zondag 17 mei 2015

Het Heilige Vuur, Goya en zijn tijd, Lion Feuchtwanger,1952, deel 1.

Het eerste dat opvalt aan dit boek is de vreemde vertaling: in het Duits is de titel Goya, oder der arge Weg zur Erkenntnis (Goya, of de zware weg naar het inzicht); in het Nederlands heet het: Het heilige vuur, Goya en zijn tijd.
Zelfportret Goya

Gezien de inhoud vind ik de Duitse titel veel beter. Waarom ook Feuchtwanger zelf willen verbeteren?
Het grappige is, dat in de roman Erfolg de gevangen genomen museumdirecteur Martin Kruger een boek schrijft over Goya. En hier hebben we dat boek, geschreven door Feuchtwanger zelf. Zelfs de bange stier die in Erfolg voorkomt, zien we hier terug. (Het is een uitgeputte stier, die de strijd heeft opgegeven. Hij schurkt tegen de wand van de arena aan, urineert. Ik denk dat het deze prent is, uit de serie Tauromaquia.

Goya portretteerde veel stieren in de corridas. Deze stier heeft het opgegeven. 
Portret van Markiezin Lucia Bermúdez 
Francisco de Goya y Lucientes uit Fuendetodos leefde van 1746 tot 1828.
Aan het begin van deze roman is hij bezig met het schilderen van bovenstaand portret. Het is Dona Lucia, de vrouw van zijn vriend Don Miguel Bermúdez; hij is eerste secretaris van Don Manuel. Goya heeft moeite er de kern van haar karakter in aan te brengen. Na een zekere periode lukt hem dat eindelijk.
We volgen Goya zowel bij het maken van zijn werken, als bij zijn liefdesgeschiedenissen. Tegelijk lezen we, hoe de politieke ontwikkelingen zijn in die dagen.
Het is de tijd vlak na de Franse Revolutie. In Spanje regeren Koning Carlos IV en Maria Luisa van Bourbon Parma. Hun premier, teven de minnaar van de koningin is Don Manuel Godoy y Alvarez de Faria, hertog van Alcudia. Hij is de beschermer van Goya, en wordt 'el principe de paz' genoemd.
Don Manuel, geschilderd door Goya. 
Goya is smoorverliefd op Doña Cayetana, de 13e hertogin van Alva;
 
Doña Cayetana de Alba; met het schilderij links is hij bezig in dit deel.
De geklede maja
en de naakte maja; voor allebei heeft Cayetana model gestaan, tijdens een intense liefdesverhouding. Maja en majo betekenen respectievelijk meisje en man uit het volk. Het had een beladen betekenis in het Madrid van die jaren. Het ging om mensen in typisch Spaanse kledij. Ze waren het tegendeel van de afrancesados, de Frans-georiënteerden.
Haar man, de hertog van Alva, Marques de Villabranca; Don José Alvarez de Toledo, houdt van muziek. Hij is klein en heeft een zwakke gezondheid. Zijn moeder leeft ook nog, de oude Marquesa de Alba, 55 jaar. In de loop van het verhaal sterft de hertog.
Don José Alvarez de Toledo, echtgenoot van Cayetana. Muziekliefhebber.
Overigens is Cayetana een nazaat van 'onze' hertog van Alva, die in de 80-jarige oorlog zo heeft huisgehouden in ons land.
De Goya is niet de enige met minnaressen, over het algemeen is men zeer tolerant tegenover het diverse liefdesleven van mensen. Zo heeft de (lelijke) koningin Maria Luisa wat met Don Manuel, en begint deze nog een affaire met Genoviève, de dochter van de Franse gezant De Havré.
Goya's vrouw Josefa weet van het liefdesleven van haar man. Ze keurt het goed. Ze hebben samen drie kinderen, waarvan er één in deel 1 van het boek sterft, de kleine Elena, Goya's lieveling.
Portret door Goya van zijn vrouw, Josefa Bayeu. Haar broer is aan het begin van het boek eerste hofschilder. Goya vindt hem een prutser.
Nu en dan stort Goya zijn hart uit bij zijn vriend van is Martin Zapater, uit Saragossa.
Martin Zapater, door Goya; zijn vriend.
Een heel belangrijke rol is weggelegd voor Esteve Agustin, hulp Goya; hij is geen groot kunstenaar, wel een groot kenner van het werk van Goya; Goya heeft hem nodig voor zijn commentaar op zijn werk.
Esteve Augustin, vermoedelijk zelfportret; assistent Goya
Ook Cayetana heeft meerdere minnaars (cortejos). Goya denkt dat dokter Joaquin Peral, soort wonderdokter, er één van is. Hij vergist zich. Peral is een bijzondere vriend van Cayetana. Hij is Joods. Goya desalniettemin is erg jaloers
Dokter Peral, door Goya. 
Een belangrijk stuk geschiedenis van deze tijd is een rechtszitting van de Inquisitie, het Heilig Officium. Die heerste toen nog steeds in Spanje.
Feuchtwanger geeft ook nog een stuk geschiedenis daarvan weer. De Inquisitie is opgericht toen de Spanjaarden bezig waren zich van de Moren en de Joden te ontdoen. Zij die in het land bleven met mogelijk de smoes dat ze zich bekeerd hadden, moesten goed in de gaten gehouden worden. Dat deed de inquisitie.
We weten, dat die rechtbank ook in de Tachtigjarige Oorlog bij ons nog veel ellende heeft veroorzaakt.
Feuchtwanger vlecht een verhaal in van Don Bartholomé de Carranza, Deze prelaat stierf omdat hij een voorwoord bij de katechismus had geschreven. Het proces werd getraineerd, de rechters waren corrupt. Tijdens zijn gevangenschap overleefde Carranza drie pausen! Hij stierf van ziekte en uitputting in 1576, 73 jaar oud.
Don Bartholomé de Carranza, 1573-1576. Slachtoffer Inquisitie
In dit boek komt het proces voor tegen De Olavide.
Olavide was net als Carranza, een geleerd en 'verlicht' mens. Hij is bekend omdat hij een gebied in de Sierra Morena tot bloei bracht. Hier was een woestenij ontstaan na het vertrek van de Moren. De Mesta, een groep veeboeren, claimden dit gebied voor hun schapen. De Olavide bouwde hier nederzettingen voor o.a telers van zijderupsen. Hij bracht dit gebied tot bloei.
Don Pablo de Olavide.
 
De Nuevas Poblaciones, lichtgroen. De gebieden die Olavide tot ontwikkeling bracht, er kwamen  zo'n 10.000 kolonisten te wonen, Duitsers. Ze brachten het gebied tot bloei met zijderupsen, weverijen. Het Protestantisme werd ingevoerd.
Goya, rechtszitting van de Inquisitie. De mannen met de puntmutsen zijn de verdachten, één ervan stelt Olavide voor.
Tijdens de rechtszittingen werden zelfs gestorvenen ter rechtszitting gedaagd; er stonden ook doodskisten met hun lichaam. De behandeling en de straffen waren vernederend. Zo werden veroordeelde vrouwen met ontbloot bovenlichaam door de stad gevoerd. 
Eenzelfde atmosfeer: casa de locos, gekkenhuis, Goya.
 Op een dieper niveau gaat het vaak om de strijd tussen de behoudende machten, waarvan de Inquisitie een voorbeeld is. Aan de andere kant had je de 'verlichte geesten', uiteraard beïnvloed door de geest van de Verlichting die in Frankrijk heerste, en die Frankrijk ook over Europa aan het verbreiden was. Een voorbeeld van zo iemand is Don Gaspar Melchior de Jovellanos, belangrijkste staatsman en schrijver van het land. Hij was verbannen en werd teruggeroepen. Jovellanos was tegen het grootgrondbezit van adel en katholieke kerk, de gewone mensen moesten het land bezitten. Schreef ook 'Brood en Stierengevechten' onder pseudoniem. Hij bestreed ook de inquisitie.
Don Gaspar Melchor de Jovellanas, verlicht staatsman en schrijver. Bestrijder van de Inquisitie. Door Goya.
En hier iemand van de andere kant, don Fernando de Valdés, Grootinquisiteur.
Deel 1 van dit boek eindigt met de verbanning van Cayetana naar Cádiz. Ze mag drie jaar niet in Madrid blijven.
Tegelijk wordt Goya gevraagd voor het schilderen van de voltallige koninklijke familie. Een geweldige eer!
Hij kwijt zich op een bijzondere manier van zijn taak: hij plaatst ze anders dan gewoonlijk, beeldt zichzelf als schilder erbij af; geeft ze schitterende (letterlijk!) kledij, maar laat tegelijk zien hoe lelijk ze zijn. Wonderlijk genoeg wordt dit aanvaard, en krijgt Goya eindelijk de post die hem zo toekwam: hij wordt hofschilder.
Staatsieportret van de voltallige familie van Carlos IV en Maria Luisa de Bourbon-Parma. Links achter Goya achter zijn ezel.
Twee details uit het schilderij. Koningin en koningin-moeder.
 
Het boek eindigt op dit punt; deel twee volgt nog.
Ik geef hier alvast een LINK NAAR DE VOLKSKRANT: met daarin het bizarre, raadselachtige en uiterst verontrustende in Goya's werk.
Portret van Goya, door Vicente López Portaña
Documentaire; in het Spaans; er is ondertiteling toe te voegen, dat maakt het iets gemakkelijker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten