Boekomslag
Dit boek heeft in Duitsland onlangs een tijdlang op de bestsellerslijsten gestaan. Het wordt een documentaireroman genoemd: iets tussen beide genres is. De auteur Volker Weidermann is chef literatuur bij Der Spiegel, en presentator van de boekentalkshow Das litterarische Quartett.
Het boek beslaat één enkele zomer, in Oostende, in het jaar 1936. Bijeen zijn hier een groep ballingen, die om uiteenlopende redenen uit hun land vertrokken zijn. Hoofdpersonen zijn Stefan Zweig en Joseph Roth, twee Joodse vrienden.
Hun levens en karakters zijn zeer verschillend: Zweig is rijk (zoon van een textielfabrikant), hij bewoont een kasteel, is succesrijk.
Kasteeltje van Zweig, op de Kapuzinerberg, Salzburg.
Aldaar in de tuin, met zijn toenmalige vrouw Friderike Winternitz en haar twee dochters.
Roth komt uit Brody, Oost-Europa, is een arme Jood. Hij wordt dikwijls financieel door Zweig geholpen, en kan op zijn beurt Zweig soms helpen als die vast zit met zijn romans.
Brody anno 2015: gesprekken om olie van Gdansk via de Odessa-Brodylijn te vervoeren. Alleen de pijpleiding heeft Gdansk nog niet bereikt. Hierboven: ruwe olie-pijpleiding + transportpomp.
Oostende is de stad van onder anderen Emile Verharen en James Ensor. Zweig heeft al een band met de stad door zijn contact in het verleden met beiden, Emile Verhaeren schrijver, Ensor schilder.
Nu, in 1936, worden Zweig en Roth omringd door andere ballingen: Zweig heeft zijn secretaresse Lotte Altmann, Roth knoopt een relatie aan met Irmgard Keun. Verder zijn er Hermann Kesten, Arthur Koestler, Egon Erwin Kisch, Ernst Toller, Willi Münzenberg. Oostende is de stad waar James Ensor nog steeds woont.
Emile Verhaeren, 'de eerste intellectuele liefde van Zweig'; gestorven in 1918. Zweig ontmoette hem in 1914 in Oostende.
Een andere herinnering van Zweig aan Oostende in 1914:
'Op de tweede verdieping zat een man achter een piano, hij had een eenvoudig hoedje op en speelde zachtjes voor zich uit.' (James Ensor)
'Een dodenbal, een volksfeest voor de dood, één grote razernij.'
Weidermann beschrijft kort de levens van Zweig en Roth. Zweig heeft onder andere geschreven de Noodlotsuren der mensheid, over Erasmus, en Castellio tegen Calvijn. Daarin tekent hij Calvijn als een soort voorloper van Hitler af.
Zweig heeft zijn kasteel moeten verkopen, plus zijn hele verzameling kostbare handschriften. Het is in Duitsland niet pluis meer voor Joden. Noch voor communisten.
Zweig schrijft nog aan een biografie over Maria Stuart. Hij is bevriend onder anderen met de communist Romain Rolland.
Ook Roths boeken zijn na 1933 verboden. 'De hel regeert,' zegt Roth.
Zweig steunt Roth door dik en dun. Hij onderhoudt hem financieel, laat een nieuwe broek voor hem maken. Roth helpt hem met zijn schrijfwerk als hij vast zit. Hij behandelt Zweig overigens grof.
Willi Münzenberg: leider der communisten. Steenrijk.
De twee hoofdpersonen: de joden Stefan Zweig (l) en Joseph Roth. Roth is in Oostende al doodziek door de alcohol, hij kan niet meer eten, braakt veel, heeft opgezette benen. Maar hij kan noch wil zich beteren.
Boven en onder: Irmgard Keun; geliefde van Joseph Roth. Drinkt samen met hem, wat hem naar de afgrond helpt. Zij was geen joodse, maar stelde zich wel kritsich op tegenover het nazisme.
Uiteindelijk liet ze Roth ook los. Ze stierf in 1982.
Zij werd bekend met het boek Het kunstzijden meisje.
Boven en onder: Joseph Roth. Zijn beste werken zijn Radetzkymars, en Job. In 1936 is zijn glorietijd al lang voorbij. Zijn boeken zijn verboden in nazi-Duitsland, net als die van Zweig.
Zweig geeft hem in Oostende alleen een nieuwe broek. Hij morst dan expres likeur op zijn jasje. Dan krijgt hij ook een nieuw jasje.
Roth en Keun
Behalve de joden zijn er de communisten die in ballingschap leven. Ze zijn bezorgd na de zelfmoord van Stefan Lux in de algemene vergadering van de Volkenbond.
Stefan Lux wilde met zijn zelfmoord in de Volkenbond wijzen op het gevaar van het Duitse antisemitisme.
Etkar André wordt om een futiliteit ter dood veroordeeld en gebracht. Machteloosheid en vertwijfeling heerst.
In 1936 wordt in Spanje José Calvo Sotelo vermoord, Kisch bijvoorbeeld wil naar Spanje.
Willi Münzenberg is in Oostende, een rijke communist, charismatisch leider , samen met secretaris Hans Schultz en zijn adjudant, de journalist Otto Katz.
Verder: onder anderen Arthur Koestler Ze bespreken de politiek, lezen de kranten.
Als de zomer voorbij is, gaat ieder zijns weegs. Het was de zomer van het afscheid.
Zweig en Lotte Altman vertrekken naar Brazilië, waar ze samen zelfmoord plegen.
Münzenberg weet te ontkomen aan de nazi's, maar wordt even nadien toch gevonden in een bos, dood, met een touw om zijn nek.
Roth wordt verlaten door Armgard Keun, en drinkt zich dood in Parijs. Alle getrek aan Zweig om hem nogmaals te hulp te schieten en hem vooral niet in de steek te laten faalt, op één keer financiële steun na. Zweig kán niet meer.
Stefan Zweig en Lotte Altmann op hun sterfbed in Brazilië.
Het Nexus-instituut geeft een goede recensie van het boek. Het stond ook vermeld in Gute Nacht, Freunde, waar ik al eerder interessante boeken uit geplukt heb.
Het geeft een prachtig, maar verdrietig beeld van de ballingen van het interbellum. Je kunt je goed verplaatsen in de moeilijkheden die die mensen in het buitenland hadden, berooid als ze waren, afhankelijk van vreemde uitgevers, zonder vaderland.
Hun land op weg naar de verdoemenis.
De schrijver.
Er staat bij de foto van Stefan Zweig en zijn geliefde een verkeerde voornaam (Arnold Zweig)
BeantwoordenVerwijderenDank voor uw oplettendheid, ik heb het veranderd.
BeantwoordenVerwijderen