Een andere editie dan de mijne; op het mijne staat het V-teken van de hand van Churchill
Haffner publiceerde het voor het eerst in 1967, twee jaar na Churchills dood, in opdracht van de uitgeverij Rowolt voor de reeks monografieën. Mijn uitgave is van 2002, met een nawoord van Bart Tromp.
Churchill is geen biografie, daarvoor is het te kort, maar wel een schets van een biografie.
Ik ben dit boek uit nieuwsgierigheid gaan lezen, nadat ik door twee boeken van Haffner zo getroffen was. De figuur Churchill hield me eigenlijk niet eens zo bezig. Wel wist ik (uit: Een kleine geschiedenis van de grote oorlog, van Koen Koch) dat Churchill enorme fouten gemaakt had in de Eerste Wereldoorlog. Ik was wel benieuwd hoe die man zo'n omslag naar het succes had kunnen maken.
De Churchills behoorden sinds circa 1700 tot de adel, doordat voorvader John Churchill een centrale rol had gespeeld in de Spaanse Successie-oorlog. Hij werd hertog van Marlborough. De oorlog was bijna een familie-aangelegenheid, zoveel militair talent zat toen in de Churchills samengebald. Eeuwen daarna gebeurde er niets dergelijks meer, bij Winston kwam het weer boven.
Winston werd geboren 30 november 1874. Hij heeft altijd gehunkerd naar de liefde van zijn vader, maar kreeg die veel te weinig. De man was ooit verbannen naar Ierland, waar Winston opgroeide. Vader Churchill was een politicus die van de conservatieven weer de regerende partij wist te maken. Hij werd door velen voor krankzinnig gehouden, misschien terecht. Hij stierf op zijn 45e.
Winston was eigenzinnig. Een prachtstuk in de biografie gaat over zijn vragen naar de zin van het leren van latijn. Hij weigerde dit, aan latijn en wiskunde had hij een hekel en daar deed hij ook niks voor.
Zijn gelukkigste jaren waren die tussen zijn 20e en 25e. Als beroepsofficier nam hij deel aan vijf veldslagen. Hij had een aangeboren affiniteit met oorlog en een groot inzicht daarin. Het maakte hem opeens ook leergierig. Zijn moeder hielp hem ermee hogerop te klimmen.
Zijn tweede grote passie, naast de oorlog, was de literatuur. Als journalist en als schrijver kreeg hij invloed (The story of the Malakand Field Force) en begon zo een beetje macht te proeven. Hij raakte in de politiek, zijn derde grote passie (hoewel die hem niet zo van nature lag, hij wist alleen zeker dat hij die nodig had).
Zijn doorbraak kwam in de Boerenoorlog, toen hij ontsnapte uit gevangenschap. Meteen nam hij ook het bevel over, en wist een aantal gewonden uit handen van de vijand te bevrijden. Met dit succes op zijn blazoen won hij de verkiezingen in 1900 in Oldham.
Haffner wijst erop dat in het leven van Churchill de romance ontbreekt. Hij was weliswaar monogaam getrouwd, maar er was geen sprake van iets dramatisch, romantisch of sensationeels, hoe gepassioneerd hij als mens ook was.
Churchill met zijn vrouw
Haffner wijst op Churchills kenmerkende rusteloosheid; hij had duidelijk het gevoel dat het lot iets met hem voor had. Wellicht dat het lot bij de liberalen méér voor hem in petto hield. In 1906 werd hij minister van Koloniën. Hij werd uiterst links, de handlanger van David Lloyd George, die een politiek van sociale revolutie wilde.
David Lloyd George
Haffner vindt Churchill een romanticus met sterk aristocratische instincten; hij denkt nu namelijk dat het lot hem heeft voorbestemd iets voor de armen te doen. Hij en Lloyd George waren aan elkaar verbonden door hun gepassioneerde wijze van politiek bedrijven. Terwijl ze heel verschillend waren!
In 1911 benoemt premier Asquith Churchill tot minister van Marine. Churchill vergeet meteen 'de armen' , het lot had kennelijk iets groters met hem voor. Hij presenteert van jaar tot jaar de meest exorbitante begrotingen. In zijn achterhoofd had hij daarbij al de Duitse vloot en de oorlog tegen Duitsland in het hoofd. Het was voor hem geen schok dat die drie jaar later uitbrak.
In het begin van de oorlog had hij alleen maar troeven in handen. Maar aan zijn reputatie zat een geur van onbetrouwbaarheid, hij zorgde te vaak voor ophef en was betweterig. Zo ondernam hij geheel alleen een poging in Antwerpen de vijand de weg naar de kust te versperren. Twee marine-brigades liet hij daarvoor op eigen houtje komen en liet daarvoor zijn functie van minister in de steek. Natuurlijk mislukte deze missie.
Ontmoedigd was hij nog niet. Hij ondernam nog de zogenaamde Dardanellen- of Gallipoli-campagne, die hem de nek brak. (Haffner vermeldt nergens tegen welke prijs!)
Britse soldaten bij Galipoli
Hij houdt zich staande door te gaan schilderen.
Hij vecht nog een poosje als officier aan het westelijk front, maar dat wordt een mislukte onderneming. Vernederend was het voor hem als een soort circusattractie bekeken te worden. Hij vertrekt.
Door Lloyd George klimt hij uit het dal. Van 1917 tot 1922 maakt de premier gebruik van Churchills enorme ideeënkracht en onuitputtelijke energie. Wel staat Churchill in zijn schaduw, maar gaandeweg maakt hij zich los van zijn 'meester'. Als Lloyd George in 1922 valt, valt Churchill weliswaar ook, maar hij is in 1924 alweer minister - nu weer als conservatief!
Ook nu was er zeker weer sprake van opportunisme - hij kon niet aan de kant blijven staan - maar er was ook iets anders: de Russische Revolutie had plaats gevonden, en Churchill haatte de communisten. Zoals hij later zou fulmineren tegen de nazi's, deed hij dat in deze jaren tegen de communisten. Haffner vindt Churchill sterk lijken op de fascisten op het vasteland. In feite wás hij een fascist, alleen zijn nationaliteit voorkwam dat hij het ook in naam werd. De conservatieven reageerden heel anders op het bolsjewisme: verzoenend, ze wilden aanpassing, rust.
Van 1925 tot 1925 was hij minister van Financiën, een post waar hij weinig verstand van had. Maar premier Baldwin had dat expres zo geregeld.
Stanley Baldwin
Churchill verzette zich tegen de politiek van appeasement, ongeacht tegenover wie. Begin 1930 stapte hij uit het schaduwkabinet (de conservatieven zaten een poosje in de oppositie) uit onvrede met de situatie in India. Bij een nieuw kabinet boden ze Churchill in 1931 geen post meer aan.Van 1929 tot 1939 deed hij niets, wat voor een rusteloos man als hij een hel was. Wel schreef hij, uiterst productief. Hij schreef o.a. een vierdelige biografie van zijn voorvader. Ook was hij nog afgevaardigde in het Lagerhuis, maar hij moest toch werkeloos toekijken bij de wereldpolitiek. Hij werd een roepende in de woestijn, zag de rampspoed (Hitler)aankomen, en waarschuwde constant. In 1940 had hij de reputatie van de man die als enige altijd gelijk had gehand. Hij wilde bewapening, omdat hij de Duitse bewapening als een groot gevaar zag. Maar in 1936 was hij nog een buitenstaander, o.a. bij de kwestie van koning Edward VII die het met een meerdere malen gescheiden vrouw aanlegde (denk aan The King's Speech) en af moest treden volgens Baldwin. Churchill wilde dat de koning bleef, maar koos hierin verkeerd, vindt Haffner.
Dezelfde Baldwin meed de confrontatie met Hitler, Churchill zocht hem juist op. Chamberlain wilde ook appeasement, maar Churchill zag er niets dan dwaasheid, zwakte en ondergang in. Haffner verdedigt Chamberlains houding, het was niet zo gek dat hij de oorlog niet opzocht.
Lord Chamberlain
Maar wat Chamberlain over het hoofd zag, volgens Haffner, was de figuur Hitler.
De man met wie Churchill in tweegevecht was
Hitler vatte welwillendheid automatisch op als zwakheid en lafheid. Churchill begreep dat Hitler oorlog wilde. Hijzelf - een volslagen ander mens, voornamer, menselijker - wilde dat ook. Zodat ze tenslotte beiden op een tweegevecht afstevenden.In 1939 rees Churchills ster weer. Op 3 september verklaarde Engeland Duitsland de oorlog. Diezelfde dag riep Chamberlain hem terug in de regering, als minister van Marine. Churchill inspecteerde de vloot, die eigenlijk sinds de 1e W.O. niet veranderd was. Toch ondernam hij een actie tegen Duitsland bij Noorwegen. Het werd een nog erger debacle dan destijds met de Dardanellen. Churchill had volledig de luchtmacht van de Duitsers onderschat; de debatten duurden trouwens zo lang dat de aanval ook daardoor mislukte. Maar terwijl hij destijds bij de Dardanellen zwaar werd afgestraft, werd hij nu zwaar beloond: Chamberlain trad af, Churchill werd premier en opperbevelhebber!
In die positie kon hij de hele zaak naar zijn hand zetten, en dat deed hij ook. De jaren 1940 en 1941 waren de grootste in zijn leven. Hij had een onverbiddelijke wil tot zegevieren over Hitler, en volgens Haffner kwam dat niet voort uit anti-fascisme, noch uit persoonlijke haat, maar puur uit eerzucht.
Churchill wist dat Engeland alléén te zwak was, dus zocht hij hulp van Amerika. Hij onderhield een persoonlijke correspondentie met Roosevelt.
Roosevelt
Hij deed in die cruciale jaren vier dingen: hij schakelde de 'appeasement-politici' uit en maakte zichzelf tot generalissimus; hij voerde een meedogenloze industriële mobilisering door en maakte zo van Engeland een tot de tanden bewapende natie (én leidde het land in een bankroet); hij voerde de al genoemde privé-corresponentie met Roosevelt en smeedde zo de Engels-Amerikaanse alliantie.Ook benoemde hij zichzelf tot minister van Defensie, zo had hij alles over de bevelvoering te zeggen.
Het verloop der dingen speelde hem keurig in de kaart: Engeland ging failliet, en toen moest Amerika wel kosteloos blijven leveren. Toen in 1941 Japan aanviel en Hitler Amerika de oorlog verklaarde, kon Amerika helemaal niet meer om de oorlog heen.
Vanaf 1942 kwam er weer meer kritiek in Engeland op Churchill. Toch bleef er rust tot 1945. In dat jaar leed hij een nederlaag tegen Stalin en Roosevelt. Het was Churchills fout, dat hij gelijk met Hitler ook Stalin wilde uitschakelen. Doel was dat Amerika en Engeland samen de macht over Europa zouden hebben. Maar noch Stalin noch Roosevelt steunden hem daarin. Churchill wilde de invasie in het Middellandse Zeegebied beginnen, in plaats van in het westen. Maar op de topconferentie in Teheran in 1943 sloot Roosevelt een verbond met Stalin tegen Churchill.
Teheran
Churchill moest van zijn Middellandse Zee-campagne afzien. Het werd een keerpunt in de oorlog, en in Churchills leven. Nog tijdens de conferentie veranderde hij in een oude man, afwezig, ongeconcentreerd.Na Teheran krijgt zijn gedrag iets onvoorspelbaars. Hij wordt twistziek en schreeuwerig.
In 1944 leeft hij weer op tijdens de voorbereidingen van de invasie, daarna is hij opnieuw rusteloos in zijn doen en laten.
Eigenlijk is Churchill in deze periode, toen hij tegen Rusland wilde vechten, de Koude Oorlog begonnen.
In 1945 wordt hij weggestemd, Churchill is dan 70 jaar.
Overal worden hem eredoctoraten aangeboden, hij wordt geëerd. Maar hij kan niet toekijken of stilzitten. Hij werkt aan zijn comeback. Hij weigert de titel van hertog. Schreef en passant zijn boek over de Tweede Wereldoorlog. Terwijl hij beroemde redevoeringen in het buitenland houdt, zijn ze hem in Engeland een beetje zat.
In 1949 wordt hij, op vakantie, getroffen door een eerste lichte beroerte.
In 1951 wordt hij nog één keer premier. Hij is intussen een hartstochtelijk lezer van romans geworden. Men zegt dat hij (ook daardoor?) een 'premier voor halve dagen' is.
In 1953 sterft Stalin, en onverwachts gooit Churchill weer eens het roer om: hij wil een einde maken aan de Koude Oorlog. Hij stelt voor een topconferentie met de opvolgers van Stalin te houden. Maar voor het zover is wordt hij door een tweede beroerte getroffen. Hij is enorm taai, herstelt zich, en toch is alles voor niets. De tijd heeft 'het moment' laten verstrijken. Hij probeert zelf contact te maken met de Russen, maar ditmaal rebelleert het kabinet: de nu bijna 80-jarige Churchill wordt teruggefloten.
In 1955 treedt hij af, haast iedereen is blij dat hij weg is. Hij laat zich nog twee keer in het Lagerhuis kiezen, maar doet er zijn mond niet meer open.
Zijn leven is nutteloos geworden, maar hij kon niet sterven. Hij leeft nog tien jaar (!), en sterft op 24 januari 1965, eenennegentig jaar oud. Hij werd begraven bij zijn vader, in het dorp Bladon in Oxfordshire. Hij had verboden dat in de Westminster Abbey te doen.
Churchill verbood zich hier te laten begraven.
Zoals iedereen hem kent
Begraafplaats Bladon, Oxfordshire
Geen opmerkingen:
Een reactie posten