop en tegenslag: maar wel datgene waar hij innerlijk mee geconfronteerd wordt: waar is God is, waar is mijn geloof. Het zijn 'Meditations of a modern believer'. Wiman is geen traditionele gelovige, integendeel. Als dichter zoekt hij God in de inspiratie, en God is voor hem ook waar hij niets dan leegte, of pijn ziet. Hij schrijft, dat er mensen zijn die het geloof verloren na of tijdens de Holocaust: voor hem - en voor anderen, hij geeft voorbeelden - was dat juist reden om te geloven. God lijdt met ieder mens mee. Kern is de beleving van Christus aan het kruis: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten.' Christus zelf heeft de verlatenheid, de ellende tot in het diepste  van zijn lichaam en ziel gevoeld.
My bright abyss is niet gemakkelijk om te lezen, er zijn heel veel woorden in dit vlak die ik niet ken, ik ben bezig een speciale woordenlijst aan te leggen. Buiten dat is het onderwerp moeilijk. Ten slotte citeert Wiman heel veel andere auteurs, die ik zelf niet ken. Grete Weil, Bonhoeffer, dat zijn uitzonderingen die me wel bekend zijn. Maar zo geeft hij ook nog eens een inkijkje in de literatuurgeschiedenis vanuit een bijzonder standpunt.

Blij verrast was ik toen ik op internet een mooi gedicht uit de bundel (van Wiman zelf) vertaald zag. Het is van IDA BOELHOUWER. Het is niet het moeilijkste uit het boekje, toch leuk om het zo mooi vertaald te zien:

From a window
Incurable and unbelieving
in any truth but the truth of grieving,
I saw a tree inside a tree
rise kaleidoscopically

as if the leaves had livelier ghosts
I pressed my face as close
to the pane as I could get
to watch that fitful, fluent spirit
that seemed a single being undefined
or countless beings of one mind
haul its strange cohesion
beyond the limits of my vision
over the house heavenwards.
Of course I knew these leaves were birds.
Of course that old tree stood
exactly as it had and would
(but why should it seem fuller now?)
and though a man’s mind might endow
even a tree with some excess
of life to which a man seems witness,
that life is not the life of men.
And that is where the joy came in.

Uitzicht uit een raam
Ongeneeslijk ziek en niet gelovend
in welke waarheid dan ook behalve in die van verdriet
zag ik een boom verrijzen in een boom
alsof ik door een caleidoscoop keek
de bladeren leken omgeven door leven.
Ik drukte mijn gezicht zo dicht tegen het glas
als ik kon om dat vitale, levendige
zo goed mogelijk te bekijken
het kon een enkel wezen zijn
of ontelbaren, zich voegend
in die vreemde samenhang
die mijn begrip te boven ging
over het dak heen richting hemel.
Natuurlijk wist ik dat die bladeren vogels waren.
Natuurlijk stond die oude boom
er precies zo bij als daarnet
(maar waarom leek hij nu toch voller?)
en desondanks ben je dus in staat
een boom te zien die buitensporig leven
in zich draagt en er getuige van te zijn
dat leven niet het menselijk leven is.
En precies daar kwam de vreugde binnen.

Op de een of andere manier maakt het boek me niet blij. Maar het grijpt me aan, raakt iets heel dieps in mij, en dat dringt verder te lezen; en te herlezen. Wiman schrijft met gezag. Zijn boek staat vol zeer waardevolle gedachten. Ik denk dat het een mens goed zal doen die met de dood geconfronteerd wordt. Maar niet alleen die mens, iederéén die gelooft zal hier inspiratie en levensmoed, en als ik het zeggen mag: geloof uit kunnen putten.. Al is het 'geloof zonder object' en ondogmatisch. Hoe dan ook is het een boek dat ik nog vaak zal pakken. Wellicht kom ik er dan ook nog eens op terug.

Voor dit moment sluit ik mijn blog met dit interview tussen Eric Metaxis en Christian Wiman.  Het is een ruim één uur durend gesprek, waarbij ik getroffen werd door de bescheidenheid en de helderheid van Wiman.
Dit, maar zeker het boek: een echte aanrader!
 
PS: Eric Metaxas is onder de indruk van het 'luminiscent' gedicht Meditation on a grapefruit, van Craig Arnold, dat als een der eerste gedichten in Bright Abyss voorkomt.
Ik ben het helemaal met hem eens! Daarom als allerlaatste dat gedicht:

Meditation on a Grapefruit

 
     
To wake when all is possible
before the agitations of the day
have gripped you
                    To come to the kitchen
and peel a little basketball
for breakfast
              To tear the husk
like cotton padding        a cloud of oil
misting out of its pinprick pores
clean and sharp as pepper
                             To ease
each pale pink section out of its case
so carefully       without breaking
a single pearly cell
                    To slide each piece
into a cold blue china bowl
the juice pooling       until the whole
fruit is divided from its skin
and only then to eat
                  so sweet
                            a discipline
precisely pointless       a devout
involvement of the hands and senses
a pause     a little emptiness

each year harder to live within
each year harder to live without
 
Share this text ...?

Source: Poetry (October 2009).

Verder nog om te onthouden: de dichter Richard Wilbur, T.S. Elliott (maar dat wist ik al); Aforismen van Simone Weil; Dietrich Bonhoeffer (ook al bekend, toch nog even noemen); Marilyn Robinson, en Terence (Terentius)..

donderdag 19 februari 2015

Gouden Eeuw, Maarten Prak, 2012 (2013)

Boek
De ondertitel van dit boek luidt: Het raadsel van de Republiek. Het boek wil antwoord geven op de vraag hoe het kan dat ons kleine landje tot zo'n grote welvaart kwam in de Gouden Eeuw. Eerdere geschiedschrijvers stelden zich dezelfde vraag, maar Prak wil een boek schrijven voor de geïnteresseerde leek. Hij deed dit op aanraden van Maarten van Rossem, onze nationale knuffelchagrijn. ;-)
Maarten van Rossem
Het leidde bij Trouw tot een recensie onder de titel DE GOUDEN EEUW VOOR TANTES VERKLAARD .
 
Goed.
 

Het boek begint met de troonsafstand van Karel V ten gunste van zijn zoon Filips II. De manke Karel V leunt daarbij op de schouder van Willem van Oranje.
Karel V was keizer van het Heilige Roomse Rijk. Dat bestond sinds circa 800, toen Karel de Grote keizer werd. Het was geen eenheid, maar een politiek verbond van hertogdommen, graafschappen, prinsdommen, bisdommen, aartsbisdommen en vrijsteden.
In 1555 vond er een splitsing plaats bij de troonsopvolging van Karel V. Filips II kreeg daarbij Spanje en de Nederlanden, zijn broer Ferdinand I de Duitse gebieden, Hongarije, Bohemen en Silezië.
Heilige Roomse Rijk rond 1550, vergeleken met de huidige grenzen.
Hiermee was Nederland uit het Heilige Roomse Rijk gestapt. Dat (eerste) Heilige Roomse Rijk hield toen op te bestaan. Wat overbleef werd het Heiliges Römisches Reich Teutscher Nation. Dit noemen we het Tweede Heilige Rooms Rijk, zeg maar: het Duitse Roomse rijk. Hitler had het vervolgens over 'das dritte Reich'.
Dit even terzijde.Terug naar Karel V:
Karel V was er niet in geslaagd een eenheid te smeden. De Reformatie had zijn gezag gedwarsboomd, hij had de protestanten niet voldoende weten te onderdrukken om zodoende het katholieke geloof te laten zegevieren. Willem van Oranje was dan wel één van de vertrouwensmannen van Karel V, maar onze Vader des Vaderlands  kwam later in opstand tegen Filips II, en wel als 'voorman van de adelsrevolte'. Hij was afkomstig uit het Duitse Nassau, en de belangrijkste edele in de Nederlanden. Als prins was hij de gelijke van Filips II, zij het met minder macht.
Willem van Oranje, Vader des Vaderlands.
De opstand tegen Filips II was alleszins verklaarbaar: hij regeerde met repressie vanuit het verre Spanje, stelde eigen regeerders aan die ver van het volk stonden, en ging met die voormannen te werk zonder enig mededogen tegenover andersdenkenden. Als zijn soldaten geen soldij kregen, plunderden ze steden, zoals Naarden, Haarlem, Antwerpen. men sprak van de Spaanse furie.
Bloedbad van Naarden, 1572. Spaanse Furie.
Afbeelding Beeldenstorm
De strijd tegen de hertog van Alva begon met de Beeldenstorm in 1566.
De twee Spaanse 'Schonen': links Alva, rechts Filips II
Protestanten plunderden vele katholieke kerken, weg met die beelden: geloof is in het gehoor. Vanaf toen kende Nederland sobere, protestantse kerken. het duurde wel even voordat de katholieken weer hun gang mochten gaan met hun pracht en praal.
Toen was het nog niet zo ver: Filips II zond Alva, die orde op zaken kwam stellen. De edelen vochten terug, het was een adels-revolte. Aan de leiding was Willem van Oranje. Helaas werd hij in 1584 in Delft vermoord.
Moord op Willem van Oranje, Delft, door Balthasar Geerarts.
Ik noem 1585 als belangrijk ijkpunt in de strijd: de Val van Antwerpen. De opstandelingen konden daar niet winnen, de Spanjaarden wel. Dat betekende toen een geweldige uittocht uit de Zuidelijke Nederlanden, van handelslieden, kunstenaars, wetenschappers, die zich vanaf toen vooral vestigden in Amsterdam. De bloei van Antwerpen verviel, en kwam vanaf toen aan Amsterdam toe.
Val van Antwerpen, 1585, het laatste protestantse bolwerk in het zuiden; intocht van Parma.
1600, Slag bij Nieuwpoort, een zegevierende Maurits. 
In 1609 is er een periode van wapenstilstand, het Twaalfjarig Bestand, tot 1621.
Er zijn grote verschillen in de gewesten, kort gezegd enerzijds de spectaculair gegroeide kustprovincies, economisch en qua inwonertal, tegenover de zogenaamde landgewesten die vooral nog gebukt gingen onder de gevolgen van de oorlog. Sommige delen waren zelfs nog in Spaanse handen.
Behalve economische en militaire verschillen waren er ook ideologische verschillen, met name het twistpunt onder gereformeerden betreffende de predestinatie. Dit liep zeer hoog op, het kwam ook tot verschillende politieke inzichten, namelijk tot de vraag wie het hoogste gezag toekwam, kerk of staat. De strengen (aanhangers van Gomarus) wonnen voorlopig. Maurits was één van hen, hij liet de 70-jarige staatsman Oldenbarnevelt ter dood brengen. We schrijven 1619, een staatsrechtelijke moord (onthoofding). Oldenbarneveldt was voor vrede, tegen de predestinatie en vóór scheiding van kerk en staat. 
 
Executie van Oldenbarnevelt op het Binnenhof te Den Haag.
De twee politieke tegenstanders, Prins Maurits en Johan van Oldenbarnevelt.
Ik ben altijd ontroerd geweest door het gedicht dat Joost van den Vondel schreef (Vondel was ook uit Antwerpen afkomstig, hoewel hij geboren was in Keulen) bij de dood van Oldenbarnevelt. Vondel beschreef hoe gruwelijk hij deze terechtstelling vond op een zeventigjarige staatsman, die altijd het land trouw had gediend. Hij deed dat met het gedicht Het Stocksken van Oldenbarnevelt.

 

Het Stockske van Joan van Oldenbarnevelt,
Vader des Vaderlants.

 
Myn wensch behoede u onverrot,1
 
O STOCK en stut, die, geen' verrader,
 
Maer 's vrydoms stut en Hollants Vader
 
Gestut hebt op dat wreet schavot;
5
Toen hy voor 't bloedigh zwaert most knielen,
 
Veroordeelt, als een Seneka,
 
Door Neroos haet en ongena,6-7
 
Tot droefenis der braefste zielen.
 
Ghy zult noch, jaeren achter een,
10
Den uitgangk van dien Helt getuigen,10
 
En hoe Gewelt het Recht dorf buigen,
 
Tot smaet der onderdruckte steên.11-12
 
Hoe dickwyl streckt ghy onder 't stappen
 
Naer 't hof der Staeten stadigh aen
15
Hem voor een derden voet in 't gaen
 
En klimmen, op de hooge trappen:
 
Als hy, belast van ouderdom
 
Papier en schriften, overleende,17-18
 
En onder 't lastigh lantspack steende!19
20
Wie ging, zoo krom gebuckt, noit krom!
 
Ghy ruste van uw trouwe plichten,
 
Na 'et rusten van dien ouden stock,22
 
Geknot door 's bloetraets bittren wrock:
 
Nu stut en styft ghy noch myn dichten.
 
 
 
J. v. Vondel

Hier het manuscript:


illustratie
 
Oorlog, oorlog en nog eens oorlog, zegt Prak. En inderdaad: er waren die ideologische geschillen die tot strijd leidden, strijd tussen stadsbestuur en predikanten, strijd tussen oorlogszuchtigen en vredelievenden.
Op zee werd strijd gevoerd, denk aan het veroveren van de Zilvervloot. Schepen voeren met kaperbrieven.
Franse kaperbrief.
Schepen die met kaperbrieven voeren (de kapers kregen die van het wettelijk gezag) bedreven gewoon piraterij. Piet Heijn was er bij ons zo een, en we waren (en zijn!) nog trots op hem ook, want het mocht toen!

Piet Heyn 

Nou ja, een iets andere Zilvervloot...
Toen in 1648 de Vrede van Munster was getekend, was dat wel het einde van de Tachtigjarige oorlog, maar niet van de oorlog als zodanig. Johan de Witt beijverde zich voortdurend om niet aangevallen te worden door Frankrijk of Engeland. Die twee moesten vooral geen verbond aangaan, want dat zou ons fataal kunnen worden. Toch komt er zo'n verbond in 1670.
Helaas werd er in 1672 al weer een gruwelijke moord gepleegd op twee vooraanstaande staatslieden, de gebroeders De Witt. In hetzelfde jaar valt Frankrijk ons land binnen. Willem III wordt in 1674 erfelijk stadhouder. De vervolging van de Franse Hugenoten zorgen voor een enorme toestroom van deze groep protestanten naar ons land. Willem III is inmiddels ook door zijn huwelijk met Maria Stuart koning van Engeland, en kan nu samen met dat land Frankrijk bestrijden.
Er was een sterke gewapende macht in ons land. De vloot was van oudsher verbonden met de rol van vrachtvaarder van Europa. Wij hadden beroemde zeelui als Piet Heyn en Michiel de Ruyter. De organisatie was zwak, maar Johan de Witt reorganiseerde de vloot met krachtige hand, de vloot werd geprofessionaliseerd, o.a. door de invoering van het kanon.
Het Staatse leger werd altijd ingeburgerd bij mensen thuis, in die steden waar het garnizoen gelegerd was, zogenaamde garnizoenssteden.
Koppelpoort, Amersfoort. A. was met Utrecht en Breda een belangrijke garnizoensstad.
 Zo was er een voordelige verwevenheid tussen burgers en soldaten. Regelmatige betaling van de soldaten was van belang om plundering te voorkomen.
De openbare financiën waren in onze ogen inefficiënt geregeld. Elk gewest droeg afzonderlijk bij
De hoogte van de bijdragen waren aan elkaar gerelateerd. Rond 1672 was Holland voor 70% van de inkomsten verantwoordelijk. Op vrijwel elk product werd wel accijns geheven, zelfs op de wind, voor molenaars! Zo drukten de zwaarste lasten op de zwakste schouders, want vermogensbelasting werd niet geheven. In de behoefte aan kapitaal voorzagen leningen.  
Ottomaanse kunst: tulp op tegel
In deze jaren werd 'de tulp' nationaal symbool. Deze bloem was oorspronkelijk afkomstig uit Turkije, en werd naar Nederland geëxporteerd. In de jaren 1637-1638 ontstond er gewoon een tukpengekte, er werd mee gespeculeerd waardoor de prijzen ervan nog hoger opliepen.
Gezicht op de haven van Riga, tweede helft 17e eeuw.
Het zegt iets over de economie van toen. Onze geografische ligging maakte ons land geschikt voor de handel, zowel op de Oostzee, naar het westen en naar het oosten. De West-Indische Compagnie ontstond en de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Logo W.I.C.
Haring naar de landen rond de Oostzee, graan weer mee terug; zout uit Portugal, Spanje en Frankrijk; wijn, ook voor doorvoer naar de Oostzee. Met de scheepvaart méé bloeiden scheepsbouw, touwslagerijen. De val van Antwerpen bracht de handel naar het noorden, naar Amsterdam. 
Logo VOC - de Batavia
Er vond ook een verschuiving plaats van massagoederen naar luxegoederen. Suikerraffinage ontstaat, waarvoor weer arbeidskrachten nodig zijn. Veel producten worden gemaakt binnen de oude gilden-cultuur. Denk in Leiden aan de wollen en zijden stoffen die er geproduceerd worden. In Haarlem zijn er linnenweverijen en -blekerijen, in Gouda pijpmakerijen.
Goudse pijpenkop, bodemvondst.
Helaas hoorde bij de ontwikkelingen van destijds ook de slavenhandel. Infiltratie in Braziliaanse suikerplantages maakten grote aantallen arbeidskrachten noodzakelijk. De WIC vervoerde veel slaven van Afrika daarheen.  
Slavenschip
Desondanks verdiende de WIC niet zo veel, niet zo veel tenminste als de VOC. Die konden gebruik maken van een al bestaand netwerk, terwijl de WIC die nog helemaal moest opbouwen.
 
Een bepaalde groep mensen werd ongehoord rijk. Prak voert hier Elias Trip op, die we nog kennen van het nog bestaande Trippenhuis.
Trippenhuis, Kloveniersburgwal, Amsterdam.
  Thans zetel van de Koniknklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. (KNAW). Niet voor publiek toegankelijk.
Elias Trip werd geboren als schipperszoon, maar werd rijk door zijn huwelijk met Maria de Geer. Ze was de zus van een ijzerhandelaar. Hier werden door de oorlog kogels van gemaakt. Salpeter erbij, zo werd deze handel een handel in wapens. Trip werd bewindvoerder van het VOC, zijn zwager krijgt ook nog eens het monopolie op Zweeds koper.
Allianties tussen rijke families waren gewoon, en die mensen kregen dan ook nog eens gauw bestuursfuncties.
In de landgewesten speelde de aristocratie nog wel een rol, in de steden is het dus de gegoede burgerij die de macht heeft.
Voor de grote massa gold deze welvaart natuurlijk helemaal niet, die moest sappelen. 35-40% van de arbeiders was echt arm. Vooral de vrouw uit de lagere klasse heeft het moeilijk, zij wordt vaak gedwongen tot prostitutie. Armenzorg was er wel, vooral vanuit de kerken. Maar er werd ook flink gecontroleerd of er geen klaplopers waren!
Criminelen, maar ook bedelaars moesten naar het tucht- of rasphuis. Hier detail van een rasphuis. 
De schuttersgilden waren een soort politie, zij speelden bijvoorbeeld een rol bij het zogenaamde Aansprekersoproer van 1696 in Amsterdam. Schutterijen kwamen voornamelijk in de steden voor.
Frans Hals, maaltijd officieren St.Joris-schuttersgilde. Schutterijen lieten zich dikwijls bij een maaltijd afbeelden.
 Het politiek stelsel maakt een verwarrende indruk. Holland is het rijkste, dus machtigste gewest. De gewesten moesten proberen het eens te worden, waarbij de principes van eigenbelang en staatsbelang nogal eens strijdig waren.
Tussen steden en dorpen waren vaak conflicten (1610 Alkmaar en Utrecht), tussen steden en gewesten, tussen de stadhouder Willem II en Amsterdam, enzovoorts.
 
In 1625 schrijft Constantijn Huygens zijn Stede- Stemmen en Dorpen, waarin hij de loftrompet steekt over het unieke van elke stad.
Boekje C.Huygens
Er is een grote bevolkingsgroei, al valt die rond 1630 wat af. Door de behoefte aan contact ontstond een groot trekvaartenstelsel, een Hollands-Utrechts, en een Fries-Gronings. Ze waren onderling ook verbonden. Het was een 'wonder van comfort en punctualiteit.'
Trekvaart 
Geletterdheid nam toe, in 1637 verscheen de Statenbijbel, gesanctioneerd door de Synode van Dordrecht (1618). 
Statenbijbel familie Hofman, dateert van circa 1760.
Een dicht netwerk van scholen was er. De geschiedschrijving kwam tot bloei vooral door 'De Nederlandsche Historiën' van P.C. Hooft. Jacob Cats schreef zijn populaire emblemata-literatuur, een praatje bij een plaatje.
Jacob Cats: van voor verdriet, van achter niet. De plaatjes vonden een drietal uitleg: een voor de liefde, een voor maatschappelijke deugden, een religieuze uitleg.
Wetenschap en filosofie kwamen tot bloei, de van Sefardische afkomst Baruch de Spinoza schreef zijn Ethica. Anthonie van Leeuwenhoek, Simon Stevin, bevorderden het natuurkundig onderzoek. Gestimuleerd ook door planten e.d. van vreemde herkomst (VOC).
Spinoza op ons oude duizendje.Over het geloof bleven er twistpunten, ook binnen de groep van de Reformatie, denk aan de Gomaristen tegenover de Arminianen, die we al tegenkwamen bij het conflict Maurits versus Oldenbarnevelt. Sinds 1573 gold het gebied voor de katolieke kerk als een missiegebied. Joden werden getolereerd, volgens Prak omdat ze met hun diensten in bepaalde behoeften voorzagen. Denk aan het verstrekken van leningen.
 
De 'Hollandse Schilderschool'  maakte veel opgang. De genrestukken waren populair. Schilders deelden hun werk doelmatig in door zich te specialiseren (Saenredam voor kerkinterieurs, Jan van Goyen landschappen, Frans Hals portretten).
Portret Malle Babbe, Frans Hals
Pieter Saenredam, interieur Bavo te Haarlem
Schilders waren georganiseerd in het Lucasgilde. Na 1672 loopt het aantal leden van deze gilden terug.
 
Het einde van de Gouden Eeuw komt in 1715. Het land is dan failliet, het betaalkantoor van de Unie wordt gesloten. De graanprijzen lopen terug, er is stagnatie in de bevolkingsgroei in de steden (en dus van de vraag), en er zijn (te) grote betalingsverplichtingen door de aanhoudende oorlogen die geld verslinden.
 
De auteur, Maarten Prak.
De NPO heeft in 2013 een 12-delige documentaire-serie uitgezonden onder de titel De Gouden Eeuw.
Onder DEZE LINK is die gehele reeks nog te bekijken. Presentator was Hans Goedkoop. In de laatste aflevering komt Maarten Prak ook aan het woord.

Maar er zijn meer filmpjes te vinden over De Gouden Eeuw. Hier wordt het bestuur uitgelegd, heel overzichtelijk.