Boekomslag
Een zeer leesbaar, en bij tijden zelfs spannend boek. De Boerenoorlog 1899-1902 (ook wel de Tweede Vrijheidsoorlog genoemd) wordt besproken aan de hand van de levens van drie mannen in die periode: Willem Leyds, Winston Churchill en Deneys Reitz.
Willem Leyds
Leyds was staatsprocureur van Nederland, later kreeg hij ook een functie bij de Zuid-Afrikaanse Spoorwegen. Dat maakte hem verdacht in de ogen van velen, het kon op belangenverstrengeling wijzen.
Ik raakte tijdens het lezen onder de indruk van zijn integere manier van werken, een juridisch Pietje Precies, die het niet zo gauw op vechten wilde laten aankomen.
Bracht een deel van zijn leven in Zuid-Afrika door, maar later als diplomaat in Europa. Na de Vrede van Vereniging moest hij ander werk zoeken.
Oorlogscorrespondent Winston Churchill
Het tweede deel is geschreven vanuit het perspectief van Churchill, die als jonge man in Zuid-Afrika werkte als oorlogscorrespondent. Hij was heel avontuurlijk, en vocht ook mee met de Engelsen. Beroemd zijn zijn ontsnapping uit de gevangenis,
Verslag van zijn ontsnapping
en zijn deelname aan de strijd, bijvoorbeeld bij het van de rails duwen van twee wagons. Hij had onwaarschijnlijk veel geluk en gedroeg zich onder vijandelijk vuur als de officier die hij niet was. In zijn journalistieke werk was hij onafhankelijk, hetgeen hem veel kritiek opleverde.
De stukken over Churchill lezen als een spannend jongensboek.
Het derde deel is geschreven vanuit het perspectief van Deneys Reitz, een van de vier broers Reitz (Deneys, Frank, Hjalmar en Joubert.) Hun vader was Francis William Reitz.
Deneys Reitz, Boerencommando
Voor een goed overzicht van het verloop van de gebeurtenissen zie deze uitstekende samenvatting in het Historisch Nieuwsblad.
Afbeelding uit de Eerste Boerenoorlog 1880-1881. De Slag bij Majuba was vernederend voor de Engelsen.
Ik zelf vond het deel over Leyds het leukste, hoewel dat stuk wel sterk beconcurreerd werd door dat over Churchill. Maar ik kies toch voor Leyds, omdat ik het interessant vond te lezen hoe Nederland zich verhield tot de Oranje Vrijstaat en Transvaal. En hoe kwam het toch dat de Boeren opeens zo populair geworden waren. Het stuk over Churchill was soms hilarisch: zo'n vreemde man, met zo'n moeder die zich nergens iets van aantrok. Ik bewonderde zijn moed.
Reitz zei mij het minste, de man zelf kwam voor mij niet tot leven.
Dat was wel het geval met de Boerenoorlog zelf: die is via deze drie mannen zo beeldend geschreven, dat je je er zeer goed een voorstelling van kunt maken. Spectaculair zijn het ontdekken van het goud en de diamanten. Hoe zoiets met zich meebrengt, dat de gehele infrastructuur aangepast moet worden. Dan duikt ook de figuur van Cecil Rhodes, op, de 'Colossus' die alles wat hij hebben wil simpelweg koopt.
Spotprent Rhodes
De man zelf, Cecil John Rhodes.
Er komen in het boek heel wat bekende namen voor:
Louis Botha, generaal van de Boeren.
Het driemanschap De Wet, De la Rey en Botha; Boeren.
Hier nog even De la Rey apart; 'de Leeuw van Transvaal'.
Een jonge Mohantas Ghandi, die ook een rol speelde in de Boerenoorlog. Hij trachtte aanvankelijk het koloniale bewind de diensten aan te bieden van de Brits-Indische gemeenschap. Maar voor hem en zijn achterban bleven de Engelsen onverbiddelijk met hun colour line. Vanaf toen ging hij in verzet: satyagraha, geweldloos verzet werd zijn nieuwe strategie.
Plaatje van Johannesburg, 1888. Schoot als een paddestoel uit de grond na de ontdekking van het goud.
Manschappen Boerenartillerie
Aan Engelse zijde: Lord Kitchener
Lord Roberts
Ik wil méér over de Boerenoorlog schrijven zodra wij het gesprek met de Senia-groep hebben gehad. Bijvoorbeeld over de vele slachtoffers die in interneringskampen terecht waren gekomen. Dat deel van de oorlog kende ik niet, en dat maakte veel indruk op me. Zie ook het Vrouwenmonument.
Women's Memorial, ter gedachtenis aan 26.000 (!) gestorven zwarten en Boeren, vooral kinderen, in de Boerenoorlog.
Recensies:
Ik citeer hier een stukje uit de recensie van Acta Historica:De auteur beschrijft dit alles op vlotte en boeiende wijze. De keuze voor drie hoofdpersonen en zijn voortdurende wisseling van perspectief zorgt ervoor dat de lezer een veelzijdig beeld krijgt van dit fascinerende conflict. Het lijkt echter alsof de auteur twee verschillende doelen nastreeft. Enerzijds wil hij laten zien dat de Nederlandse inbreng in de aanloop en het verloop van de Boerenoorlog aanzienlijk is geweest, anderzijds wil hij ook een totaalbeeld geven en deze inbreng in passen in het geheel. Gevolg is wel, dat een groot gedeelte van zijn boek gebaseerd is op bekende informatie. Hoewel hij zeker een belangrijk deel toevoegt, baseert hij zich voor het tweede en derde deel van zijn werk door zijn keuze voor twee (met name in de Engelstalige wereld) bekende (sleutel)figuren, op veelal reeds bekende informatie. Hij vervalt hiermee ten dele – ondanks de vele wisselingen van perspectief – in de traditionele geschiedschrijving van de oorlog. Het was wellicht beter geweest, vooral ook voor een nog verdergaande analyse van de Dutch connection om twee andere, bijvoorbeeld Nederlandse, hoofdpersonen te kiezen. Bijvoorbeeld een figuur uit politiek Den Haag, een vrijwilliger in de Boeren- (of zelfs Britse) gelederen of een in één van de veldhospitalen werkzame Nederlandse vrouwen.
Opmerkelijk vond ik deze reactie van Arie Kok, in het artikel Gereformeerden in oorlog:
De Boerenoorlog is een stuk geschiedenis dat ook over ons gaat. De romantiek van Penning blijkt een tijdgebonden beeld. Bossenbroek zou er iets van moeten hebben. De betekenis van het geloof voelt hij niet echt aan. Maar zijn boek is sprankelend en doorwrocht.
Ik laat hier een drietal foto's zien van beelden in het Freedom Park in Zuid Afrika, zoals Bossenbroek ze noemt:
Die afskeid, 11-10-1899, laat het vertrek naar het front zien van een strijdlustige jonge Boer bij het uitbreken van de oorlog.
Die banneling, grootvader met kleinzoon aan de reling van een schip. als symbool voor de vele duizenden krijgsgevangen Boeren die in de loop van de oorlog door de Britten werden overgebracht naar kampen overzee.
Die Bittereinder 1902, verbeeldt de toestand van de overgebleven commando's aan het eind van de oorlog: een moegestreden Boer op een scharminkelig paar, getekend door jaren van ontberingen maar desondanks met rechte rug.
Ik stuitte op internet op een liedje dat ik nog van vroeger nog ken. (Alleen het refrein.) Het is waarschijnlijk een bewerking van een lied uit de Amerikaanse Burgeroorlog, bewerkt voor een van de twee Boerenoorlogen in Zuid-Afrika.
My Sarie Marais is so ver van my hart,
Maar'k hoop om haar weer te sien.
Sy het in die wyk van die Mooirivier gewoon,
Nog voor die oorlog het begin.
- O bring my t'rug na die ou Transvaal,
- Daar waar my Sarie woon.
- Daar onder in die mielies
- By die groen doringboom,
- Daar woon my Sarie Marais.
En ver oor die see wegstuur;
Toe vlug ek na die kant van die Upington se sand
Daar onder langs die Grootrivier.
- O bring my trug na die ou Transvaal,
- Daar waar my Sarie woon.
- Daar onder in die mielies
- By die groen doringboom,
- Daar woon my Sarie Marais.
Hulle sleep jou altyd water toe;
Hul gooi jou op n skip vir 'n lange, lange trip,
Die josie weet waarnatoe.
- O bring my t'rug na die ou Transvaal,
- Daar waar my Sarie woon.
- Daar onder in die mielies
- By die groen doringboom,
- Daar woon my Sarie Marais.
Terug na die ou Transvaal;
My lieflingspersoon sal er vas en zeker wees
Om my met 'n kus te beloon.
- O bring my t'rug na die ou Transvaal,
- Daar waar my Sarie woon.
- Daar onder in die mielies
- By die groen doringboom,
- Daar woon my Sarie Marais.
Het boekje is van begin twintigste eeuw, zoals alle deeltjes van de Wessels-serie.
Hoe leuk ook om te lezen, ik heb het niet afgemaakt. Bossenbroeks boek zelf is al één en al oorlogsverslag, het werd me iets te veel van het goede (kwade).
Hier nog een stukje documentaire.
En ten slotte: de auteur, Martin Bossenbroek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten