woensdag 29 november 2023

De Fabriek, Hiroko Oyamada. 2023 (2013)

 

Boekomslag
Hiroko Oyamada

Hiroko Oyamada is in Hiroshima geboren in 1983. De fabriek verscheen in Japan in 2013 en is gebaseerd op haar eigen ervaringen als uitzendkracht voor een autofabrikant. In Japan is haar werk o.a. bekroond met de Shincho-prijs voor Nieuwe Schrijvers en de Akutagawaprijs. Haar romans oogstten uitbundige lof bij verschijning in de VS en Engeland.

Ik vond het lezen van dit boek een heel vervreemdende ervaring. Je leest voortdurend heel concrete dingen, allerlei handelingen die er in een kantoor worden uitgevoerd, zodanig dat het van een dodelijke saaiheid is... Tegelijk is er méér aan de hand dan alleen werk-aanwijzingen of - protocollen. Dat maakt toch dat je doorleest. Waar zit de verrassing? Waar verbergt zich iets? 
De fabriek, het werkterrein, is van een idioot grote omvang. Het werk dat gedaan wordt lijkt nutteloos. Er zijn drie personen, respectievelijk Furufue, Yoshiko en Yoshiko's broer. De een doet niets anders dan de hele dag papieren in de papierversnipperaar gooien; een tweede corrigeert teksten - maar we komen niet te weten wat dat precies inhoudt, op drie uitzonderingen na, zie verderop.; een derde doet onderzoek naar mossen om er daken mee te bedekken. Het vertelperspectief wisselt steeds tussen deze personen, maar die afwisselingen worden nergens door gemarkeerd. In de ene alinea zit je bij de afvalbakken, de volgende keer kijk je mee met de corrector. 
De aalscholver (Phalacrocorax carbo)
Foto van DEZE SITE
Er zijn vreemde dieren in en rond de fabriek; aanvankelijk denk je 'dat kan best,' gaandeweg komen er absurde dingen aan het licht. Zo lezen we over nutria's, grote fabrieksaalscholvers, wasmachinehagedissen. De verhalen over deze dieren komen uit de map die de corrector onderhanden heeft. Het kunnen scripties zijn, of zoiets. - Maar verderop loopt een van de hoofdpersonen toch buiten en bekijkt de fabrieksaalscholvers. 
Ook loopt er een vreemd wezen rond, Boskabouter Broektrekker, die mensen de broek naar beneden trekt. Hij wordt nergens ten tonele gevoerd, hij speelt alleen als dreiging op de achtergrond. 
Alles wat een dorp of stad nodig heeft, bevindt zich ook in de fabriek. Er loopt een rivier doorheen, en een grote brug loopt van noord naar zuid.  Er zijn restaurants 'als de hoofdpersonen daar gaan eten wordt uitgebreid beschreven welk gerechten ze nuttigen - kan mij wat schelen, maar dat geldt voor zoveel van dit boek. Ja, je kunt zeggen dat de fabriek allesomvattend is: binnen de grenzen bevinden zich meerdere restaurants (zoals al genoemd), een kapper, een postkantoor, een reisbureau en een heiligdom met een priester. Het bedrijf is een universum op zich, en elk gezin dat in de aangrenzende stad woont, is erbij betrokken: Yoshiko, die als shredder werkt, vertelt ons dat 'iedereen minstens één familielid heeft dat voor de fabriek werkt'.
Tijdens het lezen ontkom je er niet aan, je moet voortdurend aan Kafka denken. Merkwaardig en opmerkelijk is het ook, dat het boek eindigt met de verandering van één van de personages in zo'n zwarte fabrieksaalscholver. Denk aan Die Verwandlung. 
"Als Gregor Samsa eines Morgens aus unruhigen Träumen erwachte, fand er sich in seinem Bett zu einem ungeheueren Ungeziefer verwandelt."

De saaiheid die het boek ademt is natuurlijk veelzeggend. Niemand snapt wat het belang is van wat hij doet, niemand weet ook eigenlijk wat voor product de fabriek aflevert. Waarom moet ik nadenken of iemand in vaste dienst is of niet? Dat zijn wel de dingen waar je je in het gewone leven druk over maakt, maar waarvan je zou zeggen dat ze in een boek niet zo van belang zijn. Hier juist wel!
Op een bepaald moment in het boek is de kantoortuin ingedeeld in cellen, allemaal scheidingswandjes. 
De man van de mossen kaart op een gegeven moment aan dat zijn werk geen zin heeft. Citaat: 
'Nou ja, het werk gaat maar niet vooruit, dus tenzij de Fabriek beslist hoe het nu verder moet, zit ik muurvast.
''Maak je geen zorgen, Furufue, ga gewoon door in je eigen tempo, dat volstaat. Hoeveel maanden of jaren het ook duurt, geen probleem.'
'Ik weet echt niet hoeveel jaren het zal vergen. Zoals de zaken er nu voorstaan, blijven de daken en muren kaal.'

Hiroko zelf noemt als invloeden op haar werk Franz Kafka en Mario Vargas Llosa. 

dinsdag 28 november 2023

Magic Mountain, Idfa Documentaire, Mariam Chachia, Nik Voigt - 2023.

Filmposter
Prachtige documentaire van het IDFA-festival, die we bezochten op uitnodiging van Artsen Zonder Grenzen.  Onderwerp was tuberculose. 
De titel Magic Mountain herinnert aan het boek Der Zauberberg van Thomas Mann, dat als onderwerp heeft een sanatorium vóór de Eerste Wereldoorlog.
Ook in deze film gaat het over een sanatorium, namelijk Abastumani, dat lag in de heuvels van Georgië.
Dit is Abastumani
Als je nu googelt op Abastumani, dan krijg je óf een plaatsje met die naam in Georgië, ofwel een flink hotel dat in 2024 geopend gaat worden. Ik citeer:
“Abastumani is located in a resort area with a unique climate, in the building of the historical Arazindo sanatorium, which will get a new life in 2024, exactly 100 years after its initial opening,” says Adjara Group.
Adjara Group zal het sanatorium in Abastumani renoveren met medefinanciering van DFC, bericht 8 november 2022
Met bovenstaande foto (de huidige situatie) van Adjara  begin ik mijn blog eigenlijk met het einde van de film: de sloop van het oude sanatorium.
Het complete verhaal is dit: we zien de maakster van de film, Mariam Chachia, die in een groene jas Abastumani betreedt. Ze gaat erheen omdat ze er steeds nachtmerries van heeft; en ze heeft tbc. We zien haar lopen door het veel te grote, vervallen gebouw, eindeloze gangen, leeg. 
We maken kennis met enkele patiënten, en zien de verpleegkundigen aan het werk. Enkele schetsen van de omgeving: een vlieg kruipt over een wegrottende vensterbank; een verwassen gordijn wappert door een hoge, openslaande balkondeur; de buitenmuren brokkelen af; sommige gedeelten zijn onbewoonbaar en ook de vertrekken van het oude paleis Abastumani waar wél geleefd wordt verkeren in staat van verval. Kokkinnen roeren in ongelooflijke grote pannen. 
Want ja, ondanks het enorme verval, vertelt het verhaal verder, wordt er geleefd - zij het soms op het randje van de dood.
In een ziekenkamer
Want hier worden patiënten met open tbc behandeld, bij wie antibiotica niet aanslaan. 
Chachia zelf kon gelukkig wel thuis met medicijnen behandeld worden, maar ze had het nodig het sanatorium te bezoeken vanwege die nachtmerries die haar maar bleven achtervolgen.
Vijf jaar lang is ze in het kuuroord af en aan onderdeel van deze samenleving in het klein en ontdekt ze dat de bewoners, die er vaak jaren verblijven, een lichtvoetiger karakter hebben dan hun ziekte en de halve ruïne die ze bewonen doen vermoeden. 
In een sinistere wending - en hier komt de beginfoto aan de orde - wordt dit ook een verhaal over hoe deze plek en de patiënten zijn verbonden met de geschiedenis van Georgië. Die wending is dus de sloop van het gebouw, en wie daarachter zit, en hoe er met de geschiedenis wordt omgesprongen in Georgië...  We zien ook bulldozers aan het werk met de daadwerkelijke sloop van het oude paleis, althans een groot deel ervan. Het is opgekocht door een oligarch. 
Dit zijn de twee makers. Georgisch-Pools. 
Het gebouw lag prachtig daar in de bossen. Ondanks de ellende was de film van een grote schoonheid.
Ik citeer nog een stukje uit het interview, zie Cineuraopa Interview
"Towards the end of the film, there’s a line saying that Georgia’s “future is certain but the past is unpredictable” perhaps referring to the ongoing erasing and rewriting of the past. However, what is certain about Georgia’s future?
Mariam Chachia: In Georgia, we believe that if we don't talk about the unpleasant past, it will disappear. Our government financed by oligarchs is destroying Georgian heritage — with evidence erased, it will be easy to rewrite history. That's what this line stands for. When I made Magic Mountain, it was crucial for me to screen it in Georgia, however that seems very difficult to achieve now. The Ministry of Culture has already started censoring new Georgian independent films which do not glorify Georgia."
Trailer
Na afloop van de film was er nog een praatje (voor de volle zaal!) met een arts van Artsen Zonder Grenzen, gespecialiseerd in tuberculose. Dat was voor ons een eye-opener:
"Tuberculose is een van de grootste gezondheidscrises ter wereld. In 2020 was het met 1,5 miljoen slachtoffers wereldwijd, na COVID-19, de meest dodelijke besmettelijke ziekte. De afwezigheid van een effectief vaccin, goede tests om de juiste diagnose te stellen, goede testmiddelen en moderne behandelingen maakt tuberculose een lastige ziekte." 
(Tekst Artsen zonder Grenzen.)

donderdag 9 november 2023

Voss, Patrick White, 1957

Nederlandse vertaling, vertaald door Guido Golüke.
Guido Golüke, geboren 1949, vertaler. 
Engelse editie; wij lazen beide edities. De vertaling is heel precies en mooi. Het is moeilijk taalgebruik, die complexiteit kwam mooi uit. 
"En zo begon het licht het hoge vertrek binnen te vloeien, en het gerucht van duiven, en het intieme gezoem van insecten. Toen was de gezette dienstbode ook teruggekeerd, met wijn en koekjes op een blad; het geluid zelf bracht afleiding, de ademhaling van een derde persoon, voor de trillende wijn in de karaf verstilde tot een kalme edelsteen."
Johann Ulrich Voss, de hoofdpersoon uit het boek, is gebaseerd op de Duitse ontdekkingsreiziger Ludwig Leichhardt, een van de vele negentiende-eeuwse avonturiers die omkwamen in de Australische outback. Over dit thema zijn vele boeken geschreven, de zogenaamde bush novels. Deze hebben overeenkomsten met de westerns uit Amerika.
White leent van dit genre, maar heeft er een heel andere bedoeling mee. Hij vertelt ook wel van de ontberingen, maar de nadruk ligt op andere elementen, zie verderop. 
Evenmin probeerde White een 'historische constructie' te geven van de mislukte expeditie van 1848 van Ehrhardt. Het gaat White erom, aldus deze Penguin Reader's Guide, dat "Johann Ulrich Voss becomes the vehicle with which White explores our flawed abilities to perceive and communicate deep truths and the role of suffering in finding the path to wisdom, themes which recur throughout his fiction."
"Gaan jullie nu, alsjeblieft, jullie zijn vergeten dat dit mijn kamer is. En denk er ook om dat de straat het bezit is van alle burgers van deze stad. Als we elkaar weer treffen, vertrouw ik erop dat jullie elkaars gebreken hebt geaccepteerd, want we zullen een lange periode in elkaars gezelschap doorbrengen.'
Naderhand herinnerde zich niemand zich zijn gezicht gezien te hebben. Maar zijn woorden, wisten ze nog, waren in metaal gegoten, en een van zijn voeten had tegen een brokje hardgeworden modder geschopt dat op het kleed lag, en met een vrij scherpe tik tegen de lambrisering was gekomen."pag... 48-49

Dit was de ontdekkingsreiziger Ludwig Ehrhardt, 1813-1845.
Pruis; kwam niet opdagen voor zijn dienstplicht, vluchtte als deserteur naar Australië. Werd later gerehabiliteerd, na vele ontdekkingsreizen. 

Verhaallijn: 
De expeditie van Voss wordt gefinancierd door de rijke stoffenhandelaar Edmund Bonner uit Sydney, Als hij daar op een zondagochtend in huis komt, wordt hij onmiddellijk gekenschetst als een outsider: hij is een Duitser, onhandig in de sociale omgang, en komt op bezoek tijdens de uren van het kerkbezoek. Hij draagt Duitse poëzie voor, en men vindt zijn voornemen zich in de bush te begeven eng. 
Voss verzamelt een bont gezelschap van avonturiers om zich heen, onder wie Palfreyman, een ornitholoog die tevergeefs worstelt om zijn geloof te verzoenen met zijn wetenschappelijke principes, en Le Mesurier, een Rimbaud-achtige figuur wiens belangrijkste bezit een notitieboekje vol apocalyptische prozagedichten is. Later in de reis worden ze vergezeld door twee inheemse gidsen, Dugald en Jackie, en door Angus, een rijke jonge landeigenaar, en door Judd, een onlangs vrijgelaten veroordeelde.

"Tante Emmy's gedachten zwommen tot vlak onder de oppervlakte omhoog, zodat ze bijna altijd zichtbaar waren."

Voor elk van deze personages betekent de reis iets anders. Edmund Bonner heeft het team gerekruteerd, deels om zijn naam te verbinden aan wat een historische expeditie zou kunnen zijn. Voor Palfreyman zal de reis een duidelijk wetenschappelijk nut hebben. Voor Judd is het een kans om zijn nieuw verworven vrijheid en zijn formidabele bushvaardigheden uit te oefenen. Voor Voss krijgt de reis metafysische en spirituele dimensies. Blijkbaar opgegroeid met de Duitse idealistische filosofie, ziet hij zichzelf als een Nietzscheaanse superman of de belichaming van 'wil'. Wil, de uitdrukking van historische en metafysische waarheid, is een cruciaal concept in de filosofie van Hegel, Schopenhauer en Nietzsche. Door de hele roman heen beroept Voss zich op de wil als een kracht die in staat is om alle menselijke en natuurlijke obstakels te overwinnen. 'Toekomst', zegt Voss voor hun reis, 'is wil' (p. 62).
Dit is Leichhardt's eerste expeditie geweest. Hij ondernam er meerdere, van de laatste keerde hij niet terug.  
De feitelijke reis is niet het hoofdthema van het boek, toch is het wel leuk om je voor te stellen dat de expeditie echt de terra incognita in ging. 

"Zo werd de geest van de ontdekkingsreiziger, die vogelverschrikker die het huis zo bovenmatig had gedomineerd en er zelfs na zijn vertrek was blijven rondwaren, meedogenloos uitgebannen door die glinsterende bruid."

Naarmate ze dieper de bush in gaan, wordt Voss minder een superman - een onverzettelijke Prometheus tegen een wreed universum - en meer een martelaar in een christelijk passiespel. De christelijke beeldspraak benadrukt het lijden van Voss, maar ook zijn grootheidswaanzin om zowel de rol van martelaar als verlosser op zich te nemen. Tijdens het offeren van de geit op eerste kerstdag heeft Voss een visioen van "gepijnigd vlees" en van een vertrekkende ziel. De scène is een voorbode van Voss' eigen dood, die hij uiteindelijk als een offer verwelkomt. Later in de roman, wanneer duidelijk wordt dat ze zich in vijandig aboriginal gebied hebben gewaagd, overtuigt Judd een paar van de leden om de reis te staken en met hem terug te keren. In het universum van Voss is Judd Judas voor zijn Christus. De overgebleven avonturiers volgen Voss en zijn zoektocht naar goddelijkheid. Hij zal ofwel triomferen over de krachten van dood en wanhoop, ofwel zichzelf offeren aan het godverlaten continent Australië.

Laura Trevelyan, het verweesde nichtje van de Bonners, maakt de verlossing van Voss mogelijk. De twee ontmoeten elkaar die zondagochtend voor het eerst in het huis van de Bonners en vormen meteen een symbiotische relatie. Eenmaal gescheiden, communiceren de twee met elkaar door middel van dromen en visioenen. Het is alleen door haar voorspraak dat Voss de dwaasheid beseft van zijn zoektocht om het continent over te steken en van zijn waanideeën van goddelijkheid. Nadat Voss gevangen is genomen door aboriginals en de meeste van zijn mannen zijn gevlucht of gedood, zegt Laura: "Het is alleen een mensenoffer dat de mens ervan zal overtuigen dat hij niet God is" (p. 362). Ze biedt dit schijnbaar aan als reactie op de uitdagende bewering van Voss: "Ze kunnen me niet doden... Het is niet mogelijk" (p. 357). Vlak voordat hij met het zakmes wordt onthoofd, raast er een komeet door de nachtelijke hemel. Dit kan een toespeling zijn op de val van Lucifer, maar voor zijn inheemse ontvoerders vertolkt dit het verhaal van hun voorvader, de Grote Slang, die naar de aarde terugkeerde om de mens te straffen.
Sterrenbeeld Zuiderkruis, in de mist; Australië.
"Een keer ontdekten Voss en Jackie in een paar bomen een platform va bladerrijke jonge boompjes die met repen schors bijeen waren gebonden. Ze stonden er nog naar te kijken toen Judd en Harry hen inhaalden.
'Dit dode man', legde de inheemse jongens uit, en ze begrepen uit zijn woorden dat zijn volk de doden op zulke platforms legde, en er liet liggen opdat de geesten hen konden verlaten.
'Allemaal weg', zei de zwarte. 'Allemaal.'
Hij glimlachte stralend terwijl hij zijn handen als een spitse zaadkorrel tegen zijn borst legde en daarop met een breed, uitleggend whoei hemelwaarts uitspreidde, zodat de zijige, witte ziel werkelijk ontsnapte en opging in de wervelende kringen van de blauwe lucht.
Beide verhalen benadrukken de aan Voss opgelegde goddelijke straf voor zijn te ver reikende trots. Ten slotte beseft hij: "Ik heb geen plan... maar zal op God vertrouwen... Het is mijn schuld" (p. 371). Voor zijn gruwelijke dood smeekt hij tot Christus en ziet hij de komeet onder de horizon duiken, waardoor alleen het sterrenbeeld Zuiderkruis aan de hemel overblijft.
Vermoedelijk is de Grote Slang identiek aan de Regenboogslang, volgens de inheemse mythe de schepper van hemel en aarde. 
Foto van DEZE SITE.

De literaire stijl van Voss is fantastisch, mooi, compact, maar soms moeilijk. Je moet de zinnen soms goed herkauwen. White hanteert een rijke beeldspraak. 
Hij slaagt er daarmee onder andere ook in, een schitterende satire te geven van de middenklasse van de 19e-eeuwse Australische maatschappij. Het komt absurd over, als hij de zware expeditie laat afwisselen met de onbenulligheden (picknicks, theevisites) van de thuisblijvers.
Toch is het geen humor, eerder komt het als wat wrang over. De thuisblijvers lijken geen enkel benul te hebben van hun eigen ziel, of diepgang. Voss mag dan een vreemde eend zijn, hij leeft wel in contact met zijn eigen innerlijk. Net als Laura, die over de feitelijke afstand heen met hem verbonden blijft. Naar men zegt geloofd White in dergelijke telepathische contacten. 
White zet met deze roman de conventies van de Australische bushroman op zijn kop, net zoals Cormac McCarthy's Blood Meridian dat deed met de conventies van de Amerikaanse western. De wreedheid is enorm. 

"Het waren de honden die als eerste de mening van de Duitser bevestigden dat ze in de buurt van Jildra moesten zijn. Op een avond, terwijl de expeditie nog verder trok, begonnen de honden wild slikkend te janken, en lichtten ze herhaaldelijk een poot op. Hun snuiten waren spitser geworden, de ogen puilden uit hun schedels toen er, zonder verdere waarschuwing, ineens vreemde staarten, en daarna de lijven van vreemde honden uit het gras opdoken. Zo bijeengekomen draaiden de twee groepen honden stijfjes om elkaar heen, in een stugge, geschokte stilte, op een teken wachtend."

Met uitzondering van Dugald en Jackie blijven in deze roman de aboriginals aan de periferie van de roman; daar zijn ze onkenbaar, je voelt alleen de dreiging van hun aanwezigheid uitgaan. 
Toch is deze weergave van de inheemse cultuur niet zonder gevoel, ik denk dat die volslagen vreemdheid tegenover elkaar klopt met de werkelijkheid van toen. De blanken moeten als indringers gevoeld hebben. En als prooi. 

"Zo reden ze verder over het stof, waarin ze hun eigen legende schreven."

Een ander belangrijk thema in de roman betreft taal en de moeilijkheden die inherent zijn aan het proberen taal te gebruiken om diepe waarheden over te brengen.  Zie deze uitspraken van White: "Woorden waren niet de dienaren van het leven, maar het leven was eerder de slaaf van woorden" (p. 196); "Alle woorden moeten bedrieglijk zijn, behalve die welke door noodzaak worden gesanctioneerd, het houvast van de taal" (p. 267).
Er is ook een groot verschil in taalgebruik tussen bij voorbeeld dat van Voss en van Palfreyman. 
De meeste critici hebben Voss gezien als een variatie op de tragische held die door hoogmoed is geveld. In tegenstelling tot Lucifer of Prometheus ervaart Voss echter ware nederigheid, deels op voorspraak van een afwezige geliefde, namelijk Laura. Ik denk daarom dat er een katharsis heeft plaats gevonden, Voss sterft weliswaar gruwelijk, maar in vrede met zichzelf. 
OVER PATRICK WHITE

Patrick White werd geboren in 1912, in Engeland. Als baby van zes verhuisde zijn familie naar Sydney, Australië. Hij was als kind heel vaak ziek, leed onder andere aan astma, wat verergerde tijdens de rest van zijn leven.  Op zijn twaalfde werd hij naar een kostschool in Engeland gestuurd, die hij als een Engelse gevangenis omschreef. Onder invloed van Ibsen en Strindberg, op een reis naar Scandinavië ontdekte hij die, werd hij zelf schrijver. 
Hij keerde terug naar Australië, maar van 1932 tot 1935 studeerde hij Franse en Duitse literatuur in Cambridge. Zijn loopbaan als schrijver begon, hij raakte bekend in kunstenaarskringen, onder anderen met de schilder Roy de Maistre. Deze verzorgde de omslag van White's derde boek, The Aunt's Story. 
Debuut White met boekomslag van vriend Roy de Maistre. 
Figure in a garden, afbeelding schilderij De Maistre. 
Afbeelding van DEZE SITE

"'Ik ben me er pijnlijk van bewust hoe weinig ik in het algemeen heb gezien en ervaren, en van ons land in het bijzonder,' had juffrouw Trevelyan juist bekend, 'maar het kleine beetje dat ik wel gezien heb is, denk ik graag, minder dan ik weet. Kennis is nooit een kwestie van geografie geweest. Integendeel, kennis overschrijdt de grenzen van alle bestaande kaarten. Misschien komt waarachtige kennis pas met de marteldood in het land van de geest.'" 

Beide mannen ontwikkelden een diepe vriendschap, ze deelden veel. Ze zijn nooit geliefden geworden, maar dikke vrienden. In Patrick White's eigen woorden: "Hij werd wat ik het meest nodig had: een intellectuele en esthetische mentor". Ze hadden veel overeenkomsten. Ze waren allebei homoseksueel; ze voelden zich allebei buitenstaanders in hun eigen familie (de familie van De Maistre keurde zijn schilderij bijvoorbeeld af en noemde het 'verschrikkelijk'). Als gevolg daarvan hadden ze allebei ambivalente gevoelens over hun familie en achtergrond, maar onderhielden ze allebei nauwe en levenslange banden met hun familie, vooral met hun moeders. Ze waardeerden ook allebei de voordelen van sociale status en connecties. Opvallend vind ik ook dat christelijke symboliek en Bijbelse thema's veel voorkomen in het werk van beide kunstenaars. 
Patrick White, 1912-1990
White kreeg diverse prijzen, de voornaamste natuurlijk de Nobelprijs voor literatuur. 
Hij bleef een eenling. Toen de pers voor zijn deur stond om hem te interviewen na de toekenning van de Nobelprijs, nam hij een slaappil en liet de meute voor de deur staan. 
White deed veel voor de Aboriginals. 
Ter illustratie: boek over de Aboriginals.
"'Voss is niet gestorven', antwoordde juffrouw Trevelyan. 'Hij is er nog, zeggen ze, in dat land, en zal er altijd blijven. Zijn legende zal uiteindelijk worden opgetekend door degenen die erdoor zijn gekweld.'"
Dit is het enige portret dat ik van Roy de Maistre heb kunnen vinden. 
De jury zei over White bij de toekenning van de Nobelprijs: 
 "Voor een episch en psychologisch verhalende kunst die een nieuw continent geïntroduceerd heeft in de literatuur"
Dit interview is leuk, het laat zien hoe White was. Het gesprek geeft heel goed ook de sfeer weer van het boek. Niet erg toegankelijk, wel lekker scherp. 
Mijn conclusie: 
Een boek om te herkauwen, zo veel prachtige observaties, lekker veel diepgang. 
White is duidelijk een eenling. De volgende uitspraak illustreert zijn afzijdigheid: 
"My heart is in Londen, my blood is Australian."

vrijdag 3 november 2023

Evangelie en Strafrecht, lezing door professor doctor Evert Stamhuis, 21 oktober 2023.

Boekomslagen van de trilogie van Drewermann. 
Alleen in het Duits
Bij elkaar zo'n 3000 pagina's. Drewermann is een veelschrijver.

Ik heb dit werk niet gelezen, en zal dat ook niet gaan doen. Desondanks ben ik geïnteresseerd in de opvattingen van Drewermann, en als donateur van de studiekring ging ik dan ook op bezoek bij de lezing over dit werk. 
Ter inleiding daarvan kreeg ik dit beknopte overzicht op de website van de Studiekring Drewermann.

Drewermann geeft een overzicht van recht en rechtspraak uit het verleden, culminerend in de wetten van het christendom. 
Ter illustratie hier enkele afbeeldingen: 
Resten Forum Romanum; Latijn voor Romeins marktplein; was in de oudheid het middelpunt van Rome, politiek, juridisch, religieus en commercieel. 
En in de Middeleeuwen, de gevreesde Inquisitie: 
Inquisitie-bijeenkomst, Francis Goya. 
Rechtspraak ingesteld in 1478, Spanje en verder. 

Ik citeer nu uit het resumé van het werk van Drewermann, zie de link hierboven: 
Niet veroordelen, maar bijstaan
"Ons wereldbeeld rust op twee schijnbare zekerheden: De mens kan vrij kiezen tussen goed en kwaad. En: Wat goed en kwaad is, is door God gegeven of in seculiere wetten vastgelegd. Wie deze wetten overtreedt, maakt zich schuldig, is aansprakelijk voor de ontstane schade en wordt bestraft.
Totaal anders luidt de boodschap van Jezus van Nazareth over een welwillende God en over het vertrouwen in diens absolute vergevingsgezindheid. Volgens Jezus’ opvatting moeten we ons niet van mensen afkeren die schuldig zijn geworden. We moeten juist afzien van een denkwijze, die ons doet oordelen over anderen.
Wat moeten we echter doen om deze boodschap een plaats te geven in onze politieke en maatschappelijke werkelijkheid? Eugen Drewermann onderzoekt daarvoor de geschiedenis van het recht vanaf de Oud-Oosterse rijken tot aan de Europese middeleeuwen; want deze geschiedenis heeft de menselijke samenlevingen door de millennia heen gevormd en drukt een stempel op onze voorstelling van hoe we samen moeten leven tot op vandaag."

Ik voeg eraan toe, dat Jezus in Drewermann's ogen een genezer is. 
Gravure van Jan Luyken; marteling van Ursula, 1570, vanwege haar geloof. 
Nog een enkel voorbeeld van hoe normaal pijnigen en doden bij straffen vroeger was. 

Tot zover zeer kort Drewermann. Wat ging ik deze middag horen?
Spreker was prof. dr. Evert Stamhuis. Hij is hoogleraar Recht en Innovatie aan de Erasmus Universiteit Rechtsgeleerdheid in Rotterdam.
De lezing krijgt een motto mee van Blaise Pascal:

"De laatste stap van het verstandelijke denken is de erkenning dat er oneindig veel dingen zijn die het te boven gaan. Als het aan dat inzicht niet toekomt is het maar zwak."
("La dernière démarche de la raison est de reconnaître qu'il y a une infinité de choses qui la surpassent. Elle n'est que faible si elle ne va jusqu'à connaître cela."

Pensées (1669)

Dit is een erkenning waarmee Stamhuis begint. Het relativeert ons allemaal, inclusief Drewermann en hemzelf. 
Pascal
Stamhuis maakt onderscheid in de benoeming van het thema van vanmiddag. Drewermann noemt zijn trilogie in de ondertitel Christentum und Strafrecht, Stamhuis heeft het over Evangelie en strafrecht. Het Christendom in de titel dekt de lading van het geheel niet, er komt veel meer aan de orde,

Stamhuis ziet het Evangelie als de blijde boodschap, waarin Liefde wordt verkondigd. Twee kenmerken noemt hij: de boodschap is zowel gratuit - er is niets verplichtends - en tegelijk onvoorwaardelijk. Het is een van de grote denkmodellen. Aanvaarding van de boodschap betekent een bevrijding van een last, het vergemakkelijkt je pelgrimage door het leven. En het veronderstelt een beweging tot vernieuwing. De Heilige Geest geeft lucht, wat je ziet hoeft geen eindpunt te zijn, kan vernieuwd worden. 
Het is een boodschap ook van hoop: de overtuiging spreekt dat het beter kan. Zonder hoop is het evangelie verduisterd. 

Recht
Het recht is een verzameling wensuitspraken met gezag. Het zijn, anders gezegd, gezaghebbende aspiraties ten aanzien van relaties tussen subjecten. Bij Stamhuis roept dit de associatie op aan de herdersstaf, de staf van de goede herder. Het is zowel een steunstok als een instrument om wilde dieren te verjagen.
De aspiraties zijn normatief, en door regels vormgegeven
Gezag: juridisch verschijnsel.
20e eeuws Grieks icoon van de Goede Herder; 
Genesis levert al een contrast tussen geven en vragen. Er is maar één boom die vraagt, de verboden boom. Voor de rest wordt alles gegeven. 
Het gaat wel om dat contrast. Het drama ontstaat om die ene boom. Over het genieten van alle andere bomen enzovoorts wordt weinig gezegd.
Met andere woorden: van het begin af aan gaat om relaties tussen subjecten. Strafrechtelijk is er nog niets geregeld Maar vanaf het paradijs reizen de aspiraties (de wensuitspraken)  reizen met de mensen en hun objecten mee. 
Het Paradijs, van Jan Brueghel de Oude. 
Die aspiraties krijgen vorm in de loop van de geschiedenis. We moeten vaststellen dat het om menselijk recht gaat, geen goddelijk recht. Er is dus altijd imperfectie; van de perfectie van de goddelijke wetten weten we niks.
Met andere woorden: het menselijk recht deelt in de val. Ook het kerkelijk recht is imperfect, elk recht is altijd specifiek naar tijd en plaats
Welk recht dan ook, het sluit aan bij de gezaghebbende aspiraties. Maar geen ervan heeft het recht op de stem van God; die verbinding is er niet. Er is imperfectie alom. 
Hoor ik hier al kritiek op Drewermann?
Eugen Drewermann, geboren 1940.
Recht en macht
Die verhouding is ambigu; er is altijd voor een deel bevestiging, voor een ander deel correctie. Bij het recht dienen moraal en/of geloof als grondslag. 
Maar hoe gaat de macht ermee om?
Stamhuis geeft als voorbeeld: de macht van de huidige technologiebedrijven. Privacy, surveillance, desinformatie en machtsmisbruik zijn terechte zorgen. Maar de positie is tweeslachtig, want de technologie is onontbeerlijk. Zo is er zowel bevestiging als kritiek op hun bestaan. Ze zijn vernieuwend, maar het recht vraagt ook om consolidering van bepaalde waarden. 
Plaatje Amnesty International. 
Begeleidende tekst: 
Big Tech
Facebook en Google hebben vergaande controle over miljarden mensen. Het bedrijfsmodel van de twee techreuzen moet radicaal veranderen om onze mensenrechten te kunnen beschermen.

De Franse Revolutie heeft ook veel geconsolideerd - naast de radicale veranderingen die ze bracht.

Recht zonder macht is er ook: bijvoorbeeld bij recht dat niet gehandhaafd kan worden. 

Welke macht heeft de moraal?
Ik vond dit een lastig stuk in de lezing. Erover googelend las ik dit: 

'Waarom moet recht en moraal gescheiden blijven? Scheiding van recht en moraal is essentieel. We zijn vrij omdat we leven onder de wetten die we zelf gemaakt hebben. Dat is de moraal. In tegenstelling tot wetten, want die kunnen in de politiek veranderd worden.' 

Zodra we iets als onrechtvaardig ervaren, moet de volksvertegenwoordigers daar wat aan doen. In wet- en regelgeving ligt een moraal vast waar veel mensen achter staan. De moraal wordt hier van normatief gezaghebbend. Denk hier aan medische ethiek bv. Stamhuis noemt dit: 'ethiek met tanden'.
Helaas gaat dit niet op bij oorlogen: daar staat ieder recht machteloos.  

En welke macht heeft het geloof? Is het geloof louter persoonlijk, spiritueel, of meer? 
Stamhuis brengt het woord begeestering in. Begeesterd handelen: daar zit iets van vernieuwing in. De hoop werkt hier door.
Onlangs verschenen boek, Pascal is nog altijd actueel.
Begeesterd recht
Hoe en waarin kan die begeestering er zijn, en wat brengt ons dat in tijd en plaats?
Laten we kijken hoe zich dat manifesteert in: 
- wetten (algemene regels0
- besluiten/contracten/akten (concrete handelingen)
- vonnissen (concrete conflictbeslechting)

Bij 'begeesterde wetten' denkt Stamhuis terug aan de Anti Revolutionaire Partij die meedacht aan de totstandkoming ervan, begin 20e eeuw. De ARP baseerde zich op Bijbelse normen volgens de protestantse leer. Volgens de antirevolutionaire opvattingen ging het overheidsgezag uit van God en niet van de mensen. Gods Woord moest richtsnoer zijn voor het overheidshandelen.

- Welke begeestering vinden we terug in Besluiten, contracten/akten?
Stamhuis ziet geen voorbeeld van een contract met begeestering: jammer, vindt spreker. Want individueel handelen doet er óók toe!
Christus geeft twee zwaarden (geestelijke en wereldlijke macht) aan respectievelijke de paus en de keizer. 
Illustratie uit de Dresdense Saksenspiegel; facsimile van Karl von Amira, 1902. 
De tweezwaardenleer is de verdeling van de wereld in twee machtssferen: een geestelijke en een wereldlijke. Elk van beide kon rechtspreken binnen zijn eigen gebied. Het zwaard staat symbool van het uitoefenen van de macht en verwijst tevens naar een vermelding van twee zwaarden in de Bijbel (Lucas 22:38). De twee machten moesten niet tegen elkaar vechten, maar elkaar versterken. 
Stamhuis constateert derhalve dat er altijd een dichotomie is. 
Kerk en staat (en hun vonnissen) zijn onderscheiden. Elke gemeenschap heeft zijn eigen rol, of vorm voor het politieke. 
Plaatje van Accountancy van morgen. Begeleidende tekst: 
"Een groeiende groep Nederlanders verklaart zich ‘autonoom’. Ze erkennen het gezag van overheden niet en weigeren belasting en boetes te betalen. De geschiedenis leert dat deze autonome afkeer van autoriteiten niet nieuw is, maar zelden tot iets goeds leidt. Ook nu is de fiscus niet onder de indruk. Wie niet betaalt, krijgt aanmaningen, hogere boetes en uiteindelijk de deurwaarder op bezoek."
Stamhuis zegt dit over de autonome mens: 
Als centraal concept is de autonome mens hoewel niet onwaar, wel onjuist. Verhoudingen zijn immers belangrijk! De mens wordt in afhankelijkheid geboren; hij leeft in verbondenheid. 
In de ene context is individuele zelfbestemming een beter kompas dan in de andere. Niet alles geldt voor allen.  
Onder zelfbestemming verstaan we: het zichzelf mogen en kunnen regeren. Het is een grondrecht, en het ontwikkelt zich.

Strafrecht.
Hieronder vallen
- De wetten: algemeen wetboek van strafrecht en veel bijzondere wetgeving.
- handelingen, zoals: de uitoefening van bevoegdheden tot opsporing, vervolging, tenuitvoerlegging.
- De vonnissen: toepassing in een concrete zaak tussen individu en gemeenschap

Wat zijn hier de gelegenheden voor begeestering?
Stamhuis denkt aan de bijstandsverleners; ze werken zowel voor daders als voor slachtoffer. Te denken valt aan: advocaat, reclasseringsambtenaar. Zij dragen bij aan de kwaliteit van het vonnis. 
Vaker wordt tegenwoordig de andere kant benadrukt; beschuldigen van de verdachte, eisen van zwaarder straffen, de gewetensvragen van de advocaat.
Bij ieder juridisch handelen is er plaats voor begeesterd handelen.  

Hier komen we in de buurt van het denken van Drewermann.\
Drewermann denkt antithetisch - neemt stelling tegenover het traditionele juridische denken. - Hij biedt een nieuwe inspiratie voor abolitionisme of diversion (omkering). 
Dit zijn twee lastige termen; abolitionisme betekent hier: Stroming in de criminologie die het strafrechtsysteem wil afschaffen. (Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10871)

Spreker noemde onder meer Bianchi, en ik vond deze publicatie:
Bianchi
Misdaad en straf Een herbezinning op het strafrecht vanuit mystiek perspectief

We zien hier dus een aantal publicaties van mensen die zich bezighouden met een andere vorm van recht. 
Stamhuis noemt de schrijvers Bianchi, Hulsman, Walgrave. Op die namen googelend vond ik de publicatie Strafrecht en herstelrecht, verzoening en vergeving. Tekst op DEZE SITE.

Samenvatting:
Dit boek gaat over de legitimiteitscrisis van het strafrecht. Beschreven wordt hoe het huidige publiekrechtelijke strafsysteem in de inquisitie en de Verlichting wortelt en welk mens- en wereldbeeld oorspronkelijk aan het strafrecht ten grondslag heeft gelegen. Nagegaan wordt hoe dit beeld in de loop van de tijd is veranderd en welke gevolgen dit voor de benadering van misdaad en misdadigers heeft gehad. Het boek bespreekt op kritische wijze zowel de heersende straftheorieën als de huidige strafpraktijk en legt de belangrijkste beperkingen en tekortkomingen ervan bloot. Het zijn vooral de overschatting van de criminaliteit bestrijdende werking en het vermeend morele karakter van het strafrecht die in deze studie aan de kaak worden gesteld. Naast een fundamentele kritiek op het strafrecht biedt dit boek ook een alternatief voor de defaitistische misdaadaanpak van nu. In de mystiek en het mens- en wereldbeeld dat hiermee samenhangt, vindt de auteur een nieuwe impuls die als grondslag kan dienen voor een theoretische en praktische herbezinning op het strafrecht. Zoals het Verlichtingsdenken richtinggevend is geweest voor het strafrecht, zo blijkt het mystieke denken te wijzen in de richting van een herstelrechtelijke benadering van misdaad. In deze studie wordt een aanzet gegeven tot een mystiek misdaadrecht waarin niet straf maar herstel van schade en relaties centraal staat. Tegelijkertijd worden de mystieke grondslagen van het herstelrecht geëxpliciteerd. Belangrijke concepten binnen deze context zijn verbondenheid, berouw, vergeving en verzoening.
Herman Thomas Bianchi, 1924-2015;
Haalde zijn inspiratie liefst uit de Bergrede en de grote filosofen voor het omgaan met misdaad en de grote criminelen. 
Stamhuis zelf klinkt toch erg als een man van de praktijk. Streven naar beter recht en rechtspleging acht hij altijd nodig. Maar de vraag is, of er een stijgende lijn naar perfectie te zien valt in de loop van de geschiedenis. 
Stamhuis vindt troost in de persoon van de profeet Daniel. Hij was rechtvaardig, stond dicht bij Jahweh. 'Taken overlaten' is soms beter. Ook bij Daniel vind je: 'het dienen met vuile handen.'

De Hebreeuwse naam Daniël betekent zoiets als 'God is mijn rechter'.
Het Mene Tekel. Rembrandt van Rijn. 
 Alleen Daniël blijkt het teken aan de wand te kunnen lezen.
Ik noem Daniel hier, maar erken dat ik de betekenis van deze profeet niet ken. 'Dienen met vuile handen' noemt Stamhuis hier; daarmee erkent hij de gebrekkigheid van ons mensen om zeker te weten wat juist is. zie ook het motto van Pascal. 
Ik geef nog een schilderij waaruit spreekt wat ik weet van Daniël:
Daniel in de leeuwenkuil. Peter Paul Rubens. 

Stamhuis noemt nog enkele praktische toepassingen van de nieuwe zienswijzen over rechtspraak: 
Mediation;  met instemming slachtoffer.
Herverdeling macht, bijvoorbeeld bij: restorative justice of herstelrecht
Dit beoogt de betrokkenen zelf te laten (mee)beslissen over wat er moet gebeuren na een delict of conflict.

Stamhuis noemt nog wel enkele lastige dingen. 
- Een crimineel helpen genezen bijvoorbeeld blijkt dikwijls niet mogelijk. 
- Slachtofferloze delicten. Dit zijn strafbaar feiten die geen direct aanwijsbaar slachtoffer kennen. Voorbeelden van slachtofferloze delicten zijn heling, rijden onder invloed, drugs- en wapenhandel.
- Schade aan collectief belang, bijvoorbeeld de natuur.
- Er moet liefde voor allen zijn, de benoemden én de onbenoemden. Denk bij de laatsten bij voorbeeld aan de werknemers van Tata Steel, die ook een belang hebben, namelijk hun inkomen. 
- Is het juist als het slachtoffer een persoon met macht wordt? Gebeurt dat niet als hij een sleutelrol krijgt? En hoe zit het dan met de verantwoording? En kritiek op zijn handelen?
Werknemers Tatasteel, ongenoemd bij de strijd om de schone lucht? 

woensdag 1 november 2023

Anselm, The Rushing of Time, Wim Wenders, 2023.

Filmposter
Overweldigende kunstfilm, documentaire, over Anselm Kiefer, en zijn werk. Door de Trouw-kritiek al meteen de hemel in geprezen, en wat ons betreft helemaal terecht.
Ik kende Anselm Kiefer al van de Melancholiecursus, zie mijn blog  Melancholie VIII.
Wim Wenders is trouwens ook geen onbekende, die kende ik van Paris Texas, een oudje alweer, 1984.
Anselm volgt het werk van de kunstenaar (geboren 1945) via de levenslijn, en via de achtereenvolgende ateliers van hem. Soms verspringt Wenders ook in de tijd. 
Wenders is een geweldig kunstenaar, om die ándere geweldige kunstenaar zó goed te tonen in zijn leven en werk. De beelden van de diverse ateliers zijn overweldigend, zo groot, zo omvangrijk. Een vliegtuighangar is er niets bij, Kiefer rijdt er soms met zijn fiets doorheen. Voor zijn werken maakt hij soms gebruik van een hoogwerker. 
Hij werkt ook met branders, waarbij hij geflankeerd wordt door assistenten die meteen blussen als Kiefer daartoe het sein geeft. 
Zijn laatste atelier is in de omgeving van Parijs, vandaaruit gaan we terug in de tijd. 
Een onwaarschijnlijk mooi begin van de film, één van de beelden uit Women of Antiquity.
De film opent met het kunstwerk Women of Antiquity, een aantal witte jurken die in een landschap staan. De camera maakt rondjes om de jurken heen terwijl het ritselen van de bladeren en het geluid van vogels te horen zijn. Opeens klinkt gefluister, de vrouwen willen iets aan ons vertellen. Door de combinatie van geluid en 3D komen de kunstwerken tot leven.
Wim Wenders:
'De filmindustrie heeft het lef niet om de poëtische kant van 3D te laten zien.'
BEELD GERHARD KASSNER

Het citaat hierboven laat zien dat de film in 3d is. Zo hebben wij hem niet bekeken, wij hadden niet die speciale brilletjes. Ook zonder was de film een belevenis. 
De kunstenaar Anselm Kiefer
Enkele beelden uit de film. Kiefer bewaart ongelooflijk veel materiaal, op de een of andere manier drukt dat ook heel veel uit. 

Ik noem hier nog de plaatsnamen van enkele locaties uit het verleden van Kiefer waar Wenders je mee naar toe neemt: zijn kinderkamers, en bij voorbeeld de ateliers in Höpfingen, Bariac en Croissy. 
Behalve Kiefer zelf spelen mee: Kiefers zoon Daniel (als de jonge Kiefer) en Anton Wenders, een neefje van de regisseur, in de rol van Kiefer als kind. 
Op de foto hierboven dus Anton Wenders. 
Anselm Kiefer met op zijn lichaam het werk van de dichter Paul Celan. 
In de film zit een archiefstuk (film), waarin Paul Célan zelf zijn gedicht 
Hier is de stem van Paul Célan precies zo te horen: Todesfüge.
('Der Tod ist ein Meister aus Deutschland.') 

Hier Kiefer op de fiets in zijn atelier.
Kiefer aan het werk met zijn brander.
Trailer, Duitstalig.