Paul Scheffer droeg dit boek op aan zijn moeder, Ina Wolf. Zij verschafte hem op zeer hoge leeftijd (in 2009 was ze bijna negentig) nog allerlei inlichtingen over haar vader Herman Wolf, de hoofdpersoon van dit boek.
Op de afbeelding is zijn opa als kind te zien. Niet meer te achterhalen is de betekenis van het zweepje.
Herman Wolf
Herman Wolf leefde van 1893 tot 1942. Hij was de zoon van de Duitse hoedenmaker Simon Wolf en Hermine Heilbut. De twee trouwden in 1892, en emigreerden naar Nederland, toen de zaken in Duitsland niet meer zo goed liepen. Hun zoon Herman, de grootvader van Scheffer, ging als veertienjarige het huis uit naar een pleeggezin, het gezin De Weeger. Hermann werd later Herman, en trouwde met een van de kinderen De Weeger, Rie. Scheffer kende haar als 'Oma Pietje', ze woonde aan de Harmoniehof 54 te Amsterdam. Daar bewonderde Paul de studeerkamer van opa.
Drie plaatjes van de Harmoniehof, ik kon het niet laten... Ik heb zelf mooie herinneringen aan de Harmoniehof, in de tijd dat ik wel eens een half uurtje moest wachten op mijn afspraak bij Brechje. Heerlijk stil was het zitten daar, alsof je in een dorp was, niet middenin de stad. Ik was er toen de blauwe regen bloeide, waarvan de dikke kronkelende stronken tegen de voorgevels groeiden. Ik nam plaats op het bankje dat uitkeek op het fonteintje, pakte een meegenomen boek om in te lezen, en genoot!
Wat een plek voor de grootvader om te wonen, op nummer 54, de Harmoniehof... En dan nu lezen over dit leven, dat gevuld was met het zoeken naar de ultieme harmonie!
Herman Wolf was bij uitstek een man die een innerlijk leven leidde. Hij verdween bijna altijd in zijn 'heilige studeerkamer'. Natuurlijk had hij ook een publiekelijk bestaan: hij was leraar Duits, en in 1923 promoveerde hij de Letteren en de Wijsbegeerte. Maar eenmaal thuis zat hij vooral heel veel te studeren en te schrijven. Zijn vrouw regelde verder alles in het huishouden. Wolf hield zijn leven lang geldzorgen, wat ook samenhing met de crisisjaren. Hij schreef in totaal twaalf boeken en veel artikelen, o.a. in De Amsterdammer en in het NRC.
Rie en Herman kregen twee kinderen, Rudi (1920) en Ina (1921) Ina kreeg twee zoons, Paul en diens broer.
Het van huis uit joodse gezin Simon de Wolf deed niet veel aan het joodse geloof. Hun leven was gericht op assimilatie. Hetzelfde gold voor Herman, die met een niet-joodse vrouw trouwde.
Het boek volgt het leven van Herman Wolf in chronologische volgorde. Herman is van de generatie van 1900-1914.
Zijn vader had totaal geen belangstelling voor de interesses van de zoon, de letteren en de wijsbegeerte. De vader was een zakenman. Herman is sterk beïnvloed door de pessimistische Schopenhauer, door Nietzsche, Goethe, en Thomas Mann.
Een van Herman Wolfs studies over Goethe.
Dit boek ga ik wellicht nog eens lezen; het lezen van Faust leverde mij destijds grote problemen op.
Hij was geïnteresseerd in Meister Eckhart: door zich te richten op het eeuwige kan de mens een spiegel van het goddelijke worden. Wolf had daarbij een individueel bewustzijn voor ogen, de mens die alleen staat tegenover God.
Hij bewaarde altijd een afstand ten opzichte van de actualiteit.
Wolf zocht en kreeg contact met schrijvers en filosofen van zijn tijd: met Thomas Mann, Stefan Zweig, Georg Simmel (de grondlegger van de Duitse sociologie).
Thomas Mann
Stefan Zweig
Georg Simmel
De verandering van zijn naam van Hermann naar Herman, had volgens Scheffer zeer veel betekenis; hij refereert aan zijn Land van aankomst.
Hermans houding was religieus-idealistisch: de norm voor zijn handelen moest de mens vinden in zichzelf; het heilige voor de humanist is de humaniteit.
De titel van het boek, Alles doet mee aan de werkelijkheid', weerspiegelt Wolfs levenshouding: 'Wie
niet openstaat voor alle krachten die in de werkelijkheid op elkaar botsen, blijft gevangen in een vooringenomen en leerstellige zienswijze.' Ofwel: de werkelijkheid is opgebouwd uit polaire tegenstellingen, bijvoorbeeld rationaliteit tegenover irrationaliteit. Wolf zag dat in Goethes Faust-figuur. Hij wilde de rijkdom van het bestaande omarmen,
Wolf zocht gelijkgestemden om zijn ideeën verder mee te ontwikkelen. Zo richtte hij het wijsgerig-wetenschappelijk genootschap Unitas Multiplex op. Hij hield hier een lezing, Het wezen der inspiratie. Ik zag dat deze lezing nog antiquarisch te koop is. (Boekwinkeltjes.)
Zij gedachten waren vaak romantisch, bijvoorbeeld omarmde hij het genie-begrip, het grootse, scheppend talent. In dit verband had hij ook contact met Herman Pos, die zijn leven lang bevriend bleef.
Hij schreef Thomas Mann, met een brief met kritiek op Der Zauberberg: Wolf vond het boek te didactisch. Het irriteerde Mann, maar er waren genoeg punten van overeenstemming om samen te blijven, vooral in de strijd later tegen Hitler.
Hitler werd tot grote schrik van Wolf in 1933 Rijkskanselier. Wolf verkeerde van toen af 'in staat van alarm'. Hij trad toe tot het Nederlandsch Comité van Kunstenaars en Intellectueelen voor de strijd tegen de Duitse Terreur. Behalve Wolf zat hier Frans Coenen in. Het comité bracht het Bruinboek uit, waarin de misdaden van het Hitlerregime gedocumenteerd stonden. De uitgave maakte grote indruk.
De Wolf werd er wel verdacht door bij de inlichtingendienst. Dat kwam weer, omdat Nederland probeerde een neutraliteitspolitiek te voeren om Hitler niet te provoceren.
In 1933 kwam er een verbod op het commité door Colijn.
De humanist kan zich altijd moeilijk verweren, stelt Scheffer, omdat zijn termen zo vaag zijn. Tegenover zich vindt het het 'nationalisme als een anticulturele ziekte'.
De studie en de uitgaven ervan worden voortgezet, Nietzsche, de onsterfelijkheid, zielsverhuizing.
In 1934 pleegt zijn vader Simon zelfmoord. De zelfverzekerde zakenman-vader die het dromen van zijn zoon niet zag zitten, is zelf ten onder gegaan aan depressies. Wolf probeert via parapsychologische séances contact met zijn gestorven vader te maken, en onderzoekt ook dit veld van de werkelijkheid.
In 1936 richt hij mede het Comité van Waakzaamheid op, met Ter Braak, Vestdijk, Du Perron, Greshoff, Henriëtte Roland Holst, Anton van Duinkerken. Ze proberen protest aan te tekenen tegen Hitler-Duitsland. Stefan Zweig haalt Wolf ruw uit de droom, protest is zinloos. Joden zullen niet op hulp van buiten kunnen rekenen, stelt Zweig.
In 1942 pleegt Zweig zelfmoord, samen met zijn vrouw Lotte, in Brazilië. Er is de Joden te veel ontnomen, hij ziet geen weg meer terug. Hij wil niet meer.
'Écrasez l'infâme', citeert Thomas Mann Voltaire, 'vermorzel het eerloze'. Bedoeld is het vreselijke nazisme, met zijn jodenvervolgingen.
Scheffer vervolgt de studie van zijn grootvader; de telepathie, verdere parapsychologische verkenningen. Dit onderzoeksveld mag ons verbazen, telepathie is al door de stoïci beschreven, vertelt Scheffer. Rilke, Goethe, Mann en Dostojevski besteedden er aandacht aan. Wolf bestudeert Krishnamurti, Wolf voelt verwantschap met Carl Jung, diens gedachten over het collectief onbewuste. Taoïsme, Confucianisme en de boeddhistische leer komen aan de orde. Wolf blijft op zoek naar de verbinding tussen rationaliteit en irrationaliteit.
De titel is niet goed te lezen, maar het is het door Herman Wolf gepubliceerde boek De ziel van het oosten en de geest van het westen.
Dan komt - toch een beetje als een schrik bij mij - de verschrikkelijke ontknoping: Hitler wordt de belichaming van die verbinding. en dan niet - zeer zeker niet - zoals Wolf het bedoelde, maar in een vernietigende en zelfvernietigende kracht die Hitler ontketende. Hij was een machtswellusteling en ook zeer berekenend. Maar 'het gevoel' , de irrationaliteit nam het bij hem over. Op een manier die Wolf nooit heeft kunnen voorzien.
Het essay Bruder Hitler, van Thomas Mann.
In 1938 schreef Thomas Mann Bruder Hitler. Ik citeer Scheffer (die Mann citeert) op pagina 195:
Een zeker genie kan Hitler volgens Mann niet ontzegd worden en hij brengt hem in verband met de kenmerken van het kunstenaarschap: 'Maar ook de onverzadigbaarheid van de compensatie- en zelfverheerlijkingsdrift is er en de rusteloosheid, het nooit-tevreden-zijn, het vergeten van de successen, het snelle verzwakken ervan voor het zelfbewustzijn, de leegte en de verveling, het gevoel van niets-te-betekenen-hebben zodra er niets te ondernemen valt en de wereld niet in spanning gehouden kan worden, de slapeloze dwang zichzelf-altijd-weer-opnieuw-te-moeten-bewijzen.
Minstens zo interessant lijkt mij de studie van Ter Braak, Het nationaal-socialisme als rancuneleer. (Ieder heeft evenveel recht op alles, zeer kort samengevat.)
Het nationaalsocialisme als rancunleer, Ter Braak.
Een ander protestgeluid was de film Professor Mamlock, een literaire verbeelding van de jodenvervolging. De film baarde veel opzien, maar was te didactisch. Hij werd ook door de overheid alweer argwanend bekeken vanwege die verdomde neutraliteit.
Men zegt dat dit de originele filmposter is.
Zijn dit de protestgeluiden, Scheffer schetst vervolgens de werkelijkheid. Er komt een enorme vluchtelingenstroom op gang, joden. Colijn houdt ze tegen. Fritz Joseph, de broer van Gertrud (de tweede vrouw van Simon Wolf) met vrouw en kinderen lukt het om naar Nederland te komen.
Later wordt hij tóch hier op transport gesteld. Zijn kinderen komen om, hij en zijn vrouw keren terug. Scheffer citeert aangrijpende notities die Fritz gemaakt heeft van zijn gang langs concentratiekampen.
Ter Braak pleegt zelfmoord, hij ondergaat een langgerekte doodsstrijd doordat de pillen niet snel werkten.
Zelfmoord Ter Braak, 1940.
Ambtenaren moeten een ariërverklaring tekenen. Herzberg en Presser onderscheiden drie fases in de jodenvervolging: de fase van identificatie (ariërverklaring, davidster),1941; isolatie, 1942. Deportatie, die in 1943 klaar is.
Ariër- of niet-joodverklaring.
Davidster.
In 1941 krijgt Wolf ontslag als leraar aan de Joodse HBS.
Er is sprake van 'een spontane arisering': zonder dat de Duitsers het vragen, worden leermiddelen aangepast. Wolf wordt gedwongen het redacteurschap bij het Algemeen Tijdschrift voor Wijsbegeerte op te geven, samen met Leo Polak. Het erge was, dat toen dit aan beide Joden werd gevraagd, Polak a in Sachsenhausen zat... Scheffer noemt dit 'het voeden van de krokodil'. Nederland deed dit in de hoop gespaard te worden door de krokodil.
Hier volgt dan het verhaal van Fritz Joseph en Betty, dat ik al noemde. Zeker is, dat Herman ditzelfde lot ook te wachten stond.
Maar Wolf kreeg een hersentumor, en stierf in 1942 in een ziekenhuisbed.
Overlijdensbericht
Hij werd snel vergeten. Na de oorlog werd er ook met geen woord gerept over zijn gedwongen vertrek uit de redactie.
Wolf had een groot vermogen om anderen in aanraking te brengen met grote schrijvers en filosofen.
Scheffer vindt veel punten van identificatie tussen hem en zijn opa: het vertrek als 14-jarige uit het gezin, het middelmatige presteren op de HBS, de fascinatie voor filosofie en psychologie, het afstuderen op eigen werk, het schrijven voor de (Groene) Amsterdammer en NRC. Geen wonder dat Opa's boeken bij hem terecht kwamen.
Vooral dit was belangrijk voor Scheffer: 'Het leven moet vanuit een eigen middelpunt vorm krijgen.'
Het is leuk om te zien, dat er nog een aantal boeken van Herman Wolf antiquarisch te koop zijn. Behalve de hierboven afgebeelde vond ik nog: Inleiding in de wijsbegeerte, Hedendaagse Wijsbegeerte, gestalte en stroomingen; In memoriam R.M. Rilke, Nietzsche als religieuze persoonlijkheid, Onsterfelijkheid als religieus probleem, Persoonlijkheid en geestesleven, Studies over hedendaagsche Duitse letterkunde.
Ik vond een nogal negatieve recensie op Sargasso. van Jeroen Laemers. Laemers kritiseert Scheffer op twee plaatsen, en valt Scheffer erop aan dat hij zich sterk verwant voelt met zijn grootvader.
Ik ben het oneens met de heer Laemers: het eerste punt dat hij noemt vind ik niet meer dan een categorisering, 'waar hoort Goethe nu bij': ik vind dat niet van gewicht. Het tweede is, dat Scheffer te veel uitstapjes maakt naar schrijvers. Ik vind het leuk dat de auteur probeert de denkwereld van zijn grootvader probeert te schetsen. En het derde punt, dat hij zich identificeert met zijn opa: helemaal okay, wat mij betreft.
Een goede samenvatting vindt men HIER.
De schrijver.
Een citaat van Nietzsche mijnerzijds. Wolf en Scheffer, altijd op zoek naar waarheid, gerechtigheid, en tolerantie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten