vrijdag 16 maart 2018

Onderhuids, Michel Faber, 2000.

WAARSCHUWING: Dit blog niet lezen als je het boek zelf nog wilt lezen! Wat je mag weten, is dat het een combinatie is van thriller, SF, en horror. En geeft je bovendien nog wat te denken over de wereld waarin wij leven!
Enerzijds wat mij betreft een aanrader - anderzijds een naar boek. Als je niet van slachthuizen houdt, lees het dan maar niet. 

Dit boek gaf mij een gevoel van weerzin, tot misselijk makens aan toe. 
Tegelijk was het ongelooflijk spannend, ik had het in twee dagen uit. Ik heb het gelezen naar aanleiding van de film met dezelfde titel.
 
Omslag
Toch is het een heel ander verhaal dan in de film. Dat vind ik van de filmmaker ongelooflijk knap. 
De hoofdzaak in boek en film is hetzelfde: vrouw pikt met haar auto mannen op van de straat. Ze neemt ze mee, en naar het lot van hen kunnen we in de film een beetje raden. We zien ze als lege hulzen drijven in het olie-achtige water, waarin ze eerder ten onder zijn gegaan. 
We weten in de film ook niet wie of wat zij is, ze is gewoon een erg mooie vrouw. Pas helemaal aan het eind van de film wordt onthuld wie zij is. 
In het boek wordt alles veel explicieter gemaakt. Zij heet Isserley, en ze is niet zo geweldig knap als in de film. Ze heeft wel twee enorme borsten, en daarmee is ze voor de meegenomen lifters erg aantrekkelijk. We lezen in het boek ook wat de mannen over haar denken. Behalve haar borsten valt op dat ze erg klein is, een jampotbril draagt, en heeft klauwachtige handen  heeft.  
De oorspronkelijke uitgave. Faber is in Nederland geboren, spreekt nog altijd vloeiend Nederlands, maar hij woont al lang in Schotland. In Schotland speelt zijn boek zich ook af. Zijn boeken zijn niet door hemzelf in het Nederlands vertaald. 
In het boek staat het welbevinden (beter: het ontbreken daarvan) centraal. We lezen veel over de pijn die ze lijdt, haar rug, haar littekens, haar te kleine neus, de honger en haar eenzaamheid. Stukje bij beetje ontdekken we haar identiteit. 
Vreemd is ze wel: ze heeft het niet over mensen, als ze de mannen meeneemt, maar over vodsels. Voor haar zijn mensen - maar die kennis komt ook stukje bij beetje tot ons - vierbenig, en lijken nog het meeste op prachtige, glanzende vossen. 
Zij zelf is geopereerd, is van viervoetig tweebenig geworden, waarvoor twee benen zijn geamputeerd. Haar spenen zijn verwijderd, en twee kunstborsten zijn speciaal aangezet voor het doel waarvoor zij dient: vodsels vangen. Haar neus is te klein, en ze kan geen vodselvoedsel eten. Ze heeft voortdurend rugpijn, heeft overal ijzeren pinnen in haar lijf, en moet zich steeds scheren. 
Die vodsels 'jaagt' ze als het ware, en als ze naast haar in de auto zitten, gaat ze eerst precies na of de ietwat zwaarlijvige mannen niet heel snel gemist zullen worden door hun thuishaven. Vindt ze de kust veilig, dan drukt ze op een knopje aan het stuur, waarna een paar naalden in de bil van de vodsel dringen, die hem onmiddellijk verdoven. Het middel heet icpathua. 
Dan verkleedt ze hem, zodat eventuele voorbijgangers niks merken, en brengt ze hem naar de boerderij waar Vess Industries is gevestigd. Daar werken andere 'mensen'. Eén van hen is, net als Isserley, ook geopereerd. Deze 'mensen' castreren de verdoofde vodsels, en snijden hen de tong uit.. Vervolgens worden ze als mestvarkens vetgemest. Het einddoel is hen te slachten, en hun vlees verpakt in pakketjes zeer duur vodsel-vlees (biefstukfilet) te vervoeren naar de planeet waar ze vandaan komen. 
Isserley raakt verliefd op de zoon van de baas, Amliss Vess, al doet ze het voorkomen dat ze hem een arrogante kwal vindt. 
Deze Amliss voelt mededogen met de vodsels, hij laat er zelfs een paar vrij. Een soort Marianne Thieme, maar dan omgekeerd. Er is een aangrijpende scene, waarin een vodsel met een bosje stro het woord 'genade' op de bosgrond schrijft. Maar die genade wordt hem natuurlijk niet gegund. Ze weten niet eens wat et betekent.  
In de film loopt het slecht af met de hoofdpersoon, dat is in het boek ook zo. De manier waarop verschilt.  
Hier een varkensslachterij. De vodsels in het boek hebben het slechter.
Auteur Peter Faber. 
De structuur van het boek is echt heel goed. Stapje voor stapje worden de geheimen onthuld. Hier en daar verraste me ook het taalgebruik: een lucht met de kleur van een kneuzing. 
Uit een artikel van uitgeverij Podium (3-8-2915) las ik, dat Onderhuids van Michel Faber één van Peter Buwalda's favorieten was: 
'Een geweldig debuut,' zei Peter Buwalda bij Zomergasten over ONDERHUIDS van Faber. 'Er zijn drie debuten die ik onverslaanbaar vind: De avonden van Gerard Reve, Under the Skin van Michel Faber en De welwillenden van Jonathan Littell. Debuten die je als schrijver heel graag geschreven zou hebben.'
Dat mag waar zijn, er kleeft ook een nadeel aan deze film: de gruwelijkheid. Het boek 'verheft' je niet. Zoals je bijvoorbeeld hebt na het lezen van De wand, van Marlen Haushofer (is maar één voorbeeld.) 
Peter Buwalda, die zelf ook erg goed schrijft, vind ik. 
Boek en film doen niet voor elkaar onder, dat is op zichzelf al erg bijzonder. De spanningsboog blijft hoog. 
Zie voor de film mijn blog Under the skin. Regie Jonathan Glazer. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten