vrijdag 19 juli 2019

Het proces van Meester Eckhart, Simon Vestdijk, 1969 (1982)

Deel 52 van de Verzamelde Vestdijkromans. Uitgave 1982, oorspronkelijk 1969.
Ik was bezig met Het boek van de goddelijke troost, van Meister Eckhart, en las daarin tot mijn verrassing dat Vestdijk een roman had geschreven, getiteld het proces van Meester Eckhart. Ik wist niet, dat Eckhart verdacht was geweest van ketterij, laat staan veroordeeld, én ik wist niet dat ik dit boek in mijn eigen kast had staan. Toen ik zoveel jaar geleden aan mijn studie Nederlands begon, had ik me ingeschreven op dit Verzameld Werk....
Op de MO-examens van die jaren kwamen dikwijls 'tekstverklaringen' voor uit het werk van Vestdijk. 'Elk werk van Vestdijk was goed', kregen we ook te horen voor het lezen van onze lijsten. Ik had een grote bewondering voor Vestdijk, alleen al omdat zijn naam zo rondzong. 
Simon Vestdijk, 1898-1971
De lezing nú na zoveel jaren, viel me  tegen. Vestdijk nu vind ik erg verstandelijk schrijven, het boek voert me niet mee in de gang der gebeurtenissen. Het gaat alleen maar om het afwegen van theologische en politieke standpunten. Een van de weinige echte gebeurtenissen is de dood van de begard Walther, die op de brandstapel ter dood wordt gebracht. Zijn vrouw ook, nadat die is gewurgd. De schedel van hun kind wordt eerst tegen een steen te pletter geslagen, voor hij wordt verbrand. Meer woorden dan ik er hier aan wijd, doet Vestdijk ook niet. 
Hij doet mij ook ouderwets aan in zijn taalgebruik, elitair en gewild-grappig. Latijnse citaten gebruikt hij alsof elke lezer verwacht wordt dat te verstaan. 
Ik vond het weer wel leuk, om een klein beetje de historische achtergrond van Eckhart te kennen. Meister Eckhart.
De verteller is Nicolaus von Strassburg,  Nikolaus von Straßburg, Dominicaan, prediker, en werkzaam tussen 1318 en 1331. 
Nikolaus Von Strassburg; Religiöse Bewegung Und Dominikanische Theologie Im 14. Jahrhundert (German) Paperback – 1968, geschreven door Eugen Hillenbrand.
Er is geen afbeelding van Nicolaus beschikbaar. 
De Dominicanen waren altijd de Inquisiteurs van de Kerk, en ook Nikolaus oefende die functie uit. Het boek begint ermee, dat hij Eckhart vervolgd heeft, maar hem heeft vrijgesproken. Dan worden echter de Franciscanen aangesteld door de aartsbisschop van Keulen, die Eckhart opnieuw zullen gaan beoordelen. Dat levert strijd op tussen Dominicanen en Franciscanen. Eckhart wordt aangeraden te gaan protesteren, op grond van het feit dat de rechters niet gemachtigd zijn. De paus in Avignon, Paus Johannes XXII, is op de hand van de Franciscanen. 
Johannes XXII 1249 -1334;  hij was de tweede en belangrijkste van de reeks pausen die te Avignon verbleven, en een van de weinige pausen die ooit van ketterij werden beschuldigd.
De begarden die op dat moment in heel Europa rondzwerven en ook prediken, zijn op de hand van Eckhart. Wat Eckhart verdacht maakt, is zijn gelijkstelling van God met de mens - of beter andersom. Lees je Eckhart zelf, dan begrijp je wat een zwaar proces dat is, maar uit woorden alléén kun je gemakkelijk ketterij distilleren. 
Walther wordt evenwel ter doord gebracht, ik beschreef het vonnis boven al. 
Eckhart sterft, nadat hij bepaalde stellingen heeft herroepen. Hij sterft in Keulen aan een beroerte. Volgens de overlevering zou hij in Avignon gestorven zijn, toen hij daar zijn zaak bij de paus wilde bepleiten. Nikolaus doet het voorkomen dat er een persoonsverwisseling heeft plaatsgevonden tussen hem en Eckhart, want hij was degene die naar Avignon is gegaan. 
De begharden, bogaarden, lollards of begijnen waren semi-religieuezen, en woonden vaak in groepen samen. Hier het Begijnhof te Antwerpen. 
Ik vond twee oude kritieken op dit boek van Vestdijk: Trouw en verraad in het werk van S. Vestdijk 
Vermommingen van Judas, door P. Kralt. Kralt ziet in de figuur van Eckhart 'de eeuwige Judas-figuur', omdat trouw en verraad nu eenmaal altijd aan elkaar verbonden zijn. Eckhart is trouw aan zijn leer, maar hij voelt zich ontrouw in de liefde, omdat door zijn leer de ketter Walther en zijn gezin omkomt. 
Citaat van Eckhart in dit boek:
"Maar sinds die biecht dan, van zoëven, heb ik in de uiterste armoede van geest, die mij ten deel viel, begrepen, dat ik niet gezondigd heb door de woorden, maar tegen de mensen. Dat is de enig bestaande, én de onvergeeflijke zonde. De mens is meer dan alles, hij is niet alleen de maat aller dingen, zoals de Ouden meenden, maar hij is de plaats van God, en ik heb wel eens gedacht, - en wellicht ook gezegd, - dat hij meer is dan God, al was hij dit ook krachtens de genade van God zelf. Hij is de kweekplaats van God Almachtig, en dus zelf almachtig."
Maarten 't Hart
De andere recensie is van Maarten 't Hart, waarboven bondig staat: 'Zo hoor je mensen nooit praten.'
Dat komt aardig overeen met mijn eigen kritiek op dit boek. Ik citeer 't Hart: 
Wat mij bij de herlezing van al deze romans van Vestdijk het meest heeft getroffen is dat Vestdijk zijn figuren weliswaar enorm veel tegen elkaar laat praten - vaak in lange volzinnen, met diverse tussenzinnen en bijzinnen - maar dat hij zelden een vinnige, echte dialoog weet te schrijven. Zoals de mensen in de romans van Vestdijk tegen elkaar praten, zo praten ze in werkelijkheid nooit met elkaar, met zulk een flux de paroles en zo listig, zo welsprekend. Zelfs theologische discussies - en daar heb ik er als kind toch heel wat van mogen aanhoren - worden nooit in zulke meanderende volzinnen gevoerd als bij Vestdijk gebeurt. Naast die theologische discussies biedt Het proces van Meester Eckhart opmerkelijk weinig verhaal, drama, romanstof. Het is alsof Vestdijk de echte, omvangrijke roman over Eckhart nog moest gaan schrijven, en alvast de spitsvondige schermutselingen van Eckhart en Van Straatsburg op papier zette, een en ander een beetje aangekleed met over de beide Dominicanen bekend geworden feitenmateriaal. Een derde hoofdpersoon, Heinrich von Virnebury, laat Vestdijk nooit optreden in zijn roman. Hij blijft een onzichtbare duivel, die mensen naar de brandstapel joeg, als hij daar nu eens zin in had. Het enige drama dat de roman bevat is het verhaal over de ketter Walther die in 1322 werd verbrand, maar die hier om romantechnische redenen in 1327 wordt verbrand. Deze Walther is een boeiende figuur die helaas maar eenmaal optreedt in deze roman. Vestdijk heeft zich gehouden aan wat er over hem bekend is. Zijn vrouw werd gewurgd en daarna verbrand; van zijn kind, anderhalf jaar oud, werd de schedel ingeslagen en Walther zelf werd levend verbrand.
Reliëf van Hendrik II van Virneburg op de Karkölner Platz in Olpe. Hij veroordeelde in 1329 achttien leerstellingen van de Duitse mysticus Meester Eckhart († 1327).
'De onzichtbare duivel' in dit boek van Vestdijk, zegt Maarten 't Hart. 
Er moet verwantschap hebben bestaan tussen de leer van de begharden en Eckhart. Zie meer informatie over de beghard Walther op DEZE SITE.
Meester-Eckhart-Portaal van de Predigerkirche in Erfurt. Eckharts Preken zijn beroemd, ik meen dat hij zielzorger voor dominicanessen was, en zo vrouwen veel invloed had. In deze kerk trad hij als 14-jarige in als novice. Later werd deze Dominicanerkerk protestants. 
Eckhart von Hochheim  1260 – 1328), bekend als Meister Eckhart. 
Hoewel er geen portret van Eckhart is overgeleverd, gaat deze foto rond op internet, als zijnde hém. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten