dinsdag 13 december 2016

Trouw fantastische bron van achtergrondartikelen - begin december 2016.

Het mooiste boek dat ik de afgelopen week in een recensie voorbij zag komen is Het Groene Goud, 50 jaar boomverzorging in Nederland, van J'ørn en Lia Copijn, en Marina Laméris.
Kijk eens hoe fantastisch dat boekomslag alleen al is!
Zoals aan de ondertitel te zien is, gaat dit boek over boomverzorging. Er wordt de geschiedenis van een paar zeer oude bomen in vermeld, bijvoorbeeld die van de 700-jarige eik bij Kasteel Doornenburg, de zogenaamde quercus robur.
Hier de oude eik met het kasteel in avondlicht op de achtergrond.
Een ander spectaculair verhaal is dat van een 1000 jaar oude lindeboom bij Levendaal.
Jan de Beijer, Levendaal, 1745. De betreffende linde staat hier vóór het kasteel.
Er staat nu een boerderij (Klein Levendaal) op de plaats van het oude kasteel; de linde is er nog steeds.
De familie Copijn van het boek en van de bomen voor één van de 'boomveteranen'. 
Leuk nog om te weten dat het boek tal van wetenswaardigheden bevat over de geschiedenis van bomen: waar dienden ze voor, wanneer en waar werden ze geplant, waarom worden bomen hol, hoe regenereer je een oude boom. 
Logo van de firma Copijn, een oud familiebedrijf; tuinaanleg en boomverzorging. 
De dikste beuk van Nederland is bij hen in behandeling; Doesburg. 
Copijn deed ook de aanleg van het Rijksmuseum.
Er is een mooi INKIJKEXEMPLAAR van het boek Het groene goud. Kijken, het is echt heel mooi!
Gelijktijdig met dit boek recenseerde Trouw het boekje Leven(de) Speelplekken, van Hanna Hirsch en Annemiek van Loon, van de uitgeverij Bomenstichting. Een heel andere invalshoek, vooral dat kinderen 'de bomen weer in moeten.' ;-)
Boom als speelplek voor kinderen: een ander invalshoek.

Een ander boek dat mijn aandacht trok was het boek De betonnen droom, van Daan Dekker. Ondertitel: De biografie van de Bijlmer en zijn eigenzinnige bouwmeester. 
Bij het 50-jarig bestaan van de Bijlmer kwam de biografie van dit stadsdeel uit.
Ik kan me de verhalen in 1966 nog wel herinneren, dat 'de Bijlmer' met hooggestemde idealen gebouwd werd. Het was het toppunt van vernieuwing. Bouwmeester was (al wist ik dat toen helemaal niet) Siegfried Nassuth (1922-2005).
Nassuth op verschillende leeftijden.
Nassuth was opgegroeid in Indonesië, waar hij het goed had, totdat hij te werk werd gesteld aan de Birma-spoorlijn. 
Terug in Nederland wijdde hij zich aan het Bijlmer-project, met die voornoemde hoge idealen. Zo moesten de bewoners kunnen genieten van het groen. Dat klinkt nogal raar, als je alle beton ziet waaruit de flats zijn opgetrokken. Maar als je van elfhoog uit her raam keek, zag je wel veel groen....
Het moest zo zijn, dat de mensen vanuit hun ramen op het groen konden kijken. 
Er moest een strikte scheiding zijn van fiets- wandel en autoverkeer. Dat dat betekende dat iemand al gauw een kwartier moest lopen van zijn parkeergarage naar zijn woning, mocht volgens Nassuth niets afdoen aan het oorspronkelijke idee. 
Er is ook een VPRO-documentaire gemaakt over Nassuth, met de titel Op zoek naar de Sfinx, Siegfried Nassuth en zijn Bijlmer, Hij is van 2008, drie jaar na het sterfjaar 2005 van Nassuth. ONDER DEZE LINK  is die film van 56 minuten nog te bekijken. 
Bij het Geschiedenisprogramma OVT werd het boek van Daan Dekker besproken.
Daan Dekker, geboren 1984.
Wat ik nog even vermeldenswaard vind, is dat het Bylemer Meer de derde drooglegging van Noord-Holland betrof: het Beemster- en Purmermeer gingen eraan vooraf. In tegenstelling tot die eerdere polders was de grond van de Bijlmer helemaal niet vruchtbaar. De boeren verkochten het dus graag aan Amsterdam als bouwgrond.

Er stond deze week niets in van Remy Limpack, De brandende kampong van Generaal Spoor.


Er is, sinds het verschijnen van dit proefschrift van de historicus Limpach, eindelijk besloten geld ter beschikking te stellen voor onderzoek naar de politionele acties in Indonesië, omdat voor Limpach onomstotelijk vast staat dat daar destijds door de Nederlanders structureel geweld is gebruikt.
Dit boek staat derhalve nog op mijn verlanglijstje.
Wat wel deze week in het nieuws was, is de islamisering van Indonesië. Er is een christelijke gouverneur in Jakarta, Ahok (= Basuki Tjahaja Purnama) die door het stof is gemoeten, omdat de moslims zich scherp te weer stelden tegen zijn uitlating, dat 'de Koran niet voor politieke doeleinden mocht worden gebruikt.' In witte kleding werden protestmarsen gehouden, omdat moslims vinden dat Ahok niet te handhaven is (als christelijk leider boven moslims). Is Indonesië op weg een moslimstaat te worden?
'Ahok' 
Moslims eisen zijn Aahoks aftreden wegens blasfemie 
In tranen legt Ahok voor de rechter uit dat blasfemie wel het laatste was wat hij wilde. 
Ahok wilde in februari weer met de verkiezingen meedoen.

Martha Nussbaum schreef het boek Anger and forgiveness, in het Nederlands vertaald als Woede en Vergeving.
Zo min als de andere in dit blog vermelde boeken heb ik dít boek gelezen.Wel heb ik met grote belangstelling afgelopen zondag naar Buitenhof gekeken, waarin Ian Buruma en Martha Nussbaum debatteerden over populisme.
Een interessant debat, onder leiding van Marcia Luyten.
De uitzending stond helemaal een beetje in het teken van de woede van het populisme. Wat me opviel, was dat Buruma (gelauwerd essayist en hoogleraar Mensenrechten en Democratie aan het Bard College in New York) veel pessimistischer was dan Nussbaum. Als 'de boze mensen' straks de onvermijdelijke teleurstelling te verwerken krijgen die ook figuren als Trump en Wilders zullen gaan brengen, wat dan? Nussbaum hoopte dat de Democraten zich dan herpakt zouden hebben met een goed programma en betere leiders. Buruma was juist erg bezorgd over die situatie.
Overigens is het debat nog te zien op DE VPRO-SITE Buitenhof.

In de Letter en Geest- bijlage van afgelopen zaterdag stond nog een interessant artikel over China. De huidige machthebbers schijnen zich toch weer toe te neigen tot het Confucianisme. Dat is 'raar' , omdat er tijdens de Culturele Revolutie alles aan is gedaan om dat verleden letterlijk te vernielen. Schilderijen, bouwwerken, boeken: alles werd kapot gemaakt.
Verbranding van oude beelden.
De jeugd werd gemobiliseerd om al het oude (van hun ouders) te vernietigen. 
Ik herinner me nog heel goed, dat de weduwe van Mao stiekem bleef kijken en luisteren naar de Chinese opera. Verder mocht niemand dat, juist van haar niet.
Mao Zedong; diens Culturele Revolutie woedde van  1962-1976. 
Jiang Qing, 1976; echtgenote van Mao, één van de Bende van Vier. 
Hoe het wel moest stond in 'het rode boekje.'
Gek is dat: dat verwoesting van cultureel erfgoed al 'oud' is. 
2001, verwoesting eeuwenoude boeddhabeelden door de Taliban, Bamyan. Onlangs zagen we nog de verwoestingen in Timboektoe, het oude Palmyra, en ga zo maar door.....
Even terzijde: ook dit jaar verscheen van de Nederlander Frank Dikötter dit boek. Het schijnt goed leesbaar te zijn. 
Maar terug naar het essay van zaterdag, met de titel China's Grote Sprong Achterwaarts, (De partij omarmt Confucius) van Tabitha Speelman vertelt de schrijfster dat Xi teruggrijpt naar de traditionele normen en waarden. Bijvoorbeeld de waarde dat kinderen voor hun ouders zorgen. Daar maakt de staat dankbaar gebruik van. Normale Chinezen zullen de Partij niet betrappen op tegenstrijdigheden. Die oude waarden worden ook steeds in contrast gebracht met het vijandige buitenland. De goed bemiddelde middenklasse kan intussen wel beter weten.
Tabitha Speelman, auteur van het essay over China en de oude waarden.
Een heikel iets is bijvoorbeeld de kwestie van de Chinese Zee. Op grond van 'traditie' beweren de Chinezen dat die zee van hen is, maar het internationaal arbitragehof in Den Haag gaf China daarin afgelopen juli ongelijk.
Xi beperkt zich tot de orde en de hiërarchie van het Confucianisme. Als ze iets vinden dat daarmee in strijd is, weten ze het liever niet. Bijvoorbeeld het vinden van beschreven bamboelatjes, met een weergave van een heftig politiek debat. Confucianisten bepleitten daarin dat leiders gekozen moeten worden vanwege hun vaardigheden, en niet hun afkomst. 
Het Confucianisme bestond van 551 tot 479 vóór Christus, het was een ethisch filosofisch systeem in China. 
Confucius, 551 - 479 vóór Christus.

Als laatste in deze serie 'interessante krantenartikelen' noem ik de filmbespreking van Willem Jan Otten, Le Refugé van Francois Ozon.

Ik heb lang naar deze foto zitten kijken. 

Francois Ozon, in 2012. 
Willem Jan Otten.
Ik kan nog niet veel zeggen over deze film, omdat ik de essays van Willem Jan Otten dikwijls pas begrijp als ik de film zelf gezien heb. Dan valt zijn opmerkingsgave mij pas goed op. Otten recenseert elke maand een film, waarover het publiek dan in Amsterdam in debat kan gaan. Het enige wat ik heb onthouden, is dat de geboorte centraal staat. Maar ook de dood. Het verbindende thema is: onmogelijke keuzes. Le Refuge is bedoeld als deel van een drieluik van de rouw. Hoofdpersoon is een drugsverslaafd meisje, dat, als haar vriend gestorven is door een overdosis, ontdekt dat ze zwanger is van hem. De film werd uitgebracht in 2009. 
Momenteel draait 'Frantz'  van Ozon in de filmhuizen; die gaat over een jonge Duitse wiens verloofde bij de Slag om de Marne (1918) om het leven is gekomen. 

Enfin: een heleboel te zien, te lezen en te bestuderen.... En toch staat het hier allemaal omdat ik er waarschijnlijk niet eens aan toe zal komen.... 
Trailer Le Refuge, 2009.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten