Boek
Maarten 't Harts moeder overleed in 2012 op 92-jarige leeftijd. Tot die tijd had zij, Lena 't Hart-van der Giessen, gevraagd aan haar zoon niet over haar te schrijven. Weliswaar kenden we al Een vlucht regenwulpen, dat wel over zijn moeder ging, maar zoals nu blijkt, was dat verhaal grotendeels fictief.
Dit boek van 't Hart valt in een 'moeder-hype': Adriaan van Dis schreef over zijn moeder, hij verbleef een tijdje bij haar in het rusthuis, om haar te interviewen; Arnon Grunberg woonde een tijdje bij zijn moeder in, ook om een boek over haar te kunnen schrijven. Beide moeders overleden ook, waarna Van Dis over zijn moeder het boek Ik kom terug schreef, en Grunberg kwam recentelijk met het boek Moedervlekken (waar ik erg nieuwsgierig naar ben!).
Een van de splitsingen binnen de Gereformeerden. Het speelt een rol bij het gezin waar 't Hart uit stamt. Ik weet er weinig van. Wel schreef broer Leendert van der Giessen zijn zus Lena een brief aan het eind van haar leven, dat het haar schuld was dat haar zoon Maarten met zijn schrijverij werktuig van de Satan was geworden. Dat kwam allemaal door dat doleren (of juist door het niet-doleren, ik weet het fijne er niet van.))
Het boek van Maarten 't Hart is erg leuk om te lezen, hoewel er veel dingen in staan die pijnlijk zijn. Het is niet leuk om te lezen dat zijn ouders een gespannen huwelijk hadden, Maarten had medelijden met zijn arme vader. (Over zijn vader schreef hij in 1979 het boek De Aansprekers.)
Boek over zijn vader, 1979.
Grote kerk, Maassluis.
Ook was de sfeer ongelooflijk benepen, ik denk nu aan het feit dat de kindren thuis geen tanden mochten poetsen. Zo snel mogelijk de tanden laten rotten en een kunstgebit krijgen, dat was de juiste houding in het leven. Lachwekkend en ongelooflijk is het ook wel weer.
Plaatje Zuiderkerk, Maassluis; ik weet niet naar welke kerk de familie 't Hart precies ging.
Zijn moeder was pathologisch jaloers, ze meende werkelijk dat haar man 'naar andere mokkels' keek, hetgeen nergens op gebaseerd was. Het schijnt een soort familiekwaal geweest te zijn. Ze dacht zelfs dat haar man zijn mokkels met fiets en al in een graf verstopte voor haar spiedende ogen!
Behalve 'gek' in deze zin was ze 'gek' op godsdienstig gebied. Er mocht niet veel van haar, omdat de 'Heere daar zo'n zeer van zou hebben': fietsen op zondag, schaatsen, lekker eten, naar de bioscoop gaan.Maarten 't Hart was als kind al opstandig. Hij spelde de encyclopedie, noemt zichzelf een kind met adhd, en zei zijn ouders wel de waarheid.
Ark van Noah: 'dat kan niet!'
Ik heb erg moeten lachen om zijn onderzoek naar de ark van Noach: als een slak al zoveel minuten deed over een klein stukje kruipen, en je hebt zo veel duizenden soorten slakken, maal die afstand....
Hoe moest dat, met al die soorten slakken... Maartens moeder zat er niet mee.
En hoe moest het met de vogels en zo voort, een hele tijd door.Het is ook leuk om eens een Belg te lezen, die de vormen van afsplitsingen binnen het protestantisme helemaal niet kent (bijvoorbeeld de Dolerenden tegenover de Afgescheidenen), zie DEZE LINK, Cobra, Jos Borré. Een citaat daaruit:
Ongelofelijke idioterie
In 1951 moest Willem Frederik Hermans nog voor het gerecht gaan uitleggen dat zijn personage Lodewijk Stegman in de roman 'Ik heb altijd gelijk' (1951) niet noodzakelijk de opinie van de auteur verkondigde, toen hij dronken bralde dat de katholieken “het meest schunnige, belazerde, onderkruiperige, besodemieterde deel van ons volk” was. ’t Hart doet nu niet voor hem onder. Hij noemt het calvinisme “een abjecte, bizarre, gruwelijke vorm van christendom”, dominees “colporteurs van bizarre lulkoek” en de “miserabele gebeden (…) die en masse opstijgen uit al die kerkgebouwen (…) doorgaans omslachtig en zeikerig geformuleerd gezeur”. De heilsleer, de verlossing, het Oude en het Nieuwe Testament – historisch en tekstkritisch onbetrouwbaar en vaak tegenstrijdig -, de goddelijke almacht, de opgedrongen gewetensnood, vooral dan aan kinderen: “Hoe is het toch in godsnaam mogelijk dat zulke ongelofelijke idioterie ooit in een menselijk brein is opgekomen en, sterker nog, daarna door miljoenen braaf is geloofd?” Beklaagt hij er zich over dat zijn moeder haar kinderen nooit eens over de bol aaide, Gerard Walschap zou het bij hem graag gedaan hebben.
Hier prijst 't Hart zijn eigen boek aan.
Hoewel Maarten 't Hart zijn moeder niet spaart, blijkt toch ook, dat hij veel van haar hield. Ze was de zorgaamheid zelve, zorgde dat iedereen er tiptop in orde uitzag, en stond altijd klaar voor de kinderen.
Na de dood van haar man hertrouwde ze met een jeugdliefde. Ook die man overleefde ze.
Ik lees 't Hart graag, ik hoor hem als het ware praten als ik hem lees. Ik vind zijn humor ook wel grappig.
Daarom vond ik het wel weer de moeite waard om te lezen dat er mensen zijn die er heel anders over denken. Zie Coen Peppelenbos, in DEZE RECENSIE. Hij wijst met name op nogal veel herhalingen - als je bijvoorbeeld achter elkaar ziet wat hij over tranen en snikken schrijft, zie de genoemde recensie, dan denk je inderdaad: dat is lelijk. Ook het oubollige taalgebruik laakt hij. Soms gaat hij te lang door op een 'leuk' thema, dat ben ik wel met hem eens.
Peppelenbos houdt wel van de oudere boeken van 't Hart.
Maarten 't Hart
Er bestaat een kaart van Maassluis, met alle straten en gebouwen die in het werk van Maarten 't Hart een rol spelen. Een paar heb ik hierboven als foto neergezet, voor een wandeling door Maassluis zie DEZE LINK.
Pittoresk plaatje Maassluis
't Hart is ook erg leuk als muziekkenner; en kijk: hij speelt ook nog zelf orgel!
Thuis in Warmond, voor het tv-programma De moestuin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten