'Hij is een bestedeling, en daarom is hetgeen er in zijn binnenste omgaat zijn bijzondere wereld; hij is van anderen bloede, niet verwant met de menschen op de boerderij, hij maakt geen deel uit van het geheel, hij staat er buiten, en dikwijls is het leeg om hem heen, en het is reeds lang geleden, dat er een onbestemd verlangen in hem ontwaakt is.'
Eigen foto's van het boek, vertaald door Dr. Annie Posthumus.
De plaatjes zijn van Anton Pieck.
Dit boek kreeg heel veel lof, Eigenlijk hoort het bij twee andere grote werken van Laxness: Salka Valka en Onafhankelijke Mensen.
De samenhang is mooi verklaard door Dr. Joris Taels, ik vond het op DEZE SITE.
Van die DNBL-site komt ook dit plaatje.
Ook ik vond dit een buitengewoon mooi boekje, omdat de hoofdpersoon, een bedlegerig kind, door iedereen miskend en tekort gedaan, zelf een groot gevoel van licht, van verlangen in zich voelt. Hij is groots, deze Ólaf Kárason, die besluit zichzelf aan te spreken met Ó. Kárason Ljósviking met een verwijzing naar de schrijver Gudmund Grimsson Grunnviking. aan wie zijn pleegmoeder Kamarilla, zo'n hartgrondige hekel had. Sowieso haatte zij boeken, maar speciaal wel deze 'prul van een schrijver' volgens haar. Omdat hij God niet welgevallig is, van wie enkel de bijbel gelezen mag worden.
Het verhaal dat zij de jongen doet, heeft een totaal tegengestelde uitwerking op hem: "In plaats van dat het den jongen tot leering strekte, wekte het in hem een sluimerend bewustzijn van iets betooverends en lokkends, zijn fantasie richtte zich met verdubbelde kracht op boeken, nu hij gehoord had van den straf van den eenzamen schrijver, zijn honderd boeken."
Zijn nieuwe naam staat dus haaks op de opvattingen in zijn pleeghuis, wat zijn geïsoleerde plaats alleen maar versterkt.
Anton Pieck, Olaf op bed, onder het schuine dak.
Hij ligt erg veel op bed, steeds meer, omdat hij lijdt aan hoofdpijnen en nog veel meer. Hij wordt veel en hard geslagen door de twee broers, krijgt erg weinig te eten en moet ondanks alles toch blijven werken in de stal. Hij is in alle opzichten de verschoppeling in huis, bij al zijn pijn en ziekte doen de huisgenoten alleen maar of hij een simulant is.
Maar Laxness laat er geen twijfel over bestaan: we hebben hier met een werkelijke dichter te maken, die dingen ziet die anderen niet zien:
'Hij was namelijk nog geen negen jaar oud, toen hij zijn eerste geestelijke ervaring beleefde. Hij staat misschien aan den rand van den zee-inham, en het is begonnen voorjaar te worden, of op de landtong ten Westen van de bocht, en daar is een hoogtetje en een sappig groen plekje daarbovenop; of misschien op den berg aan den rand van het veld om het huis, en het gras is daar welig en rijp om te maaien. Dan is het hem plotseling of hij Gods aangezicht vóór zich ziet. Het is alsof de godheid zich in de natuur openbaart in een hymne, de hymne van gods almacht en heerlijkheid. Voordat hij het weet, is hijzelf een bevende stem geworden in den machtigen zang. Het is alsof zijn ziel zich boven zijn lichaam wil uitheffen, gelijk melkschuim over den rand van een kom; het is alsof zijn ziel wil samenvloeien met een grenzenlooze zee van hooger leven, boven alle woorden en alle zintuiglijke waarneming uit; alsof zijn lichaam doortrokken wordt met een ongekend stralend licht."
Deze ervaring blijft hem voor altijd bij, en doortrekt zijn leven. Ik denk dat de titel van het boek hier op terug gaat.
Zijn huisgenoten verachten hem, maar hebben hem op andere momenten wel degelijk nodig. Geven uiteraard nooit openlijk toe dat ze hem (of zijn schrijfkunst) nodig hebben. Zoals Jana, de dikke meid, er ook niet voor uitkomt hoezeer ze geniet van het boek dat ze stiekem aan hem voorleest.
Het boek ontroerde me.
Helaas helaas.... Toen ik probeerde meer van de achtergrond te weten te komen, bleek dat Annie Posthumus maar één deel van het totale werk vertaald heeft! en dat, terwijl dit boek als een hoogtepunt van het werk van Laxness gezien wordt....
Echt heel jammer....
Ik vond wel een bespreking van de Engelse uitgave, World Light. Zie
Engelse editie
Want het verhaal gaat verder: de kleine jongen wordt volwassen en trekt de wereld in. Er zit ook veel humor in. Tja, als ik er echt zelf een oordeel over wil kunnen vellen, zal ik het hele boek toch echt zelf nog eens moeten lezen. Duits of Engels, dat kan allebei.
Duitse editie
De IJslandse titel is overigens Ljós Heimsins. (1937-1940),
Ik vond het heel informatief om te lezen wat er staat op al genoemde DEZE SITE.
Ik verwijs daar graag naar, ook vanwege de samenhang met ander werk van Laxness. Het is van belang te weten dat de schrijver er nogal communistische theorieën op na hield, wat zowel in Onafhankelijke mensen is terug te lezen, maar ook in dit boek. Communistisch in de zin van grote bewogenheid met de armen en misdeelden. In de drie besproken werken legt Laxness daarbij steeds op een ander aspect de nadruk. Dit boek, Het licht der wereld, is zonder twijfel heel spiritueel. Maar Laxness laat ook de andere kant zien. Ik citeer een stukje:
"De kleine Óli was nog geen tien jaar oud, toen hij, op gewone dagen, het bijbellezen van zijn pleegmoeder moest overnemen.
'Wat een leuterpraat verkoopt dat jong,' zeiden de broers midden onder het lezen, alsof hij verantwoordelijk gesteld kon worden voor hetgeen in de tekstverklaringen gedrukt stond." (p. 19)
Zie MIJN BLOG
Ik citeer nu nog een stukje van het artikel van Joris Taels, uit het tijdschrift Streven, dat ik via de BNL las:
"Zijn (Laxness', AdW) visie op mens en maatschappij is deze van het dialectisch marxisme, d.i. dat individuen moeten ten onder gaan en volkeren moeten vernederd worden opdat de historische noodwendigheid zou vervuld worden. Maar hij is zich tevens diep bewust van het onrechtvaardige daarin, en daar hij in de diepste grond geen strijdersnatuur maar een gevoelsmens is, brengt dit bewustzijn zijn gevoel in opstand tegen zijn verstand en zijn socialistisch ideaal. De twee polen in zijn eigen wezen heeft Laxness geconcretiseerd in de twee dichters uit Het Licht der Wereld: de gevoelsmens en schoonheidsaanbidder Olafur, de socialistische strijder Orn. De strijd voor de gerechtigheid - zegt Orn - zal tot de ondergang van de wereld leiden, waarop Olafur antwoordt: Gerechtigheid is een koude deugd. Moest zij alleen overwinnen, dan zou er niet veel meer op aarde zijn, waarvoor het waard zou zijn te leven. En elders zegt Olafur: ‘Het is nu eenmaal zo, dat iemand, die dichter en denker is, de wereld meer liefheeft dan alle overige mensen dat doen. Dichter te zijn en over de wereld te schrijven is veel moeilijker dan mens te zijn en in de wereld te leven.' De dichter is het voelende hart van de wereld, en in de dichter lijden al de bedrukten. Omdat Laxness zulk een dichter is, verlustigt hij zich niet in de eerste plaats in lichtende toekomstbeelden, maar buigt hij zich over het lijden, het onrecht, de bezoedeling en afstomping waarin de mensheid leeft en lijdt. Zijn ironie, zijn sarcasme, zijn cynisme, zijn slechts uitingen van machteloosheid; de diepste bron van zijn kunst is liefde en medelijden.
Salka Valka,
het andere boek van Halldor Laxness dat in verband wordt gebracht met Het licht der wereld.
En tot slot dit citaat:
"Terwijl Salka en Bjartur als heldengestalten uit de saga's hoog boven hun omgeving uitrijzen, is er in de figuur van Olafur Karason, de hoofdpersoon van Ljós heimsins (1937-1940), niets dat aan een held doet denken. Hij is slechts een nietig stukje mens, een verschoppeling, een martelaar. Onbeschrijfelijke ellende en onrecht zijn zijn bestendig deel. Nooit op aarde vindt hij het ware geluk, de standvastige liefde. Maar diep in hem leeft de droom van de schoonheid, en wanneer het leven hem lichamelijk en moreel volkomen gebroken heeft, weet hij dat ‘de zon van de opstandingsdag zal schijnen over de helle wegen, waar zij haar dichter verwacht. En de schoonheid zal alleen heersen."
"Terwijl Salka en Bjartur als heldengestalten uit de saga's hoog boven hun omgeving uitrijzen, is er in de figuur van Olafur Karason, de hoofdpersoon van Ljós heimsins (1937-1940), niets dat aan een held doet denken. Hij is slechts een nietig stukje mens, een verschoppeling, een martelaar. Onbeschrijfelijke ellende en onrecht zijn zijn bestendig deel. Nooit op aarde vindt hij het ware geluk, de standvastige liefde. Maar diep in hem leeft de droom van de schoonheid, en wanneer het leven hem lichamelijk en moreel volkomen gebroken heeft, weet hij dat ‘de zon van de opstandingsdag zal schijnen over de helle wegen, waar zij haar dichter verwacht. En de schoonheid zal alleen heersen."
Laxness in 1955.
Ik vond ten slotte ook nog informatie op DEZE BLOGSPOT.
IJsland.
Foto van DEZE SITE.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten