donderdag 29 maart 2018

Ontmoeting met de onbekende, de mooiste verhalen, Marlen Haushofer. 2014 (1990)

Boekomslag.
Dit is het enige boek dat de Bibliotheek Waterland in zijn bezit heeft van Marlen Haushofer. De Wand moest van een collega-bibliotheek komen. 
Nu is Marlen Haushofer, sinds de film Die Wand, helemaal hernieuwd in de belangstelling komen te staan. Zij hoort, met Ingeborg Bachman, en Elfriede Jellinek, tot de belangrijke Oostenrijkse vrouwelijke auteurs. Vandaar mijn interesse in haar.
Ik vond deze verhalen over het algemeen erg mooi. Aanvankelijk leken ze me niet zo interessant, maar dat inzicht veranderde gaandeweg de bundel.  
Het verhaal De rat heeft op mij de meeste indruk gemaakt: iemand die in het ziekenhuis ligt, terminaal ziek, en die haar pijn ervaart als een woelende rat in haar buik. 
De rat. 
Ze denkt terug aan haar jeugd, toen ze op een schommel zat, en zich op het hoogste punt liet vallen in het hooi. Dat moment van loslaten. De laatste alinea's luiden als volgt:
'Ze droomde van de schommel en de enorme hooizolder. Op en neer vloog ze, en de stemmen ver onder haar riepen: Spring! spring! kom nou toch, laat los!''Ik kom!'schreeuwde ze en liet het touw los. De waanzinnige lust van het vliegen, de ademloze val en het wegzinken in het duister van de hooibergen. 
.... en het wegzinken in het duister van de hooibergen.
Ze werd kreunend wakker en voelde de rat woelen. Met ingehouden adem wachtte ze, haar hand op haar buik gedrukt. Na een hele tijd, vijf minuten of vijf uur, was de rat verzadigd en rolde hij zich tevreden op. De injectie werkte na en de zieke lag te doezelen. Ze stond op de schommel, vloog op en neer, en de stemmen riepen: 'Spring! Spring!' En ze gooide haar armen in de lucht en schreeuwde: 'Ik kom!'Toen trok een grove had haar hoofd achterover en ze wist dat ze niet kon springen en dat ze de beschermende hooibergen nooit zou bereiken. Met een schreeuw werd ze wakker.
Ook de rat was wakker geworden en begon met zachte, voorzichtige stoten te woelen.'

Volgens de recensie in Tzum, van juni 2014, gaat het bij alle verhalen in deze bundel over het thema vervreemding. En daarmee zou ook het verband gelegd zijn met het boek en de film Die wand. Mooi is dat in het titelverhaal Ontmoeting met de onbekende, waarin een vrouw aan het eind van een feest voelt dat iemand zijn handen op haar gesloten ogen legt. Alle gasten van het feest zijn op onverklaarbare wijze ineens verdwenen, er is nog één man, die lijkt op haar man maar het niet is. Hij lijkt uit de nevelflarden van het park waarop ze uit stond te kijken, naar binnen te zijn gekomen. 'Door rook en nevel zwom ze hem tegemoet en ze sloeg haar armen om zijn hals. Zijn gezicht en zijn jasje waren vochtig, en hij rook naar natte bladeren. En hoewel hij veel op haar man leek, was hij toch een onbekende, die uit het grote nevelige park gekomen was om haar te halen. Ze lachte met hem mee, en ze stonden tegen elkaar aangedrukt en roerloos in de rook- en nevelslierten.' 
.... die uit het grote, nevelige park gekomen was om haar te halen. 

Het verhaal  Kersen gaat over een ervaring van Haushofer op het internaat. (Dit verhaal is dus autobiografisch.) Ze heeft expres een spelfout gemaakt, wat hoog wordt opgenomen, en waarvoor ze zich moet verontschuldigen bij de nonnen en de priester. Haar vader komt op bezoek, en ze is de hele tijd in de angstige verwachting dat hij haar óók zal straffen. Maar haar vader zegt niets, hij bezorgt haar een prettige middag. Hij geeft geen straf, maar in plaats daarvan een zak met kersen. Bij het scheiden van de trein, roept hij snel nog even iets over het gebeurde op school. Niets dat haar beschaamt, of de straf anderszins verergert. 
.... en hij liet een grote papieren zak met kersen vullen.
Mij valt vaak op, dat de hoofdpersonen bevrijdend eerlijk zijn over hun verhouding met hun medemensen. Bijvoorbeeld in Ontmoeting met de onbekende: Tegen middernacht had ze genoeg van haar gasten. Het moment was aangebroken dat je hen op een of andere manier aan vertrekken moest herinneren. Maar dat was moeilijk als je dat niet al te duidelijk mocht doen. 

In een Oostenrijkse recensie las ik dit:
In diesem Band legt Marlen Haushofer achtzehn Erzählungen vor, die beweisen, was der Kritiker damals prophezeite: hier ist im Windschatten der literarischen Gruppen, Stile und Moden eines der bedeutendsten Erzähltalente herangewachsen. (...)
Wie ein Seismograph hält sie die kaum wahrnehmbaren Erschütterungen in jedem Augenblick des Alltags fest. Mag auch manches scheinbar beiläufig und zufällig erscheinen, bei näherem Betrachten erweisen sich ihre Aussagen als wesentlich, persönlich, hervorragend in der lebensvollen Sachlichkeit und sprachlichen Dichte.
Wie durch eine Lupe betrachtet Marlen Haushofer Vorgänge und Situationen des Lebens und bringt sie in einer ihnen angemessenen, mitunter erstaunlichen Form dem Verstand und Gemüt des Lesers nahe. Ohne ausdrücklich auf einander bezogen oder komponiert zu sein, stellen diese Erzählungen in ihrer Gesamtheit eine grosse vielsätzige Suite, eine Variationsreihe über das uns immer wieder bewegende Thema „Unser Leben“ dar.

Ik vind het moeilijk om een verhalenbundel samen te vatten, de 21 verhalen zijn allemaal weer anders. Toch klopt die 'vervreemding' waar Tzum het over had, wel goed. Erg mooi is dat ook bijvoorbeeld in het verhaal Kruimelgebak en koffie verkeerd, over een zoon die om de veertien dagen bij zijn moeder komt, en die twee dingen steevast voorgeschoteld krijgt.
En elke keer zette ze hem kruimelgebak en koffie verkeerd voor. Als kind al had hij die dingen verafschuwd; voor hem waren ze de weerzinwekkende essentie van het leven met zijn moeder geweest. 
Hij haat eigenlijk zijn moeder, hij haat het kruimelgebak en hij haat de koffie, hij gedraagt zich precies zo als hij weet dat zijn moeder het niet wil, met te veel drank en vrouwen enzovoorts. Maar op een dag gaat hij erheen, en de taart en de koffie smaken hem juist goed, hij beseft opeens dat er niets anders is dat hij zo lekker vindt. Tegelijk beseft hij dat zijn moeder hem zal overleven, het gevoel van helderheid houdt tevens een afscheid in. Toen hij zijn moeder ten afscheid op haar wang kuste, wist hij dat ze hem zou overleven, en de boosaardige triomf daarover werd langzaam verdrongen door een gevoel waarvan hij ongelovig vaststelde dat het medelijden was.

Ik vind zelf de zinnen af en toe zo geweldig. ... En verscheen er niet soms een trilling om die verwelkte lippen, die aan de trillende vleugels van een grote, wasgele mot deden denken.
.... die aan de trillende vleugels van een grote, wasgele mot deden denken.
En de droogheid waarmee situaties worden neergezet! Bijvoorbeeld, in De Erfgenaam:
Andi's moeder zag niet graag dat haar zoon altijd bij de oude dame zat. Maar ze had gewoon geen tijd om elke dag met hem naar de speeltuin te gaan, ze werkte namelijk aan haar dissertatie.
Of deze: 'Het grijze verstand sijpelt met de kou uit alle kieren.' En: 'De dikke vrouw schommelde als een vrachtschip de weg af.'
'We vervelen ons immers altijd bij verhalen waar we zelf niet in voorkomen.'  Zo'n mooie observatie!

Ik citeer hier nog een recensie, van uit 8Weekly: 
De verhalen eindigen vaak met een gewone handeling: ‘En met een bruuske beweging sloot hij de hoge ramen en hij schoof zorgvuldig de grendel ervoor’, bijvoorbeeld. Of: ‘Nooit meer, denkt ze, zal ik volkomen verlaten zijn. En na een kleine aarzelende verwondering: Ik leef immers…’ De uitwerking van de eerder ervaren openbaring wordt niet gelijk duidelijk. Gooien de personages het roer om? Slaan ze met hun leven een nieuwe weg in? Daar is het Haushofer niet om te doen: het gaat om de ontmoeting, het vaak zeer korte moment van crisis. Zo loopt ze echter ook het risico dat haar verhalen niemendalletjes worden, die niet al te veel resoneren bij de lezer en weinig bekoren.
Het is uit een recensie van Jesse van Amelsvoort, en ik wil eraan toevoegen dat het mij aanvankelijk ook zo verging (van dat niemendalletje), maar dat ik hoe langer hoe meer doordrongen raakte van de indringende kracht van haar verhalen. Echt fantastisch!
Marlen Haushofer. 1920-1970.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten