woensdag 26 juli 2023

Glocken aus der Tiefe, Werner Herzog, 1993.

 
Filmposter
De ondertitel van de film/documentaire (60 minuten) luidt: Glaube und Aberglaube in Rusland. 
Het zijn de Werner Herzog-weken in Eye Filmmuseum. We bezochte de tentoonstelling al, met de titel: Werner Herzog, The Ecstatic Truth.
Poster
De expositie liet documentaires van en over Wener Herzog zien. De regisseur is geboren in 1942, en nog steeds actief. Er is ook een uitgebreid filmprogramma aan hem gewijd, en op de expositie waren daarvan al veel fragmenten te bekijken. Glocken aus der Tiefe was één van de films die onze aandacht trok, en afgelopen maandagavond was het zover dat hij in zijn geheel vertoond werd. .
De film werd ingeleid door een jonge Russische vrouw, die ons erop attent maakte dat de film ontstaan was in 1993, in de tijd dat juist de Sovjet-Unie gevallen was. Een lange periode van atheïsme lag toen achter de Russen, al kon je verwachten dat er onder de oppervlakte nog heel veel leefde. 
De film liet daarvan een mozaïek zien: 
Deze foto (scene) is nogal iconisch geworden voor het heersende bijgeloof in Rusland. De mannen die hier te zien zijn, zouden in aanbidding zijn voor de verzonken stad Kitezh. Volgens de legende ligt die stad op de bodem van dit meer. 
Het meer zou bodemloos zijn. 
(Een prachtig beeld, trouwens!)
Achteraf heeft Herzog duidelijk gemaakt dat de mannen helemaal niet religieus bezig waren: het waren dronkaards, die Herzog zelf had ingezet, om te laten zien 'hoe het zou kunnen zijn'. Dit is een voorbeeld van wat Herzogs 'extatische waarheid' genoemd wordt:  Fictie neemt het over van de feiten. 
Een boek over het verschijnsel. 
Ik vond de film minder aantrekkelijk als het over bijgeloof ging. Die dronken mannen, de kruipende man hieronder op de foto, een vrouw die in aanbidding was voor een boomstomp... 
Deze kruipende man deed ook wat hij deed omdat het in scène was gezet
Alan Chumack, de Russische Yomanda. 
Met muziek
Een oude, andere versie van onze Yomanda: een man die gewoon water kosmisch-energetisch maakte. 
Het prachtige van deze scene was dat Herzog er muziek onder gezet had. Terwijl de man dus water 'instraalde' klonken de prachtigste koorklanken, het leek of hij aan het dirigeren was. 
Bovenstaande scene ging voor mij al meer over in waarachtig geloof, aan de kant van de gelovigen op zijn minst. Of de 'instraler' zelf een charlatan was zou ik niet durven zeggen, maar vermoedelijk is hij dat wel. Maar al die mensen die naar hem toekwamen met hun lege (cola)flessen, grote apothekersflessen, noem het hele scala maar op, en die in grote verwachting naar hem opkeken: die geloofden zeker in de kosmische energie die hen beloofd werd. Het genezende water namen ze mee naar huis. Wat kan ik daarover oordelen? 
Een incarnatie van Jezus
Om de Russische Jezus kun je ook gemakkelijk lacherig doen. Het was echter wel zo, dat hij helemaal geen onzin zei, en zijn gezicht stond ook helemaal niet spottend of huichelachtig. Data maakte op mij indruk. 
Er zijn delen van de film die niet meer terug te vinden zijn op foto's die op internet circuleren:
Zoals de wrede doop van een baby. De moeder werd vooraf de kerk uitgestuurd. De baby huilde toen al. Er stond een ronde kuip klaar, de priester duwde het kind helemaal kopje onder. Het kind krijste. Dit herhaalde zich drie keer. 
Ik kan me niet anders indenken dan dat dit bij dit kind tot een trauma heeft geleid. Echt geloof, of niet? Volgens mij leidt dit tot een trauma bij een kind.
De jonge Tuvaanse mannen met de ongelooflijke stemmen, zie YT-filmpje hieronder. 
Een ander stuk dat ook niet terug te vinden is, en dat ook een verdrietige indruk op mij maakte, was het exorcisme. Het vond plaats in een zaaltje, waar vrouwen naast elkaar zaten, als in een theater of bioscoop. Een vrouw schreeuwde hartverscheurend. De exorcist kwam naar haar toe, en boog haar hoofd. Hij hield haar hoofd vast, het schreeuwen werd erger. Een andere vrouw nam het over, ook naar die vrouw ging de exorcist heen. En zo weer verder naar de volgende, het schreeuwen werkte aanstekelijk. Mij ging het door merg en been, omdat ik de pijn hoorde. Ik weet niet wat hen mankeerde, maar het kwam van heel diep. In de zaal om mij heen werd gelachen, daar leek mij weinig reden toe. 
Ton vond deze scene op een andere manier onaangenaam, hij voelde er toch iets van het kwade in, geloof ik.
Yuri Yurievich Yurieff. 
Een volgende die heel veel indruk op mij maakte was de bespeler van de klokken. 
Yuri Yurievich Yurieff. 
Hij vertelde zijn levensverhaal: geboren in 1940, ouders onbekend. Zijn hele leven is hij op zoek geweest naar zijn ouders, hij heeft geen idee wie ze zijn. Hij weet daardoor ook niet wie hij zelf is. 
Verdrietige ogen. 
Eerst was hij filmprojector, maar tegenwoordig is hij klokkenspeler. Wat hij liet zien en horen was fantastisch! Zie dit YT-filmpje: 
Het einde is fantastisch: Yuri danst tijdens zijn spel. 
Interessant is het bespelen van de klokken met touwen. 
Boeiend waren ook de Tuvaanse boventonen, vooral omdat ze uit de monden van jonge mannen kwamen. 
Tuvaanse boventonen
Regisseur en filmmaker Werner Herzog. 
Trailer van een andere film van Werner Herzog: Happy people, a year in the taiga. Deze film is van 2013. Ik neem hem op, omdat de rivier de Yenisey ook een rol speelt in Glocken aus der Tiefe, al heb ik daar geen beelden van. Siberië bleef Herzog dus trekken. 
PM: de hele film is online te bekijken, zie: DEZE LINK. 
In de laatste minuten prachtige diepdonkere bas. 

zaterdag 22 juli 2023

Girl, Lukas Dhont, 2018

 
Filmposter; Lara wordt gespeeld door de balletdanser Victor Polster. 
Victor Polster, geboren 2002, acteur + studeert dans
Indrukwekkende film over een jongen die eigenlijk een meisje is. Maar de transitie moet nog plaats vinden, Lara is pas zeventien. Aangezien ze op ballet zit - strakke pakjes, decolletés - en ook niet ontkomt aan gezamenlijk douchen, heeft ze het heel erg moeilijk. 
Haar vader is een geweldige steun voor haar, ik vond de rol van Arieh Worthalter echt prachtig! Maar Papa kan haar in veel helpen, niet met haar puberteit, en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden met haar leeftijdgenoten. 
Links Arieh Worthalter, rechts Lukas Dhont. 
Dit is één van de ontroerende scenes tussen vader en dochter. Hij wil haar troosten, zij wil niet getroost worden.
Alleenstaande vader, taxichauffeur. Speciaal verhuisd vanwege Lara, maar de pijn vanwege haar geslachtsverandering kon toch niet uitblijven. 
Hier worden de stappen besproken in het ziekenhuis in verband met de transitie. 
Er spelen zich heel veel scenes af in de balletschool. Een ijzeren discipline, we horen de commando's...
.... En zien de verwondingen die het teweegbrengt. 
Steeds bloedende spitzen...

Lara gaat heel lief met haar zesjarig broertje Milo om. 


Dikwijls zoemt de camera in op Lara's borsten en haar kruis. De borsten willen niet erg groeien, haar kruis plakt ze af met brede stroken plastic. Dat is erg slecht voor haar ontwikkeling, maar veel keus heeft ze niet. 
Gewoon met haar seksegenoten verkeren onder de douche of in het zwembad is natuurlijk heel lastig. 

Scene met een van de leraressen. Meedogenloos, al heeft ze wel door dat het Lara (te) veel kost.
Troost.
De film is bekroond met diverse prijzen, evenals de hoofdrolspeler. 
Trailer
Je wilt het niet, maar het einde is verschrikkelijk. Lara kan de spanning tenslotte niet aan, ze is uitgeput en ziet geen uitkomst, enige verandering in haar lichaam blijft vooralsnog uit. Haar vader doet in alle opzichten zijn best, maar kan haar niet echt bereiken.... 

maandag 17 juli 2023

Onafhankelijke mensen, Halldor Laxness, 1934-1935, (2002)

 
Uitgave van De Geus, 2002.
De vertaling is van Marcel Otten.
Oorspronkelijke uitgave in het IJsland: 1935.
Laxness ontving voor dit boek de Nobelprijs voor de literatuur, in 1955.
Ton en ik hebben dit boek weer aan elkaar voorgelezen na tafel. Het was verschrikkelijk leuk!
We lazen elk uit een eigen vertaling: hij uit bovenstaande, vertaald door Marcel Otten. 

Vertaler Marcel Otten, foto Michael Kienitz
In het nawoord vertelt Otten dat hij bij zijn vertaling gebruik heeft gemaakt van de Duitse vertaling van Bruno Kress uit 1968. Hij legt ook uit waarom het vertalen zo moeilijk was: het IJslands heeft nauwelijks veranderingen ondergaan sinds de Middeleeuwen. Zie ook verderop. 
Bruno Kress blijkt bij navraag een heel groot kenner te zijn, hij was filoloog en hoogleraar IJslands en schreef onder andere een IJslandse grammatica. Zijn uitgave van dit boek van Laxness kreeg als titel Sein eigener Herr. 
Duitse uitgave, vertaling hoogleraar IJslands Bruno Kress.
Ton gebruikte dus de moderne uitgave, de vertaling van 2002 van Marcel Otten, ik gebruikte een geautoriseerde vertaling van Mejuffrouw Annie Posthumus. 
Annie Posthumus,1881-1964
Aan de verwerving van deze uitgave zit nog wel een leuk verhaal vast: we troffen een drietal boeken op de Deventer boekenmarkt. Geïllustreerd door Anton Pieck!
Deze dus, waaronder Vrije Mannen, hetzelfde boek met weer een andere titel!
De vertalingen van Posthumus en Otten weken nu en dan flink af! Vooral was duidelijk dat Annie Posthumus de taal hier en daar flink kuiste. Ook waren er vaak stukken weg, vooral stukken poëzie. Posthumus vertaalde overigens uit het Deens, niet uit het IJslands!
Desondanks vond ik een vertaling die duidelijk 'minder modern gemaakt' was, ook wel erg leuk! 
Boekomslag van het oude boek.
In zijn nawoord vermeldt Otten, dat het IJslands een erg lastige taal is. Het is de enige taal ter wereld die sinds de Middeleeuwen geen noemenswaardige veranderingen heeft ondergaan. Buiten dat noemt hij Laxness een taalinnovator, wat het vertalen ook voor lastige opgaven stelt.
Otten vertaalt de plaatsnamen, Posthumus niet.  Raudsmyri wordt bij voorbeeld Buitenroodmoeras. 
Grettir, hoofdpersoon uit een van de belangrijkste IJslandse saga's. Bjartur citeert hier graag uit. Het is een vast onderdeel van zijn culturele bagage. 
Als hij op een nacht niet naar huis kan, vanwege het weer, citeert hij de hele nacht uit de oude epen, en draait om de zoveel verzen zijn steen (hoofdkussen) om. Zo overleeft hij de sneeuwstorm. 

De roman met de oorspronkelijke titel Sjálfstaetz Fölk, ontving de Nobelprijs voor Literatuur in 1955. Verschijningsdatum in IJsland was 1934-1935.

Aanvankelijk werd Laxness verguisd om deze roman in IJsland. Men zag hem aan voor communist, en laakte zijn voorstelling van zaken van de verschrikkelijke armoede van de keuterboertjes op IJsland. Laxness maakte een einde aan een mythe van zelfredzaamheid van schapenboeren.
Ingang van een IJslands graszodenhuis dat overeenkomt met de beschrijving van Sumarhus / Zomerhuizen 
Het boek heeft als hoofdpersoon Bart van Zomerhuizen, Bjartur. Hij is een doodarme schapenboer, die tot elke prijs zelfstandig wil zijn. Hoe sympathiek ook, hij gaat daarbij wat betreft zijn naasten, vrouwen en kinderen, door roeien en ruiten. De koe die ten minste melk verschaft, wordt geslacht. 
IJslands schaap met lam.
Zijn schapen zijn Bjarts (of Bjarturs) álles. Daarvoor moet de koe ook weg. 
Zijn adoptiefdochter wordt weggejaagd als ze zwanger blijkt. Over het verlies van zijn kinderen – het jongetje Helgi loopt weg van huis en komt om in een sneeuwstorm; veel later ontdekt Bjartur het lijkje, het kind is in een ravijn gevallen – rept hij met geen woord.
Hij roept de sympathie van de lezer op om zijn trots en kracht, tegelijk alle medelijden met vooral Asta Solilla, zijn ‘levensbloem’. Zij is de dochter van zijn eerste vrouw, hij heeft haar aangenomen. Maar zoals al beschreven, later verstoten.
 
Hooien in IJsland, 1907.
Het boek volgt ook de politieke en sociale ontwikkelingen op IJsland. De verbruiksvereniging, de koopmansstand, het Alting (parlement) en de bergkoning.
Geesten en spoken spelen een rol, al is Bjartur daar wars van. Zij moeten de vele verliezen verklaren, de dood van de kinderen, de schapenziektes.
Bjartur heeft een grote liefde voor de oude IJslandse sagen. Die kent hij uit het hoofd. Hij maakt ook graag zelf ingewikkelde rijmen. Het is de enige vorm van ‘cultuur’ die hij erkent. Al de rest is flauwekul - vindt hij.
 
IJslandse emigranten op het schip Vesturfari („Reiziger naar het westen"): eind 19e eeuw. 
Twee van Bjarts zonen vertrekken naar Amerika om daar een beter bestaan op te bouwen. Nonni vertrekt inderdaad. Maar de ander, Gvendur, mist de boot, vanwege een meisje. Ook een heel gevoelvol verhaal. 
De Eerste Wereldoorlog komt langs, die wordt in het boek beschreven als een 'weldadige, vreugdevolle oorlog', omdat hij welvaart en een flinke handel naar IJsland brengt. Alle producten, wol et cetera, brengen veel meer op. Die opleving doet boertjes besluiten te gaan bouwen, echte huizen, in plaats van de oude plaggenhutten.
Maar de opleving blijkt van tijdelijke aard, na de oorlog neemt de bovenlaag alles weer over, de kleine man is de dupe. Bjart moet zelfs zijn Zomerhuis verkopen en genoegen nemen met het voormalige huis van de oude oma die bij hem inwoont. Zo zijn de rijken nog weer veel rijker geworden, alle genomen maatregelen werkten in hun voordeel – de armen zijn er nog weer slechter aan toe.
 
Eén van de illustraties van Anton Pieck; afgebeeld is hier de oude vrouw, Halbera, omda van Asta Sollila, die iedereen van Zomerhuizen overleeft. Uiteindelijk moet Bjartur hulp van haar aanvaarden, hij trekt in haar huisje. 
Het verhaal ontroerde mij zeer. Neem bij voorbeeld de scene dat Asta Sollila met haar vader in bed ligt, ze zijn beiden naar de stad gegaan. Samen in bed liggen was voor deze arme mensen in die tijd iets heel normaals, het had niets met seks of overschrijdend gedrag te maken. Er was gewoon geen geld voor aparte kamers, laat staan bedden.
Maar er gebeurt wel iets: 
Asta voelt zich eenzaam en zoekt troost bij het plekje in de hals van haar vader. Hij streelt haar rug, en raakt opgewonden. Dat staat hij zichzelf niet toe, en loopt weg. Asta begrijpt er niets van, ze voelt zich heel erg alleen, en schuldig, al weet ze niet waaraan. Bjartur besteedde er geen woord aan, ook later niet. 
Zo is er steeds dat contrast van de sterke, maar helaas koppige, domme boer, en de mensen om hem heen die door zijn gestrengheid lijden. 
Aan het einde van het boek neemt Bjartur Asta weer bij zich op, met haar twee kleine kinderen. Ze heeft tbc, zal niet lang meer leven. Bjartur heeft eindelijk al zijn maskers laten vallen, hij draagt haar, zijn levensbloem. Zij ligt stervend in zijn armen, en zoekt dat begeerde plekje in haar vaders hals.
 
Het is beslist niet sentimenteel geschreven, integendeel: haast zakelijk. Maar hier en daar stroomden mij de tranen over de wangen. 

Er is een prachtige site met heel veel informatie; in het Duits, over Sein eigener Herr. Ik neem daar wat plaatjes van over, en verwijs met veel plezier naar die pagina. Via Google-translate is alles gemakkelijk toegankelijk!
Het gaat om DEZE SITE.
Portret van schrijver Halldór Laxness door Einar Hákonarson (1984)
Laxness leefde van 1902-1998

De roman eindigt met deze woorden: 

"Hou je vast aan mijn hals, mijn bloem."
"Ja", fluisterde zij. "Altijd, zo lang ik leef. Jouw enige bloem, Jouw levensbloem. En ik zal nog lang, lang niet sterven."
Vervolgens trokken ze verder.  

Prachtig!

zondag 16 juli 2023

Liefde voor kleur, Singer Museum Expositie 2023.

 
Poster
Jacobus van Looy, 1855-1930
Clematis
(Ik kende Van Looy ook als schrijver.) 
Graafland R.A.A.J.
In het boudoir, 1914
Nog een van Rob Graafland, 1875-1940
Zomerweide
Met speciale aandacht voor de lijst - was vaker zeer de aandacht waard!
(Dit ben ik.)
Ferdinand Hart Nibbrig, Zoutelande, tussen 1910 en 1915,
Kunstenaar: Adriaan Herman Gouwe
Titel:T erug van het land, 1917.
Herman Gouwe, Man en kameel in de woestijn, 1922
Nog een keer: leuke lijst.
Twee werken, boven en onder, ik kan de makers niet meer achterhalen...

Gaston Bonneels, Brieflezende vrouw bij het ontbijt, 1917
Léon de Smet, Moeder en Kind, 1915.
De schilderijen hier hingen in de zaal met het thema 'huiselijk geluk'.  Die spraken mij het meeste aan, ik ben ook nog speciaal naar het museum teruggegaan om nog één keer door deze zaal te lopen. 
Toevallig of niet, de drie vrouwen hier zijn alle drie in het blauw gekleed. 
George Lemmers, Onder observatie, 1913
Rob Graafland, Spelevaren op een zomerdag, 1915.
Het leuke van dit schilderij is, dat ik pas van een afstand af kon zien dat er drie personen in het bootje zaten. Er wordt zódanig met verf gewerkt dat je van dichtbij vooral vegen ziet, de afbeeldingen voegen zich 'in je oog' soms later pas. 
Willem Paerels, Interieur, 1913.
Dit schilderij trof me ook door de wijze van schilderen: als je ervoor staat, zie je goed dat het is samengesteld uit blokjes, rondjes, et cetera. 
Verder viel me op dat het jochie staat, de moeder zit. 
Ton zag weer dat het lijkt of de vrouw op het punt staat op te staan. 
Floris Verster: Donkere pioenen in een aardewerken pot, 1890
Dit schilderij maakt deel uit van de vaste collectie van het Singer. Ik neem hem op 'for old times sake' - sinds ons vorige bezoek alhier. 
(Vlak daarna werd het schilderij van Van Gogh, Pastorietuin, gestolen....)
A Judgment of Reason and Moral, Ge van der Sterren. 
De schilder hield een lezing over zijn werk. Die hebben we overgeslagen, we hebben wel een film gezien over zijn werk. 
Ons troffen vooral de felle kleuren, wij vonden het niet mooi. Mij deed het te veel aan computerwerk denken. 
De 'heilige met het voetbalfluitje'  (mijn benaming, zie boven) vond ik nog wel aardig. 

Na afloop altijd even struinen in de webshop. Niets gekocht, wel gezien dat er een mooie biografie lag van Jan Mankes. 
Mooie titel ook: Jan Mankes, Schilder van Tederheid. 
Schrijver is Remon van Gemeren. 
Uitgave van 2020. 
Om te onthouden.... 
Boven en onder: wij waren nog nooit de Beeldentuin van het Singer ingelopen... Nu kon het, met het mooie weer. Opvallend mooie beplanting.... 


We waren nog niet echt klaar met ons uitje. Nog even Laren in. Een oud adres opzoeken: Hamdorff. Ik heb er als tiener ooit gedanst, met een klasgenoot. Dat oude, vermaarde hotel is in 1979 afgebroken. In 1998 ongeveer is het herbouwd. 
Hamdorff, 1901
Hamdorff, anno nu. 
Poffertjeskraam, Brink, Laren
Hier toch maar niet gegeten, wel in het Brinkhuis. 
Brinkhuis Laren; leuke plek om te lunchen; bevat o.a. de bibliotheek. 
De Brink, Laren.
Historische foto van DEZE SITE.
Op de achtergrond de Sint Jans Basiliek. De kerk hadden we wel even willen bezichtigen, jeugdsentiment in verband met de oude Sint Jansprocessie. We konden naar binnen, maar niet verder dan een kapelletje. 
De Brink ziet er nu anders uit, er is een fontein in het midden.  
Foto van DEZE SITE.
Johanneskerk, Laren. In 1521 gebouwd als RK kerk, sinds de Reformatie in gebruik als protestantse kerk. 
Niet toegankelijk, wel buitengewoon mooi aan de buitenkant, mooier dan de basiliek. 
Na deze korte sight-seeing van Laren móest ik nog even terug naar de expositie in het Singer... Vanwege de eerste zaal: huiselijk geluk. Zie boven. 
Conclusie: hartstikke leuk uitje. Laren kennen we van vroeger, veel jeugdsentiment. 
Na afloop bezoekje aan schoonzus Trudy in Bussum. Haha, fijn!