De auteur, en een foto van mijn uitgave, Fischer Verlag
Ik noemde al in mijn blog over Milena Jesenská dit boekje, met de brieven van Franz Kafka aan haar. Ik heb de uitgave van 1972 (eerste 1952) Briefe an Milena, uitgegeven door Willy Haas; met een nawoord van hem. Willy Haas maakte deel uit van de groep die in Wenen in café Arco samenkwamen; daar kwamen onder anderen Franz Werfel, Max Brod, en Ernst Polak, de eerste echtgenoot van Milena.
Willy Haas (1891-1973) verzorgde deze uitgave met nawoord.
Er bestaat helaas geen vertaling van deze brieven. Ik heb ze in het Duits gelezen, en gelukkig kwamen de emoties, de angsten, de vertwijfeling, zijn hele diepe zielenleven goed over. Toch spijt het me dat er geen vertaling is, er is ook altijd nog zoveel wat ik wél mis. De uitgave is ook niet geannoteerd, soms tast ik in het duister over wat er stond. Wellicht verschaft het Goethe-instituut me nog eens meer informatie, er is intussen vast nog wel een verbeterde uitgave.
Om te demonstreren hoe aangrijpend Kafka zijn gedachten en gevoelens verwoordt, geef ik hier het volgende citaat weer:
Mein Unglück is, dass ich alle Menschen - und die für mich ausgezeichnetsten natürlich vor allem - für gut halte, mit dem Verstand, mit dem Herzen für gut halte (jetzt kam ein Mann herein und ist erschrocken, ich machte nämlich in die Leere hinein ein dieser Meinungen ausdrückendes Gesicht), nur irgendwie mein Körper kann es nicht glauben, dass sie, wenn es nogwendig sein wird, wirklich gut sein werden; mein Körper fürchtet sich und kriecht lieber, statt die in diesem Sinne wirklich welterlösende Probe abzuwarten, langsam die Wand hinauf.
Onwillekeurig denk ik hier aan het insect uit Die Verwandlung....
Een ander voorbeeld van de pijn die hij ervaart: Liefde is, dat jij voor mij het mes ben, dat ik in mijzelf omwoel.
Bij deze uitgave was het nog helemaal niet duidelijk wat de volgorde van de brieven moest zijn. Kafka noteert alleen de dag van de week. Ik weet niet of het literair-historisch onderzoek inmiddels méér hierover aan het daglicht heeft gebracht.
Het is ook moeilijk in te schatten, wat Milena Franz heeft teruggeschreven, daar is niets van bewaard gebleven. Van haar zijn wel dagboeken, van hem ook trouwens, waardoor we wel iets meer van de relatie weten. Ook schrijft Sem-Sandberg een ontroerend stukje over het enige weerzien van Kafka en Milena: hij lag toen in het sanatorium op sterven. Ze was toen met haar tweede echtgenoot, Schaffgotsch. Volgens Sandberg had Milena het vermogen om elke belangrijke episode in haar leven te dramtiseren en te sentimentaliseren. Ze schreef namelijk in een brief van 1938 aan Willi Schlamm: Ik zat aan Kafka's zijde toen hij in Wenen op sterven lag, en wachtte daar tot hij stierf.
Het Kierling-sanatorium nabij Wenen Kafka verpleegd werd en in 1924 stierf.
Sandberg maakt zich dan een voorstelling van de werkelijke gang van zaken; zij kwam daar met Schaffgotsch (die ook melding maakt van dit bezoek), een keurig gekleed, welhaast elegant jong paar. De artsen moesten Kafka toen al alcoholinjecties geven in zijn strottenhoofd om hem zelfs maar een half glas water te laten wegslikken. Hij was uitgemergeld, kon niet meer spreken; zijn gezicht door de pijn vertrokken tot een strak masker, hij kon alleen maar op zijn rug liggen. Hij hield Milena's hand vast, wat de andere vrouw naast hem geërgerd moet hebben.
De laatste vriendin van Kafka, Dora Diamant; een Joodse actrice; ontmoette Kafka aan de Baltische Zee, waar ze vrijwilligster was voor een groep Berlijnse Joden op vakantiekamp. Zij moet de vrouw geweest zijn die de plaats naast Kafka's sterfbed toekwam.
In één van de recensies van de Briefe las ik, dat Milena helemaal geen partij voor Kafka was. Zo ingekeerd als hij was, wars van bezoekers, zo vol levensvreugde en naar buiten gekeerd was zij. Tijdens hun briefwisseling was zij getrouwd met Ernst Polak, die haar overigens bedroog. Dat was hard voor haar, want ze kon toch al niet aarden in Wenen. Die prachtig geklede dames met ingesnoerd middel en keurig opgestoken haar gingen nog eens dichter naast haar man zitten als zij binnenkwam. Toch was zij niet in staat haar man te verlaten voor Kafka. Dat kon ze later wel, toen ze elkaar al niet meer schreven. Ook Kafka was trouwens gebonden, hij is drie keer verloofd geweest, twee keer met hetzelfde meisje. Maar tot trouwen is het nooit gekomen, Willy Haas vergelijkt Kafka's verhouding tot zijn vrouwen met die van Kierkegaard tot Regine Olsen.
De filosoof Kierkegaard en Regine Olsen; ook nooit getrouwd.
Overigens is er in Kafka's dagboeken nog wel meer informatie te vinden over Milena. Hij had op een bepaald moment heus wel in de gaten dat het afliep tussen Milena en hem. 'Was früher ein brennendes Bavd war, ist jetzt eine Mauer oder ein Gebirge oder richtiger: ein Grab.'
Ik schreef in het blog Ravensbruck al, dat ze elkaar maar vier dagen in het echt gezien hebben. Het ging dus vooral om een brievenliefde, als dit woord bestaat. Kafka kon niet zonder haar brieven of telegrammen, hij leefde erop, keek ernaar uit, meldde haar alles. Hij noemt hun relatie soms een moeder-kind-band. Hij is bang als ze hem een verwijt maakt, hij slaapt niet door de brieven.
Een aardige zijsprong moet ik hier nog maken: Kafka maakt melding van Rohrpost, dat is: buizenpost. Ik wist me daar geen voorstelling van te maken. Nu blijkt, dat er in deze tijd (de brieven dateren van rond 1920) in Wenen werkelijk een zeer uitgebreid netwerk van buizenpost bestaan heeft. Ik herinner me dat van V & D van vroeger: hele kanalen door het gebouw, kassabon, geld en wisselgeld: het kwam en ging van het kantoor, de caissières kregen geen cent in handen.
Zie hiervoor dit artikel in WIKIPEDIA; al in 1913 bereikte dit buizenstelsel (voor telegrammen en expresbrieven) 53 kantoren en had een lengte van 82,5 kilometer.
Een brief voor de buizenpost.
Drie afbeeldingen van het buizenpoststelsel; buiten Wenen was dat ook bijvoorbeeld in Praag, Londen en Berlijn. Het wordt 'de sms van de negentiende eeuw' genoemd. De laatste verdween in 2002, in Praag, door een overstroming.
Wat Milena en Kafka bond, was de verhouding tot hun vaders. Zie mijn blog Brief aan mijn Vader, Franz Kafka. Milena had een haat-liefde verhouding tot haar vader. Hij was eerst tandarts, later repareerde hij verminkte soldatengezichten uit de Eerste Wereldoorlog.
Overigens is die Milena een vat vol tegenstrijdigheden. Ze had heel onaardige dingen, was een tijdlang heroïne-verslaafd, pikte, manipuleerde, intrigeerde (óók Kafka....). Toch ontwikkelde ze zich in Ravensbrück tot een altruïstische vrouw.
Willy Haas maakte me nog opmerkzaam op twee dromen die Kafka vertelt in zijn brieven. In de ene droom wordt het begin van de liefde symbolisch uitgebeeld, Vooral de laatste is weer aangrijpend: hij en Milena veranderen onophoudelijk in elkaar, verbranden tegelijkertijd en lossen samen in die brand op.
Ik ben het ten slotte met Willy Haas volkomen eens, dat niemand zo goed formuleren kan als Kafka. Een 'fast epigrammatische Formulierung (selbst da wo die tiefste Zerrissenheit aus ihnen spricht), volkommen in ihren Linien, Farben, Nuancen, Punkten, Kommata und in allen Pointen.
Het is een vies, wat kleverig boekje dat ik bemachtigd heb via Boekwinkeltjes.... Maar wat ben ik hier stuk van, zo prachtig mooi!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten