maandag 12 juli 2021

Sterven, Arthur Schnitzler, 1893 (2018).

Boekomslag
Ik weet niet meer waar ik de naam Arthur Schnitzler tegenkwam - in elk geval nodigde mij dat wat ik las, uit tot het lenen van dit boekje bij de bibliotheek. De oorspronkelijke titel luidt: Sterben, Schnitzler was een Oostenrijker. De vertaling is van Jef Rademakers. 
Vertaler Jef Rademakers
Rademakers maakte ook tv-programma's, onder andere Klasgenoten, met Koos Postema. Vanaf de jaren negentig ging hij zich toeleggen op de literatuur. 
Ik heb het boekje met belangstelling gelezen, maar ik vond het niet echt goed. Ik begrijp heel goed dat je een boek in zijn tijd moet plaatsen, en ook heb ik er begrip voor dat een debuut niet altijd meteen het beste werk van een schrijver te zien geeft. 
De hoofdpersoon van deze novelle, Felix, is terminaal ziek. We weten niet wat hij heeft, al blijkt naar het einde toe data het om tuberculose gaat. Het verhaal beschrijft - en dat vind ik dan weer wel goed - hoe Felix zijn laatste levensjaar beleeft, met zijn jonge vrouw Marie. Hij vindt het idee dat hij er straks niet meer zal zijn verschrikkelijke pijnlijk, vooral bij het idee dat Marie verder zal leven. Hij vraagt daarom aan haar of ze met hem mee wil sterven. Zij gaat daarin mee. 
Duitse uitgave; met een wat oudere Schnitzler.
Maar hij blijkt een wat tirannieke zieke. Zijn Marie is een voorbeeld van grote opofferingsgezindheid, ze zit maar aan zijn bed, kust hem steeds en is vooral erg bang dat hij ontevreden is over haar. Soms ontsnapt ze even aan zijn aanwezigheid, aan zijn blikken en aan de bedompte ziekenkamer. Een heel enkele keer vlucht ze de frisse buitenlucht in. 
Op een bepaald moment in het verhaal weet je niet eens zeker of Felix zich zijn hele ziekte nou inbeeldt, of dat hij echt ten dode is opgeschreven. Een zekere dokter Bernard heeft die prognose gesteld, maar een bevriende arts, Alfred, zegt iets heel anders. Bernard is dan al dood. 
Marie krijgt op een gegeven moment door dat Felix haar echt wil houden aan haar woord, dat zij met hem zal sterven. Ze ziet dan ook in, dat haar man gewoon jaloers is op haar levenslust, en ontkomt er maar net aan dat hij haar wurgt. 
Het verhaal eindigt met de dood van Felix, met diens val (sprong?) uit het raam. Marie is niet meegesleurd in zijn dood.
Schnitzler schreef ook theaterstukken, onder andere dit Reigen; het is door Martin van Amerongen vertaald als Reidans. Over het fin de siècle.
Ik miste in dit verhaal gegevens over de feitelijke ziekte van Felix. Je hoort nergens iets over koorts, pijn of benauwdheid. Het is vooral de psychologie. Pas aan het einde, spuwt hij wat bloed, dan weet je wat er mis is. Mij lijkt dat als je terminaal bent, je fysieke geschiedenis nogal in de aandacht komt. Dat is hier niet. Alle aandacht gaat naar de psychologische ontwikkeling van een mens, twee mensen, die weten dat de dood dichtbij is. Ik moet zeggen dat daar een paar opmerkelijke dingen in staan; vooral de angst van Marie dat ze haar man tekortdoet vond ik overtuigend. 
Boekomslag Traumnovelle, basis voor de film Eyes Wide Shut.
Schnitzler wordt tot een van de grote schrijvers van de negentiende eeuw gerekend. Hij zou vooral een goed verslag hebben gedaan in zijn boeken van de fin de siecle-sfeer. 
Wart ik daarvan in dit boek terugzag, is vooral de rijkdom van het stel, ze hebben altijd een bediende in huis, op reis gaan en ergens een villaatje huren is geen enkel probleem.  Ze voeren verder niks uit. 
Jef Rademakers is lyrisch over Schnitzler, en voelt wel verwantschap met hem. Schnitzler was een vrouwenjager en een hypochonder. In zijn dagboeken heeft hij uitgebreid vastgelegd met hoe veel vrouwen hij hoe vaak orgasmes had. Mijn belangstelling gaat niet erg uit naar zo'n persoonlijkheid. 
Schnitzer schreef ook het boek Droomnovelle, waarop Stanley Kubrick zijn laatste film Eyes Wide Shut (1999) baseerde.
Zie mijn blog Eyes Wide Shut

Jef Rademakers had de smaak goed te pakken: na Sterven vertaalde hij nog twee boeken van Schnitzler in het Nederlands, te weten: Vlucht in de duisternis, en Beate en haar zoon. 
Schnitzler was van Joodse afkomst, zijn boeken werden in de nazitijd verbrand. 
Zijn vader was arts, Schnitzler zelf ook. Hij heeft onder meer als assistent van Freud gewerkt. Op YouTube is een vergelijking tussen Freud en Schnitzler te bekijken. 
Schnitzler in 1912 Op de boekomslag van Sterven zien we hem ook, maar daar als jonge man. 
Schnitzler leefde van 1862-1931.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten