"Noem het gerust een literair wonder: geheel per ongeluk heeft de directeur van de boekenbranche een roman van 65 jaar oud in het zonnetje gezet. Maar wie leest dergelijke meuk nog, vraagt u? Goed punt. Was ook precies waar het zondag over ging toen Eveline Aendekerk, directeur van de Collectieve Propaganda van het Nederlands Boek (CPNB), bij de NOS verscheen om te vertellen over de boekverkoop in tijden van TikTok.
Eveline Aendekerk, CPNB-directeur.
Beeld Anneke Janssen / ANP
De boekenwereld is bezig met een inhaalslag, zei Aendekerk. Tot voor kort werd in het geheel niet aan 'doelgroepgerichte marketing' gedaan, maar dat is aan het veranderen. Jongeren blijken de traditionele media, waar de boekenbranche zich altijd op richtte, helemaal niet te volgen, ze zitten te gamen en halen hun informatie van sociale media. "Daar liggen onze kansen", aldus Aendekerk, die wees op BookTok en InstaBook. De 61e druk van Het bittere kruid. Deze (her)las ik.
Ze voegde er nog even aan toe dat het schort aan leesplezier in het onderwijs. "Kijk naar de verplichte leeslijst. Als je niet veel leest en je moet Het bittere kruid gaan lezen, dan worden al je vooroordelen over lezen bevestigd. Dan wordt vrij vakkundig het leesplezier eruit geramd."
Ik geef toe: welke titel ze ook had genoemd, er zouden altijd liefhebbers beledigd zijn geweest. Maar dat ze aankwam met Marga Minco's bekendste boek, negentig pagina's helder, sober en aangrijpend proza, geschreven vanuit het perspectief van een kind, was zoiets als een misdaad tegen de letteren, waarvoor ze gisteren terecht haar excuses aanbood.
Naar die recensies zou ik ook wel benieuwd zijn. Om twee redenen. De eerste is dat ik zou willen weten wat de geleidelijke uitsluiting, vervolging en vernietiging van een bevolkingsgroep bij hen oproept. Maar ook wat het betekent om daarover te lezen, anders dan er een film of iets dergelijks over te zien. Niet omdat ik hoop dat ze lezen het leukst zullen vinden, maar wel dat ze zien dat lezen ook de moeite waard is. Dat het een ontmoeting betekent.
Het gaat trouwens niet om leuk. Het gaat om het ervaren van het leven tot de bitterheid aan toe."
Ik geef toe: welke titel ze ook had genoemd, er zouden altijd liefhebbers beledigd zijn geweest. Maar dat ze aankwam met Marga Minco's bekendste boek, negentig pagina's helder, sober en aangrijpend proza, geschreven vanuit het perspectief van een kind, was zoiets als een misdaad tegen de letteren, waarvoor ze gisteren terecht haar excuses aanbood.
Antiquariaat Colette in Den Haag
Antiquariaat Colette in Den Haag zette direct de hele etalage vol met boeken van Minco, hoogleraar letterkunde Jos Joosten publiceerde een stuk waarin hij Aendekerk verweet de 'Wopke Hoekstra van het Literair Bedrijf' te zijn - een ernstige aantijging dezer dagen. Joosten memoreerde dat hij Het bittere kruid onlangs voor de zoveelste keer herlas, vanwege de colleges die hij geeft. "Zoals steeds was ik ervan ondersteboven. Technisch is het perfect, het is verbijsterend en oneindig subtiel. Ook voor hedendaagse jongeren is het een boek dat pijnlijk invoelbaar maakt wat de Joden- vervolging betekende op 'microniveau'."Prof. dr. J.H.Th. Joosten;
heeft als specialisatiegebieden: literaire kritiek in Nederland en Vlaanderen en
eigentijdse Nederlandstalige literatuur, literaire instituties.
Dat laatste werd bevestigd door de directeur van herdenkingscentrum Westerbork, Bertien Minco, een verre nicht van Marga Minco. Woedend was ze, schreef ze in een open brief. 'Waarom koos je juist dit boek voor je hoon?' Maar die woede sloeg om in 'trots en blijdschap' toen ze zag hoe talloze leraren Nederlands het opnamen voor Minco's vertelling. Daarom bestelde ze meteen 'een enorme stapel van dit wonderschone boekje' om uit te delen aan de eerste middelbare school die na de vakantie op bezoek komt in het herinneringscentrum, negentig leerlingen uit Rotterdam. "Ik zie hun TikTok-, Twitter- of Insta-recensies graag tegemoet."Naar die recensies zou ik ook wel benieuwd zijn. Om twee redenen. De eerste is dat ik zou willen weten wat de geleidelijke uitsluiting, vervolging en vernietiging van een bevolkingsgroep bij hen oproept. Maar ook wat het betekent om daarover te lezen, anders dan er een film of iets dergelijks over te zien. Niet omdat ik hoop dat ze lezen het leukst zullen vinden, maar wel dat ze zien dat lezen ook de moeite waard is. Dat het een ontmoeting betekent.
Het gaat trouwens niet om leuk. Het gaat om het ervaren van het leven tot de bitterheid aan toe."
Einde column.
Marga Minco in 1981
Marga Minco in 2019, bij uitreiking P.C. Hooftprijs.
BEELD ANP KIPPA
Minco is het pseudoniem van Sara Voeten-Menco; zij werd geboren in 1920.
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0
Ik vond het noodzakelijk het hele stuk van Stevo Akkerman, met ertussen gevoegd de daarbij gevonden illustraties, weer te geven, voordat ik over Het Bittere Kruid kon vertellen:
Ik heb Het Bittere Kruid gelezen als middelbare scholier. De impact van het boek drong toen zeker niet tot me door. Ik had nog de leeftijd, en ook de beperkte denkwijze van een puber - met genoeg/te veel eigen leed om dat van een ander te kunnen begrijpen. Men moest mij uitleggen wat de betekenis van een boek was. De woorden zelf drongen niet tot mij door, ik was daar veel te veel gepreoccupeerd voor met andere dingen.
Maar nu...
Stevo Akkerman
Beeld Jörgen Caris
Het boek trof me 'als een hamerslag'. Ik had het zo uit, maar het kostte me moeite om het na iedere pauze weer op te pakken. Ik was bang voor de emoties die het opriep, de ellende die ik te voelen kreeg.
Een scene die me bijbleef: als het kind uit een raam kijkt van hun souterrain; ter illustratie:
Ik citeer:
'In het halfduister gingen we bij het getraliede raam aan de straatkant zitten. Van daar uit konden we alleen de voeten van de voorbijgangers zien. De eerste ogenblikken passeerde er niemand. Maar na een paar minuten zagen we grote, zwarte laarzen verschijnen, die een hard, klikkend geluid maakte. Ze kwamen uit het huis rechts van ons en ze gingen schuin langs ons raam naar de stoeprand, waar een auto stond. We zagen ook gewone schoenen naast de laarzen lopen. Bruine mannenschoenen, een paar scheefgelopen pumps en sportschoenen. Twee paar zwarte laarzen stapten langzaam, alsof ze iets zwaars te tillen hadden, naar de auto.
'Er wonen veel mensen in het huis hiernaast,' fluisterde mijn vader. 'Het is een rusthuis en er zijn nogal wat zieken bij.'
Een paar beige kinderlaarsjes bleven voor ons venster staan. De neusjes stonden iets naar binnen en de veters van het ene laarsje waren donkerder dan van het andere. 'Dat is Liesje,' zei mijn moeder zacht. 'Ze groeit zo hard. Die laarsjes zijn al veel te klein voor haar.'
Hert kind trok een voet omhoog en alsof het hinkelde sprong het ene laarsje voor ons raam heen en weer.
Tot er zware laarzen bij kwamen. We hoorden de deur van het huis rechts dichtslaan. De laarzen bewogen niet. Ze waren goed gepoetst, hadden rechte hakken en ze bleven roerloos vlak voor ons staan. We keken door ons raam alsof het een winkelruit was waarachter iets bijzonders geëtaleerd stond. Mijn moeder hield haar hoofd wat opzij, omdat een stijl haar het gezicht benam. Mijn vader keek recht voor zich uit.
De laarzen zetten zich in beweging en wij keken toe hoe eerst de linker vooruit ging, dan de rechter, de linker, de rechter, van het raam vandaan, de linkerkant op.
In het huis links van ons hoorden we de bel overgaan. We bleven zitten tot we geen laarzen meer zagen. Daarna gingen we naar boven en hingen we onze jassen aan de kapstok."
Pagina44-45.
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0
Dit is maar één scene die me bij de keel grijpt. Zoals gezegd, ik kon het nu, nu ik oud ben, moeilijk lezen omdat het de verschrikking van de Jodenvervolging zo voelbaar maakt.
Ik denk, als tweede voorbeeld, ook terug aan de beschrijving van net leeg gehaalde huizen in de Lepelstraat:
'Overal stonden deuren wijdopen. In een donker portaal zat een grijze poes op de trap. Toen ik bleef staan, rende het dier naar boven en gluurde naar mij met een hoge rug. Op een van de treden lag een kinderhandschoen. Een paar huizen verder hing een deur uit haar voegen. Het paneel was versplinterd en de brievenbus hing scheef aan een spijker. Er stak was papier uit. Ik kon niet goed zien of het drukwerken of brieven waren. Uit verschillende ramen wapperden de gordijnen naar buiten, ergens lag een bloempot omver op het randje van een kozijn. Achter een andere raam zag ik een tafel die gedekt stond. Een stuk brood op een bordje. Een mes dat in de boter stak. De winkel van de slager, waar ik de dag tevoren vlees had moeten halen, was leeg. Er was een plank voor de deur getimmerd, zodat niemand naar binnen kon. Van buiten af zag de slagerij er netjes uit. Alsof de slager de winkel eerst nog helemaal had schoongemaakt. Het luik voor het halletje van de zuurman was neer. Er hing nog de azijnige lucht van de tonnetjes met augurken, Onder het luik door liep een nat spoor over de stoep naar de goot. Het moest van de vaten zijn die omgevallen waren, Plotseling begon het te waaien. De papieren dwarrelden over het asfalt, sloegen tegen de huizen aan. Vlak bij mij viel een deur dicht. Er was niemand naar buiten gekomen. Een raam klepperde. Het werd niet dichtgedaan. Een vensterluik sloeg. En het was nog geen avond.
Voor ik de hoke omging zag ik iets op een deurpost. Het rode oog op het emaille plaatje van de nachtveiligheidsdienst,
De deur stond open."
(Pagina 56-57)
Een van de eerste beveiligingsdiensten, zie de site Joods Amsterdam.
Lepelstraat, ingestorte panden.
Ik las dat de instorting het gevolg was van het strippen van het hout.
Foto van 1945.
Bron: Stadsarchief Amsterdam / Naam vervaardiger (indien bekend)
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0
Het Bittere Kruid bracht mij het boek Een jongen uit Plan Zuid in herinnering. Heere Heeresma. Bij alle verschillen, Heeresma was zelf niet joods. Zag zijn joodse kameraden wel vertrekken.
Holocaust Namenmonument, foto Christian Michelides
Jodenbuurt, omgeving Weesperstraat, Lepelstraat.